BIOE2ÏLAND. gehoord hebbende de verschillenende sprekingen over de pensionneering va® werkliedenujt' Wa"f gebruik om bij hem binnen te gaan en f 45 en eenige kleeding te stelen. Bij de volgende inbraak werd de bewoner, een oud man, wakker. Hij verzette zich tegen de inbrekers, waarop zij hem een ernstigen steek met een mes in zijn rech terpols gaven. De inbrekers zijn onbekend gebleven. Te Rotterdam vertoonen zich forsche scheuren in den kademuur in het verlengde van dat gedeelte der Wilhelminakade, het welk onlangs instortte. Die scheuren strekken zich uit tot het terrein van de Holland Amerika lijn. Te Rotterdam verspreidde zich Vrijdag avond het gerucht dat majoor Esterhazy gister-namiddag aan het Maasstation uit Amsterdam was gearriveerd en aan een der hotels afgestapt, Ooggetuigen die hem van het station tothet hotel waren gevolgd, meenden hem met zekerheid herkend te hebben, terwijl enkele andere aanwijzingen het vermoeden schenen te bevestigen. Een onderzoek ingesteld om de nieuwsgierigheid te bevredigen bracht aan het licht dat de gewaande majoor niemand anders was dan de handelsreiziger Sp. uit Toulon, die veel gelijkenis vertoonde met den majoor en die dan ook werkelijk door andere handels reizigers in de wandeling met denzeltden naam betiteld wordt. Omstreeks half elf Zondag-avond barstte een felle brand uit in een perceel aan de Bleis wijkstraat te Rotterdam, waarin zich drogerijen en verfwaren van J. Borst be vonden. De geheele winkel en het bovenhuis zijn uitgebrand. Door de aanwezige terpentijn en olie werd het vuur aangewakkerd. Door vier brandspuiten was de brand te midder nacht gebluscht. De zich zoo statig verheffende windmo len aan het Zuidelijk gedeelte van Delft is verkocht voor f8650. Naar men verneemt is de nieuwe eigenaar van plan dien ouder- wetschen molen te amoveeren en dat gedeelte der stad een meer nieuwerwetsch aanzien te geven. TWEEDE KAMER. Zitting van Zaterdag 17 December. Bij de voortgezette beraadslagingen over de Marinebegrooting (Afdeeling Personeel) sloot de heer Troelstra zich aan bij Btaal- man's klachten over te strenge en wille keurige straffen aan boord en hij vroeg onbevangen onderzoek van de fei ten zoflder consideratie, om recht te doen wedervaren tegenover hen, aan wie onrecht is gepleegd. Wijzende op het dezer dagen gepubliceerd feit, dat een zeeofficier, die als atheist bezwaar maakte den kerk dienst aan boord van een Hr. Ms. schepen bij te wonen, daartoe door den bevelvoe renden officier verplicht was, vroeg spreker 's Ministers standpunt in deze. Voorts vroeg hij gelijkheid voor alle bladen van verschil lende politieke partijen, om aan boord ge lezen te worden, omdat onlangs de Öocia al- Democraat is onderschept en den abonné-schepeling het verder lezen daarvan verboden is. De heer K e r d ij k bestreedt de dagelijk- sche jeneververstrekking. Vooral aar. jongelui beneden de 20 jaren wenschte hij geen jenever verstrekt te zien. Ook spreker drong aan op vrijheid in het bijwonen van de godsdienstoefeningen aan boord. De Minister de heer Roell, merkt den heer Staaalman, die een afdoend antwoord had verzocht omtrent slechte behandelingen en willekeurige straffen aan boord van een schip in Indië, op, dat uit de rapporten van de commandanten van Scheeps- en Zee macht blijkt, dat niets van de gewraakte feiten gebleken is. En aan deze rapporten hecht hij de meeste waarde. De Zondags inspectie, waarover de heer Staalman klaagde, houdt verband met den inwendigen dienst, en is in 10 minuten atgeloopen. De minister weerspreekt 't dat de schepelingen over 't algemeen door de officieren slecht be jegend worden. Het verloop onder de schepelingen heeft andere oorzaken. Af schaffing van het oorlam gaat niet Soldijverhoogmg bij niet-gebruik kan mis schien helpen. Niet-verstrekken van jenever zou schade doen aan den dienst en de gewilligheid aan boord. Dat een atheïst verplicht werd tot het bijwonen van den kerkdienst, beruste op verkeerde uitlegging van een voorschrift van den minister. Zij die niet tot een be paald Kerkgenootschap behooren, of wier godsdienstige overtuiging door het bijwonen geweid wordt aangedaan, behoeven niet bij den kerkdienst aanwezig te zijn. De commandeerenóe officieren beoor- deelen het al of niet toelaten van couranten enz. aan boord. Hierin wil de Minister geen verandering brengen. Troelstra's be weringen van 't vorige jaar, over slecht voedsel zijn totaal onjuist, evenals de voorstelling door dien afgevaardigde gegeven van het met oranjedoekenz. versierde jenever vat op Koningins verjaardag aan boord van de Kortenaer. Naar aanleiding van eenige bedenkingen van de heeren Van G i 1 s e enKerdijk, merkt de minister nader opdat geen dwang bedoeld is maar ieder vrij is naar zijne overtuiging in de kerk te komen, behoudens maatregelen van orde. Op tal van vragen van den heer Staal- m a u antwoorde de minister o. a. dat hij geen verandering in het soldij van muzi kanten kan brengen, ook niet in hun dienst, als die op Zondag valt. Aan timmerlieden geld te geven in plaats van gereedschappen gaat niet Verhoogde zeetracte- m e n t e n zullen voor alle onderofficieren gelijk gemaakt worden. Aan den heer Van Kol verklaart de minister, dat 't geen regel is steeds menschen, die in hun jeugd iets misdeden, dus ook opvoedelingen in Rijks opvoedingsgestichten, van dienstnemen bui ten te sluiten. De M i n i s t e r belootde den heer Lucasse overweging of er termen bestaan voor ver hooging der bezoldiging van kwartier meesters en roeiers bij het loodswezen. Maandelijksche aflossing der wachters op lichtschepen kan de minister niet beloven. Hoofdstuk marine is aangenomen met 57 tegen 7 stemmen. Het debat over het hoofdstuk finan ciën is aangevangen. De heer Schaafsma wees op de onge lijke verdeeling van uitkeeringen aan ge meenten waardoor verschillende gemeenten in ongunstige financieels omstandigheden zijn gekomen. De heer Van D e d em klaagde over te groote fiscaliteit van de belasting-ambte naren bij het doen van aanslagen en hij vroeg of de minister hen daartoe had aangespoord. De heer Van Kempen wenscht zijne stem voor deze begrooting niet beschouwd te hebben als eene instemming met ministers politiek, vooral wat betreft het vrijhandel- stelsel en doctrinaire begrippen aangaande de sociale hervormingen. De heer D e R a s wenscht regeling van de rechtspositie van de pachters van de rijkstollen. Hij constateert, dat de schatkist benadeeld is door het niet laten betalen van tol door de automobielen welke hebben deelgenomen aan den wedstrijd Parijs Amsterdam. Spreker stelt den Minister persoonlijk aansprakelijk voor die schade, omdat zij z. i, voortspruit uit onvoldoende kennis van de rechten van tolheffing van den Minister. Wegens te heftige uitlatingen werd spreker tweemaal tot de orde geroepen. De heer De Beaufort drong aan op spoedige herziening van de belastbare op brengst van gebouwde eigendommen. De heer Tydeman bespreekt de toe passing der wet op de invordering der in voerrechten, meer speciaal wat betreft art. 24. Hij klaagt over de aan ingevoerde goe deren bij aanhouding toegebrachte schade en wenscht dat in geval niet tot benadering wordt overgegaan, den importeur die schade naar een billijken maatstaf wordt vergoed. De heer Van Wiliinge erkent, dat van de administratie niet kan woraen ge vraagd motiveering van hare beslissing in zaken aanslagen der vermogensbelasting, maar dat dit wel kan worden gedaan van de raden van beroep. Spr. wenscht eene gewijzigde klassificatie van dejgemeenten voor de wet op het personeel. Eindelijk bespreekt hij de regeling van het kadaster. Het deed hem genoegen dat de minister niet heeft toegegeven aan de inschrijving in het ka daster beweegkracht te geven, maar een eerste vereischte is, het kadaster goed en deugdelijk zij ingericht. Heden (Maandagj halt twee voortzetting. De nadere bij de Tweede Kamer inge komen inlichtingen van den Minister van Financiën op het adres van de Nederlandsche Vereeniging van meelfabrikanten zijn gesteld in handen van eene commissie van vijf leden, waartoe benoemd zijn de heeren Schepel, Dobbelman, Van Gijn, De Boer en De Waal Maletijt. Wij vernemen, dat de heer mr. C. H. graaf van Bylandt, te Neuwied zijne func- tiën als hofmaarschalk van Z. D. H. den vorst van Wied heeft nedergelegd en zich voorloopig naar Wiesbaden heeft begeven. (D.) i_ Burgemeester en wethouders van Den Haag hebben thans den gemeenteraad voorgesteld de begrafeniskosten van de vier bij den brand in de brood- en meel fabriek op noodlottige wijze omgekomen brandwachts, voor rekening der gemeente te nemen, welke kosten in geen geval de som van f 500 te boven gaan. De Haagsche politie heeft een uitgebreid proces-verbaal in handen van den officier van justitie gesteld betrekkelijk de ramp voorgevallen bij den brand in de brood- en meelfabriek aldaar. Ned. R. K. Volksbond. Pensionneering van Oude Werklieden. Men schrijft ons uit 's-Gravenhage De Centrale Raad hield gisteren een ver gadering in het Bondsgebouw der Haagsche afdeeling, waar de vele gildenbanieren waren opgesteld, Zooals gebruikelijk waren de afgevaardigden aan tafeltjes verdeeldop de galerijen zaten de leden der Haagsche afdeeling, die als toehoorders waren opge komen. Aan de bestuurstafel waren gezeten de zeereerw. heeren v. Erven Dorens en pater van Kerckhofïook twee afgevaardigden van Schiedam waren aanwezig. De voorzitter, de heer Passtoors, opende de vergadering met te wijzen op haar doel het beramen van maatregelen, welke nu het bekende regeeringsrapport een zoo droeve conclusie stelde genomen kunnen worden om de pensionneering van oude werklieden te bevorderen. Spr. zette uiteen tiet standpunt van den Boud in zake de pensionneering. De N. R. K. V. is tegen Staatspensionneering, maar is tevens van meening, dat de oude werkman recht heeft, op de vruchten van zijn arbeid, ook al kan hij dien niet meer uitoefenen. Dubbele hulp is daartoe noodig: zedelijke en stoffelijke. De zedelijke hulp is de macht van het gezag, de stoffelijke de geldelijke onderstand tot het vormen van een fonds. En een derde factor is de werkgever. Van de winsten der patroons mag een premie worden gegeven welke premie het karak ter heelt van uitgesteld loon. Om deze premie te verkrijgen over de geheele linie is de dwang van den Staat noodig. De voorzitter bracht hier hulde aan die werkgevers, welke ten aanzien van het pen sioen niet gewacht hebben op den dwang van den Staat. Die werkgevers hebben daar mede tevens een protest uitgesproken tegen de lijdzame houding van den staat. De staat heeft wel niet genoten van den bestaanden toestand, maar verzuimd tijdig maatregelen te nemen. Wij hebben dus recht op de hulp der regeering. 't ls waar, de Staats hulp moet uit de belastingen komen, doch de regeering moest dan ook luisteren naar raadgevingen, om de middelen te versterken, met name door beschermende rechten, be zuiniging op levende en doode weermiddelen en het staatsmonopolie van het gedistilleerd. Spr. gaf nu een kort historisch overzicht van de voornaamste handelingen van den Bond betreffende het pensioneerings-vraag stuk. Bereids in '92 werd op een audiëntie bij H. M. de Koningin-Regentes op de ur gentie der pensioneering gewezen. Reeds ten vorigen jare, '91, had de Troonrede deze pensioneering in uitzicht gesteld, doch we schrijven reeds 98 en noch is er mets te zien. Ook heeft de Bond, als uitvloeisel van een besluit van den Centralen Raad, aan een commissie opgedragen, te onder zoeken, of het van katholiek standpunt ge oorloofd is, dat de staat dwinge tot pension neering, welke vraag de commissie toe stemmend beantwoordde, tevens de wensche- lijkheid der pensionneering uitsprekend. Ir. 1894 werd in de Troonrede een iijf- rentebank in uitzicht gesteld, wat een teleurstelling was. Besprekingen werden gehouden door den R. K. Volksbond, Patri monium en Werkliedenverbond, waarvan het resultaat was een vrij kras adres aan de Regeering, waarin de lijfrentebank werd veroordeeld en een onderzoek betreffende de pensionneering door een staatscommissie werd verzocht. Door 250 werklieden-vereeni- gingen werd dat adres gesteund. Spr. her innerde aan de bekende motie Heldt, te dezer zake ingediend in de Tweede Kamer. Tot ondersteuning van deze motie werd in Den Haag een groote meeting gehouden. Op 29 Maart '95 werd de motie behandeld s d® in de Kamer, waarvan het gevolg ie instelling der staatscommissie 'nZ t,ede pensionneering. Blijkens de rede, waaf jSsi® minister Van der Sleijden de co®®1 ee0 installeerde, wenschte de regeering .^s. grondig onderzoek van de pensionnee® kwestie, wat volgens spr. den arbe' commissie ten zeerste vertraagd beef'jsSi« Tusschen een benoeming van een cut0 riog en de instelling van een pensionn® ligt.een zeer groote weg. Op &eZfl te® zijn wij wel een stap vooruitgebrac® bewijze waarvan spr. de conclusie dei missie, in haar bekend rapport uitget" en' voorlas. De commissie heeft het sta®1"^ sioen verworpen als zijnde een v°rrI1 je' staats-socialisme en zich geplaatst °P standpunt ook van den Bond pension®® ook met behulp van der, werkgeve jö- heeft de commissie geen wetsvoorri jj gediend, omdat haar arbeid te uitg® 0j-t en daardoor te kostbaar was, haar ray^ij heeft loch in theorie uiteengezet, ^a in practijk wenschen. t iij De regeering heeft eerst gezegd, da {Cn het rapport der commissie zou afwa t(J(jiO en thans verklaard, dat zij de zaak in heeft genomen en de pensionneering f0 te beschonwe als een der gewichtigste^a|[t blemen op sociologisch gebied. Zoo 0 egü men zich van een of ander punt van verkiezingsprogram af. Ja' Sp. protesteert tegen de bewering onder de arbeiders geen voldoende stelling heerscht voor de kwestie en #f op deze motie, door het Centraal ®>e aan de vergadering voorgesteld. De gewijzigde motie luidt als volg1 jer De vergadering van den Centr. ?ay0||tS' 18 Afdeelingen van den Ned. R. Qr$' bond, den 18en December 1898 te s venhage gehouden b®' overwegende, dat pensionneering- at, sluitend komende ten laste van den ge een niet rechtvaardige en ook niet lijke, maar pensionneering gevorrno oI) bijdragen van den werkman en den P^epd® met medehulp van den Staat een drino eisch isie kennis genomen hebbende èn va j^fi woorden in de troonrede van 1891 geSP jSgi® èn van de instelling der Staatscom® in 1895je gelet op het rapport door gen® Staatscommissie in dit jaar ingediend. Betreurtteijd a. dat het rapport zich niet uitsluj^eft met de vraag der pensionneering g[)je bezig gehouden, maar door 'bijko'® vragen de stand der quaestie onzuiver tv b. dat door dit rapport weinig hoop eene gunstige oplossing overblijftge® c. dat van deze Regeering niet vers is, wat door haar optreden rechtmatig verwacht worden, en Besluitf t® lo. om dezen haren spijt kenb®' je maken aan H. M. de Koningin, a®3 Je® Regeering en aan de beide Ka®el Staten-Generaalta»®1^ 2o. met alle op dit standpunt st'rjje®' werklieden vereenigingen samen te w gtf- om langs rechtvaardigen weg en ®®e, of lijke middelen zoo spoedig moge®J. je® lossing te verkrijgen in het vraag3®^ pensionneering van oude werkliedengef 3o. draagt Centraal Bestuur op a' ^aa®' lijke middelen in het werk te steil®®'^fj® door dit groote vraagstuk wettelijk geregeld. „r ij' De regeering moet afzien van n fO®' handelstelsel, om middelen te er de belangrijke kwestie der pension® ggCin£ Wil de regeering werkelijk een r®g ijo®11 van sociale rechtvaardigheid zijn, zij v dan aan de belofte, afgelegd do01£[ va*1 vrienden bij de stembus tot invoerin» een pensionneering. Daardoor za' geering een dankbaar volk schepp®r"g o° En met vertrouwen mogen wij 0 ^r®® wenden tot de Koningin. De OranJ®s ^0g® steeds de beschermers van het v°' oiri® zij spoedig een wet tot pensioneering va werklieden kunnen bekrachtigen (aP^[acbl' De motie werd nu in behandeling ge J®® De heer Kok (Amsterdam) da® ^\ie voorzitter voor diens resumé, breng aan den arbeid der staatscommissie'Sf van echter niet veel te wachten Wa eg® gelooft niet, dat er bjj de rege®®' ,£t o®1 wil is. Zeven jaar hebben wij ge^e ^pi3® de wereld te overtuigen, dat de jjcl1' een pensioen toekomt en dat het ^e® tend moet zijn. De regeering wil i®:L fl!) nog maar steeds meer bouwstof! wenscht daarom in de motie sub. j voegen de woorden, »zoo spoedig n°®£t vo®r' De heer Raté (Rotterdam) acht stellen van een pensioenregeling a" b®' werk der regeering. Hij heeft daa® zwaar tegen het woord vmedew

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2