In onze YroedschaP* d^.. De behandeling der Gemeente-begrooting wordt aan de orde gesteld en geeft bij de Algemeene Beschouwingen aanleiding tot een uitvoerig debat over de Inkomstenbelasting. De heer N o 1 e t opende dit debat door te wijzen op de vraag bij het afdeelings- onderzoek gedaan om mededeeling te krijgen van de plannen die B. en W. hebben op het gebied der belastingen. B. en W. deelden in hun antwoord mede, dat zij weldra een ontwerp zouden inzenden lot wijziging der Inkomstenbelasting, die in dat geval de bela>ting zou zijn. Waar verleden jaar gebleken is, dat eene inkomstenbelasting niet welkom is, wilde spr. dat de Raad thans uitspraak zou doen omtrent die be lasting. Spr. merkt op dat al is de poging an onzen te vroeg ontslapen wethouder Maas om een belasting op grondslagen te geven, mislukt, een tweede poging, wellicht met beter uitslag, had kunnen gewaagd worden om een dergelijke belasting te leveren, en wil daarom te meer dat de Raad over de Inkomstenbelasting uitspraak zal doen. De Voorzitter antwoordt, dat het Dag. Best. niet kan deelen des heeren Nolet meening, dat de Raad de Inkomstenbe lasting heeft veroordeeldde verklaring in de memorie van antwoord is intusschen slechts de meening van B. en W., de be slissing is den Raad voorbehouden. Sedert het bleek dat de Raad het ontwei p- Maas niet wilde, hebben B. en W. over wogen welke belasting nu moest worden voorgesteld. Van een straatbelasting waren zij niet afkeerig maar waar in verschillende gemeenten die belasting schipbreuk heeft geleden, leidde hunne overweging tot het besluit, dat de Inkomstenbelasting moest zijn de belasting. Dit neemt echter niet weg dat daarnaast andere belastingen kunnen geheven worden, waardoor het percentage der Inkomsten belasting belangrijk kan verminderd worden. Zoodra de plannen daaromtrent bij het College zijn vastgesteld, zullen die aan den Raad worden aangeboden, die er over oordeelen zai. Wil de Raad de Inkomsten belasting met, dan wacht spr. een ont werp ent den boezem der vergadering. De heer Nolet begrijpt, dat voor het begrootingsjaar de Inkomstenbelasting moet zijn de belasting, maar voor het vervolg wenscht spr. dit nog niet pertinent ver klaard te hebben dit moet afhangen van de beslissing die over het gewijzigd ont werp zal genomen worded. De V oorzitter repliceert dat naar de meenmg van B. en W. de Inkomsten belasting zal zijn de belasting. De heer Mr. Jansen acht deze perti nente verklaring in strijd met de belofte vroeger door B. en W. gedaan, dat een principeel debat over de in te voeren be- ïastingstel zou worden gevoerd de houding van B. en W. bevreemdt hem. Den heer De Groot bevreemdt de houding van B. en W. volstrekt niet. Zij die den nadruk leggen op de schaduwzijden van de Inkomstenbelasting en een eenvou diger en gemakkelijker belasting verlangen, moesten zelf met een voorstel komen. Steeds van B, en W, te verlangen, dat zij eene volmaakte belasting zullen geven, is een zoeken naar de quadratuur van den cirkel. De Voorzitter herhaalt, dat de ver klaring van B. en W. is het antwoord op de gedane vraag bij hpt sectieverslag. De heer Mr. Jansen merkt op, dat hij niet gevraagd heeft een belasting volkomen naar draagkracht; het volmaakte is in deze wereld niet te krijgen, maar wij moe ten zoeken de waarheid nabij te komen. De Inkomstenbelasting is leugen, bedrog en misleiding van het volk. B. en W. hebben een principieel debat vermeden zij hebben hun doel bereikt door de indiening van een belasting naar grondslagen, die de goed keuring van den Raad niet kon wegdragen het ontwerpMaas was een vermomde Inkomstenbelasting. Spr. begrijpt dat we thans niet anders hebben dan de Inkom stenbelasting die hij zoo goed mogelijk hielp maken, maar zou gaarne een prin cipieel debat over de bestendiging dier belasting zien. Dat een voorstel over een nieuwe belasting uit den boezem der ver gadering zou moeten komen, kan spr. niet toegevennieuwe belastingwetten voor te stellen is niet de laak der raadsleden, maar van B. en W., die ambtenaren ter beschikking hebben om ze voor, te bereiden voorstellen moeten in den regel van het college, niet van den Raad komen. De heer Gouka vraagt waarop de mee nmg van den heer Jansen omtrent de in komstenbelasting berustwaar deze kwali ficatie wel niet zonder bewijs zai gegeven worden, heelt hij zeits geen schijn van bewijs gehoord. De Voorzitter wraakt 't, dat B. en W. den Raad zouden hebben willen misleiden en principieel debat vermijden. De leden hadden het recht het voorstel Maas door amendementen te verbeteren. Maar dat is niet geschied met de afstemming van art. 1 was het pleit beslechthet was la mort tans phrase. Het is zeker voor de leden niet gemakkelijk belastingvoorstellen te maken, hoewel ook hun de ambtenaren ten dienste staan, maar komt een der leden met een goed plan, dan zal dit behoorlijk worden uitgewerkt, De heer De Groot verklaart nog eens wat hij bedoelt met het zoeken naar de quadratuur van den cirkeler wordt geen belasting ingevoerd, waarbij geen rekening gehouden wordt met de draagkracht, maar men moest niet telkens van B. en W. het onmogelijke verlangen. De heer Mr. Jansen antwoordt, dat het ontwerpMaas eenigszins den vorm had van een belasting naar grondslagen, maar in werkelijkheid een broertje of een zusje der Inkomstenbelasting wasdeze belasting wet was bovendien in strijd met de bepa lingen der Gemeentewet en kon ook daarom niet worden aangenomen. Spr. gelooft volstrekt niet, dat de Inkomstenbelasting de rechtvaardigheid nabij komt, maar zijne meening blijft, dat er geen billijker en rechtvaardig belasting is dan een verterings belasting Spr. heeft de Inkomstenbelasting leugen bedrog en misleiding van het volk genoemd en hij handhaaft dit, want het volk wordt door een schijn van rechtvaardigheid misleid, terwijl in werkelijkheid die belas ting op het volk afgewenteld wordt. Spr. meent dan ook, dat wanneer eenmaal het volk zal weten dat Inkomsten- en Vermogens belasting feitelijk door de kleine luyden worden betaald, ze van voorstanders tegen standers der wet zullen worden. De heer De Groot, opmerkend dat wij in een principieel debat zijn vervallen, zegt, dat het bekend is, de heer Jansen er omtrent het verhalen van belastingen een eigen theorie op na houdt. Waar over 't algemeen de afwenteling reeds moeilijk is, acht hij die bij Inkomsten- en Vermogensbelasting on mogelijk. De heer Mr. Jansen zegt. dat hij zich met zijne theorieën geed gezelschap bevindt, want hij heeft een medestander in minister Pierson, die opmerkte dat juist bij de Ver mogensbelasting het afwentelingsvermogen het grootst is. Den Voorzitter doet het genoegen, dat de heer Jansen zelf van individueele meening sprak, maar moet een woord van protest doen hooren waar hij beweert, dat bij de Inkomstenbelasting de mindere man zou gekneveld worden. Mr. Jansen zegt, dat de Voorzitter hem niet begrijpt, hij had 'tover den aard, de soort der belasting niet over de toepassing dat heeft hij volstrekt niet bedoeld. U i t g a t e n Daarna gaat de Raad over tot de Uitgaven" Volgn. 1—62 worden goedgekeurd. Bij volgn. 62 (ambtenaren ter gemeente secretarie, antwoordt de Voorzitter den lieer P. C. M. J a n s e n, dat de voorgestelde verhooging geldt den persoon, niet de be trekking, waarvoor een aanvangstractement zal worden vastgesteld. Volgn. 6368 worden goedgekeurd. Bij volg 68 (jaarwedden van keurders enz.) stelde de heer P. Jansen voor het schouwloon van de keurders der distilleer ketels wegens het weinige werk met f 50 te verlagen. Uit de mededeeling van verschillende zijden blijkt dat de keurders een vaste betrekking bekleeden. De heer De Groot merkt op, dat bij verschillende vaste betrekkingen bij vermin dering van werk de vraag gold of de jaar wedde moest worden verlaagd. In het eene geval gold het den waagmeester en werd de vraag in toestemmenden zin beantwoord in het andere geval, van de leeraren der H. B. S., werd een ontkennend antwoord gegeven thans zijn de keurmeesters aan de beurt en waarschuwt spr. den Raad voor telkens wisselende beslissing. De vraag van den heer P. J a n s e n waar om er dan bij deze betrekking gesproken wordt van «schouwloon" en niet van jaar wedde, beantwoordt de Voorzitter aldus, dat die omschrijving in het ontstaan van dien post is te zoeken. De heer Jansen trekt zijn voorstel in. Volgn. 68 wordt goedgekeurd. Bij volgn. 69 (Jaarwedde van sluiswachters enz.) stelt de heer De Groot voor, den tweeden brugwachter aan de Hoofdbrug, die geen tijd geeft er iets bij te verdienen, een salaris van f'425 in plaats van f300 toe te kennen. In antwoord aan den heer Van Westen dorp, die opmerkt dat de man pensioen heeft, betreurt de heer De Groot 't, dat dit argument al weer wordt aangevoerd. De V oorziter wijst er op, dat bij be- noeming op bijverdienste, hetzij uit arbeid of pensioen, wordt gelet. Het voorste) —De Groot wordt aangenomen met 13 tegen 6 stemmen.- Voor stemden de heeren Elzevier Dom, v. Gent, De Bruijn, Loopuyt, Smit, Kranen, De Groot, Prins, Van der Vlies, Dienske, v. Buy>en, Gouka en Klein. De heer Den Breems acht nu den brugwachter aan de Oranjebrug onrecht ge daan en steun vindend bij den heer D e B r u y n, die er op wijst, dat beide brug wachters twee bruggen bedienen, stelt hij voor ook dien tweeden brugwachter f 125 meer te geven. De heer Elzevier Dom wijst er op dat de werkzramheden niet gelijk zijn. De heer Beukers meent dat bij toe kenning der verhooging, de vergunning tot schoenlappen moet worden ingetrokken, opdat de man beter kan toezien. De heer Van Gent stelt voor den man f 50 meer te geven en hem het recht van schoenlappen te laten. Het voorstel—Den Breems wordt met 10 tegen 9 stemmen verworpen. Voor stem den de heeren Klein, De Bruyn, Loopuyt, Smit, De Groot, Westendorp, v. Buysen, Den Breems, Gouka. Het voorstel —Van Gent werd aangenomen met 15 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Nolet, Beukers, Mr. Jansen en P. Jansen. Volgn. 69 100 worden goedgekeurd. Bij volgn. 101 (Kosten der Waterverver- sching) herinnert de heer Loopuyt aan het besluit het vorig jaar genomen, waarbij B. en W. werden uitgenoodigd bij de heem raadschappen stappen te doen om de toe stemming tot hel inlaten van water te ver krijgen. De opmerking van B. en W. dat het water in 'tafgeloopen jaar goed is ge weest, kan spr. tot zekere hoogte beamen, maar is voor hem, waar verbetering zoo gewenscht is, geen reden de zaak te laten rusten. Spr. wijst er op, dat in het provin ciaal rapport aan Schiedam de wenk wordt gegeven, de zaak zelf aan te pakken hij stelt dus voor nogmaals bij Schieland aan te klop pen om toestemming te krijgen tot het in laten van water, door het bestaande kanaaltje van de Korte Haven of door een buis welke door den dijk zou worden gelegd. Door den heer De Groot gesteund doch bestreden door den Voorzitter en de heeren Elzevier Dom en Mr. Jansen (de laatste verzette zich alleen tegen het leggen van een buis door den dijk als te kostbare proef-) gaf dit voorstel aanleiding tot eene breedvoerig debat, dat eindigde met verwerping van het voorstel Loopuyt en daardoor goedkeuring van de afwachtende houding van B. en W.voor het voorstel Loopuyt sternden de heeren De Groot. P. Jansen, Van Buysen Nolet Klein en Loopuyt. Volgn. 101 wordt goedgekeurd. Bij volgn. 102 (aanleg strekdam) wijst de heer Dienske er op, dat toegezegd is een verlenging var. de haven door de werken van den strekdambij onderzoek is hem het tegendeel gebleken. De inlichtingen van de heeren K I e i n en Van Westendorp konden den heer Dienske niet voldoen. De Voorzitter hoopte hem later de gewenschte inlichtingen te kunnen geven. De volgn. 102130 worden goedgekeurd. Volgn. 131 (kosten der gezondheidscommis sie) wordt ingevolge inlichting der commissie voor memorie uitgetrokken. De volgn. 132 —138 worden goedgekeurd. Bij volgn. 149 (jaarwedde der onderwijzers) beantwoordt de heer Den Breemsde vraag van den heer P. Jansen omtrent de ver- hooging met i 40 van de jaarwedden van de onderwijzers in de gymnastiek aan de scholen met uitgebreid leerplan, met verwij zing naar de toelichting onder mededeeling dat de bedoelde«regeling is ingezonden. De volgn. 149 162 worden goedgekeurd. Volgn. 163 subsidie ziekenhuis wordtgebracht van f5000 op f6250. Volgn. 163165 worden goedgekeurd, Volgn. 166 subsidie ambstuur wordt gebracht, van f 900 op f 600. Volgn. 166 187 worden goedgekeurd. Ontvangsten. Wordt ingelast volgn. 1 bis beschikking uit den dienst 1897 f8000. De heer P. Jansen vraagt of voor den aanslag der forensen ook de Beurs be- schouwdt wordt als een vaste inrichting bedoeld in art. 241 der wet. De Voorzitter zal dit bij B. en W. ter tafel brengen. Volgn. 1—9 werden goedgekeurd. Bij volgn. 10 noodigt de heer Prins B. en W. uit met bekwamen spoed een her ziening van het havengeld voor zeeschepen ter hand te nemen. Het is hem gebleken dat het havengeld voor ertsbooten hier f130 meer is dan te Rotterdam Schiedam be rekent 5 ct Roterdam 3'/4 en Amsterdam l3/4 per ton voor ertsbooten. De Voorzitter verzekert den heer n de"*' Prins dat het door hem aangegeve" ging beeld bij B. en W. een punt van over zal inmaken. Volgn. 10 wordt goedgekeurd. U- Bij volgn. 11 dankt de heer LoW^.el- en W. voor de gedane toezeggi"!? fende een abattoir. i Volgn. 1123 werden goedgekeuf^ Bij volgn. 24 moet worden geV°f& f d"' sub. 53 huur firma H. J. Plant en Volgn. 24—65 worden goedgekend sjui' B. en W. worden gemachtigd vei" tingspost «onvoorziene uitgaven vVe|li® anderen in verband met de wijziginge in den loop der behandeling zijn aange^ ^ge- De begrooting wordt daarna f°e meene stemmen goedgekeurd. flrdt d6 Niets meer aan de orde zijnde, vergadering omstreeks 10 ure ges'° f Volgens mededeeling van BurgeI"^ Je en Wethouders dezer gemeente Raadszitting op 11. Maandag zij" ing pen de bepalingen van het pensioenf®"3' g0g sioen verleend aan de heereng3s' lands, eervol ontslagen directeur fabriek en Drinkwaterleiding, 11200 J. A. Rutschy, eervol ontslagen s'a meester; f375 'sjaars, J. K. T. Ti"1®0® >r in sjaars, van Abcoude, eervol ontslagen - het rechtlijnig teekenen aan de Burgerschool, f 200 'sjaars. Voor het examen in vrije en orde ge- gen der gymnastiek zijn te Rotter®3 J. slaagd de dames C. M. van den &l° ^jef. C. van der Most en J. Rebers, a"e" De 53-jarige zandschipper C. va"3 p- Kruit, wonende Noorderstraat a!hi®r' e terdag-nacht, terwijl hij onder deg® Delft in het jaagtouw liep, slapende te ujtge' geloopen. Hij werd er door zijn zoo" haald. verg* id®' d® In een te Rotterdam gehouden ring van klompenmakers, woonachtig tot provincie Zuid-Holland, werd besl® 5. de oprichting van een klompenll°anaaii> vereeniging. De vereeniging kreeg d®n van «Samenwerking". Door de heeren G. H. Hummeli"®'''.^ J. Van Dusseldorp en J. Van H0sS®eragd A.M.zn. is een missive aan den gemee" te Vlaardingen gericht waarin Z1J voorstellenpjis5'0 «Dat de Raad besluite de Ho"1 voor de Verordening uit te noodige" ^ge stellen in te dienen, waarbij zoodai>'ge fi ling wordt getroffen, dat in plaats v3 ()öd een straatbelasting, de benoodigd® l(lg wordt gevonden door billijke ve' je' van havengeld en liggeld en door la Vi»®'" lasting op het gebruik der kade a B ^tS aanlegplaats voor schepen en als opsl®^ van goederen." Na verloop van vijf weken kwam jije®'1 de Raad onzer gemeente opnieu^^jt# ter afdoening hoofdzakelijk van het g® ^lij" begrootingswerk. Dat erin dat berr® ,)2® lange tij sverloop heel wat werk v^firik®fl' vroedschap was opgehoopt, is wel te Een enkele blik op het menu deed pi® reeds zien, dat dit communaal gast01?te" in eens zou afloopen maar de g3*^ d®1 tempo's zouden moeten verschijn®" gjiei'd® gemeentelijken disch om de °P% spijzen, waaronder nog al zwaar ge te verorberen. Forensenbelasting. Dat de heer De Groot bij I®' stelling van het kohier der plaatse J f w -j in komstenbelasting naar de forensen ^a'® ineeren, was wel te voorzien. Hij b® 0„efld zijne stereotiepe vraag, of de wi o® eigenaars of gebruikers van P rzU'ie voor het eerste gedeelte van dit Ja worden aangeslagen. d®3 De Voorzitter antwoordde dd® dat B. en W. de onmogelijkh®1 -aar®a j ingezien, de forensen nog voor te slaan, de nieuwe Rijkswet is met te-b®' '98 in werking getredende ge"l^aar 4U, lasting loopt van Mei tot Mei- volgens het voorschrift der wet v3je0( rensen een l/t zou gevorderd wo tgl.jjiiJ zich dit uitstrekken over zoo 'a"2>® efk®" fi dat aan de Rijkswet een terug ,t jeZij kracht zou worden gegeven die ze fco Deze verklaring van den ^oorllli<!eO,1 den heer De Groot, niet °verhe3to®^ ;g meende dat er geen bezwaar 0 g|aao forensen voor 4 maanden aan te dit in strijd met de Rijkswet, da^ejg*'e Ged. Staten hunne goedkeuring

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2