Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
~lste Jaar
Dinsdag 20 September 1898.
No. 6198.
bureau peterstraat 50.
«liter jes Hontresters.
^ejhees
mmm
■Vzo
OVERZICHT.
"t0%<ateé,dernirn' HlJ heeft vervolgens
v' ^446e'^ dat' vo'gons de termen van
|Van den Code d' instruction cri-
üfti.; °P het verzoek tot revisie tot
°P1,
V- hr
i lleton.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
PRIJS VAN DIT BLAD:
°or Schiedam per 3 maandenf 1.50
o
Fra,
nc° per Dost door sreheel Nederland
nderiijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelslil... fO.OO
Elke gewone regel meer 1!- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
19 September '98
t rev ïaak-Dreyfus-
5t|s it,e'Sle Van het proces-Dreyfus schijnt
h^1 (jer)8r dan ooit waarschijnlijk te zijn.
js Q "^nisterraad Zaterdag op het
a,Jre a.L er voorzitterschap van president
lit
ii
(to
*'t,
'®iten'1OU<^0n' de minister Sarriën
uhet Ulteengezet welke voor hem volgen
4t °nderzoek van het Dreyfusdossier,
tens art. 443 sub 4 van
<C ^®t a^'et^oe't> niet mag beschikken dan
<W- les te hebben ingewonnen van
JU ■°tll'ï'iss"'eS 'e hehben ingewonnen van
do Sl6' daartoe bij het ministerie van
ti tnini°r de wet ingesteld.
5lr'g v6rj^erraad heeft, hem daarop mach-
r°eperj eend bedoelde commissie bijeen
b
0lh ^^dslagii'jg van den ministerraad
v'! beSc,Wurt over twaalven afgeloopen.
te' ^e> di °Uwde toerl reeds Zurlinden en
voor de andere
V ,sD°edie6' aten hadden, als demissionair
>6 'bitlis. '6e.k dat dit ten opzichte van
°ttUf''bdet 6rS JU'st Sezien was.
ï&h 8 itig j60 ^'"aye hebben beiden hun
tuf lend- Generaal Zurlinden heelt
verz0^ter"Pres'dent Brisson zijn ont-
t, jja ln een schrijven, waarin hij
^reyfu 2«no overtuiging van de schuld
'tig bem verhindert iedere andere
avitif»e aatlvaa''den dan de volledige
*l
01 Van het vonnis.
»Ö0in." Vatl °°rl°S is benoemd gene-
**41 o^huster
bet li^ m^n^ster van openbare
v^'r''ster g
titj V°°flicht rr'en bee^' aan de commissie
C r®eds !Dg b« het ministerie van jus-
r°Uw eonis gegeven van de door
yius aangevraagde revisie. De
van den Senaat Jules Godin.
!Hkt ®Ukh0f
ri^Wij8," ar\derh a,g' z?.oa,s W'J reeds he
il5 iteh,er<i. jj0.a[ mij'en van Bodenwald
JiWJ"*ert heerenhuis met den tuin,
k'1 W "S6» ia °F de boerderij en de arbei-
ged««n?I!*erz9de van den landweg
du* kra°Sch om db door ket aanzienlijke
k W0,'9 Waa.^6Ven' dat voor den bezitter
h.^tiC vopiyU verteg0nwoordigde. Door
«UNhir®8 r<aar hTbr<iede' goed onder-
k 8v epn landgoed tot aan het
-O^root doelmatig gebouw,
ah "iet k ve*gel'jkinS met slot
'i«alebd l6" aan 1 do°rstaan en reeds
Ik ad. Th opzichter tot woning
u öiets.fns euhter waren timmer-
Oh^lw^'en t„aars bez'£ het huis een
die n. ^even' want Egon von
Was anderhalf jaar als onder-
werkzaam geweest, had
commissie bestaat uit drie leden van het
hof van cassatie, nml. Lepelletier, Grepon
en Petit en drie directeuren van de kanse
larij nml. Laborde, Geoffroy en Contarier.
De commissie voor de revisie bij het
ministerie van justitie zal Woensdag-ochtend
bijeengekomen om een aanvang te maken
met het onderzoek van het dossier-Dreyfus.
Naar de Parijsche correspondent der IV. R.
Ct. verneemt, juicht de groote meerderheid
der publieke opinie de revisie toe als de over
winning van het rechtomdat zij een einde
zal maken aan een noodlottige crisis, en
hoop geeft dat thans een tijdperk van rust
zal kunnen aanbreken.
Met name de liberaal protestantsche
Temps steunt krachtig het besluit van het
ministerie als in overeenstemming met de
gerechtigheid, de waarheid en het algemeen
belang.
Cornély zegt in de Figaro 0. m. over
de revisie van het proces: sHet is een
groote gebeurtenis, een gebeurtenis die
vroeger had moeten geschieden en ons zoo
weken van angst en koorts zou hebben
bespaard.
Het is een gebeurtenis die de welgezinde
burgers niet behoeft te verontrusten, doch
integendeel geruststellen, want zij brengt
een zaak op wettelijk en geregeld terrein,
die op politiek terrein was geraakt en daar
voortdurend grootere verwoestingen aan
richtte."
L'Eclaireen der anti-Dreyfus bladen,
zegt dat de regeering door haar besluit
stelling tegen het vonnis van 1894 inneemt
en zich aan de zijde der »Dreyf'usarts"
heeft geplaatst.
De Echo de Paris deeit mede, dat Em.ie
Zola zich 3 October a.s. te Parijs ter be
schikking van zijn rechters zal stellen.
De geruchten nopens arrestatie van een
hoofdofficier in een der oostelijke garnizoenen
houden aan, naar men gelooft, in verband
met de onwettige overlegging van stukken
in het proces van 1893.
zelfstandig het bestuur van het goed op zich
genomen. De rentmeester Linsen was reeds
met zijne familie vertrokken naar een ver
verwijderde provinciestad.
De jonge heer van Beukhof, zooals de
jongste zoon des barons algemeen genoemd
werd, was tijdens zijn verblijt aldaar,
krachtiger en sterker van gestalte geworden,
hetgeen hem een manlijker voorkomen
gaf, ook scheen zijne gezondheid beter,
ofschoon de borst nog steeds zeer zwak
bleef.
Hij vond genot in de nieuwe bezigheden
en meer nog in zijne zelfstandighelden was
er van overtuigd dat hij voor zoover het
het bestuur van het goed betrof, steeds
de tevredenheid zijns vaders zou wegdragen.
Zooals tusschen hen overeengekomen was,
moest hij dezen rekenschap geven van zijn
arbeid en tegenwoordig moest hij dit schrif
telijk doen, daar de baron met zijn echtge-
noote en zijn zoon Hugo naar Italië waren
vertrokken. De dokter had op een lang
verblijf in het Zuiden aangedrongen en
het warme klimaat werkte gunstig op
den zieke.
Daarbij kwam, wat niemand ooit voor
mogelijk zou gehouden hebben, dat de I
De lijkplechtigheden voor de Keizerin
van Oostenrijk.
Ooggetuigen, verklaren dat de smart van
keizer Frans Jozef bij den eersten aanblik
van de lijkkist in de kapel van den Hofburg
zeer groot geweest is. De keizer wachtte
geknield de aankomst van de kist af. Aan
zijn rechterzijde knielden zijn beide dochters,
aan zijn linkerzijde zijn beide schoonzonen
en zijn kleinkind prins George van Beieren.
Te vergeefs beproefde de keizer zijn
smart te onderdrukken. Teikens weder
snikte hij luid toen de kist naar binnen
werd gedragen en op derpraalbaar werd ge
heven. Aan het hoofdeinde van de kist knielde
de keizer opnieuw en snikte voordurend
luide tijdens de volgende, kerkelijke inzege
ning. Toen hierop den kamerheer prins Von
Lichtenstein de sleutel van de kist werd
overgereikt, liep de keizer, sprakeloos met
uitgebreide armen op de kist toe, knielde
neder en kuste den dekselzijn luid snik
ken werd door de geheele kleine kerk ge-
.'zoord. Alle aanwezigen schier weenden
luide mede geen oog bleef droog.
Op een gegeven oogenblik verwijderden
zich allen, behalve de leden van de keizer
lijke familie, die kransen op de lijkkist leg
den. De keizer bleet nog in gebed, tot hij
met de anderen ten laatste heenging. Toen
hij in de voorhal gravin Sztaray ontmoette,
vroeg hij haar met zachte, maar heldere
stem »Heeft Hare Majesteit veel geleden
De gravin antwoordde: »Ik geloof het niet,
Hare Majesteit is weldra in een diepe on
macht gevallen en werd spoedig met den
laatsten adem van al haar pijnen verlost.''
Toen de gravin daarop de gebruikelijke
buiging wilde maken, hief de keizer haar
met beide handen op, omdat het scheen
alsof de gravin, door smart overweldigd, op
de knieën zou vallen.
Duizenden bezochten de kerk van den
llotburg om de kist te zien. Vele dames
droegen rouwkleederen, vele heeren rouw
floers om den arm en om den hoed.
baron wegens gezondheidsredenen zijn
ontslag uit den staatsdienst moest nemen,
hetwelk hem ongaarne door den vorst
verleend werd.
Zijne ongesteldheid vond hare oorzaak
in eene verwaarloosde verkoudheid, die hem
maanden lang aan het ziekbed had geklui
sterd en nog hevige rheumatische pijnen en
zwakheid der oogen had nagelaten.
Hij had verscheiden badplaatsen bezocht,
maar de geneesheeren waren eenparig van
oordeel, dat slechts een langer verblijf in
het zuiden hem genezing zou kunnen brengen.
Hij had lang geaarzeld om tot deze reis te
besluiten, ofschoon het zenuwlijden zijner
echtgenoote steeds toenam en de geraad
pleegde professor als zijne meening had te
kennen gegeven dat een warmer klimaat
ook haar eenig geneesmiddel zou zijn.
-Vaar toen kwam de vreugdetijding, dat de
geneesheerden oudstenjonker vonBodenwald
voor genezen verklaarde, zoodat hij weer inden
staatsdienst treden en het schitterende leven
als rijk en jong majoraats-heer weer kon
beginnen.
De baron begon nu ook stappen te doen
voor de verloving van zijn zoon met een
aanzienlijke jonge gravin.
De orde werd geen oogenblik verstoord,
's Avonds kwamen 0. m. te Weenen aan
koning Alexander van Servië, de groothertog
van Weimar en Oldenburg, vorst Ferdinand
van Bulgarije, prins Albert van België, de
hertog van Alenfon, de vertegenwoordiger
van Koningin Wilhelmina der Nederlanden,
de hertog van Cumberland en gemalin en
de Koningin van Hannover.
De begrafenis heeft Zaterdag-ochtend met
het aangekondigde ceremonieel plaats gehad.'
Een ontzaglijke menigte stond saamgestroomd
toen de stoet op het St. Michielsplein kwam.
Van verschillende kanten hoorde men onder
het publiek geween en weeklagen. Nadat
de kist was bijgezet, reed keizer Frans
Jozef met keizer Wilhelm terug naar den
Hofburg. Gedurende de plechtigheid hield
de Keizer de hand voor de oogen herhaal
delijk barstte hij in snikken uit. Er heeft
zich geen enkel bijzonder voorval voor
gedaan.
De straf die Luccheni wacht.
Men heeft gemeend dat Luccheni zijn
misdaad juist te Genève begaan heeft,
omdat daar de doodstraf niet bestaat.
Luccheni zelf heeft dat herhaaldelijk tijdens
ondervragingen bestreden en nu men Hoort,
welk een afgrijselijke strat hem te wacnten
staat, moet men zich afvragen ot de man
dit te voren wel geweten heeft. Op 't oogen
blik is hij in voorarrest geplaatst in de cel
no. 10 Zij ligt op de eerste verdieping, is
ruim en kan zelts drie gevangenen her
bergen. Er zijn drie ijzeren slaapplaatsen
in met stroozak en laken, een voeteubank,
een waschkuip, een tafel er. een kruik. Aan
den muur hangt het reglement der ge
vangenis. Door een 1.30 M. boven den
bodem aangebracht tralievenster valt het
volle daglicht in het vertrek, 's Nachts
wordt de cel electrisch verlicht.
Elk kwartier kijkt een wachter door het
in de deur bevestigde kijkgat in de cel.
Luccheni is aan de huisorde van de gewone
gevangenen onderworpen. Hij kan eiken dag
Hugo nam in dien tijd eene uitnooJiging
van zijn broer Karei aan, die zich in een
ander garnizoen bevond, maar in plaats van
zijne gezondheid te ontzien, stortte Hugo
zich in den maalstroom van vermaken, die
hem daar aangeboden werden, met het ge
volg dat, toen hij op een nacht naar huis
terugkeerde, hij een hevige bloedspuwing
kreeg en de in allerijl ontboden genees
heer te kennen gaf, dat de jonge man
slechts bij de zorgvuldigste verpleging
en volkomen rust weer zou kunnen ge
nezen.
Doodelijk beangst weken zijn beide ouders
bijna niet van het ziekbed en toen de
jonge man langzamerhand herstelde, drong
de geneesheer op eene reis naar Italië aan
en wist den nog altijd aarzelenden baron
de zaak zoo voor te stellen, dat deze de
noodige bevelen voor een spoedig vertrek
gaf, zoodat in het eind van October de
heer en mevrouw von Bodenwald van de
beide achterblijvende zonen afscheid namen
en zich met den zieke regelrecht naar
Napels Jbegaven, waar zij eene fraaie villa
huurden.
Wordt vervolgd