Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Eerste blad.
21ste Jaarg.
Zondag 1 Mei 1898.
No. 6084.
bureau "SSofersfvaaf 50.
Measchenliandelaar.
1
''K ii.ki.e berichten.
Kennisgeving.
1$
Levensverzekering in strijd
Net den Godsdienst
®ui lleton.
^He\°\^SeSe!iSCh de Stra'en
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden1.50
Franco per Dost door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTKNTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
KIEZERSLIJST.
Ordemeester van Schiedam,
Br^eJJ art- 33, 2de lid der kieswet,
W* ter openbare kennis, dat de be-
e®dieruj Van gemeentebestuur op de in-
v4st». 6 verzoeken om verbeteringen der
der ee e kiezerslijst, op de Secretarie
56dero '!rieente voor een ieder ter inzage
6r en 'n ^schrift» tegen betaling
g ®n, verkrijgbaar gesteld is.
i e d a m, den 30sten April 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
^o» (Ingezonden.)
^kïitSteeds bestaan er wellicht van den
be- Van
#ep,
aren
sommige Katholieken gemoeds-
er tegen het aangaan ot sluiten
®ensVensverzekering. Men zegt nog wel
^rabsch 6 Verzefter'ng Is eene vrucht der
6®Uty revolutie op het einde der vorige
^«eds aar dan heeft men het toch mis.
*itideQ ln..^et hegin der achttiende eeuw
8stna van levensverzekeringen gewag
Br,
^e_"te zijn die gemoedsbezwaren,
°P heer doelen 7 Zij komen veelal hier
^en 's van oordeel, dat de mensch
°rzi« §njpen in de raadsbesluiten der
der 'gbeid en dat de mensch het lot
vsrtrQ(1 en Raoet laten in Gods hand, alleen
h>*id.e\,SWleride op Zijn Vaderlijke
^oorj te letterlijk vatten sommigen
VVees niet bekommerd en bezorgd
16)
K^Hbo w
•Q g» Wede e' terwijl hij zich lachende
V*1 van r -2«ne witte tanden, en ontving
zlJnen heer eenige gestreepte
br Vah' bnr»ftree')te !'nnen broeken, een
eȆ6dgerar schotsch doek en een grooten
4«r6 veêr 60 koed> die zoo licht was als
Rel"*, 2ornln6,e,n Zeer groot voorrecht, het-
thBC °hken ns boven de andere slaven
lie®r Uit ü(Zmdi dJoch zulks geschiedde
RcK heidd dan wel uit mensch
el» L^'vdeQ„War)t Morgan nam dezen sterk
tot .s van 6Ji' rachtig gespierden neger
küh zÜhen h ,?n arheid af en stelde hem
11611 Drain aan» om met hem te
n ook hield hy hem voor een
voor den dag van morgen. Ongetwijfeld
men moet vertrouwen stellen en blijven
stellen op Gods hulp (zonder Gods hulp
vermag de mensch eenvoudig niets) maar
daarmede is een medewerken vat) onzen
kant niet in strijd, integendeel hoogst nood
zakelijk.
Laten wij de vraag eens stellenWaar
om toch sluiten wij eene levensverzekering
De man, de vader, die ten voordeele zijner
vrouw en kinderen eene verzekering op
het leven aangaat, plukt zelf niet de minste
vruchten van zijne daadintegendeel, om
het geld der maandelijksche of driemaan-
delijksche premie bij elkaar te krijgen, ont
zegt hij zie!) zeer waarschijnlijk eenig genot.
Het is alzoo de liefde, die de man, de vader
voor de zijnen koestert, die de grondslag is,
waarop het beginsel der levensverzekering
rust. Immers, er zijn geene wezens op aarde,
die den man nader aan het hart liggen dan
de echtgenoote en de kinderen. Als het be
sparen van eerlijk vierdiend geld iets zeer
prijzenswaardigs is, om welke reden zou
dan het sluiten eener levensverzekering in
strijd zijn met het kinderlijk vertrouwen op
God Het sluiten eener levensverzekering is
goed beschouwd slecht eengewijzigde vorm
van sparen.
De bewering, die wel eens gehoord wordt,
als zou de Katholieke Kerk tegen verzekering
in het algemeen en tegen levensverzekering
in het bijzonder zijn, is in strijd met de
waarheid. Nooit of nimmer is de Kerk aan
ware beschaving vijandig geweest.
In de moraal-theologie van kardinaal
Gousset leest men Het isde plicht der ouders
de toekomst hunner kinderen steeds in het
oog te houden. «Niet de kinderen zullen
voor de ouders schatten verzamelen, maar
de ouders voor de kinderen" zegt de H.
Paulus. De ouders moeten arbeiden om den
kinderen een stand, een beroep, een
handwerk te verschaffen, met inachtneming
van de toestanden, waarin zij leven, en van
de neigingen en den aanleg der kinderen,
zeer geschikt verdediger bij eiken aanval.
Zombo ging nu heen, om zich aan te
kleeden, en toen hij na eenige minuten,
zooals de heer Morgan hem bevolen had,
weder voor hem verscheen, was deze zeer
verheugd over zijn schoon voorkomen de
voet van Zombo, thans licht geschoeid, was
zoo sierlijk en net, dat hij eiken salon ter
eere zou verstrekt hebbenzijne heupen,
met een rooden gordel omslingerd, deden
een taille zien, zoo als de fraaist uitgedoste
officier er nauwelijks schooner hebben kan.
Boven dat alles bekwam de begunstigde
slaaf nog een hartsvanger, een pistool en
een patroontasch, als sieraad voor zijn
gordel.
Hadde Morgan aan Zombo's vader niet
de afgrijselijkste misdaad gepleegd, dan zou
hij den slaaf door de gunst, welke hij hem,
ofschoon dan ook slechts uit hoogmoed, be
wees, tot erkentelijkheid en onwankelbare
trouw jegens hem verplicht hebben maar
nu kon dit alles het wraakzuchtig plan van
den heiden niet veranderenhij bespotte
in stilte het bekrompen verstand van den
man, die het verderf in zijne nabijheid
lokte.
Een half uur later steeg Morgan te paard,
en zij begaan een groot onrecht, wanneer
zij door zorgeloosheid, door te groote onnutte
uitgaven dezen plicht verzuimen. De H. Pau
lus zegt in een zijner brieven: Wanneer
iemand de zijnen niet verzorgt, die heeft
het «geloof verloren, en is erger dan een
heiden."
In de Kath. Gids van 1890 schreef
iemand omtrent de kwestie der levensver
zekering in verband met den Godsdienst
«De Kerk heeft steeds het initiatief genomen
bij alles wat in staat is het lot des men-
schen, waar dit mogelijk is, te verbeteren.
Verschillende Vorsten der Kerk nu hebben
dit ook bewezen op het terrein der levens
verzekering, en ik zou een groot aantal
theologen kunnen aanvoeren, die de recht
matigheid en de moraliteit der verzekering
erkennen en aanbevelen. Een bekend god
geleerde verklaart, dat alle hem bekende
theologen de verzekering als raadzaam en
hoogst nuttig beschouwden, omdat zij aan
de op de huisvaders rustende verplichting
beantwoordten een ander godgeleerde
prijst die aan op godsdienstige gronden,
niet alleen aan de huisvaders tegenover
hun gezin, maar ook zelfs aan broeders
tegenover broeders of zusters, of tegenover
allen, die door hunnen dood schade zouden
kunnen lijden.
Verschillende hooggeplaatste geestelijken
gaven zelfs een werkdadig voorbeeld te dezen
opzichte. De geleerde beroemde aartsbis
schop van Reims, Mgr. Landriot, in 1880
overleden, besteedde al de honoraria, die
hij voor zijn veel verbreide werken or.tving,
als premie voor eene verzekering, waaruit
na zijnen dood legaten waren vermaakt aan
zijne Kerk, aan de armen, aan liefdadige
stichtingen, aan zijne eenige zuster en aan
zijne oude dienaren, zoodat zij hun einde
zonder zorg konden tegemoet zien. De Bis
schop van St. Brieux grondde eene verze
kering ten gunste der matrozen in zijn diocees.
Zien we uit dit alles niet, dat de Katho
lieke Kerk zich geenzins aan ware bescha-
en Wiggins sprong als een behendig volti-
geur, zonder den stijgbeugel aan te roeren,
in het zadel van zijn poney. Voor Zombo
stond een witte muilezel gereed, en toen
hij het dier bestegen had, werd hem een
groot zonnescherm overgereikt, hetwelk hij
onder het rijden boven het hoofd van zijn
heer moest houden. Behalve een paar blanke
bedienden, vergezelden nog eenige negers,
met korte sabels en geweren gewapend,
de zich op eene kleine reis begevende rijke
en vermogende heeren.
Naar het zich laat aanzien, sprak
Morgan, terwijl hij zijn blik naar boven
sloeg, zal het weder veranderen, en dewijl
na zulk eene langdurige droogte hevige
orkanen juist niet tot de zeldzaamheden be-
hooren, zoo dient gij te zorgen, dat de
kudden uit de vlakten opwaarts naar de
hoogere weiden gedreven wordenvervol
gens gelast ik, dat er terstond twee draag
stoelen voor mijne gemalin en voor Lydia
gebracht worden. De vrouwen zijn juist bezig
zich tot de reis gereed te maken.
Deze woorden richtte Morgan tot den
inspecteur of opziener der plantage, die ook
nog het bevel bekwam, om zoodra de
i vrouwen de kudden naar de hooger gelegene
ving vijandig toont, maar ook, dat ze zoo
veel in haar vermogen is, aanwendt, om
ook bet tijdelijke welzijn harer kinderen te
verzorgen
A.L(StE.HEE> OVERZICHT.
30 April '98.
De oorlog tusschen Spanje en Amerika.
De opening van den feitelijken oorlog
door het beschieten van de forten van
Matanzas blijkt van weinig beteekenis te
zijn geweest. Ter New-Yorksche beurs werd
het zoogenaamde bombardement van Matan
zas gunstig opgevat, ofschoon de Amerikaan-
sche berichten van de laatste dagen die ge-
heele zaak terugbrengen tot een verkenning
door den Amerikaanschen vlootvoogd bevolen
om de Spaansche stellingen in de nieuw
opgerichte batterijen uit te vinden. De
correspondent der Bail Mail, die het bom
bardement bijwoonde, seinde dat de Ameri
kanen eerst slecht, daarna beter schoten maar
er niet in slaagden de batterijen der Spaan
sche forten tot zwijgen te brengen. Het
onbeduidend karakter dat het gevecht droeg,
blijkt reeds uit de mededeeling dat de bat
terijen dertig, de schépen zes-en-tachtig
schoten losten. Zestig Spanjaarden zouden
gedood of gewond zijn.
Naar de Daily Mail uit Washington ver
neemt, wordt meer en meer bevestigd, dat
de Amerikanen geen ernstige lanuoperaties
op Cuba zullen ondernemen voor het najaar
maar het plan blijft bestaan om met vijf
duizend man tegen de gele koorts bestand
zijnde troepen misschien voor een deel
uit negervrijwilligers, waarvan Mac Kinley
er tienduizend uit de zuidelijke Staten wil
oproepen een Cubaansche havenstad te
bezetten als operatie-basis. Misschien zou
dit Matanzas zijn, waartegen de rebellen-
hoofden Garcia en Gomez in overleg met
de regeering der Unie thans gecombineerd
heeten op te trekken, teneinde de Span
jaarden te verjagen en de stad vervolgens
streken zouden gevolgd zijn, de dijken ot
dammen, die nagenoeg op 400 passen af-
stands van voor het woonhuis waren opge
worpen, eenige voeten te laten ophoogen,
opdat, indien de zee zich buitengewoon
mocht verheffen, het water langs de dijken
afvloeien, en zich door het dal, in het door
de zon uitgedroogde moeras ontlasten zoude.
Hieruit ziet nu de lezer, dat de planter
in dit zuidelijk klimaat op dergelijke natuur
verschijnselen altijd is voorbereid. Zombo
was zeer verdrietigwant dewijl het ge-
heele dienstpersoneel terstond ijverig in de
weer was om de kudden voort te drijven
en de draagstoelen aan te brengen, terwijl
de negerslaven hoopsgewijze met messen,
spaden en andere werktuigen naar de dijken
stroomden, en de planter zelf zich verwij
derde, zoo waren de door een aannade-
renden orkaan bedreigde levens gered, en
voor het overige kon de schade ook maar
zeer onbeduidend zijn. Dewijl hij dit alles zeer
goed innig, trok Zombo een lang gezicht en
hield aan zijn meesters zijde rijdende werk
tuigelijk het zonnescherm boven diens hoofd,
terwijl een andere neger het zelfde ten aan
zien van Wiggins deed.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAM
E COURANT
'■'li imnnM