Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
m
2lste Jaars.
Woensdag 26 October 1898.
No. 6229.
bureau "gèoterstvaat 50.
cliler ies Hontraters.
eui 1 leto n.
CS* 1'
PRIJS VAN DIT BLAD:
V
°°r Schiedam Der 3 maandenf 1.50
F
Mrico per oost door geheel Nederland - 2.
'Wonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regei meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
H
et
EEN OVERZICHT.
25 October '98.
L^etl ^e'00^ er heden te Parijs bij het
ft stre0r ^amer te spannen. De politie
Maatregelen genomen. Samen-
'klel^ riz'jn verboden; wie tegendit verbod
n°r(W 2a' dadelijk in hechtenis genomen
h'S rn Afeten Weg met Frankrijk 1
°od ^et het leger! Weg met de Joden!
atj de Joden! Weg met Brisson!
he s oproerige kreten beschouwd.
°8Pin-> 'll~SeMietische Bond heeft een op-
aan de Franschen laten aanplakken,
^e®ster Se2eSd wordt, dat de Joden, de
,er Vatl Frankrijks lot, de belangen
reng?tl verdediging in gevaar kunnen
^che Vera"twoordelijk zijn voor de econo
mist! dCorisis> een beroep op het buitenland
Korio etl> de vlag besmetten en den bur-
jfko*, v°orbereiden. Daartegen moet op-
?erijne borden en het voorbeeld der
„.f' die weldra van de Joden verlost
S tvZlA
moet worden nagevolgd. Dat
pQl<rb0n a8 in den omtrek van het paleis
I ^"krij^ 6 areten mogen weerklinkenLeve
eÜerj Weg met de Joden! Leve het
b^er eS met de verraders.
t endj-ftc^^aarschijnlijk zal het Plein der
'®0 Sa ^aar de verschillende betoogers
v^etlkomen, een schouwspel te zien
0; ten top gestegen tweedracht,
^ooeraal Chanoine het Parijsche
s. Schetl w®derom even krachtig doet
e'der. treden als bij de werk-
b Voor veertien dagen.
gel,Za' na haar samenkomst worden
inte^611 ^°°r n'et m^nder dan
een
0 daarftierpe"aties over de zaak-Dreyfus
4h^e 'n verband staande zaken.
eren zal de bekende monarchist
Van ^SSon interpelleeren over de
Dg 2ola
CL, 4 ariis„i
°ticie correspondent van de Daily
p geS|Q 6weert, dat hij Zondag Zola in
rijtuig heeft gezien. Hij is
Ko^ij h
^«pr'1S!6 ,')en elkaar in lang niet
hjcj f er is veel gebeurd
in °rd eer baron," was het ernstige
V6t w.
jl' tijfj 3 een harde slag voor u, in zoo
•■do' hii j r°o w en dochter te verliezen..."
„r 's ho»6n kernel, dat was het... Maar
in ^deren no&' dat 'k ze door de schuld
V>r del verloren heb....
fpSC j'd van anderen vroeg de
VJrVr°"sdö merkbaar het voorhoofd.
e baron, was Egon niet ge-
ebt
mÜn zoon> vroeg de baron
tltle®r giiZ°-n en m9n schoonzoon
Z1jn huwelijk niet hadt willen
zeker zich niet bedrogen te hebben, want
hij kent Zola reeds meer dan vijftien jaar.
Zola heeft hem bovendien nog gegroet.
Volgens den Temps zal de heer Cavaig-
nac, oud-minister van oorlog, zich met alle
macht verzetten tegen de revisie van het
proces-Dreyfus. Hij stelt zich voor de Kamer
te wijzen op de onmogelijkheid eener ernstige
herziening, o. a. tengevolge der onoverkome
lijke moeilijkheden, welke in den weg staan
aan een publicatie van het «geheime dossier"
en aan een openbare discussie over de
personen der agenten van den vreemden
spionnagedienst in Frankrijk. De revisie is
overigens nog niet in veilige haven, vooral
nu waarschijnlijk het ministerie-Brisson, dat
haar doordreef, weldra tot het verleden zal
behooren.
De Kerkvervolging in Frankrijk.
De vervolging van den godsdienst open
baart zich in Frankrijk onder een nieuwen
vorm. De rapporteurs voor Binnenlandsche
Zaken en Eeredienst bij den Conseil d' Etat,
Abel Flourens, heeft nl. in antwoord op een
vraag, eenigen tijd geleden door den minis
ter van Binnenlandsche zaken, tot zijn collega
voor Eeredienst gericht, in zake de rechten
van het bureau de bienfaisance en van den
parochie-pastoor, wat betreft het inzamelen
van geld voor de armen, geconcludeerd, dat
het voortaan aan laatstgenoemde, evenals
aan de kerkfabrieken verboden zal zijn in
de kerken te collecteeren voor de armen
De zaak zit nl. zoo in elkaar. Nu bijna
anderhalf jaar geleden ontstond er in zekere
gemeente een conflict tusschen den pastoor
der parochie en de administratie van het
Bureau van Weldadigheid. Naar aanleiding
daarvan verzocht de minister van Binnen
landsche Zaken, Barthou, eenigen tijd later
aan zijn collega Milliard, die Darlan als
minister van eeredienst was opgevolgd, hem
van advies te dienen omtrent de hierboven
medegedeelde vraag. Milliard gaf den minis
ter den raad de moeilijkheid te onderwerpen
aan het oordeel van den Conseil d' Etat.
ontbinden dan zouden mijne vrouw en doch
ter nog in leven zijn...
«Zoo klaagt gij waarschijnlijk mij aan
wegens de oorzaak van haren dood?
»Op deze vraag heb ik geen antwoord,
dat laat ik aan uw hart en geweten over
«Kohring, gjj voert een taal, die u vol
strekt niet past en die ik slechts wil ver
ontschuldigen door de vele, langjarige dien
sten, die gij mij bewezen hebt.
«Dat is mij onverschillig, heer baron,
maar de waarheid moest gij eenmaal uit
mijn mond hooren. De vergelding voor het
geen gij mij en mijn kleinkind hebt aan
gedaan zal niet uitblijven, want er leeft nog
een God in den hemel en die is altijd
rechtvaardig geweest."
De slotheer zat sprakelooshij had nog
nooit dergelijke woorden vernomen en dat
nog wel uit den mond van een onderge
schikte Zijne oogen vlamden en de aders
op zijn voorhoofd zwollen bedenkelijk.
Kohring die zijn heer beter dan iemand
kende zag dit, maar ging onverschillig voort,
«Ik heb nog eene mededeeling, heer
baron... Gij ziet mij namelijk thans voor de
laatste maal.... ik blijf nog maar zeer kort
in deze streek."
Dit lichaam bleef, naar 't schijnt, een groot
jaar bezig met haar onderzoek en komt
thans onder het bestuut1 van het radicaal
vrijmetselaars-kabinet Brisson plotseling met
zijn conclusie voor den dag. Volgens sommi
gen zou de tegenwoordige minister-president
van de zaak nagenoeg geheel onkundig ge
weest en door de hem onverwachts voorge
legde conclusiën van genoemden rapporteur
verrast zijn geworden.
Omtrent deze conclusie, geheel in over
eenstemming met de bespottelijke aanma
tigingen van de Bureaux van Weldadigheid
maar lijnrecht in strijd met de eerste be
ginselen der gezonde redenen der recht
vaardigheid heeft de Staatsraad in alge-
meene vergadering nog geen uitspraak ge
daan. Het is echter te voorzien, dat, mocht
deze nieuwe aanslag der Loge op de Kerk,
dit nieuwe plan tot ontkerstening van
Frankrijk, de officieele goedkeuring ver
werven, de godsdiensthaters op tal van
moeilijkheden stuiten en hun doel geheel
missen zullen. Tot dusver werd in Frankrijk
op feestdagen van wege de gemeentelijke
armbesturen in de kerken collecten ge
houden, die door de geloovigen milddadig
werden bedacht. Men gaf zich zeiven niet
nauwkeurig rekenschap van hetgeen er met
deze gelden gebeurde. Maar wanneer thans
officieel het monopolie der Bureaux van
Weldadigheid wordt afgekondigd en de
geloovigen het ware karakter van dezen
maatregel leeren kennen, is het te voorzien,
dat duizenden hunner geen centiem meer
geven zullen aan de heeren, die als beamb
ten van genoemde instellingen met de
schaal rondkomen en dat de Katholieken
wellicht op andere wijze voor de armen
hunner gemeente zullen zorgeo.
De heeren anti-clericalen spelen gewaagd
spel. Zij stellen zich-zelven bloot aan een
belachelijk échec. Eerst bebben zij ge
tracht aan den godsdienst de jeugd te ont
rukken, door het verplicht leekenonderwijs
en een leugenachtige neutraliteit der school
«Gij wilt weg? riep de baron, dat duld
ik niet, meent gij zoo maar wanneer
het u goeddunkt mijn dienst te kur.nen
verlaten."
«Ik doe het toch.... Gij kunt gemakkelijk
een anderen houtvester vinden en voorloopig
kan de eerste jagersgezel onder Bergman's
opzicht mijn werk doen."
»Tot weerziens dus heer baron Wanneer
en waar dat zijn zal moeten wij aan God
overlaten, misschien zien wij ons ook pas
in een ander leven weer, waarin onze dooden
oris reeds zijn voorgegaan."
Na deze woorden verliet hij den sprake
loos daarzittenden slotheer en diens huis en
begaf zich naar een advocaat, die een vriend
uit zijne jeugd was. Met dezen had hij een
langdurig onderhoud, regelde zijn vermogen,
maakte nog eenige beschikkingen en nam
toen hartelijk afscheid. Toen hij tegen den
avond zijn huis bereikte, ijlde Bergman
hem reeds tegemoet en vroeg met onmis
kenbare zorg
«Waar zijt ge toch zoolang gebleven, wij
hebben zooveel angst om u uitgestaan
«Angst om mij luidde de verwonderde
wedervraag. Het is waar, het is al avond,
maar ik kon vanmorgen niet weten dat ik
te decreteerendaarna tastten zij de Kerk
aan in haar seminaristen, die naar de
kazernen gestuurd werden, vervolgens
werden de gasthuizen verwereldlijkt en de
militaire aalmoezeniers uit het leger ver
wijderd. Ten slotte is het de beurt der
armen. Zoo moeten, naar het duivelachtig
plan der Vrijmetselarij, alle klassen der
maatschappij verwijderd worden van de
Kerk, die men ook reeds in haar leer heeft
aangevallen door de wet op de echtschei
ding en in haar werken van liefde door de
fiscale uitzonderingswetten.
Het ontslag van een Spaanschen minister
van oorlog, Gamazo, sinds eenige dagen
aangekondigd, is thans een feit. Men brengt
dit ontslag in verband met de arrestatie van
den afgevaardigde Figueroa, directeur van
het blad de Nacional, die, nadat zijn courant
in beslag was genomen, een bulletin had
uitgegeven, waarin enkele handelingen van
den prefect van Cadix aan de kaak werden
gesteld. Het schijnt, dat toen de kapitein-
generaal van Madrid in strijd met deregelen
der parlementaire onschendbaarheid den
afgevaardigde heeft laten gevangen nemen.
Hoewel de heer Figueroa inmiddels op vrije
voeten is gesteld, verwacht men, dat de
kapitein-generaal van Madrid zal moeten
aftreden eveneens is de prefect van Cadix
ontslagen.
De partij van AVeyler groeit natuurlijk
door dergelijke voorvallen, en men spreekt
alweer van de vorming van een militair
Kabinet, ofschoon koningin Christina, naar
verzekerd wordt, het liefst niet met Weyler
te doen heeft, maar daarentegen gaarne het
bewind zou zien toevertrouwd aan Polavieja,
wiens aanhangers in de Cortes zeer talrijk
zijn vertegenwoordigd.
Ook in Engeland is thans een blauwboek
openbaar gemaakt bevattende de depeches
op de onderhandelingen die in zake de
Fasjoda-kwestie tusschen de beide betrokken
partijen zijn gevoerd.
Men zegt, dat er te Portsmouth Chatam
zoolang zou opgehouden worden. Mijne zaken
zijn nu echter in orde en wanneer gij alles
zult ingepakt hebben Lise," wendde hij zich
tot deze «kunnen wij vertrekken."
«Vertrekken, riepen alle drie als uit een
mond
«Vertrekken van hier
»Ja," luidde het zachte antwoord «ik
moet weg, ik moet leeren vergeten. De
smart om de geliefde dooden, de herinnering
aan hen zou mij overweldigen, want niemand
kan in de verte vermoeden wat ik geleden
heb en nog lijd."
De dames konden de tranen niet weer
houden, de rentmeester echter sprak op
hartelijken toon
«Laat het voorloopig bij een reis blijven,
oude vriend
«Om dan weder in de oude omgeving en
in de oude omstandigheden terug te kee-
ren Neen, dat kan ik niet, ik moet in
eene geheel vreemde omgeving mijn leed
trachten te vergeten
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT
KT
'HUI
^oii^L ltlsdi
wA Vq&I i