Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaarg.
Dinsdag 26 April 1898.
No. 6079.
■ggureau *23ofersfraaf 50.
Menschenhandelaar.
OVERZICHT.
begins'f d heett' niet vriJ 1S om ue
opvaart 6n' 'S de °Pheffing van de
Op (|(t r en de regeering meent, dat zij
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
PBIJS VAN DIT BLAD:
^°or Schiedam per 3 maandenf 1-50
Franco per Dost door geheei Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers 0.05
PB IJS DEB
Van 1—6 regels
ADVEBTENTIËN:
Elke gewone regel meer
ƒ0.60
-0.10
o
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
25 April '98.
°°rlog tusschen Spanje en Amerika.
Zij(j6 Oo'{0ostoesiand is thans van Spaansche
b®vatt °*l'c^ee' erkend. De Staatscourant
'''geleij ^ater<^aS een besluit dat aldus werd
ltlssche diplomatieke betrekkingen
Zijtj v6n Spanje en de Vereenigde Staten
de er'3ro'ien. Nu tusschen de twee landen
een oorlog begonnen is, doen zich
*oor ^ta' Vo'kenrechtelijke vraagstukken
Vvorj '6 nauwkeurig vastgesteld moeten
b®td h' ^0 moeten met de grootste stipt-
^eerino.6t Vo"senrecht eerbiedigen. De re-
het 's van oordeel dat Spanje, hoewel
Ondert^Ri, ar^sche verklaring van 1856 niet
tiet bg6" daarin neergelegd, te verzaken
beslat Pnsel' waarom Spanje toentertijd
eett geweigerd tot de verklaring
toi
Zich °°°enb''k onvermijdelijk op dit punt
b°tiden 6 DQo8e'Üke vrijheid moet vooröe-
d
den GZe mle'ding volgt het besluit van
^'geilden inhoud
^>eslut^i^ietld van de bekendmaking van dit
in s- w°rdt aan alle Amerikaansche schepen
°tti vr"riSC^e havens vijf dagen tijd gelaten
b6Jj ült te gaan.
r®6elen 6rin^ '3evee't voorts, dat de volgende
ZUllen Van zeerecht in acht genomen
vÜandelDk°rden* De onzijdige vlag dekt
t>anda d 6 'ad'ng> behalve oorlogscontra-
°0rl0ss! ^°nzÜdige?) lading, mits geen
hiag 6onlrahande onder vijandelijke vlag,
i-et in beslag genomen worden een
De^6 rn°et vo^doende zijn,
bavend gaanscbe regeering, haar recht hand
een s °m kaperbrieven uit te geven, zal
Van de Wnwerkihg organiseeren van schepen
krijgSvi °°Pvaai dij vloot en hulpkruisers der
^dtisdic|>0t 11161 de krijgsvloot en onder hare
le' teneinde vijandelijke schepen,
ijandelijke ladingen en oorlogscontrabande
buit te maken. De vloot, de hulpkruisers
en later de kapers zullen in volle zee en
in de vijandelijke wateren het recht van
visitatie hebben.
Ais oorlogscostrabande wordt beschouwd
kanonnen, geweren, wapenen, kogels, gra
naten, knalvure zouten, kruit, dynamiet,
ontplofbare stoffen, nieuwe militaire equi-
pementstukken, machines voor schepen.
Als zeeroovers zullen beschouwd worden
de kapiteins, schippers, officieren en twee
derden der bemanning van vaartuigen, die
niet Amerikaansch zijn en op een oorlogs
daad tegen Spanje betrapt worden, ofschoon
door de Vereenigde Staten van een patent
voorzien.
In de tegenwoordige moeilijke omstan
digheden nu meer dan ooit de samenwer
king van alle partijen voor het heil des
lands noodig is, hebben de verschillende
partijen zich om het liberale kabinet-Sagasta
dat thans een zware taak te vervullen
heett, eendrachtig geschaard. jDe crisis-ge
ruchten die te Madrid loopen, betreffen
voornamelijk den minister van marine, die
wenschen zou zelf het bevel over een es
kader op zich te nemen en den minister
van koloniën, die teleurgesteld is over de
mislukking van zijn koloniaal politieke be
vredigingsplannen. Sagasta hoopt echter
zijn Kabinet bij elkaar te houden en de
bijna eenstemmige meening der door de
Regentes geraadpleegde staatslieden van
ongeveer alle partijen (behalve Robledo) dat
het Kabinet moest worden gehandhaafd,
heett zijn positie versterkt. De minister
van buitenlandsche zaken mocht Donderdag
in den Senaat voor den geboden steun met
recht den dank uitbrengen, niet van het
liberale Kabinet, maar van de nationale
regeering.
Nadat het ministerie een beroep had
gedaan op de bankiers om een einde te
maken aan de onredelijke paniek op de beurs,
hebben de bankiers met gloeiende patriotisme
zich bij de gevoelens van het ministerie
aangesloten. Zaterdag was er al ruim een
millioen pesetas voor de uitbreiding der
vloot bijeengebracht.
Het bericht, dat de Buena \entwa is
opgebracht, heeft te Madrid hevige veront
waardiging doen ontstaan, omdat de vij
andelijkheden nog niet begonnen waren. De
dagbladen noemden dit buit maken een daad
van zeeroof.
De regeering op Cuba heeft een procla
matie uitgevaardigd, waarin op eendracht
tegenover den vijand wordt aangedrongen.
Zonder den bijstand, den op-tandelingen
door Amerikanen verstrekt, zoo wordt er
verder gezegd, zou de vrede zijn hersteld.
Het moet ons er om te doen zijn, binnen
een kort tijdsbestek den gedrochte'ijken aan
slag at te weren, waarmee men Cuba aan
de vreemde heerschappij wil brengen, een
heerschappij die lijnrecht in strijn zou zijn
met onze traditiën van taal, godsdienst en
zeden. Blanco heeft het eiland in staat van
oorlog verklaard.
Een officieel telegram uit Havana meldde,
dat de Amerikaansche vloot, twaalf schepen
sterk, Vrijdag-avond te half zeven op tien
mijl afstand vau Havana was aangekomen.
Zondag seinde maarschalk Blanco, dat het
Amerikaanscha eskader, na Havana op vijf
mijl genaderd te zijn, in noordelijke richting
was verdwenen.
Gewapend met een sterken kijker sloeg
maarschalk Blanco van eene verhooging de
nadering van het Amerikaansch eskader
gade. Met de versterking der verdedigings
middelen van Havana wordt groote haast
gemaakt.
Ook de regeering der Vereenigde Staten
heeft aan de Mogendheden een rondschrijven
gezonden, waarin de gedragslijn uiteen
wordt gezet, die zij voornemens is te volgen
met betrekking tot de kaapvaart en de on
zijdigheid. Deze nota moet groote voldoening
gegeven hebben aan de handeldrijvende
natiën, en ze wordt beschouwd als een
eerste stap om Spanje te dwingen geen
kaapvaart te voeren.
De overheidspersonen te Washington
maken zich niet moeilijk over de officieuse
nota uit Madrid dat Spanje weigert de kaap
vaart te verbieden. Zij houden zich over
tuigd, dat de groote handeldrijvende staten
zulk een bedrijf onder Spaansche vlag niet
zullen toelaten.
Volgens een bericht van de Daily Mail
uit Washington overweegt men daar, naar
aanleiding van Spanje's weigering om de
kaapvaart te verbieden, of de Vereenigde
Staten hun verklaring dat zij geen kaapvaart
zullen uitoefenen, niet moeten intrekken,
want velen gelooven dat Spanje in de
kaapvaart een geducht middel bezit om den
Amerikaanschen handel ter zee ten gronde
te richten. Personen, die in het geheim
in Spaanschen dienst staan, moeten reeds
de verbindingsdraden tusschen den zeeoever
en de onderzeesche mijnen bij Fort Wads-
worth. Stateneiland, afgesneden hebben
de daders zijn niet ontdekt, maar de voor
zorgen zijn verdubbeld.
Als voorzitter der commissie voor de
militaire aangelegenheden heeft Hull in
het Huis van Volksvertegenwoordigers te
Washington verklaard, dat generaal Miles
voornemens is, zoo spoedig als zulks doenlijk
is op" Cuba te landen. Voorts dat er zes
weken of twee maanden noodig zouden zijn
om een leger van vrijwilligers uit te rusten.
Een telegram uit Washington aan de
ISew-York Herald gericht zegt, dat presi
dent Mac Kinley zich krachtig verzet tegen
een bombardement van Havana of tegen
een anderen overhaasten stap die Spanje's
vijandige gevoelens nog zou moeten ver
sterken. De Washington Post meldt, dat
de President een boodschap aan het Con
gres zal zenden om in overweging te geven,
tot oorlogsverklaring te besluiten. Dit
besluit is verhaast door het opbrengen van
de Buena Ventura en den wensch om ver
wikkelingen te vermijden.
12)
2
b°rst gekr*00^ z'cb met armen over de
?er tiaar UhSt' en toen mec c'en °Pz'e"
derffpi' rlten' otn z'ch ^aar aan eenen
?aal te jat^ strafoefeningen geplaatsten
'aten r, 66 °'nclen en met de slavenzweep
Om d geeselen.
leered6 ,stra* 'n a' hare afgrijselijkheid
»r den 1 en> is het noodig, dat ik
eP is 6Z6r medödeel, wat eene slaven-
1 ^ulk
of zweep bestaat uit ongelooide
pstieden SSe u^> die in smalle riemen
1,1 den voW°rdt' we"se riemen vervolgens
Stok jn emrtn, van eenen gewonen wandel-
henna a er gevlochten worden, zoodat
^tloop^ j eneinde hoe langer zoo dunner
s ze zoo ver gereed, dan bestrijkt
men ze met olieverf, die gewoonlijk groen
is de kleur der hoop. O Godwelk eene
bittere spotternij zijn zulke geverfde folter
tuigen voor de slaven, voor wie zoo zelden
op deze aarde de bloem der hoop ontluikt.
Deze zweepen nu zijn zoo taai en hard,
dat elk mensch van middelmatige sterkte
met eenen enkelen slag eene diepe vore
kan maken in eene plank van dennenhout.
Men oordeele nu over de werking van
zulk een met de kleur der hoop beschil
derde zweep op den naakten rug eens armen
negers of eener negerin.
Zombo stond aan den paal gebonden, het
marteltuig snorde als een kogel door de
lucht, en bij eiken slag gudste hem het
bloed langs den rug. Met die zeldzame
smartbedwinging, die alleen de wilden eigen
is, liet Zombo zich geeselengeene enkele
klaagtoon kwam over zijne lippen, en niet
de minste siddering of beving verried zijne
pijn; onderworpen glimlachte hij, tot hij
den laatsten slag ontvangen had.
Nu maakte de opziener tem los en Zombo,
gebogen en meer kruipende dan gaande,
naderde zijnen meester, kuste diens hand
en wilde toen weder naar zijne werkplaats
in den suikermolen gaan.
Morgan, voldaan over zoo veel goedaar
digheid, maar ook verstoord, dat de slaven
zweep zijnen athletischen neger zoo deerlijk
gehavend had, ontsloeg hem voor dien dag
van het werk, en beval hem, zich een paar
maal in de zee te baden.
Onderworpen glimlachende toonde Zombo
zijne hagelwitte tanden, en een onver-
klaarbaren blik op Wiggens werpende, die
hem honderd zweepslagen had toegedacht,
begaf hij zich door eene schaduwrijke laan
van tamarinden, om welke zich klimop
slingerde, naar de zee, waar hij op bevel
zijns meesters zijnen rug van het geronnen
bloed zuiveren en de brandende smart der
wonden afkoelen moest, welke men hem
met de slavenzweep geslagen had.
VIJFDE HOOFDSTUK.
DE ZEE.
Zeemeeuwen en gieren krijschten aan
het strand der zee, terwijl zij zich van tijd
tot tijd op de hooge palmboomen neder-
lieten, die veel overeenkomst hadden met
groote in de lucht opgetrokkerie hutten of
de daken van Chineesche koepels.
Boven de effen waterspiegel verscheen
van tijd tot tijd een zwart hoofd, hetwelk
echter terstond weder verdween. Het was
Zombo, die in het water te huis was, als
een visch, wiens element het is; dan eens
kwam hij boven, dan weder dook hij onder
het ziltige zeewater, hetwelk de wonden
reinigde en te zamentrok, die de zweep
hem geslagen had.
Toen de herculische neger zich genoeg
zaam verfrischt had, trad hij uit het water,
en terwijl de stralen der zon hem spoedig
droogden, blikte hij over de waterwereld
heen naar de streek, waar naar zijne mee
ning Afrika moest liggen.
Alle kleingeestige gedachten verzwinden
als men aan de zee staat en het oog laat
weiden over haar onmeetbaar en machtig
gebied; over een gebied, hetwelk klippen,
afgronden, gebergten en marmergrotten,
omoe'en van mosselbanken, koraalwouden,
edele paarlen en ontelbare schatten bevat,
die het onder storm en geweld sedert
duizenden van jaren in zijnen gapenden muil
heeft ingezwolgen.
Wordt vervolgd.)