In onze Vroedschap. BONENLAND. (Wordt rof Sta' Slib'l,! zu" (9' prs2'.. ,eJi> Maandag-middag is te Kethel door de justitie weder een onderzoek ingesteld, doch nu naar aanleiding van een diefstal. De burgemeester heeft Vrijdag-middag voor een paar dagen de gemeente verlaten, na zijn woning goed gesloten te hebben. Toen nu de gemeente-veldwachter Groen Zondagavond de woning omwandelde, be merkte hij, dat de deuren aan de achter zijde openstonden en het bleek hem alras dat er diefstal gepleegd was. Hij liet 's nachts de woning bewaken en ging den volgenden morgen met de eerste gelegenheid den bur gemeester waarschuwen. Toen begon het onderzoek en bleek dat alle kasten en lessenaars met geweld waren opengebroken en dat daaruit verschillende gouden en zilveren sieraden, vorken, lepels enz. enz. ontvreemd waren tot een vrij aan zienlijk bedrag. De dieven hebben blijkbaar door boven genoemde deuren de woning verlaten, doch hoe zij er ingekomen zijn, is nog een raad sel, daar aan den buitenkant van het huis niets beschadigd is. De inboedel is tegen diefstal verzekerd. (S. C.) Door de feestcommissie te Pernis is voor de feestelijkheden op 16 Augustus geënga geerd de muziek der Schiedamsche schutterij. VLAARDINGEN, 40 Aug. Aan een keurig versierd altaar, met een gewoon gezongen H. Mis, herdacht heden-ochtend onze zeer- eerw. heer pastoor W. A. Boerkamp den dag waarop hij vóór 55 jaren de H. Priester wijding ontving. Na verloop van zes weken sedert de laatste raadszitting kwam gisteren de vroed schap onzer stad opnieuw bijeen. Het on vermijdelijk gevolg van dit langdurig uitstel was dat een berg van ingekomen stukken was opgehoopt. Die te doorworstelen vor derde reeds een geruimen tijd van de over 't geheel reeds vrij langdurige raadszitting En toen eindelijk het laatste stuk de revue was gepasseerd, volgde een reeks van be noemingen meerendeels van onderwijzers, die de belangstelling van de onderwijzers wereld blijkbaar in ruime mate wekten, want de opvoeders onzer j°ugd hadden met eenige andere belangstellenden de publieke tribune tot in de gang bezet. Na een serie van ontwerp besluiten in zake de loopende gemeente-begrooting vond eindelijk bij de behandeling van het voorstel van B. en W. tot wijziging van het gastarief de heer Gouka gelegenheid zijn maiden speech te houden. Hij had met zijn betoog over de gloeikousjes slechts een betrekkelijk succes. Tegen zijn beweren, dat bij het gebruik van die kousjes de gasvlam niet verlicht doch slechts 't gloeilichaam ver warmt, en dus het gas hier geleverd slechts voor verwarming dient, viel zeker weinig in te brengen, toch kon hij geen voldoenden steun bekomen voor zijn amendement om dientengevolge voor het meerendeel van het gasverbruik den prijs op 6 cents te bepalen. Wel besloot de Raad in beginsel tot het stelsel van korting, dat althans een aanvan kelijke verlaging van onzen zeer duren gas- prijs mag genoemd worden. Het voorstel tot het instellen van parallel klasse aan de Hoogere Burgerschool, lokte begrijpelijkerwijze een krachtig verzet uit bij hen, die nog niet bevangen zijn door de schoolwoede, welke alles aar. den moloch van het moderne openbaar onderwijs doet offeren. Of de heer De Groot ook tot die onbe- vangenen mag gerekend worden, durven wij niet uitmaken. Zijn streven schijnt meer te zijn het onderwijs te populariseeren, het aller eerst aan de kinderen der maatschappelijk minbevoorrechten dienstbaar te maken. Bij het twijfelachtig nut van den voorgestelden maatregel achtte hij zich tot het offer van f2000 niet gerechtigd, waar er voor het lager onderwijs nog zooveel te doen was. In twijfel aan de noodzakelijkheid van de inrichting eener parallelklasse stemde de heer Nolet, mede herinnerend aan het daar omtrent in '95 besprokene, geheel met den heer De Groot in, te meer daar onder het aantal leerlingen der nu te splitsen klasse weder drie Rotterdammers zijn juist die drie nopen tot den maatregel en jagen ons op een kosten van f 2000. Spr. betreur- de_ 't Hat de commissie van toelating, het in '95 besprokene niet herinnert en verzoekt haar irt 't vervolg met het aantal leerlingen tekening te houden en vreemde leerlingen niet of slechts voorwaardelijk toe te iaten. De wethouder Den Breems, den voorge stelden maatregel gaarne verdedigend, merkt op dat een vergelijking met het Lager Onderwijs omtrent de inrichting der klasse niet opging, omdat de toestand daar ge heel anders is dan bij het M. O. In '95 achtte B. en W. eene parallelklasse alleen voor de 2 klasse gewenscht en voor de le niet noodzakelijk, de uitkomst (de geringe over gang van de le naar de hoogere klassen) heeft geleerd, dat zij gedwaald hebben. Ditmaal kon met de aanneming der Rotter dammers niet anders gehandeld worden, om dat de leerlingen op denzelfden dag als die te Rotterdam waren opgeroepen. In het ver volg zou het gewenscht zijn de oproeping voor Schiedam wat vroeger te doen plaats hebben, opdat de leerlingen, na afwijzing, nog ge legenheid vinden zich elders aan te melden. Spr. beroept zich op den wetgever van '78 die bij de herziening der wet op het Hooger Onderwijs het maximum aantal leerlingen voor de gymnasia-klasse op 24 heeft be paald, daarmede vermijdend voor het Hooger Onderwijs een zelfde fout te begaan als door het onbepaald laten van het aantal leerlingen bij de wet op het M. O. van '63 begaan was. De mededeelingen van den wethouder van onderwijs hadden den heer Mr. Jansen niet overtuigd. Een vergelijking tusschen het Gymnasiaal en het M. O. gaat niet op, om dat de aard van die beide soorten van on derwijs geheel verschillend is. Spr. kan niet aannemen, dat de wetgever twintig jaar zou gewacht hebben, de begane fout te herstellen wanneer hem de wenschelyk- heid om ook voor de klasse M. O. een maximum aantal leerlingen te bepalen, maar eenigszins noodzakelijk voorgekomen was. Spr. wraakt ook de toelating van jongelieden uit andere gemeenten, waar Hoogere Burgerscholen bestaan en stelt in 't licht, dat in het betrokken geval de drie toegelaten Rotterdammers, bij instelling der paralelklasse ons ieder circa f660 kosten! Spr. meent dat bij een getal van 31 leer lingen wij het zeer goed zor.der parallel klasse doen kunnen, en vertrouwt dat de leeraren zich eenige meerdere inspanning zuilen willen getroosten. De heer Den Breems achtte het niet juist, dat de drie Rotterdammers de parallel klasse noodzakelijk makenook een getal van 28 leerlingen is nog te grootmen vergete niet, dat toch grootendeels de kin deren der Schiedamsche burgers bij den voorgestelden maatregel betrokken zijn zij zouden de dupe worden van het niet instellen der parallelklassede proef met de weglating dier klasse is toch niet gelukt (slechts 2 van de 30 kwamen door liet overgangsexamen; de meerdere inspanning der leeraren achtte spr. hierbij niet be trokken. De heer De Groot kon niet toegeven dat het minder succes aan het weglaten der parallelklasse was te wijten, waar er zoovele omstandigheden zijn die op het succes van het onderwijs inwerken, In stemming gebracht werd het voorstel van B. en W. met 11 tegen 10 stemmen aangenomen. Tegen stemden al de katho lieke met de antirevolutionaire raadsleden en de heer De Groot. Te betreuren is 't zeker, dat de partijver houding zich hier zoo scherp moest aftee- kenen en niet het gezond verstand hier den doorslag kon geven. Dat gezond verstand moest toch leeren, dat een 3 a 4 tal leer lingen hier geen verschil kon maken en een vrij beduidende uitgave van minstens twijfelachtig nut rechtvaardigen. Maar waar de moderne schoolmanie den geest bebeerscht, wordt het gezond ver stand het zwijgen opgelegddat is reeds meermalen en vrij afdoende bewezen. De Inhuldiging- van H. M. de Koningin. De Stct. (i.o. 184) bevat het besluit van den 5den Augustus 1898, no. 43, betreffende de plechtige beëediging en inhuldiging van Hare Majesteit Koningin Wilhlemina, binnen de stad Amsterdam. De opper-ceremoniemeester van H. M. de Koningin en de luitenant-generaal, ad- judantgeneraal en chef van het Militaire Huis van H. N., hebben de eer mits deze bekend te maken, het ceremonieel, waarmede H. M. de Koningin op de 5den September 1898 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam plechtig zal worden ingehuldigd, en het programma voor den plechtigen intocht van H. M. de Koningin in de hoofstad des rijks op 5 September te voren, en voor den plechtigen intocht van H. M. in de Koninklijke residentie op 9 September daaraanvolgende. Eerste atdeeling, Betreffende ver trek uit 's-Gravenhage en den plechtigen intocht in de hoofdstad des rijks. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder zal op Maandag den 9den September 1898, te 1 uur en 6 minuten met een extratrein van den Staatsspoorweg van 's-Gravenhage naar Amsterdam vertrekken, en te 2 uur en 15 minuten aan het Staatsspoor-station aldaar aankomen. Te Amsterdam zal Hare Majesteit op het perron van het stationsgebouw bij den ingang van de koninklijke ontvangkamer worden ontvangen en gecomplimenteerd door a. den commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, met de leden van gedeputeerde staten en den griffier b. den burgemeester van Amsterdam, met de wethouders en den secretaris. Verder zullen zich met gelijk doel in de koninklijke ontvangkamer bevinden c. de leden van den gemeenteraad van Amsterdam d. de president, de vice-president, de pro cureur-generaal, de advocaten generaal, de griflier en de substituut-griffiers van het gerechtshof te Amsterdam e. de president, de vice-presidenten, de officier en de subs.-officieren van justitie, de griffier en de subst.-grilfiers der arrond.- rechtbank te Amsterdam f. de kantonrechters te Amsterdam g. de directeur en de commandant der marine in de directie Amsterdam h. de bevelhebber in de 1ste militaire afdeeling i. de commandant van de 1ste divisie Infanterie, de plaatselijke commandant van Amsterdam en de commandant van de schut terij van Amsterdam k. het centraal comité voor de feesten te Amsterdam. Op het stationsplein zullen zijn opgesteld, links van het stationsgebouw a. eene compagnie der d.d. schutterij van Amsterdam, als eerewacht, met het vaandel en de muziek b. eene compagnie van het 7e reg. inf., als eerewacht, met het vaandel en de muziek. De stoet, waarmede H. M. de Koningin het Stationsgebouw zal verlaten, wordt als volgt samengesteld: I. Zestien bereden marechaussees. II. Een eskadron van het 3de regiment huzaren met den standaard en de muziek. III. Een detachement van het korps rijdende artillerie. IV. Twee bereden officieren Een ritmeester en een 1ste luitenant van de cavalerie. V. Eene Compagnie van het 2de regiment vesting-artillerie, VI. Eene detachement van de koloniale reserve. VII. Een detachement mariniers. VIII. Twee bereden officieren: Een kapitein-intendant en een 1 luitenant van de vesting artillerie. IX. De Koninklijke miltaire kapel van het regement grenadiers en jagers. X. Een detachement matrozen. XI. Een compagnie van de stedelijke schut terij van Amsterdam. XII Twee bereden officieren Een kapitein en een lste-luitenant van de infanterie. XIII. Het eerste gedeelte van de eere wacht te paard. XIV. Twee bereden officieren Een kapitein van den generalen staf en een 1 ste luitenant van de krijgsschool. XV. Een stalfourier en twee rijknechts te paard. XVI. De ceremoniemeester van H. M. de Koningin, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XVII. De dienstdoende kamerheeren, ge zeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XYIII. De hoofden der departementen van de Koninklijke Hofhouding, gezeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XIX. Het 2de gedeelte van de eerewacht te paard. XX. Twee bereden officieren Een kapitein en een 1ste luitenant van het O.-I leger. XXI. De hofdames van H. M. de Koningin en de twee adjudanten der Marine van H. M., gezeten in een rytuig met twee paarden. XXII. De hofdames van Hare Majesteit de Koningin Moeder en de kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, particulier secretaris van Hare Majesteit de Koningin- Moeder, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XXIII. De groot-officieren van Hare Majes teit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXIV. De dames du palais van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paaiden. XXV. De groot-meesteressen van Hare Majesteiten gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXVI. De opper-ceremoniemeester van e*iCl «ezeten Hare Majesteit de Koningin, g rijtuig met vier paarden. i-eer® XXVII. Het 3e gedeelte van de te paard. b, d- XXVIII. Twee stalmeesters, Hare Majesteit de Koningin, t V nl XXIX. De ordonnance-offictfD* „jd^ Majesteit de Koningin, te Pa op één gelid. XXX."Hare Majesteit de id«r' nare lYiajesieii nffill-1 zeld van Hare Majesteit de Kom g in een riituia met ac gezeten in een rijtuig me\^v^ w gaande een koetsier naast ma r je Rechts van het Koninklijk rij efcot>,eJLl' van bet Militaire Huis van H- ,e adjudant-generaal van H. M-, majoor bevelhebber in de ^st®ie eei"evV.diie* deeling, en de commandant van d je is Links van het Koninklijk rijt 8 nant-generaal, adjudant generaa ^t de Koningin, en de onder-comm de eerewacht. „ju Achter het Koninklijk rijtuig adjudanten in gewonen ..jepde e Koningin, te paard, if a. de H. M. de ivoningin, te p»»*— .^i één gelid. g9r b. Z. H. Jang di Pertoe wan gyits" Hasjim Abdoel Djalil SaifoeddWi rjgt)S e| Siak Sr. Indrapoera en Onderh Pangeran Ario Mataram, lud® v,aii bij den generalen staf, broede den Soesoehoean van SoerakaH Pangeran Mangkoe Negero e gu|taa Soscro, zoons van Z. H. den jrie Koetei, allen te parrd en rijden drie en naar ouderdom van ra,15l[) ''%i| d. de niet ingedeelde bei'e. ^tet' officieren van het garnizoen van flUjei rijdende vier aan vier naar van rang, je e XXXI. Het 4de gedeelte va m wacht te paard. XXXIII De aan het station stat'He slc" ,iïe' geweest zijnde eerewacht van u piu pg schutterij, met het vaandel en „vV XXXIII. De aan het station 7je geweest zijnde eerewacht van eti giment infanterie, met vaam muziek. „i<>rie ca»al XXXIV Een commando sluiting van den stoet. ..^oW if.) m Het Inhuldigingsprogram ®al wag van gedachtenispenningen herauten op de pleinen der bom ggbr' kondigend met luider stemme tenis. Het ontbreken der de stad door herauten is een afwijking van in 1849 gevolgd. Naar het p' „eb1 ver" ,A' de Tel. uit Den Haag bestaat de bedoeling een eigenaaflSjliit' ter te geven aan het eerste JrtJjpa door H. M. de Koningin b f'; teekend zal worden. Bij dat aan H. M. de Koningin-RegenteS e waardigheid worden toegekend 11 van den Nederlandschen LeeuW- De ontwerpen der Staatsbeg' |0r 1899 hebben de departementen zijn gereed om naar den te worden gezonden. val De gewone audiënties van Marine en van Koloniën week niet plaats hebben. jet' lib Als buitengewoon gezant van 's-Gravenhage zal optreden Rid Correa. ue gf te De nieuwbenoemde Rumeen 0g0'e de heer J. N. Papiniu, wordt 's-Gravenhage verwacht. De »Arnh. Ct. verneemt, dat ^0ek van Solo den 16n dezer een grob'Lj het Kon. Kol. Mil. Invaliedenhu^.^rfil zullen brengen, waar hun een ontvangst wordt bereid. Ook de buitenlandsche jour" j^n den 15n niet bij de vlootrevue woordig zjjn en de voorkeur °e^e0i vVr uitstapje naar Arnhem's onist10 op Bronbeek ontvangen. L.te,l° t rgist h oe Een zware brand woedde e jgn in de sigarenfabriek van Enge's °p9vest^f van den Parallelweg en de ^a° bra^djj(i|f straat te 's-Gravenhage. ^^uter'^iif werkte met 4 stralen van de ^et en was omstreeks middernac1 meester. De bovenverdieping bed" Eenigen tijd geleden had m perceel ook een brand plaats.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2