Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaarg.
Zondag 17 Juli 1898.
No. 6145.
"28ureatt ^otersivacU 50.
^EttSTE blad.
^enschenliandelaar.
"ikki.k berichten.
1.50
^hti,
^ennisgeving.
Koester
9em,
cnni
s g e y i n g.
»>let
Het o d.
70)
Inhuldigingsfeesten te Schiedam.
Verpachting van standplaatsen.
Parijsche Kroniek.
nieuwe schieoamsghe courant
PRIJS VAN DIT BLAD:
°°r Schiedam Der 3 maanden
f?
ranco per post door geheel Nederland
Wonderlijke Nummers
O.
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels ƒ0.60
Elke gewone regel meer 1-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
W!?en wel^e gevaar, schade of
er kunnen veroorzaken.
EN WETHOUDERS VAN
h ^evet> u bepalingen der Hinderwet
Sri l aan 6lln's aan de ingezetenen, dat op
lee ar® re h flrrna ^an Deventer Co.,
's .erkrijgenden vergunning ver-
deri j, uitbreiding harer glasblazerij
stn "havenweg no. 122, kadaster
ri°" 1663, door de bestaande
tl|ig v vervangen door een stoom-
bii VerWarn Paacdenkracht en ketel met
Var,*® Plaat min8S0PPervlak van 16 M2 en
e'ectris&^n ?en ^ynamo ter verkrijging
c h
kuv6 d a «i. den 14den Juli 1898.
3U r,
eest er en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
WETHOUDERS VAN
Cfiw4 Sento'Lurt,kelen 18 en der wet
isfri ^d bii ^866 (staatsblad no. 138),
0.% J d® wetten van 29 Maart 1877
D ^4) en in April 1886 staatsblad
®rt. i°§®n t 1890 (staatsblad rio. 83)
dier °P®nbare kennis, dat de bij
'ïSfi0^tl!leD vaWet bedoelde lijst, bevattende
^tir n Van °i lnwonersi die voor het ver-
rWe rk'ng i"n wartiering en onderhoud in
t' Waarin 0ir'®n» "eet aanduiding van de
t® RekChikbareed?r hunner» naar gelang van
%K°aWen ruimte zijner woning en van
ar. „peri, gat'mmerten voor stalling
aeht wordt daarin te kunnen
Wer,? JVO0de in staat is aan te
j ^ehnof°r ^ombo diep gevoeld
rt'j' drflci tonden ^lechts °P zÜn met bloed
Sv<S doll! P tenjg te zien, hetwelk
rtCtlo0r,re betre/aZern6 voortgezweept, tot
S, ep °etreden had. Wat werkelijk
n?*1 ^anne ls\moet diep gevoeld wor-
v'eh -°et de 7, Tu u'twerking doen zal,
'el v r0st omvol. ongedwongen en met
v.as Zomhn n,.2oo deed dan ook de
'Jtie &i®vallen j,.Waarin het zaad der kennis
<H q 'tken 'leP bewogen sloeg hij thans
,«0 v s'en, waarin 0osten benen naar
'"hm e' luister Zon e"'611 morgen met
ddei;n °Priist - 6n Pracbt van achter de
Licht 'tt,naar-Oosten, waar een
egstierf, doch toen weder
voorzien, heden is aangeplakt; dat die hjst
van heden tot en met den 30sten dezer
maand, ter secretarie der gemeente voor
een ieder ter lezing is nedergelegd, alsmede
dat de bezwaren tegen die lijst schriftelijk
aan hen moeten worden ingediend tusschen
den lsten en den 16den Augustus e. k.
Zij achten het tevens niet ongepast, de
inwoners bekend te maken met den inhoud
van de artikelen 13, 14 en 16 der hierboven
aangehaalde wet, luidende als volgt
Art. 13. De vordering van inkwartiering en on
derhond geschiedt
voor het krijgsvolk, bij bewoners van huizen of van
gedeelten van huizen, ter zake waarvan aanslag in de
personeele belasting plaats heeft, naar een huurwaarde
welker bedrag, volgens de wet op het middel, geen
aanspraak geeft op mindere belasting
voor de dienstpaarden, bij alle personen, die over
gebouwen of getimmerten beschikken, bruikbaar tot
stalling van paarden en waarin onbezette plaatsen zijn.
Art. 14. Huisgezinnen, waarin zich een kraamvrouw
of een lijk bevindt, of waarin personen aan ernstige
ziekten lijden, wotden tijdelijk van inkwartiering vrij
gesteld.
In huizen, waarin eene besmettelijke ziekte heerscbt,
mag geen inkwartiering gescheiden.
Deze omstandigheden worden voor het uitreiken der
biljetten aan de kwartiermakers, of bij detachementen
aan de manschappen, medegedeeld aan den burgemeester.
De inwoner, die deswege in gebreke blijlt, is ge
houden de ingekwartierde!) in zijn woning (mits daarin
geene besmettelijke ziekte heersche) op te nemen en
ten spoedigste, voor eigen rekeuiag, in hunne behoor
lijke huisvesting en onderhoud elders in de gemeente
te voorzien.
Deze laatste verplichting vervalt, wanneer het gemis
der bedoelde opgaaf buiten de schuld ligt van den
inwoner, in welk geval, op diens latere mededeeling
der reden van vrijstelling, de burgemeester een ander
kwartier aauwijst.
Huisgezinnen, zonder minnelijke personen boven de
20 jaren, worden niet met inkwartiering belast.
Outsta.t eene reden van vrijstelling tijdens de
inkwartiering, dan wordt door den burgemeester, na
kennisneming daarvan, een ander kwartier aangewezen.
,Ar'- inkwartiering en het onderhoud wordeu
bij gelijke beurten onder de inwoners verdeeld, met
dien verstande evenwel, dat de krijgslieden, tot dezelfde
compagnie of het zelfde escadron behooreude, zooveel
doenlijk in de nabijheid vau elkander en van hunne
paarden worden ingekwartierd.
Eti is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 16den Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
met goddelijke majesteit het donker graf
verliet en de banier des eeuwigen levens
zegevierend aan de verbaasde wereld ver
toonde.
Het grootste, wat wel ooit voltrokken is
geworden, is voorzeker het werk der ver
lossing. Met verbazing luisterde de slaaf
naar al dat wonderbare, en met diepen
ernst omvatte zijn gemoed deze allergewich
tigste zaak.
Zóó gevoelde de heiden, terwijl christenen
zelden in staat zijn om op die wijze te
gevoelen, maar daarentegen begeerig elk
woord van den snapper opvangen, terwijl
zij het oor van het woord Gods afwenden.
Men wil in onze dagen van schijnbare ver
lichting waarheid en iichtmen spreekt van
verdrukking, terwijl juist degenen, die hier
over het hardst roepen, alle pogingen aan
wenden, om het woord Gods te verzwakken
en te onderdrukken, de goddelijke waarheden
buiten werking te stellen en het licht des
geloofs uit te blusschen.
Welks mond sprak wel ooit luider voor
de waarheid dan de mond van Christus
welk hart liet zich zoo zeer aan het heil
der wereld gelegen zijn, als het zijne
Zou nu Hij, die de groote fakkel op de in
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
doen te weten
dat overeenkomstig de bepalingen vervat in de ver
ordening van 21 Ai ei 1895, (Gemeenteblad no. 8) op
den 4 Augustus 1898, des namiddags ten twee ure,
ten Raadhui-ze bij inschrijving in het openbaar zullen
worden verpacht
eén standplaats voor een gewone draaimolen (geen
stoomcaroussel) op het plein aan de Broersveet ter
plaatse van den voormaligen molen „de Witte";
twee standplaatsen voor poffertjeskramen, als
eén op het plein aan de Broersvest tegenover de
wagenmakerij van den heer Jordaans, en
eén op het plein bij den molen »de Hoop" nabij de
Oranjestraat, front plantageen
eén standplaats voor een wafelkraam op het plein
achter de koopmansbeurs, front Dam, en zulks ouder
de navolgende voorwaarden
dat met liet opbouwen der inrichtingen kan worden
aangevangen op Vrijdag 26 Augustus e.k. en dat ze
moeten zijn afgebroken en weggeruimd uiterlijk op
Dinsdag 6 September daaraanvolgende
dat de inrichtingen voor het publiek mogen zijn
geopend van Maandag 29 Augustus a.s. tot en met
Zaterdag September d.a.v.
dat het bedrag der pachtsom moet zijn betaald ten
kantore van den Gemeente-ontvanger, uiterlijk voor of
op Maandag 8 Augustus a.s. bij gebrek waarvan door
de verpachters naar hun goedvinden over de plaatsen
kan worden beschikten
dat de inschrijving moet geschieden op gezegeld
papier, met vermelding van de inschrijvingssom in
cijfers en schrift, voorts met opgave, voorzoover betreft
de kramen, van de breedte en diepte, uitgedrukt in
meters eu bovendien, voorzooveel de poffertjeskramen
aangaat, van het plein waarvoor men plaats verlangt.
Schiedam, 16 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
t
Niettegenstaande den komkommertijd heb
ben wij een drukke veertien dagen beleefd. Het
nieuwe ministerie heeft zich tot heden nog
staande gehouden. De minister van oorlog,
Cavaignac, was echter, zooals te verwachten
was, niet in staat de Dreyfus-vrienden, te
overtuigen, want nu beweert de ex-kolonel
Picquart, in een brief aan den heer Brisson
duisternis gehulde aarde bracht, door ons
niet welkom worden geheeten in zijn bloed-
gewaad Hij, die stierf voor het zalig ver
bond, tot hetwelk wij allen als broeders
behooren Elk geschiedkundig tijdvak heeft
bloedgetuigen, die vour de waarheid, de
vrijheid en het menschenrecht stierven
maar nooit deed eenig schepsel zooveel als
Christusgeene opoffering was ooit zoo
groot i^S de zijne; Hij streed en leed niet
voor éénen volksstam, maar voor de ge-
hesle wereld, voor alle menschen elke
afgescheidenheid was Hem vreemdHij
leeraarde voor allen, Hij leed, Hij stierf
voor allen, opdat allen vrij zouden zijn onder
de zegebanier het kruis. Dit is de wil
van den goddelijken Stichter, die ons met
Zijn bloed heeft vrijgekocht, en wiens wil
ons heilig moet zijn tot in het graf.
Die de leerstellingen van Jesus Christus
gering schat, zal ook in zijn gedrag toonen,
dat alle godsdienst.g gevoel uit zijn hart
geweken is, daar hij anders met diepen
eerbied zou vervuld zijn voor zulke verhe
vene, goddelijke leeringen,
Helderziende oogen zagen het reeds sedert
lang, dat de modeverlichting onzer dagen
niets anders is dan een bluf, eene ledigheid
geadresseerd, dat hij voor den competenten
rechter zal bewijzen dat in de twee voor-
geiezene brieven de daarin voorkomende
D's niet op Dreyfus toepasselijk zijn en dat
de derde brief die de minister van oorlog
aan de Kamer mededeelde, geheel het ken
merk draagt van een vervalscht stuk te zijn.
Indien de geheimzinnige Picquart inderdaad
in slaat is te bewijzen wat hij beweert,
waarom heeft hij daarmede dan tot nu toe
gewacht? Wat heeft hem er toe gebracht,
toen hij in het proces-Zola getuigde, te ver
zwijgen hetgeen hij thans zegt te kunnen
bewijzen Het syndicaat heeft in Europa,
doch niet in Frankrijk, de menigte in een
doolhof geleid, waaruit een herziening van
het vonnis haar, zelfs indien het eerste
vonnis van den krijgsraad werd bevestigd,
niet zoude verlossen, want dan nog zoude de
voorgegeven twijfel blijven bestaan, welk
bij elke veroordeeiing, vooral in zaken van
verraad, kan gezocht en gevonden worden.
Toen generaal Billot als minister van oorlog
verklaarde, dat Dreyfus schuldig was, heette
het, dat hij wel beter wist en nu Cavaig
nac hetzelfde zegt, is er op gevonden dat
hij ter goedertrouw dwaalt en dus op stukken
afgaat die niet recht zijn. Op deze manier
kan alles betwist worden, waar is dan de
grens Cavaignac heeft daden beloofd, laten
wij ze dus afwachten, doch evenals in alles
en vooral in regeeren is de kritiek veel ge
makkelijker dan de kunst, dat zal hij in de
zaak-Dreyfus ondervinden. De onthullingen
van Cavaignac hebben echter dit voordeel
gehad, dat zij een zeker getal dagbladen
zoo ver gebracht hebben van Dreyfus riiet
meer voor onschuldig te houden, doch zij
blijven volhouden dat er aan den krijgsraad
stukken zijn getoond, waarvan Dreyfus noch
zijn verdediger Mr. Demange, kennis hebben
gehad en dat daarom het vonnis moet her
zien worden.
Terwijl om de rechtvaardigheid vaten
inkt verbruikt worden, sterven de Spanjaar
den voor dat recht en gedragen zich als
van denkbeelden, een genus aan grondbe
ginselen en meer andere ijdelheden. door
welke de menschheid van tijd tot tijd be
zocht wordt. Hadden wij meer Godsdienst
en minder van deze zoo noodlottige ver
lichting, die ons door het verloochenen van
al wat heilig is, als blinden op klaren dag
laat rondtasten, dan zou het er met de
wereld beter uitzienook zouden wij dan
bij alle gebeurtenissen meer gevatheid en
in dagen van gevaar meer moed aan den
dag leggen.
De dagen van gevaar zijn die oogen-
blikken, waarin men al zijne geestkracht
ontwikkelen, en ze tot heil der wereld en
der menschheid aanwenden kan door ver
dubbelde opmerkzaamheid op het ware en
goede kan ieder wakker man in zulk een
oogenblik de gevaar loopende maatschappij
ter hulpe snellen, maar men moet de
woorden der waarheid spreken, die de
steunpilaar is van den Godsdienstmen
moet een verzoenende, edele taal spreken,
die uit het hart komt.
(Wordt vervolgd.)