Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ^lste Jaar jaarg. Dinsdag 23 A Dinsdag 23 Augustus 1898. No. 6175. bureau ISofersfraaf 50. 1 %ei feest ra M fiai. J. V. Se Groot. PRIJS TAN DIT BLAD: ^°0r Schiedam per 3 maandenf 1.50 'rat>co per post door geheel Nederland -2.— 'Wonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 Elke gewone regel meer 1-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. jjELE BERICHTEN. eunisgeving. Sch,ecaGmEester W l, fl ter 1 tin °hier ennls van de ingezetenen, dat a 8 r'u' der plaatselijke directe belas- v„n 9 a Ret inkomen dienstjaar 1898/99, (j0stgestei(i®' 1898 door den gemeenteraad p. heerg 6n ^en ^u=>' daaraanvolgende e. c'6 ffnoj1 gedeputeerde staten dezer pro- in ehte ?ek®urd, aan den ont\ "i .-"•e ontvanger der i-e. a^chr;n invordering is uitgereikt en 6t'®n v' gedurende vijf maanden, te ggj^eentg atl heden, op de secretarie der v°or een ieder ter lezing is neder- #arn Voorts een 'eder aangemaand de °en, 0 S op de bepaalde termijnen te *et. UP straffe van vervolging volgens h i 61 ^ho0r?rvan afkondiging geschied, waar ^Hfger> den 22 Augustus 1898. oester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG, De Secretaris, VERNÉDE. d^etl°hsv 61 Ze^ere voldoening beginnen wij f. p 6rs'ag van de 25-jarige herdenking v!i°?8el- riesterwyding van den hoogeerw. °ehinr.ater V. de Groot. Niet zonder het p 0rndat wij in onze verwachting, Zotj "olieke Schiedam zijn grooten d<tt L,1,nB kathol" ^ei niefe!.°n °p eene waardige, grootsche 'h 's dan'"'0 beschaamd. st 0t>in» °°'t reden voor de plaats onzer Sch °°t Sck te z9n °P baar beroemden .^bste eest to vieren op dit voor hem de at i5Vaa alle feesten. Va^ klo0^ mPathleker dan de figuur van dan 2°°veel er"n^1 hekleed met een post ts de p. Bowichtwat is sympathieker v^°bdertleiUr van dezen man, die het durft het onTen te midden der duisternis Th ^e6rlük©0'°0^ te doen stra'en bet 'ibht, 0fiWas Va® 'ioht der wijsbegeerte van St. Ga 6 hewni,^luinewie verdient meer e*e °b(ieri« t«r ai z" en onze vereering oan j0|)' de jw- Jlle grootheid eenvoudige pries- varfe''e^e° Van honderden katholieke P i°°vele'ri richtsnoer en de vraagbaak de Wtv'?"--' o?*1 jobilAl6r'riB van Zondag was dan ook öe S'St®erd j'e werd door den jubilaris, °t. ^„°0r den zeereerw. paters AP. Ure priester waardig. =n erf^St°0r te Goorn, als presbyter Plecht Daniëk°r?e zeereerw' Paters LanSe" Bea0L g Dankn<r diaken en subdiaken> een Wij j le farnili er opgedragen. Behalve de heet'n het prj'e Van den jubilaris merkten harie Pr°tessor ^.etkoor C0S °P den zeereerw. Mep ^aSeveij dansen van het semi- Pr°fr den weleerw. Dater weleerw. pater G. A. heer i °f te Nijmegen, en den wel- J- Me !ljer, theologant van het Missiehuis te Mill-H;ll. Het hoogaltaar was keurig versierd met groen en bloemen twee fraaie schilden met de jaartallen 1873 en 1898 en het wapen der Dominicaner Orde met de Pauselijke kleuren. Plechtig klonk het Vent Creator van van Etten door de gewelven der schoone Singelkerk. Vervolgens werd door hetkoor- gezeischap de prachtige Mis voor gemengd koor van denzelfden componist meesterlijk gezongen. Een Tantum Ergo, een schoone compositie van den heer Honnerlage Grete, besloot de plechtigheid. Na de H. Mis uitvoering van de Feest- Cantate van den zeereerw. heer Haagh C. S.jS. R. Deze opgewekte cantate werd met gloed vertolkt. De baritonpartij werd ver vuld door den heer H., de tenorpartij door den heer N. Beiden solisten een woord van lof voor hunne fraaie voordracht. Aan dirigent en koorleden tevens onzen welgemeenden dank voor het ons dezen dag zoo ruim geschonken kunstgenot. Van de receptie die van 1 tot halfvier werd gehouden, werd een druk gebiuik gemaakt. Het plechtig Lof ten half zeven ure werd wederom door den jubilatis gecele breerd met assistentie van den zeereerw. pastoor de Groot en den weleerw. heer Meijer theologant van Mill Hill. Na uitvoering van een vierstemmig Adoro Te van Beltjens, en een Magnificat van Alb. Rothaan, besteeg de jubilaris den kansel. Naar aanleiding van de woorden van den psalmistMisericordias Domini in aeternum cantabo. De Barmhartigheden des Heeren zal ik in eeuwigheid iofzingen, hield de hooggeachte jubilaris een toespraak, die hij ongeveer als volgt aanving De Goddelijke Voorzienigheid geeft ieder lief en leed, zoo bij afwisseling toebedeeld, dat de mensch, gesterkt door Gods alver mogende genade, den last des levens kan dragen. Onder de dagen van vreugde en zegen mogen zeker ook de groote gedenk dagen gerekend worden. Dan ontrolt zich voor ons een breed tafereel van wat de Goddelijke Voorzienigheid ons in een reeks van jaren heeft geschonken. Maar die ge denkdagen zouden ons ontmoedigen, wan neer wij alleen ons zeiven beschouwden. Wie toch zou van zich-zelf kunnen getuigen, dat hij steeds aan de Barmhartigheid des Heeren heeft beantwoord? Wanneer hij dit over denkt, dan overstelpt droefheid zijn hart en in ootmoed zich keerend tot den Vader der Barmhartigheid, verzucht hij Misericordias Domini in aeternum cantabo. Dit is de stemming zijner ziel wanneer spr. op dezen hoogheiligen dag waarop hij als jubelpriester het altaar betrad, tot zijne stadgenooten het woord richt, maar er is een gevoel, dat alles overmeestertdaukbaarheid jegens den goeden God. Dankbaar is spr. ook jegens allen, die hem hier door het goede voorbeeld van geloof, godsvrucht en oprecht christelijken zin aangewakkerd hebben in de goede be ginselen, met heel zijn ziel is spr. dankbaar aan de stad waar hij door zoovele goede voorbeelden is gesticht. Velen zijn er die hem dus hooren of zijn woord zullen ver nemen, maar ook velen zijn heengegaan, die in chiistelijken zin hebben uitgemunt; dankbaar herdenkt spr. ook hen, en wanneer zij nog niet Gods aanschijn mochten aan schouwen, bidt spr., dat de eeuwige vrede hun deel moge zijn, zij verkwikking en licht mogen vinden. Requiescant in pace; rust zacht in den vrede Gods Dankbaar is spr. ook, zich omringd te zien door zijne medepriesters, zonen der Orde van den H. Dominicus de beide her ders dezer stad die in zijne jonge jaren zijne studiegenooten waren dankbaar is spr. jegens al zijne medebroeders in het priester schap, maar meer in 't bijzonder jegens hen, die in het kleed van den H. Vader Do minicus zijne broeders, vaders en leidslieden zijn geweestjegens allen die hem om ringden hier aan dit rijk versierde altaar in dezen heerlijk uitgedosten tempel. In't bij zonder brengt spr. ook den herder dezer nieuwe parochie zijn hartelijken dank. Dankbaar is spr. ook nog aan het altaar is het de liturgie dier Katholieke Kerk die de ziel tot God verheft, die de gedachte losmaakt en als op vleugelen opwaarts doet zwevenmaar die liturgie komt eerst tot haar volle kracht als de heilige kunst haar woorden vertolk; spr. brengt dank aan het zangkoor dat de liturgische gezangen zoo schoon beeft vertolkt, door zijne voor treffelijke kunstuitvoering de feestelijke stemming zoozeer heeft verhoogd. Dankbaarheid is spr. nog meer schuldig er is nog meer reden tot lofprijzen wei nigen is het als hem gegeven het altaar des Heeren te betreden omringd door al zijn dierbaren zijne dierbare ouders wien hij naast God zooveel verschuldigd is, dier bare broeders en zusters en hunne geliede kinderendaarvoor brengt spr. dank aan God; Geve God, die het jarental zijner dier bare ouders bewaarde en vermeerderde, dat hij nog menigmaal deze stad binnenge gaan in het vaderhuis de beste panden, vader en moeder, terugvinde. Ook den grij zen priester, die aan hem door de banden des bloeds zoo nauw verbonden is en die heden, ondanks den hoogen last der jaren, nog zoo blijde stond aan het altaar des Heeren, brengt spr. dank. De Barmhartigheid des Heeren zal hij Iofzingen, maar het onuitsprekelijke kan hij niet vertolkenal had hij de taal der engelen, dan nog zou hij het niet van ziel tot ziel kunnen voelbaar maken; priester te zijn, dat is van zich zeiven niets zijn dan stof en ellende maar alles door onzen hoogepriester Christus Jesus, van Wien alle genade en barmhartigheid voorkomt, dat is het woord, door J. C. op de wereld gebracht en door de Kerk bewaard, opnieuw in ver vulling brengend, telken dage hernieuwend het Offer van Golgotha, de oneindige ver diensten vanChristus aan de zielen toegankelijk makend, alle reinigend door Zijn kostbaar bloedo, dit bedenkend, dringt zich bij spr. het woord op de lippen: o Heer zie niet op mijne zwakheden Deze heerlijke ontboezeming besloot spr. met eene heilbede voor deze stad, een smeekbede om zegen voor haar tijdelijk en geestelijk welzijn in't bijzonder vermaande hij zijn oud-stadgenooten, dat zij sterk zouden blijven in het geloof, kracht zoekend aan den voet der altaren en in de verwachting van het beter leven, dat de liefde tot God en de liefde tot den naaste, de liefde onder elkander er. de onderlinge liefde tusschen de verschillende standen steeds onder hen zouden toenemen. Naast God behooren allen vooral hun ver trouwen ts stellen op Haar, Die de Oorzaak is onzer Blijdschap, niet omdat Zij ons zelf kan redden maar omdat Zij door God is uitverkoren de morgenster te zijn dezer lijdende aarde, de heerlijke vrucht bloeiende op den akker van Jesse, die ons geschonken heeft, den Koning van het Geloof, de Koning der Hoop, de Koning der onsterfelijke glorie. Met een vertrouwvol gebed tot de Oorzaak onzer blijdschap besloot spr. zijne heerlijke rede, Haar biddend voor deze door lijden gedrukte stad, in 't bijzonder dat zij trouw blijve aan J. C., in Hem gelooven, op Hem hopen, Hem beminnen, dat Zijne liefde blijdschap en geluk haar deel moge zijn en zij in eeuwigheid Gods barmhartigheid moge Iofzingen De kernachtige rede maakte op de luiste rende schare een machtigen indruk. Men gevoelde dat hier een man aan 't woord was, gewoon te putten uit een schat van verheven gedachten. Een gregoriaansch Te Deum, het lof- en danklied bij uitnemendheid, werd in plechti- gen beurtzang door geestelijkheid enkoor gezongen, benevens door het koorgezelschap een Ave Maria van Arcadelt en een Tantum Ergo van Marinus. In den tuin der pastorie, waar zich ver volgens de leden van het koor verzameld hadden, werd wederom de Feest-Cantate uitgevoerd. Tegen negen uur verscheen op het plein voor de pastorie met het hoofdbestuur der Bondsafdeeling, de Harmonie »St. Ambrosius" van den Ned. R. K. Volkshond, atd. Schie dam, met het bondsvaan en het vaandel van het Houtbewerkersgilde, waai op de flam bouwen werden ontstoken. (Gok de zang- vereeniging »St. Cecilia" had aangeboden tegelijk met de Iiarmonie-afdeeliBg den jubilaris eene serenade te brengen, doch hiervoor werd door den zeereerw. heer pastoor Langewen beleefd bedankt, daar reeds het zangkoor der kerk had aangeboden eenige- nummers te zingen). Verschillende stukken werden uitgevoerd zooals1. Marche de Procession Frater- nité", Renaud. 2. Concert mazurka nMicheline", Boscolli. 3. Marscli DSalut d Echternach", Manternach. 4. Valse de concert »La belle villageoise", M. J. H. Kessels. 5. Volkslied, terwijl het Ben- gaalsch vuur, den omtrek af en toe verlich tende, een blik gunde op eene /zee van menscheneen aardig gezicht. De president van den Volksbond, de heer C. J. Willeman, sprak den jubilaris, die zich met geestelijken en familie buiten be vond, als volgt toe Toen het Bondsbestuur had vernomen, dat het zilveren priesterfeest van prof. De Groot hier zou worden gevierd, was aan stonds het denkbeeld gerezen, hulde te betuigen aan den hooggeachten jubilaris met wien heel het katholieke Nederland juicht, maar de Volksbond in 't bijzonder. Bij de vele gelukwenschen den jubilaris reeds gebracht, bracht de Volksbond ook de zijne onder het uitspreken van den wensch, dat hij nog vele jaren mocht arbeiden voor God, Kerk, Godsdienst en Wetenschap. Hem aldus nog vele jaren van priesterlijken arbeid toewenschend, bracht spr. den hooggeachten jubilaris hartelijk dank voor hetgeen hij had gedaan yoor den Ned. R. K. Volksbond in 't algemeen en de afdeeling Schiedam in 't bijzonder. Wederkeerig 'geeft zij hem een blijk van hulde en erkentelijkheid, hem ten slotte toewenschend dat moge voort- NIEUWE SCHIEDA OURANT 1'inmn'Wi >1 EN WETHOUDERS VAN ®te: «s.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1