Dagblad v oor Schiedam en Omstreken.
bureau looierstraat 50.
Qerste blad.
Qfitaioiiter les Houtvesters.
2lste J aars.
Zondag 6 November 1898.
No. 6238.
li
PB IJS VAN DIT BLAD;
^°°r Schiedam per 3 maanden
franco per post door geheei Nederland
•Afzonderlijke Nummers
- 0.05
PBIJS DKB ADVBBTENTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
0pIÏCIEE
LE BERICHTEN.
ri i
ür pan mervennee i
J j' beukers 1
p1-Kranen i
©ui 1 Ie t o n.
an door lijn bescheiden gedrag
*>4* ber genegenheid; hij sloot zich
to# 'het lJ en houtvester aan en legde
W ^et /fer °P zÜne nieuwe bezigheid
h0r,at1Pe|1ik.'na st°nd hij ook op zeer vriend-
%,f tec«n voet' maar het meisje zag
>an dat ue-m,°P' want ziJ had spoedig
tijgeer u:- J heel veel geleerd had en
n'e'd i. -J Zlch met haar grootvader on-
^TP een v ziJ s^eds opmerkzaam toe.
•har niet :*gmiddaS maakte de hout
je katishpL® zlJnen. waartoe ook Walde-
li6 bej,je eaoorde, zijne gewone wandeling.
door jw,gtten van het gezelschap
1Üa u vergezeld, druk pratend
lr?klikit0n houtvester zag hen eenige
jonk. ^ö^ond na en zeide toen
r heett zich spoedig hier gewend
Parijsche Kroniek.
De gebeurtenissen der laatste veertien
dagen waren van groote beteekenis en
volgden elkaar met buitengewone snelheid
op. De val van het ministerie Brisson, ge-
wenscht en verwacht, kwam toch nog
vroeger dan men dit had kunnen voor
spellen, daarna de uitspraak van het Hof
van Cassatie in de revisie van het vonnis
tegen Dreyfus in 1894 geveld. Het Hof zegt
niet dat Dreyfus onschuldig is, doch verlangt
meer te weten waarom en waarop hij toen
veroordeeld werd en zal om daartoe te
komen zelfs eene enquête instellen waarbij
de vijf ministers van oorlog die van toen
af tot heden aan de regeering waren, zullen
gehoord worden. En ten laatste het nieuwe
ministerie Charles Dupuy, dat zich buiten
aller verwachting in eenige dagen heeft
samengesteld en waarin mannen der twee
grootste republikeinsche fractiën, die bij den
laatsten strijd lijnrecht tegenover elkander
stonden, zitting hebben. Die subiete ver
zoening geeft reden om eerst eens uit te
zien wat men in zijn schild voert, alvorens
veel vertrouwen in deze zonderlinge com
binatie te hebben. De talrijke interpellatiën
welke de regeering bij haar optreden wach
ten, geven haar onmiddellijk de handen vol
werk en de buitenlandsche politiek met de
Fasjoda-kwestie, verdient de grootste attentie
en eischt eene buitengewone diplomatieke
geslepenheid, teneinde de noodlottigste der
oorlogen, zooals die tusschen Frankrijk en
Engeland wel zoude kunnen genoemd worden,
te voorkomen. Gelukkig dat de minister
van buitenlandsche zaken, de heer Delcassé,
voor zijn zeer moeielijke zaak niet terug
deinst en de noodige capaciteiten schijnt te
bezitten om zijn land voor zulk een ramp
te. bewaren.
Zoo als afgesproken, ga ik nu de Meester
zangers van Wagner vervolgen.
Met zichtbaren weerzin heeft Walther
zich op den noodlottigen stoel tegenover de
en is een flinke, bruikbare jongen. Ik heb
dat ook aan de gravin geschreven als ant
woord op haar laatsten brief.
«Zij heelt voor haar kleinzoon wel het
rechte gekozen," antwoordde Lise.
«Dat heeft zy zonder twijfel, want hij
heeft zich ook lichamelijk flink en sterk
ontwikkeld. Of wij echter ook goed gehan
deld hebben voegde hij er met
nadruk bij.
«Hoe zoo dan oom" vroeg Lise snel.
«Zie maar eens naar die beiden" ant
woordde de houtvester, en wees op de
beide jonge gestallen die nog steeds in
druk gesprek waren, «Tot op den hond na
herrinneren ze mij aan een ander beeld,
dat me thans zoo dikwijls weer voor oogen
treedt." 6
Lise zag vol deelneming tot hem op, hij
ging echter voort
Nog eenmaal Liselief, ik weet werkelijk
niet ot ik er wel goed aan gedaan heb door
den jonker in huis te nemen. Hoe licht, hoe
gemakkelijk konden zij..."
vAnna is nog maar een kind, oom, en de
jonker ook nog niet veel meer."
rZoo ging het met die andere beiden
ook," klonk het langzaam terug "»tot zij
meesters geplaatst: Kothner met zijn zware
basstem zegt dat alles gereed is en de
griffier uit de diepte van zijn hok voegt er
met zijn keelgeluid het gebruikelijke woord
«Beginnen" bij.
De dichter bedenkt zich een oogenblik
en als door eene plotselinge inspiratie over
meesterd, staat hij in zijne volle lengte op
en van dit laatste woord als een uitdaging
gebruik makende, zingt hij er een heerlijken
lofzang aan de lente op. «Beginnen
Zegt de lente tot het groene woud.
Met een stem die geen macht weerhoudt,
En 't geboomt lachend en herboren,
Juicht en zingt vroolijk als de dag,
Of soms ook bruisend in ons oor
Als der golven klagend koor,
Welks zacht gedruisch
Zoo rein en kuisch,
Nu stijgt en vlamt in heiige spranken.
Vol vreugde weer,
Naar beter sfeer.
Hoor nu de winden
In d' hooge linden
Zich lossen op in jubelklanken,
En 't woud verkondt
Met blijden mond,
In fiere taal en breede zinnen,
Hoe alles leeft wat 't oog ons biedt
En dwingt om te beginnen
Het lieflijke lentelied.
Onder deze vurige bezielende woorden laat
de kritikus teekenen van ongeduld hooren
en geeft zware strepen op het bord. Walther
aan wien deze afkeurende teekenen niet
ontsnappen, keert zich met verontwaardiging
tot zijn verscholen tegenstander en gaat
aldus voort
Van wangunst overladen,
Het hart vol boozen haat,
Schuilt onder dorre bladen
De winter die vergaat
Als 't afgevallen hout
Is hij te dor en koud,
Om aan het voglen kweelen
ouder werden en de liefde hunne harten
binnensloop."
«De jonker blijft echter maar kort".
«Om het even, wij moeten hen zooveel
mogelijk van elkaar verwijderd houden".
«Dat zal moeilijk gaan oom".
«Maar daar krijg ik eene ingeving, laten
we zoo spoedig mogelijk eene gouver
nante nemen die Anna den geheelen dag
bezig houdt".
«Wij waren dat eerst tegen den herfst
van plan
«Het zou toch voor ons eene heele gerust
stelling zijn, wanneer gij thans reeds aan
dat plan gevolg gaaft. Ga morgen aanstonds
naar de stad, naar den leeraar die u toen
tertijd over e«ie nicht van hem gesproken
heeft".
De houtvester dacht eenige oogenblikken
na, toen moest hij zijne nicht gelijk geven
en besloot den anderen dag de noodige
stappen te doen.
Na eenige vergeefsche pogingen was
eindelijk eene gouvernante voor des hout
vesters kleindochter gevonden en deze nam
al spoedig haar intrek.
Sophie Dorner was de dochter eener
dokters weduwe cd den houtvester bijzonder
Het zwijgen te bevelen.
DochBeginnen!
Die roep doet mij het hart zoo goed,
Ja stort in mij den liefdegloed,
En als een jonge twijg bewogen,
Wat klopt en beeft het met geweld.
Ook zaalge vreugd komt nog verhoogen,
Al 't lief dat 't voglenkoor vertelt.
Het jeugdig bloed
Stroomt als een vloed,
Door lust en leven voortgedreven,
Een zacht gezucht
Vervult de lucht,
En 't hart gevoelt
Wat zij bedoelt.
Die zee van hooger doel en streven,
Mijn geest nu blij
Verheft zich vrij,
In klanken die ontstaan daar binnen.
Vaarwel dan nacht, de morgen naakt,
Ik kan met moed het lied beginnen
Van 't ruime vuur dat in mij blaakt.
De melodie van dezen lierzang is van
een verheven gevoel, overstroomende van
leven, geuren en licht, stijgt en zweeft zij
van luchtstreek tot luchtstreek in den blauwen
hemel, gedragen op de begeleiding van het
volle orkest, waarin de duizenden stemmen
des wouds weerklinken om zich in eene
verpletterende symphonie op te lossen.
De merker heeft zijn geduld verloren.
Woedend komt hij uit zijn kast en toont
het bord vol strepen «Het is genoeg, roept
hij, er is geen plaats meer over." Walther
wil voorgaan doch vruchteloos. De vergade
ring staat in wanorde op «Geen rust noch
fioriture en geen zweem van melodie", roept
de overwinnende kritikus uit. Het gevoelen
is algemeen, de proefzang van Walther is
onbegrijpelijk, dwaas, ongerijmd. Een slechts,
de oude Hans Sachs, de geliefde Neuren-
bergsche dichter, een waar dichter in zijne
wjjze, ver boven de vooroordeelen der school
verheven, neemt stoutweg de partij des
ridders en verzoekt hem voort te gaan.
aanbevolen. Zij was ruim twintig jaar oud
en van een zacht maar energiek karakter.
Zij had spoedig Anna's liefde verworven en
had er slag van met hare Degaafde vlijtige,
leerlinge om te gaan.
Zij gevoelde zich dan ook spoedig tehuis
op de houtvesterij, waar zij buiten de
lesuren, voor Lise een aangenaam gezel
schap was.
Zoo verliep de zomer met zijne lange
zonnige dagen, met zijn bloemen en kleu
renpracht, de herfst deed de bladeren val
len, de bloemen in den tuin Anna's
pleegkinderen lieten de kopjes zinken, en
spoedig lagen bosch en tuin eenzaam en
ontbladerd daar en herinnerden in niets
meer aan de schoonheid waarmee de zomer
hen had gesierd.
Toen viel de eerste sneeuw en als ge
woonlijk ging de kleindochter des houtves
ters dagelijks in het bosch om broodkruimels
te strooien voor de vogeltjes die tjilpend om
haar heen vlogen.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT
PROCES-VERBAAL van de opening der
stembriefjes die ter benoeming van
Tier leden Tan de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te 8ehiedam,
h den vierden November 1800achten
p.v eö negentig riju ingeleTerd.
H, ,eate o?. November 180') acht en negentig inde
in (fam' is door het bureau Tan stemop-
L Wa»ta 5 ter inlevering van stembriefjes bestemde
^a» et biir ^'D0Ine"' c'es namiddags ten twee ure.
Ar Ver,teau 'a samengesteld uit den heer Hendrik
0. ï?eg' Rufgemeester-Vooriitter en de heeren
?Jeeutw ®ysen en Abraham Gouka, leden van den
Uit V0Q.a- stemopnemers.
.'«de <U er plaatst op de tafel de stembus, be
tte bis w ""dnleTerde stembriefjes.
°.r^1 Keopend en beTondeu Tier en twintig
O'.getal b"a"en.
(Ve '#8elev m.et ''J9t der kiezers die briefjes heb-
v Sfoot i vergsleken zijnde, is gebleken te zijn
doo at j be' getal dier kiezers,
to.' ^ea v" 'ie' ''ju dooreengemengd, worden zij
n^lez.n#0r;!'tter één Toor éên geopend en overluid
®t
Ure»h heeft van onwaarde verklaard geen stem-
djj et ge(
V ^er geldig uitgebrachte stemmen is mits-
*h ij. vier en twintig.
(j getal zijn uitgebracht op de heeren
PEUKERS 22 stemmen,
ft 1' W. PK1NS 22
M* ,,M- A- yAN GENT 21
H. JANSEN 20
jPf'ANT 1
ij G- NOLET 1
b,^hhe;^OPUYT 1
K, 'erk-, 0 de volstrekte meerderheid van stem-
<?'- lE j»geF- de heeren G. C. Beukers, D, F. W.
11 ?'jn d i T,la ®en' en Plr- IP- H. Jansen,
hs». Koojjh ec, 'Te verkozen tot leden van de Kamer
Ger» j en Fabrieken in deze gemeente de
Pri US Coraeli8 Benkers. Daniii' Fran5ois
Gent c'll y. Henrieus Raymundus Maria Antonius
d" 'iih t" Wilhelmus Henricus Jansen.
Zaal a*^en ^.eze °Pening Tan stembriefjes door de
"hg11 ts 5a B«Wez'Se kiezers geen bezwaar ingebracnt.
de ^"«kt °P vat> dit een en ander proces-verbaal
(j beVo*gde'eg<!nwoordigheid van allen, die zich in
'e ®chiedam, den 4en NoTember 1898.
VERSTEEG, Voorzitter
A. VAN BUYSEN i 0.
A. GOUKA 1 Stem°pnemers.