Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
xxveaxx Hfroier&tvaat 50.
ëüRste blad.
ïs inkomstenbelasting.
ter te Houwers.
2lste Jaarg.
Zondag 13 November 1898.
No. 6244.
w
PRIJS YAN DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maandenf 1.50
ranco per post door geheel Nederiand - 2.—
'Wonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regeisf0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
''a 0tïlstenbelasting, door velen reeds
?r' Haaa'SCUSsiën in den loop van 1897 in
^'jltt w gevoerd, ten dooie opgeschreven,
P o„s a®r als een vaste bron van inkomst
*ntwoenfleenteliJk kU(IgeL ',un memor*e
;gr°ot(ti0ord °P het onderzoek der gemeen te-
p ln de afdeelingen van den Raad
ftedbe|as en W. mede, dat zij de Inkom-
'"8 als de plaatselijke directe
H*' ^fn eschouwden, hetgeen niet uitsluit,
naast andere heffingen kunnen plaats
r n laatstgehouden raadszitting,
Nt Reling der gemeente- begrooting,
Hog^i P®rtmente verklaring van B. en
Qar<hecie te®ensPraak uitgelokt ▼oor zoover
h t Veratid °°'i °i) toekomst werd gedoeld,
ii '8'® te 6fC* Waren 1 echter ook de princi-
'u'8^°ver ^erislar'ders der Inkomstenbelasting
j00*" 'te 6ens> dat de Inkomstenbelasting
t'"'8 eeni*SJ Vo^9en& dienstjaar bij ontsten
A, Cr andere plaatselijke directe belas-
eliJk als de belasting is te be-
I
C^ste'1 Standpunt wenschen ook wij de
'®r njetn lasting te bezien. Wij behoeven
0 herhalen wat wij reeds meer-
^etheri.,rent Inkomstenbelasting hebben
(j bet behoeft nauwelijks gezegd
iv 1 r"6est onrechtvaardige belasting
,ja)_eschouwen. Maar dit neemt niet
'"gt, nu de noodzakelijkheid zich op-
a8ti(,g e. eenige ons blijvende directe
91 de 'n.. 0Vereenstemming te brengen
li^9'' vy^^'Ede bepalingen derGemeen-
d'tge^ Werk gaarne zoo juist mogelijk
1 de i °er(I> daarbij ook rekening houdend
,ePass
lng dezer plaatselijke belasting
gegeven.
Het o o.
19)
^De
die e'trach^Iïleest.er schilderde hem mij als
^th8tl0egfJQn j°ngen nnan, en het deed
li Is en h tl hooren dat hij zeer werk-
Sn bt eii /enomen-"
»to9r al [L e barones von Stein en hare
®6h kine16"1' 8r°°tpa," vroeg Anna.
h.r ?o0 nil ,no8 «iet De freule moet on-
ble» rQ«id zÜn als haar neef."
dhe^gn Anna voor huiselijke aan-
i-tO,01 haat- i?ePen en toen wendde Lise
H
-n - oom
^get!8 het hüi' h.fit u n'et verbergen maar
0 van den graat met zorg
aatom
'J'Se'" voeg de houtvester
het
°°g op onze Anna".,
Over 't geheel getuigt de thans voor
gestelde gewijzigde verordening van een
streven om het inkomen meer naar den
werkelijken toestand te belasten. Reeds het
weglaten van het woord vermoedelijk" in het
eerste artikel geeft van dit streven blijk.
Dat dit streven zelfs niet bij benadering tot
zijn recht zal komen, behoeven wy hier wel
niet uiteen te zetten. Het werkelijk inko
men van alle ingezetenen vast te stellen,
waar het bij sommigen uit zoo vele verschil
lende bronnen wordt verkregen, zal wel
om het woord van een bekend raadslid te
gebruiken een zoeken naar de quadratuur
van den cirkel blijven. Toch is zelfs het
pogen hier te loven. De Gemeentewet zelf
tracht de belasting van het inkomen zooveel
mogelijk met de werkelijkheid in overeen
stemming te brengen, door in art. 243 het
volgende te bepalen
»De directe belastingen,[bedoeld in art 240c
mogen met of zonder aangifte geheven
worden naar schatting van of klassificatie
overeenkomstig het totaal inkomen of de
totale vertering of ook volgens eene be
rekening van het inkomen of de vertering
naar grondslagen,ontleend aan den uiterlijken
staat. Bij het heffen van een hoofdelijken
omslag of andere directe belasting naar het
inkomen mogen geen inkomsten buiten be
rekening worden gelaten of lager dan haar
werkelijk zuiver bedrag worden berekend
of geschat, behoudens bij wisselvallige in
komsten berekening van een gemiddelde
over twee of meer jaren. Het bedrag der
aanslagen in elke belasting als onder c van
art. 240 bedoeld, moet percentsgewijze ge-
lijkelijk worden berekend naar het totaal
van het inkomen of de vertering, na aftrek
van een bij de belasting-verordening te bepa
len, voor alle aanslagen gelijk of in ver
band met de samenstelling van het gezin
op gelijken voet berekend bedrag voor
noodzakelijk levensonderhoud. Afwijking van
dezen regel is geoorloofd, wanneer de be
staande verordeningen of bijzondere omstan-
»Wat! Gij meent toch niet...
»Zou het dan een wonder zijn wanneer
de oude genegenheid weer in beider hart
ontwaakte
»Lise, Lise, herrinner mij niet weer aan
vervlogen tijden" onderbrak haar de hout
vester angstig.
«Zouden wij de hernaling krijgen van een
dergelijk ongeluk
»Zou dan mijn kleinkind, het kind mijner
arme, onvergetelijke dochter
Wees gerust, oom," onderbrak Lise,
want de omstandigheden zijn immers ge
heel anders. Graat Steinhorst is onafhan
kelijk. Anna draagt eveneens een adellij
ken naam.
«Stil, stil, kind, onderbrak de houtvester
haar zacht, laat niemand hooren wat ge
lukkig hier verborgen is gebleven. »Wij
zullen echter een oog in 't zeil houden en
ons best doen om een dergelijk ongeluk te
voorkomen."
Volgens mijn idee zal er niet veel aan
te doen zijn" meende Lise, «gij kunt graaf
Steinhorst niet verbieden ons te bazoeken
en evenmin Anna uit zijne oogen houden.
Ook is het nog niet zeker dat mijn vrees
zal bewaarheid worden, de graaf kan immers
digheden daartoe aanleiding geven, mits de
verdeeling der lasten daarbij niet aanmerke
lijk verschilt van die, welke bij de opvolging
van den regel zou worden verkregen.
De bepaling in bovenstaand artikel der
Gemeentewet, dat het bedrag der aanslagen
percentsgewijze gelijkelijk moet worden be
rekend, sluit elke gedachte aan progressie
uit. Onder de oude wet was dat anders
zij liet toe eenige progressie bij de bereke
ning van het belastbaar inkomen toe te
passen, die in art. 8 van de thans nog be
staande verordening onzer Inkomstenbe
lasting is belichaamd. Daarin werd o. a.
bepaald, dat men voor een zeker procent
van het inkomen wordt aangeslagen, dat
voor inkomens van f 500 f 600 op 30%
voor die van f2400 f2800 op 95% is
bepaald. Bovenbedoelde uitdrukkelijke be
paling der nieuwe gemeentewet laat deze
progressie niet toe, zoodat zij in het gewij
zigd ontwerp niet voortkomt.
Over 't geheel zijn oveiigens slechts
weinig belangrijke veranderingen in de ver
ordening gebracht. De verschillende arti
kelen van het oude ontwerp zijn meeren-
deels onveranderd weergegeven.
Zooals wij reeds opmerkten, is in artikel I
het woord «vermoedelijk" vervallen.
In de artikelen 1 en 2 is vervallen de
bepaling die het maximum der heffing op
f 100,000 het procent op 4 bepaalde, terwijl
het aan den Raad is overgelaten het bedrag
der heffing telkens bij de begrooting vast
te stellen. Ten onrechte wordt hier o. i. het
maximum bedrag en het maximum procent
gemist, immers nu staat het den Raad vrij
het bedrag der heffing zoo hoog mogelijk
op te voeren, waartoe zeker zelfs de moge
lijkheid niet moet worden gelaten.
Art. 3 en 4 zijn beiden nagenoeg on
veranderd gebleven.
Bij art. 5 is onder de gevallen waarvoor
aftrek wordt toegestaan ook opgenomen
het bedrag voor pensioen en weduwen en
weezenfonds verschuldigd benevens dat voor
in den vreemde gemakkelijk een meisje ont
moet hebben, aan wie hij reeds hart en
hand schonk."
«Gij hebt gelijk, nichtje," antwoordde de
houtvester en blikte treurig naar de boo-
men, wier kruinen met het trissche Meigroen
getooid waren.
»Het best zal zijn om de dingen maar
op hun beloop te laten, en zorgen er voor
dat Anna niets van onze vermoedens be
merkt, dat zou haar hare ongekunsteldheid
ontnemen. Mocht echter gebeuren, dat die
beide menschen elkaar liefkrijgen, welnu,
wij kunnen evenzooweinig als gravin Stein
horst over die jonge harten gebieden en
dan moeten wij het als eene beschikking
des Hemels beschouwen."
»Maar de gravin met haar trots, haar
hoogmoed 1"
»Die beteekent ten opzichte van Anna
niets. De naam Bodenwald is zeker zoo oud
en heeft zeker zulk een goeden klank als
dien van Sieinhorst."
»Maar haar grootvader zal haar nimmer
als eene Bodenwald erkennen."
»Dat verandert niet aan de zaak, oom,
want hare doopakte en de trouwakte harer
ouders zijn wettig."
levensverzekering. Het bedrag van dien af
trek is echter tot f100 beperkt.
Art. 6 is belangrijk gewijzigd het be
paalt dat verplichte uitkeeringen en giften
van hand tot hand onverschillig of zij wor
den gedaan aan aanverwanten dan wel aan
andere personen die hier al of niet belasting
schuldig zijn, worden beschouwd als inko
men der gevers, wanneer die gevers binnen
deze gemeente belastingschuldig zijn en als
inkomen van hen door wie zij genoten
worden, wanneer de gevers niet binnen
deze gemeente belastingschuldig zijn. De
giften van hand tot hand worden dus in
ieder geval belast, iets wat o. i. zeer billijk
is, wijl zij getuigen van het inkomen, dat
door den belaste wordt genoten.
Art. 7 is ongewijzigd.
Art. 8 bevat de klassificatie, die onver
anderd is gebleven.
Art. 9 bepaalt dat van het bedrag
van het inkomen een vast bedrag van
f 400 voor noodzakelijk levensonderhoud mag
worden afgetrokken, terwijl die aftrek vroe
ger door het percentagestelsel voor elke
klasse verschillend was.
Ook de kinderaftrek is in dit artikel
anders geregeld. Was die vroeger voor het
eerste kind 170, voor het tweede f 60, voor
het derde f 50, het vierde 40 en ieder kind
meer f30, thans is die aftrek voor ieder
kind beneden 18 jaar op f50 bepaald.
Art. 10 bevat een nieuwe clausule waar
bij bepaald wordt, dat ambtsnalve rang
schikking in een hoogere klasse dan die
door den belastingplichtige is aangegeven
niet plaats heeft, dan, na dezen de gele
genheid te hebben geopend, zijn aangifte
nader toe te lichten.
De opneming van deze nieuwe clausule
is zeker alleszins te prijzenzij is niet
alleen in het voordeel van den aangeslagene,
maar ook in het belang van de administratief
betrokkenen, daar aldus noodeloos werk
wordt voorkomen.
Art. 1117 zijn ongewijzigd.
»'tIs waar, 'tis waar, Lise, maar een
jweede ongeluk wil ik niet in mijne familie
beieven, ik zou het ook niet meer over
komen. Wanneer die beiden elkaar liefkrijgen
en de graaf Anna tot vrouw verlangt, zoo
wil, moet ik hem zeggen wie Anna is en
dan begeef ik mij nog eenmaal weer naar
mijn oude woonplaats. Daar wil ik dan zien
hoe de zaken staan en de rechten mijner
kleindochter als Anna Thusnelda von Boden
wald doen gelden."
Bijna eene week was na dit gesprek ver-
loopen en wederom was het een Zondag.
Als gewoonlijk begaf zich de familie naar
de kerk en bemerkte in de grafelijke bank,
barones von Stein en hare dochter, noch
door de gravin, noch door Waldemar ver
gezeld.
Anna kon zich niet onthouden de beide
dames opmerkzaam gade te slaan en spoe
dig kwam zij tot de overtuiging dat de
barones haar nooit sympathiek zou woiden,
daarvoor waren hare trekken te hard en
terugstootend.
Wordt vervolgd
I'*
auauUJökCIJUCIttöUIIg UCUUCII
Sl0er.„en' dat wij die belasting als de in
dl,
iaj-i
"tl»®9 l0etv!Sen ^er PrakuJk' eene vlJl"
1 liek en het K en aat mj zeer werk'
h heen estuur zijner goederen reeds