Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Wetat aai 4e ScMe.
21ste Jaar
Donderdag 20 October 1898.
No. 6224.
bureau 1$ofersfraaf 50.
'Onderlinge philippica".
v:ve«
eele berichten.
JlLHEMEEN overzicht.
er
PRIJS TAN DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maanden1.50
co per post door geheel Nederland - 2.—
Wonderlijke Nummers - 0.05
^rani
PRIJS DRR ADTERTENTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
\Ni
^flebj.,, ter openbare kennis, dat de
.''tten*.®' degens daaraan noodige her-
°P 20 October a.s., voor het
Sch. gesloten zal zijn.
«da®, 19 October 1898.
feester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
,,0nder
j it, lt opschrift bespreekt de Schied.
Sr ""hamer van gisteren-avond het
de
stuk van den heer M. C. M.
'n ons nummer van 18 dezer
P«n
'®t De^ver bedoeld artikel tegen den
"iet ^root »s gericht, hebben wij er
is to "'ede in te laten en bepalen wij
or5üVee.hct grootendeels in onzerubriek
:zfcht" weer te geven.
1 ■i0°rtli'if 18 ^et' waar de schrijver zich
i^'ditig tot ons richt en ons naar aan-
j^itig Vatl de wethouderskeuze »tekort-
8ri "'et-begrijpen van eigen beroeps-
Jerwijt".
6 ^«bbeet den ^eer Ge Groot afgerekend
schrijft nl. de Sch. Ct.
d« i' 0t"
i- ie». - "u eens en voor altijd aan
6 v»n het istukje partij-politiek",
J"d ""en ons verweten heeft,
een
wj; ."osben, herhalen wij nog eens
tchr8™lJ m -
ons blad van 22 en 23Meijl.
i „o °v°r de wethouderskeuze oflie-
detf naar aanleiding van de vacature
t ka 'gemeenteraad, waarin de heer
fti 61S gekozen:
,.'j gemeenteraadsverkiezing
(j6ke Ve"ode tweede plaats eene poli-
im6 ziid ezingdoch daarom zien wij
o 1 tae Var' de vraag, die Dinsdag op-
h?®f ti Worden, niet voorbij wordt de
di'6t °m ugekozen, dan is de Raad
dit d zouden het betreuren in
dn" ®ene geschiedde, niet omdat
th vfiih j eventueele meerderh
j 1'ebt af ,.z°uden willen laten
eventueele meerderheid niet
ri: ..20uden willen laten van de
langen 6 Z'J bezat, maar omdat wij zoo-
liiu^ °ord ^["ekeer niet in Schiedam's be
ds k B en< Er is thans door het Dage-
w hietv^tUur to vee' ondernomen, dan
eiketl or aHes daarin het in-één-richting
Gaat °et worden bestendigd.
lifi6" Zet6 ?aad om> han bestaat daartoe
atj 'd n e'-d' 's a'thans de moge-
dere '®t uitgesloten, dat men omtrent
punten in verderfelijken strijd zal
ja' di«ti L°eraa' wethouder kunnen geven,
al\ "'men wii. althans in het eerste
e% i;u'e"bts een liberale meerderheid
niot ""lnen wij, althans in het eerste
Wij ®1 missen.
«v6'6®! dfl6e6nen baarbij met zekerheid te
^"tUeei van niet liberale zijde, zij die
Sru""erkm Vonr een wethoudersplaats in
*a P VanlZ0uden ^omen, geen lidmaat-
t.Va"rdnn hagelijksch Bestuur willen
e«b h„ln:
verwarde toestand zou ge
boren worden. Dat mag nietdaaraan
werke de burgerij niet mee, van welke
politieke overtuiging zij ook zij
Na de aanhaling van dit echt Farizeesch
stukje, dat wij om het verband van het be
toog nog eens weergeven, hoewel wij het
in ons nummer van 24 Mei 11. reeds nage
noeg geheel weergaven, zegt de Schied.
Ct. met ongeëvenaarde naïviteit.
Met ae wethouderskeuze hebben wij
ons overigens ganscheiijk niet be
moeid zij was ons eene verrassing I)
wij waren voor en na dien tijd uitstedig,
gelijk wij naderhand mededeelden.
Hadden zij »van niet liberale zijde die
eventueel voor een wethoudersplaats in
aanmerking zouden komen" wel een lid
maatschap van het Dagelijksch Bestuur
willen aanvaarden, het ware de r o e p i n g
en de p 1 i c h t geweest van het orgaan
der Katholieken hier ter stede dit bekend
te maken. In een officieuze, redactioneele
mededeeling had die tegenspraak kunnen
geschieden. Nu dit niet geschiedde had
niemand het recht zich gepasseerd te
achten.
Dat men nu leed over tekortkoming
en niet-begrijpen van eigen beroepsplicht
op anderen tracht te verhalen, vinden wij
een bedrijf dat wij niet genoeg afkeuren
kunnen.
Dat anderen daarbij ongevraagd met
slakkengang hand- en spandiensten ver
richten, moeten zij voor zich zeiven maar
verantwoorden.
Er wordt werkelijk een groote mate van
onbeschaamdheid gevorderd, om in het licht
der bekende feiten bovenstaand neer te
schrijven en met een argument voorden dag
te komen als hier wordt aangevoerd.
In ons nummer van 24 Mei 11. schreven
wij
»Hoe komt de Schied. Ct. aan de weten
schap dat van niet-liberale zijde zij die eventu
eel voor een wethoudersplaats in aanmerking
zouden komen, geen lidmaatschap van het
Dag. Best. willen aanvaarden. Neemt zij
hier haren wensch voor den wil
Die vorm van bestrijding achtten wij het
onzinnig geschrijf der Sch. Ct. slechts waard,
dat overigens door de feiten zoo afdoende
werd weerlegd. Wat had de Sch. Ct. nog
anders gewild hadden wij een candidaten-
lijstje moeten publiceeren of had wellicht,
naar Limburgschen trant, de candidatuur
door den betrokkene zelf onder eigen aan
beveling moeten worden gepubliceerd
Ieder weldenkende zal moeten toegeven,
dat de Schied. Ct. hier een uitweg zoekt,
die haar evenmin als al haar andere schijn-
argumenten uit het gedrang kan redden.
Neen, met alle min of meer sofistische
drogredenen kan zij haar onedel bedrijf
niet goed pleiten, kan zij niet doen ver
geten, dat uit kleinzielige vrees voor schade
aan de bijzondere partijbelangen tegenover
Schiedams Katiiolieken een hoogst onbillijke
en partijdige daad vooral door haar toedoen
is gesteld.
Om dit te staven, behoeven wij er slechts
even op te wijzen, dat het weder deelnemen
der Katholieken aan het stadsbestuur, na
eene onthouding door vroegere vergaand
onedele behandeling hun opgelegd, als
'tware het gevolg was van een compromis
tusschen de beide betrokken partijen tot
stand gekomen. Daarbij werd van liberale
zijde wel degelijk de billijkheid erkend,
dat ook een katholiek raadslid van het
college van Dag. Best. deel zou uitmaken.
Zelfs werd dit als een argument gebezigd
om de Katholieken tot weder-intreden in
stad- raadzaal te meer te overreden.
In het licht van deze vaststaande feiten
was het raadsvotum van 19 Juni voor de
katholieken raadsleden en de ruim 10.000
Katholieken die zij vertegenwoordigen, een
handeling zóo grievend, zóo beleedigend dat
wij begrijpen, dat alleen overwegingen van
bijzonderen aard de katholieke raadsleden
nog teruggehouden hebben van een daad,
die o. i. het beste verweer bij dien kaakslag
zou zijn geweest.
Hoe de Schied. Ct. hier nog van
tekortkoming durft gewagen, zal zeker
met ons allen die niet blind zijn voor de
dagheldere feiten, een raadsel zijn.
19 October '98.
De Duitsche keizer en zijn vrouw zijn
gisteren-ochtend om 9 ure met de Hohen-
zollern begeleid door de kruisers Hertha en
Hela te Konstantinopel aangekomen. Zij
werden door den Sultan in het Dolma-
Baghtsje-paleis ontvangen.
Na de lunch op de Duitsche ambassade
ontving de Keizer de onder Duitsche be
scherming levende Zwitsers, in antwoord
op een door dezen aangeboden adres stelde
hij in het licht hoe zeer hij zich verheugde
over de ontvangst te Konstantinopel. Zijn
politiek ten aanzien van Turkije was geheel
dezelfde als die van den grootvader welke
politiek thans hare vruchten droeg. De
tusschen hem en den Sultan bestaande voor
treffelijke betrekkingen bewezen, hoe twee
rijken in weerwil van het verschil in ras
en godsdienst in vriendschappelijke betrek
king tot elkander konden staan in het be
lang van beiden. Later bezochten de Keizer
en de Keizerin de Duitsche school in Pera
's Avonds was de Bosporus schitterend ge
ïllumineerd.
Dépêches uit Constantinopel melden, dat
de politie daar voor de veiligheid van den
Duitschen keizer en zijn vrouw eenvoudig
alle werkloozen, in 't bijzonder Italianen,
Grieken en Armeniërs, zoomede in 't alge
meen alle personen die geen voldoende legi
timatie-bewijzen konden overleggen, voor
zoolang als het bezoek van den Keizer duurt
in het politie-cachot heeft gestopt.
Nu de Nordd. Allgem, Zeit. zoo stellig
verzekert, dat de berienten uit Alexandria
over een wijdvertakte samenspanning van
Italiaansche anarchisten tegen het leven van
den Keizer ambtelijk volmaakt bevestigd en
waar gemaakt zijn, verdwijnt te Berlijn
langzamerhand het wantrouwen tegen het
bericht, en terwijl men blij is over de ge
lukkige ontdekking, verlangt men den Keizer
en de Keizerin heelhuids weer in het
vaderland te zien.
De Weener correspondent der Daily Tele
graph beweert, dat de vier -mogendheden
den Sultan hebben toegestaan, dat op de
openbare gebouwen op Kreta de Turksche
vlag zal wapperen naast de Kretenzer.
Het garnizoen van Rethymo bedraagt thans
2500 man er worden nog 300 kozakken
verwacht. De internationale troepen houden
de strategische punten nabij de stad bezet
om te voorkomen dat de opstandelingen bij
de ontruiming ongeregeldheden plegen.
Tewfik pacha heeft den drogmans der
gezantschappen doen weten, dat 19 October
een aanvang zal worden gemaakt met de
ontruiming van Kreta.
De Parijsche Liberté verklaart uit zeer
vertrouwbare bron te kunnen mededeelen,
dat heel het zoogenaamde militaire komplot
tegen de Regeering niets anders is geweest
dan een pure komedie-vertooning waarvan
de mise-en-scène en de regie waren toever
trouwd aan niemand minder dan aan Henri
Brisson zeiven, terwijl zijn vriendjes, de
redacteuren der radicale Dreyfus-organen,
welwillend hunne medewerking hadden toe
gezegd. Vandaar dan ook Brisson's zonder
linge houding tegenover die ministers welke
in hun verontwaardiging onmiddellijk een
onderzoek wenschten te zien ingesteld naar
de verspreiders dezer leugenachtige berich
ten. De minister-president bestreed dit
voorstel met zooveel heftigheid, dat de overige
leden van het Kabinet zich eenigzins verbaasd
toonden ennietrechtmeer wisten wat te den
ken, terwijl Brisson's flauwhartige bewering,
dat het >toch maar veel beter was de zaak
op haar beloop te laten, daar de agitatie
anders nog grooter zou worden", bij geen
enkelen zijner collega's Bourgeois mis
schien uitgezonderd instemming vond.
Generaal Chanoine, die evenmin als de
overige leden van het Kabinet in het geheim
was ingewijd, speelde dus tegenover den
minister-president onbewust de rol van
enfant terrible, toen hij Vrijdag-ochtend door
zijn ordonnnance-officier met beslistheid liet
verklaren, dat de samenzweringsgeruchten
geheel uit de lucht waren gegrepen.
Op dit oogenblik gelooft geen verstandig
en redelijk mensch meer aan het sprookje
van een militair komplot, zelfs niet de revi
sionistisch gezinde Matin. Het publiek kan
volkomen gerust zijn, zegt dit blad. Zoowel
de correspondentie als de handelingen der
officieren, die op dit oogenblik belangrijke
posten bekleeden, zijn boven verdenking ver
heven. Er is een beroep gedaan op de
waakzaamheid der Regeering, welnu men
kan en moet redelijkerwijze vertrouwen,
dat niemand haar zal noodzaken die waak
zaamheid scherp uit te oefenen.
Het vijfmanschap dat zich tot bestuur
heeft opgeworpen van de gematigde repu
blikeinen zou, volgens de Courier du Soir,
voornemans zijn, vóór het bijeenkomen van
de Kamer een verklaring openbaar te maken,
waarbij het aan het Kabin :t—Brisson zijn
steun zal ontzeggen, met het oog op de
noodzakelijkheid om de begonnen taak te
voltooien.
NIEUWE SGHIEOAMSGHE COURANT
EN WETHOUDERS VAN
**er
i
k«i
«r.
oor
eti.
tlQ;
zien
Wel
si "be