Dagblad voor Schiedam en Omstreken. üerste blad. 21ste Jaarg. Zondag 17 April 1898. bureau ISofersfraaf 50. Menschenliandelaar. Een oude beschuldiging. No. 6072. ^'ÏÏCIEELE BERICHTEN. Dg b, Kennisgeving. 0 1 b, Kennisgeving. S .ecte o h feuilleton. Kennisgeving. Twee-jaarlijksche herijk. Kennisgeving. Jaarmarkt of Kermis. NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam Der 3 maanden1.50 Franco per dosi door geheel Nederland - 2. Afzonderiiike Nummers - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. bVrgemeester van Schiedam, bij deze ter kennis van de inge- he kohieren van de Personeele °ver l'ng nos. 1, 2 en 3 dezer gemeente, bire bet dienstjaar 1898, door den heer latrj ?Ur ^er directe belastingen te Rotter- Verk, °P den 12den Apni 1898 executoir hej. jaarh, op heden aan den ontvanger 0verolrecte belastingen, ter invordering zijn Y®eriiaakt. l6c}er0rts wordt bij deze herinnerd, dat een beq Verplicht is, zijnen aanslag op den bij bat bepaalden voet te voldoen alsmede &^t de termijn van zes weken in- binnen welke de reclames tegen dezen a§ behooren te worden ingediend, bat k 'l biervan afkondiging geschied, waar ®boort, den 15den April 1898. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. ^^Rgemeester van Schiedam, ^'eher deze ter kenn's van c'e in£e jVtiJ bet kohier van de Personeele Be- bieh.N Do. 4 dezer gemeente, over «t 1898, het door den heer directeur 'e<l belastingen te Rotterdam op 'P h en April 1898 executoir verklaard, 'a^tU6fl aan hen ontvanger der directe V0 nSen ter invordering is overgemaakt. '*(ler rts wordt bij deze herinnerd, dat een ri Vve!erP"cbt is, zijnen aanslag op den bij Jat l bepaalden voet te voldoen alsmede he termijn van zes weken ingaat, s'ag ^elke de reclames tegen dezen aan- j, ehooren te worden ingediend. 'at k biervan afkondiging geschied, waar boort, den 16den April 1898. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Hen**0' .han moet ik u maar te paard ^6tbak' Ze'be Wiggins, en geheel op zijn f^ar- Saande zitten, sprak hij het gansche kts» w s avefirot heeft als het oud wordt bet *at de politie tegenstaat, en ais men J?, diefstal beschuldigt, dan kan men ^a^ men bijna altijd slaagt. Men Ner aanklacht door twee getuigen bhges ®bnen, het vonnis wordt spoedig n' binnen weinige dagen hangt 0 aangeklaagde op, en de beschul- I v,'1 vangt vijt honderd dollars. Üke W'gg'nsdat is dan toch eene Rr1>eek* ®'he vJl' ®et uwe zedeleer maar te huis, Jehe «Bgü» spottende, want als ge mij pi tpj; e.Preek wildet opdisschen, zoo had bVoe{.J niet moeten vertellen, dat toen de a° slaven nog niet verboden was, Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gelet op het besluit van beeren Gedeputeerde Staten dezer provincie van 14 December 1897, no. 86 1 Provblad no. 78) alsmede op de missive van den iJker, chef van d.eust te Rotterdam, van 2 April j.l., no. 25, Brengen ter keunis van de ingezetenen dezer ge meente lo. dat het goedkeuringsmerk gedurende de jaren 1898 en 1899 bij den ijk en herijk van maten en gewichten te bezigen, zal zijn de letter hin den ge wonen schrijfvorm 2o. dat de in 189S aan te vangen twee-jaarlijksche HERIJK van de inhoudsmaten voor droge en natte warenstrijkelslengtematen en gewichtenvoor deze gemeente zal plaats hebben in het daarvoor aan gewezen lokdal aan de Lange-Nieuwstraat achter het bymnasium alhier, no. 121, (gymnastiekschool) van Mti tot 17 Juni a. s., op eiken werkdag - uitge zonderd 19 en 80 Mei - vau des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur; 3o dat voor de onderverdeeling der werkzaam heden vau den herijk, tot bevordering van de orde en den geregeldeu gang van den dienst, aan de huizen der ijkplichtigen br.efjes zullen bezorgd worden, houdende opgaaf van den dag en het uur, waarop zij hunne maten en gewichten tot het ondergaan van den herijk zullen kunnen aaubiedenterwijl zij, die zoodanig brielje niet mochten ontvangen hebben, zich tot het bekomen daarvan op de boven aangewezen dagen en uren aan het gezegde lokaal kunnen vervoegen 4o. dat zij d e van bovengenoemde zittingen geen gebruik gemaakt hebben, huune maten en gewichten ook kunnen doeu herijken aan het ijkkautoor ie Rot- teidain op eiken Dinsdag en Vrijdag, des voormiddags van iO tot 12 en des namiddags van 1 tot 3 uren. Voorts wordt in herinnering gebracht dat zij verplicht zijn hun maten en gewichten goed schoon en droog ten herijk aan ie bieden, dat na het eindigen van den tetmijn van herijk, 1 September 1898, het gebruiken of voorhanden hebben van mateu en gewichten, niet van de vereischte stem- pelmerken voorzien, verboden en strafbaar is, en dat het laatst geplaatste goedkeuringsmerk voortaan ge durende twee jaren ongeschonden moet bewaard blijven. Wordende mitsdien ieder, wien zulks mocht aangaan, aaugemaand, om zich ter voorkoming vau kosten en bekeuringen, de hiervoren vermelde tijdstippen ten nutte te maken. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den löden April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈüE. en de inkomende rechten 10 dollars per kop bedroegen, gij u van de nuttelooze vracht aan de andere zijde van Cliarlestown ontlastte. Is dit nu niet hetzelfde geval Destijds wierpt gij de zwarten, die ziek waren, en van wien gij niet meer kondet hopen, dat zij iets zouden gelden, over boord, en bespaardet dus doende de inko mende rechten 10 dollars per kopthans laat gij de oude ophangen, voor welken gij 100 dollars neêrgeteld eri wien gij twee jaren om niet te eten gegeven hebtop die wijze vindt gij dan uwe rekening en maakt nog goede procenten. Als het een mensch was, ja, maar nu is het een oud zwart diermijne grondstellingen zijn ge noeg bekend en, voor zoo ver ik meen, zullen zij mij voor alle verdenking vrij waren Wiggins heeft gelijk, riep de kapitein en al wat hij gezegd heeft is zoo zuiver als tweemaal twee vier is. Ik zie dat alles wel in, sprak Morgan, terwijl hij een fikschen teug uit den beker slurpteen daar ik zoo min als iemand anders mijn geld wil verliezen, en ook niet bemerk, dat gij den raad alkeurt, welken Wiggins mij geeft, zoo.... Integendeel, wij zullen in het vervolg Burgemeester en wethouders van Schiedam, doen te weten dat, indien bijzondere omstandigheden dit niet be letten, de Jaarmarkt of Kermis aldaar zal aan vangen op MAANDAG den 4den JULI e.k.; dat de lotiug tot regeling der plaatsen voor hen, die zich, overeenkomstig art. 47 der verordening van 2g Juli 1881binnen den vaslgestelden tijd hebben aaigeuield en wier toelating door hnu college kan woiden vergund, zal geschieden ten overstaan van den daartoe aangewezen gemeente-ambtenaar, in tegenwoor digheid der aanvragers, wanneer die zich daartoe aan melden, aan bet kantoor bij de buitensl'is, Hoofd straat no. 2, op Vrijdag den 20sten Juni a s., des voormiddags ten 10 ure, of zooveel later op dien dag. als voor sommige categuriën zal worden noodig geacht dat de voorloopige betaling van het verschuldigde voor de plaatsruimte, op den openbaren gemeentegrond, gedurende de jaarmarkt of kermis, in te nemen, ge schieden moet ten kantore van den gemeente-ontvanger, Tuinlaanno. 50, dage ijks geopend van 9-2 ure uitgezonderd de Zon-, Zaler- en algemeen erkende Christelijke feestdagen, vóór of op den 24sten Juni e.k., uiterlijk tot des namiddags ten 2 ure, na welken tijd niemand meer tot de loting wordt toegelaten, ter wijl de teruggaaf dezer geiden alleen wordt verleend, indien burgemeesier en wethouders is gebleken, dat de belanghebbende, door omstandigheden onafhankelijk vau zijn wil, van de plaats geen gebruik heeft gemaakt, of dat aan hem geen plaats wordt toegestaan. Tot toe passing van het verschuldigde markt- geld bedoeld bij art. 2. litt, B, der verordening op de heffing van markt- geld, van den 30 April 1895, zullen belanghebbenden zich moeten onder werpen aan de bepaling, dat vanwege de gemeente wordt beslist tot welke categorie de inrichtingen behooren te worden gerangschikt; dat met het opzetten der kramen, spellententen enz. kan worden aangevangen op Woensdag, den 29n Juni e. k., terwijl de door de verschillende aanvragers bestemde standplaatsen niet langer voor hen zullen worden opengehouden dan tot den 4u Juli 0. k., des middags ten 12 ure dat over de plaatsen, welke op dat tijdstip naar het oordeel van burgemeester en Wethouders nog niet op voldoende wijze zijn in gebruik genomen ten behoeve van anderen kan worden be schikt, en dat zij die voor die ruimte plaatsgeld nebben betaald, in dat geval genoegen moeten nemen met de plaats die hun nog zal knnnen worden aangewezen dat de kramen, spellen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd uiterlijk op Woensdag <fen ij den Juli iS(}8 en dat zij voorts belanghebbenden herinneren aan óe bepalingen, voorkomende in de bovengemelde ver ordening van 29 Juli 1831, in het bijzonder aan art. 48 luidende: ,Het wordt aan burgemeester en wet- ingelijks van zijn raad gebruik maken, riepen velen der gasten. Welnu, ik voor mij zeiven heb er ook niets op tegen, zwetste Morgan, maar wat mij tot hiertoe weerhield, verzekerde de huichelachtige met ontelbare zware misdaden beladene, was enkel menschen- liefde. Ook stelt men, als men huisvader is en zich sedert dertig jaren in eene onbe sproken levenswandel verheugen mag, prijs op zijn goeden naam, of liever gezegd, men tracht dien te behouden. Kom, kom, het is al wel, sprak Wig gins, verspil daarover maar zoo veel woorden niet; gij zijt dat anders niet gewoon; als ik iets kwaad zag in hetgeen ik u aan raadde, dan zou ik toch waarlijk mij zeiven niet als voorbeeld aanhalen. Ik moet opentlijk bekennen, mijnheer Wiggins, dat ik tot dus verre een groote dwaas ben geweest; thans moet ik u nog alleen vragen, of de getuigenis van twee blanken voldoende is Van twee blanken of van vier Mulatten, antwoordde Wigginsdan zult gij uw renteloos kapitaal kwijtraken, en de griffier betaalt u den opgehangene in harde klin kende munt. houders overgelaten, om, ook op tijdig gedane aan- vragen, al dan niet eene toelating te verleeuen, in elk geval niet andera dan tot wederopzegging, ook gedurende den tijd der Kermis." Schiedam, den 16den April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNËDE. Eene beschuldiging, zoo oud als.de weg van Kralingen, zooals het spreekwoord zegt, is de insinuatie, zoo dikwijs der kerk naar het hoofd geslingerd, namelijkdat het volk maar dom gehouden wordt; dat de Kerk vijandig staat tegenover de weten schap en dat dan natuurlijk, omdat de Kerk de wetenschap vreest. Wat is er b.v. veel gesmaad op die «duistere" Middeleeuwen, «die eeuwen van duisternis en bijgeloof" zegt de vijand van Christus' Kerk. En hoe menigmaal is het sprookje verteld en nog eens oververteld, en hoe vaak geloofd, dat Luther eerst op den manneiijken leeftijd een exemplaar van de H. Schrift onder de oogen kreeg, een exemplaar nog wel, dat aan den ketting gelegd was «zeker om te beletten, dat het boek tot de menschen ging" zegt de Protestant. Nu, dat Luther een exemplaar van den Bijbel heeft gezien, aan een kettinkje vastliggend, is mogelijk, zelfs zeer waarschijnlijk, want om voor diefstal te waken, waren in de openbare bibliotheken der Middeleeuwen de kostbare boeken en handschriften door middel van ijzeren kettinkjes aan een lessenaar ver bonden. Maar dat de Bijbel, de H. Schrift aan het volk werd onthouden, is een leugen, een hatelijke beschuldiging, want niets is minder waar. De Bijbel is in de Middel- eeuwen verscheiden malen gedrukt en her drukt, maar.de Katholieke kerk kon toch niet helpen dat eerst in 1423 de boekdruk kunst werd uitgevonden, d.i. slechts eene Het is mij zeer aangenaam zulks te vernemen, en niet later dan morgen zal ik van uwen raad gebruik maken. Maar spreek toch fluisterde hij Wiggins in het oor, spreek toch nooit over dergelijke zaken in het bij zijn mijner Lydia want dat schroomvallige kind is zeer nauw van geweten, en zou u met geen vriendelijk oog meer aanzien, als zij van dusdanige kuiperijen iets vernam, wat toch inderdaad jammer zou zijn, dewijl gij haar echtgenoot wilt worden. Maar gelooft gij dan, Morgan, dat ik in de hersens geprikt ben antwoordde Wiggins insgelijks fluisterend, drukte toen zijnen aanstaanden schoonvader hartelijk de hand, en lachte zoo vergenoegd bij de gedachte aan zijn huwelijk met Lydia als hadde men een in alle opzichten deugd zaam en met de kerkelijke en burgerlijke wetten overeenstemmend voornemen vol voerd. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1