Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Nlaa r een meisje 21ste Jaar£. Woensdag; 21 December 1898. bureau TJSSofersfraaf 50. No. 6276. I feuilleton. ^Cd PB IJS TAK DIT BLAD: ^oor Schiedam per 3 maanden1.50 franco per post door geheei Nederiand - 2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. OVEKZ1CHT. 20 December '98. vefk|antW00rd op een interPe0atie van Lazies r> *'aarde de De zaak-Dreyfus. gaarde de minister De Freycinet in de «ér van den Staat betrokken isik zal ,„5S1 in het bezit van het geheime ''She^ ^at stu^en bevat, waarbij de vei- i«eUnn ^et Hof van Cassatie geen mede- Mk 8 Van doeD dan onber waarborg van O* discretie Lazier trok daarna zijn 0 l.l.ati® in- 0VerP ZlJne beurt interpelleerde nu Millerand f6 kwestie van het mededeeien van {Jij ^e"eime dossier aan het Hof van Cassatie. ^liiltk'^6 dat H°f onder verantwoor- °C(Jr- 6'^ a"e stukken moet kunnen alle Roeken. \V,j ^in'ster- president Dupuy antwoordde «tl ^enschen een onafhankelijke justitie (paa^'"'Sen de mededeeling in beginsel in, 11161 waarborgen. Indien deze niet biet w. ^e8even, zoude regeering de stukken y. ^ödedeelen. d9tl V*ani voeg of het Hof het dossier aan ^verdediger zou kunnen mededeeien. *btw ni'nister"President Dupuy bleet bij zijn drje °°rd- Brisson verklaarde, dat alleen de he6(t stutken, die Cavaignac op de tribune 'rekk V°or£e'ezen> °P de zaak-Dreyfus be stük lnS bunnen hebben. Bij geen enkel *an bet dossier kan de veiligheid van Volgt ^emoeld z9n< hebben, ver- «0 p bet geheele dossier met Sarrien QJavaignac onderzocht. Va'Suac zeide daaropBrissou en Sar- 00rd °nberzochten de stukken, die ik noodig ^ee!de hun mede te deelen. lSs°n hernam Sedert Henry's verval- bch tic^. boschouwde ik de verdenking als q ^''breidende tot alle stukken. stUkkVa'8naC verklaarde daarnaIn de bovin®n d'e zich in handen van Gonse en en die Brisson onnoodig vond te i) Vr'6Ud k"n Je verzekerd zijn, waarde Hui»' ,at Je Walter bij ons uitstekend «ttlk tr ,zij.n- Het zal mij wel doen, als er t Weel jon.« 'even *n m9n buis komt 'at J dat ik «maar een meisje" heb. ?ien 7Zen u'tro®P om 's hemels wil niet in 'n °P als hij vroeger bedoeld werd z1!. ik nog meer doehters van het Z'6h Paer. Hardy had. Nu je Walter zal ^ek'ki Cbi®u kunnen de goede handelshe ren "gen tusschen onze beide huizen door auwer band aangehaald worden. g Je Paul Schmidt." ferme streep eronder. Twee goedig WIT oogen zien door den in goud ge- ord naar hun vis a vis. onderzoeken, bevinden zich de overtuigende elementen. Een motie, waarbij de verklaringen van de regeeringen worden goedgekeurd, werd ten slotte aangenomen met 370 tegen 80 stemmen. Niet weinig afgevaardigden, wier meening, zegt de Courier du Soir wii vrijwel deelen, beschouwen de heftige beroeringen welke de Hamer ondergaat als een teeken dat het oogenblik nadert waarop de onschuld van Dreyfus openlijk zal worden uitgeroepen. Het blad meent ook met gerustheid te kunnen verzekeren, dat de voorzorgen, welke Dupuy en De Freycinet met eenigen ophef noodzakelijk genoemd hebben, van zuiver formeelen aard zijn, om de buiten- landsche gevoeligheden te sparen. Reeds een dag of tien zou het Hof op de hoogte zijn, welke gevoeligheden het hier betreft, wat geen beletsel zal zijn om algeheel kennis te nemen van den inhoud van het geheime dossier. Wat de bezwaren betreft tegen de overlegging, De Freycinet, zegt het blad, weet dat het Hof geen voorwaar delijke aanvaarden kan, en hoewel de mi nister weinig medewerking toont, ziet de Courier hem niet de leiding nemen van een beweging tegen het Hof. Het Petit Journal bevat een uitgebreid relaas van de bekentenissen van Dreyfus te uitgebreid om het hier in zijn geheel over te nemen. Het blad constateert, dat de gansche geschiedenis van de bekentenis van Dreyfus bij het groote publiek nog niet bekend is. De namen van alle getuigen, die deze bekentenis hebben gehoord, zijn nog nooit genoemd. Maar, zegt het blad, het wordt thans tijd de stilzwijgendheid te breken en alles te zeggen. Het aantal dier getuigen is vrij groot. Allereerst de officieren, die uit den mond van den veroordeelde zelf, 5 Januari 1895, eenige oogenblikken na de degradatie, de bekentenis gehoord hebben. Dan degenen, aan wie deze officieren de «Papa, we moeten Müller thuis laten komen. Hij is al acht weken op reis, doet niets en verteert een hoop geld." Hare stem klinkt helder en koelop het witte door donkerblond haar omlijst voor hoofd vertoont zich een rimpeltje. «Laat Müller nu maar met rust en kom eens bij mij. Ik heb iets gewichtigs met je te bespreken. Hij overhandigt haar zijn brief. «Nu wat zeg je ervan »Wij hebben personeel genoeg vader." Onzeker ziet hij zijne dochter aan. «Hm ja. Zooals je meent. Wij kunnen Wolff eventueel ontslaan." Eene uitdrukking van vluchtigen schrik vertoont zich op het meisjesgezicht. «Wolff? Neen vader, dien behouden wij in elk geval." «Nou, nou, ik meende het zoo niet, je zei toch «Hes zij zoo", antwoordt zij haastig. «Mijnentwege mag de ïonge man hoe heet hij V' «Walter Braun, zoon van de firma C. P. Braun te Hamburg." «Dus de heer Braun komt hier Goed." bekentenis onmiddellijk hebben herhaald, als kolonel Guérin, kapitein Barbade, kapitein Anthoine, de militaire onder-intendantPey- roile, generaal Risbourg, de officieren der garde-republicaine enz. Dan degenen, aan wie deze mededeelingen nog dienzellden dag weiden gerapporteerd generaal Saussier, Picquart, commandant de Mitry, tal van journalisten enz. En anderen, die den volgenden dag deze mededeelingen officieel hebben geverifieerd generaal Mercier, generaal Gonse enz. En dat blad gaat dan stuk voor stuk de verklaringen dier verschillende officieren na. Aan het slot van het artikel wordt ge vraagd Is het niet waar, dat Dreyfus niet alleen tegenover kapitein Lebrun Renaud en commandant d'Attel heeft bekend, maar ook tegenover den gendarme, die hem in den gevangeniswagen bewaakte Drie personen zijn gevangen genomen wegens spionage, het verschaffen van in lichtingen aan «een groote mogendheid", nabuur van Frankrijk. De voornaamste ver dachte is een zekere Decrion, oud-artillerist, vroeger in dienst van het inlichtingenbureau van het ministerie van oorlog (alweer!) en van den algemeenen veiligheidsdienst. Een valies en eenige pakken zijn in beslag genomen. Volgens de Petit Temps zou de rechter van instructie in deze spionage-zaak reeds de overtuiging hebben van het gewicht der vervolging tegen den korperaal der artillerie te Givet. Deze zou aan handlangers teeke- ningen hebben verschaft van het nieuwe kanon van 75 millimeter en van de daarbij behoorende projectielen. Frankrijk en Engeland. De Londensche correspondent van den Figaro, Paul Villars, acht het een noodlottig optimisme, te meenen, dat de betrekkingen tusschen Frankrijk en Engeland thans van dien aard zijn, dat alle ernstig gevaar voor een oorlog geweken is, enkel en alleen, omdat men niets meer hoort omtrent verdere «En verder, Hardy f" Zijne stem klinkt bezorgd. Zij weert af. «Ach ik denk er niet aan!" «Je bent weldra vijt-en-twintig, kind, ik meen het goed. Wie al te kieskeu rig is «Blijft zitten, papa, ik weet net. Nu, het is goed, dat ik mij daarbij zoo wel gevoel 1" Zij keert naar hare plaats terug. Een diepe stilte men hoort nu en dan het kras sen eener pen, het kleppen van een liniaal, den metalen klank der goudstukken, die de heer Schmidt telt. In het aangrenzend kantoor wordt even druk en stil gewerkt. Men weet, dat de soude" binnen is, en wat nog meer zeggen wil de «juffrouw" ook. De eerbied, dien men den ouden heer bewijst, is niet te vergelijken met de achting, die het personeel voor de dochter koestert. En de oude zelf heett daar schuld aan. Wat er ook voor komt, Bernhardine moet gevraagd worden. Zij geeft den doorslag bij nieuwe engage menten, zij spreekt in alle gevallen het be slissende woord, en men moet het openhar tig bekennen zij heett een helder verstand. Jammer, dat zij maar een meisje is I krijgstoerustingen van Britsche zijde. Dit laatste vindt zijn verklaring eenvoudig hierin, zegt Villars, wijl John Buil tot de tanden gewapend, over zijn harnas toch niet een tweede harnas kan aanschieten, op zijn helm toch geen anderen helm kan zet ten, geen twee schilden en geen twee speren in de hand kan nemen. De toestand is nog juist dezelfde als op den dag toen Engeland weigerde met Frankrijk over de Fasjoda-kwestie te redeneeren. Men heeft van dat oogenblik af te Londen nog niet de minste geneigdheid getoond tot eenige toe nadering, maar blijft hetzelfde duister uit dagend gezicht zetten. Het aftreden van William Harcourt acht de correspondent een gebeurtenis van internationaal belang. Bijna alle Engelschen, zegt hij, zijn op dit oogen blik voorstanders van de politiek van uit breiding van aggressie. Onder den invloed der openbare meening heett de conservatieve richting in Engeland met de liberalen, gedurende de laatste kwart-eeuw tal van binnenlandsche hervor mingen tot stand gebracht, terwijl de libe ralen, om als politieke partij hun prestige te behouden, huu aandacht moesten gaan wijden óók aan de buitenlandsche en kolo niale vraagstukken. Zoo werd de wijde klove die beide politieke richtingen van elkander scheidde, langzamerhand gedempt er. thans staan liberalen en conservatieven zoo dicht bij elkaar, en loopen, wanneer er over een of ander onderwerp van gewicht moet gestemd worden, zoo vaak naar eikaars kamp over, dat men elkaar niet meer scherp onderscheiden kan. En (eigenaardig verschijnselnaarmate de conservatieven zich met sociale hervormingen meer gingen bezighouden dan de liberalen, steeg bij deze langzamerhand de warmtegraad van het imperialisme, zoodat een zeer aanzienlijk gedeelte hunner, thans wat de buitenlandsche en koloniale staatkunde betreft, jingoisten, heethoofden, veroveringspolitici zijn van de bovenste plank dSucK is political life." De oude Werner het factotum, die den chef reeds als schooljongen gekend heett, vertelt dikwijls met vergenoegden glimlach van de teleurstelling, die de geboorte der dochter den vader bereid heeft. Een zoon had hij gewenscht, die de oude firma tot eer en aanzien zou brengen- En toen het nu een meisje was, veranderde men zuch tend den reeds vooruit vastgestelden naam «Bernhard" in «Bernhardine" Thans zuchtte de heer Schmidt niet meer, al lang niet. In Bernhardine, die reeds vroeg een opgewek ten zin voor den handel getoond had, had hij een steun gekregen, zoo goed, dat een zoon het niet had kunnen verbeteren. «Vriend Hardy, je bent een unicum. Hoe kan men zich zoo in de zaken verdiepen, alsof er buiten geen koud-vroolijke, hart en lichaamverfrisschende winter ware 1" Walter Braun, zooeven van eene handels reis teruggekeerd, lacht haar uit zijn donkere oogen stralend tegen, (Slot volgt.) NIEUWE SGH1EDAMSCHE COURANT df!0161-" ben i ft 1 J V 0 IVt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1