Dasrblad voor Schiedam en Omstreken.
[e Jaar».
Zondag 3 Juli 1898.
No. 6133.
bureau "28ofersfraai 50.
BLAD.
6 Mensckenliandelaar.
mmm
*>arijsche Kroniek.
euiiieton.
Na
d/UWeinSche
en r:ma%sten
l°°dat
C V
PRIJS TAN DIT BLAD:
0or Schiedam per 3 maanden
anco P«r post door geheel Nederland
'Wonderlijke Nummers
Ff:
!il IHN' i' I11 -I I' l.il' ;IV
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels ƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
W hef61 Z°0 g°ed aH vrijwillig aftreden
>ht
J«inSc,
k ""len (j. m'ster'®-Méline was het te ver-
at 016,1 een zoogenaamd republi-
Verzoeningsministerie, uit al de
groepen van alle kleur, van
Sein
h O'alistp
dit n' 20lt^e z'en bijeen te lappen.
tot de uiterste radicalen
65,1 iede^6en Sernakkelijk werk was zal
r'c^tirigeriW verschillende nuances en
^JPeti 62er talrijke groepen kent, be-
kWepene"1 Stokte pogingen der twee
retl8en, °m ait kunststuk tot stand te
e^en 'er 6 keeren Sarrien en Peytral,
V*n ke\vezen ai'klijkelijk het onmogelijke
atl' óf h ^ater en vuur gaan niet samen
N Wor^1 Water vergaat in damp, óf het
S' een °°§edoofd, met andere woorden
Wrheersgjj0®1 onvermijdelijk het andere
tePUblikejö *e'ix Faure door de gematigde
^oten 6tl tot President der Republiek
otn ïltïl°el; We' teneir.de raad geweest
?aatld dr^_tegenstan(ier, den nog in deze
ij'Ot der t^01^' achtereen gevallen presi-
^Ch|; arïler, deil h«or Rricdon Hp nn-
Vooruit
jWht te "|aiIler> den heer Brisson, de op-
kij v. °en een kabinet samen te stellen
«h
Wialist'Ult W'St Ults'u'tend met radicalen
5)1 ^arv 60 Zou^e kijeen gebracht worden
tfickt tegati knitendien enkele leden lijn-
®nover elkander moesten staan
van het leger kan toch niet anders dan dat
leger beschermen en verdedigen.
Eerst zou de stroeve mapon Brisson,
president van het kabinet, als minister van
Justitie opgetreden zijn, doch daar dit door
de Dreyfus-rommel al te gevaarlijk voor
hem kan worden (broeders helpen elkaar
gaarne) heeft hij liever dat van binnenland-
sche zaken voor zich gekozen. Van de heeren
Léon Bourgeois, minister van onderwijs en
Lockroy van marine, heeft rnen niet veel,
1 och tot verhooging van het zedelijk pijl
der natie, noch tot verbetering der zee
macht te wachten. De heer Delcassé, die
in 1894, bij het kabinet Charles Dupuy,
minister van koloniën was, zal nu het be
langrijke departement van buitenlandsche
zaken te dirigeeren hebben en de financiën
komen in handen van den heer Peytral van
wiens bijzondere bekwaamheden niet veel
bekend is. De heer Sarrien wordt minister
van Justitie en indien hetgeen gezegd wordt
waar is, dat hij zich bij de Dreyfus-iriter-
pellatien in de Kamer, steeds van stemming
onthield, dan kunnen wij surprises van hem
verwachten. De algemeene opinie, zelfs dat
van enkele vrienden van dit zonderling
ministerie, is, dat het geen lang bestaan kan
kan hebben zelfs al verwijdert het de ge
vaarlijkste kwestiën uit zijn verminkt pro
gramma, zooals uit de verklaring Donderdag
in de Kamers afgelegd, reeds blijkt.
^titen radicaal 1
■eu 2e|js""u'caal programma in zijn hoofd-
ZuHen A ^let uitgevoerd kan worden.
r «mien h «»^cvucm «viucu.
1Scale p,6r 6 herziening der grondwet, de
rf2, voorlüVOlra'n®en' 'uhomstenbelasting
(je overboord worden geworpen.
j'0'1 Vq0j, u^0s"zaa'i 's een groot struikel-
j8 hïfij. g et n'euwe kabinet, want terwijl
S' ^orrlt r'SSon een woedende Dreytusiaan
»hi*:. /dt de heer -
"hiu
°v6
llHer
lrtUiKd .an °°rlog, m
'eg6nstander s
Cavaignac, de nieuwe
met recht voor een
ehouden. Het hoofd
l*t
^9)
t de
$iV£iSer?n heuvel der martelingen
lien °8te r»ou'n verschiet het kruis in
Mn. ^®r k„ l 611 HlJ hoorde het triomf-
sPian61' a's verniBt^ ,,Zag Zijne heilige
ha., haar nederzinken, toen zijn
g.® drong ge Jh een zwaard door het
hlikS' krachtens den godde-
Pie„ aisternis „t(;e toekomst zag, gebeurde.
Ver? hem.i -Pe om hare kroon, en het
hQo °®st. fr werd met wreede hand
ten§6Priest 6tsch en verwaand stapte de
Zij ®'kander aar daarhenen en zij wensch
een 1,161 onderi met ^et doodvonnis, dat
dQ.Kv°Oraf K.- 'n®e overeenstemming naar
'eSgen. aam<^ Plan hadden ten uitvoer
Het was den 27sten dezer een halve
eeuw geleden, dat Mgr. AfTre, aartsbisschop
van Parijs, met eenvoudigen heldenmoed, het
offer van zijn leven voor het heil van zijn
volk bracht. Geheel Frankrijk was bewogen
bij het aanschouwen van dit edel, heilig
slachtoffer der lietde van den herder voor
zijn kudde. Nog dikwerf komen de gebeur
tenissen van 1848 in herinnering, omdat ze
in Frankrijk, ja, in geheel Europa, eene
plotselinge opschudding veroorzaakten en
aan de ontstelde volken een afgrond ver
toonden waarin de maatschappij dreigde te
vergaan. De menschelijke wijsheid en staat
kunde waren door deze onverwachtte be
wegingen welke niet schenen te kunnen
stuiten, geheel onthutst. Een bijzonder be
langrijk feit, waarop niemand bedacht was
deed zich toen voor. Nauwelijks waren de
eerste straatgevechten tusschen de burgers
wat bedaard of de kreten vanLeve de
GodsdienstLeve Jesus Christuswerden
in de rijen van het overwinnend gepeupel
gehoord. Het kruis werd in zegepraal van
de kapel der Tuileriën naar de St. Rochus-
kerk gedragen en met eerbied, als heilig
teeken der Verlossing, neergelegd. Mgr.
Affre ging van den eersten dag der revo
lutie de hospitalen bezoeken. De ongelukkigen,
nog met bloed bedekt, begroetten vol
genegenheid den aartsbisschop, die hen
woorden van verzoening, vergiffenis en vrede
kwam brengen en de stervenden zegende.
Doch er waren nog te veel volksopruiers,
die alles in 't werk stelden de goede in
drukken bij de menigte te doen verflauwen
en dezen zetten met nieuwe woede tot op
stand aan. De aartsbisschop, ziende dat de
toestand met den dag verergerde en zijn
leven ten offer brengende, besloot tot de
opstandelingen te gaan en te trachten hen
de wapenen te doen neerleggen. Den 23sten
Juni waren de baricades opgeworpen en
hadden de vijandelijkheden wederj een aan
vang genomen. Mgr. Affre vertoefde toen
in het kwartier van St. Etienne du Mont,
hetwelk door de oproerlingen omsingeld
was, zoodat hij gedurende twee dagen zijn
aartsbisschoppelijk paleis niet kon bereiken.
Hij schreef aan den generaal Cavaignac;
»Ik zal alleen met mijn priesters tot het
»volk gaan dat men bedrogen heeft. Ik
shoop dat het mijn paarsche soutane en
3>het kruis dat ik op mijn borst draag, zal
sherkenneu". Hoewel het hoofd der uit
voerende macht hem het groote gevaar
waaraan hij zich ging blootstellen, niet ver
zweeg, stond hij hem deze nobele poging,
om de bevolking weder tot rust te brengen,
Nadat de Heiligste, die ooit de aarde be
treden bad, Zijn laatsten druppel bloeds aari
het kruis vergoten en zijn shet is volbracht"
gesproken had, siste de oude slang in haren
overmoed om den ingestorten kroningstroon.
De Godmensch was aan den kruispaal ge
slachtofferd de hel scheen de zegepraal
behaald te hebben, en alle ondeugden
dachten nu weêr even vrij en ongestraft te
kunnen razen als te voren.
Nu echter begon de aarde plotseling te
sidderen en te beven, en terwijl de dooden
uit den slaap der verstijving ontwaakten en
hunne bleeke aangezichten uit het zwarte
stof der graven opstaken, rn het voorhang
sel des tempels in tweeën scheurde, sloeg
er een gewichtig uur. Als verplet stonden
daar de haters van Christus, en wachters
moesten met zwaard en schild en lans het
graf, waarin de Heer was neêrgelegd, be
waken. Zoo groot was hunne vrees voor
Hem, dat zij ook nog zijn graf lieten
bewaken.
Maar eensklaps met de levensvaan in de
hand verrees de Heiland zegevierend uit
het grafde onstelde wachters storten ter
aarde, terwijl zij door schrik overmand de
wapens ver van zich afwierpen.
Nu verzamelde zich het heilige verbond
opnieuw, en terwijl het in stdte een dank
altaar oprichtte, klonk het door de geheele
wereld»de hel is overwonnen, de Heer
is opgestaan." Onwrikbaar al eerie rots stond
nu het geloof vast: dat God het is, die den
donder gebiedt en zonder wien geen haar
van 's menschen hoofd valt. God de Heer
wi de, dat het goede bestaan, en, terwijl
geslacht bij geslacht ter ruste nederzinkt,
de zon der geloovigen nimmer zou ondergaan.
Dat dit inderdaad de wil des Almachtigen
is, hebben wij duidelijk uit de revolutiër.
van '1848 kunnen opmaken, toen velen, even
als vroeger in Frankrijk, in bijna geheel
Europa zich beijverden, altaren en troonen
omver te werpen. Wel is waar, de storm
der woedende hartstochten is thans bedaard,
maar wie zou kunnen beweren, dat deze
sombere, men zou haast zeggen onheilspel
lende rust geene verpozing is om nieuwe
krachten te verzamelen, ten einde den eens
aangevangen strijd met verdubbelde woede
ter hervatten.
Al deze voortdurende woelingen zijn niets
anders dan het uitvloeisel van een ver
waanden geest, die vermetel wil handelen,
zonder acht te geven op de stem zijns har
toe. De aartsbisschop, door een werkman
met een palmtak, als zinnebeeld van den
vrede in de hand, voorafgegaan, en door
twee geestelijken gevolgd, sloeg moedig den
weg naar de Bastille in. De daar bevel
voerende generaal Bedeau, die de voorstad
St. Antoine verdedigde, gaf order het vuren
te staken Mgr. Affre trad vast beraden de
straat op en de barricade naderende trof hem
eensklaps een kogel in de lendenen. Wan
kelend valt hij in de armen van den werkman
die hem niet verlaten had en zegt»Vriend
ik ben getroffen". Volgens getuigen was het
schot niet op den aartsbisschop gericht
geweest, doch m de verwarrin g, bij een
straatgevecht gemakkelijk te verklaren, had
het hem noodlottigerwijze getroffen.
Wat hiervan waar is, kan moeielijk beslist
worden, doch de dader werd nooit gevonden.
Een kreet vanWelk een ongeluk, onze
goede Vader is gewond, hij die gekomen
was om ons te redden
De heilige martelaar, de trouwe herder,
die zijn leven gaf voor zijn schapen, door
de opstandelingen in de pastorie van de
St. Antoine-kerk gebracht, deed daar ter
aarde liggende het volgende schoone gebed
»Mijn God, ik bied U mijn leven, neem het
>tot kwijtschelding mijner zonden en laat
»het bloedvergieten ophouden. Mijn leven
»is van weinig waarde en ik zal gelukkig
«sterven zoo ik in het einde van die ver-
«schrikkelijke burgeroorlog mag hopen en
«mijn offer de ongelukken zal doen bedaren.
«Mijn God ik beveel mijn ziel in uwe han-
«den. Ontferm U over mij volgens uwe
«groote barmhartigheid."
God had zijn offer aangenomen, want de
burgeroorlog in de straten van Parijs was
geëindigd en Frankrijk beleefde weder dagen
van vrede, van voorspoed en van roem.
De plechtige herinnering aan deze groote
gebeurtenissen werd den 28sten dezer in
de Notre-Dame gevierd en door den nun
tius, den kardinaal-aartsbisschop, vele gees
telijken en een talrijke schare van geloovigen
ten, welke hem toeroept, dat zijne hande
lingen niet goed zijn.
Men kan als waarheid aannemen, dat de
meeste menschen in hunnen handel en
wandel de ingevingen des harten verlooche
nen, en derhalve God rechtstreeks honen,
daar Hij toch het hart als een heiligen tempel
in menschen borst bouwde, en den engel
des gewetens, die onophoudelijk tot den
mensch spreekt, eene woning in dezen
tempel aanwees.
Maar ondanks de verkeerdheid van des
menschen zin, die er vooral in onze dagen
op uit is, elk gezag te verloochenen of te
ontkennen, zal toch het goede volgens den
wil Gods blijven bestaan, want Christus is
niet te vergeefs gekruist geworden niet
te vergeefs sloeg toenmaals een gewichtig
uur voor de wereld, en niet te vergeefs
werd de kop van de oude slang, die om
den ingestorten troon siste van boosheid,
toen Christus aan het kruishout stierf, door
diens opstanding verpletterd.
Wordt vervolgd.)