Dagblad voor Schiedam en Omstreken, eerste blad. 22ste J aars. Zondas 29 Januari 1899 No. 6308. bureau ^ofersfraaf 50. Ida's Candidate!!. Parijsche Kroniek. Feuilleton. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam Der 3 maandenf 1.50 Franco per Dost door geneei Nederland - 2. Afzonderiiike Nummers - 0.05 PRIJS DER ADTERTENTÏËN: Van 16 regeisƒ0.60 Elke gewone regel meer 1-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. De Kamer is eindelijk er toe kunnen komen de begrooting van 1899 in behande- "ng te nemen, welke sedert het einde van et vorige jaar reeds moest afgedaan zijn. 6 rapporteur, de radicaal-socialist Pelletan, 'eld gedurende twee zittingen een belang- rijke rede waarin hij veel op de begrooting te 2eggen had en afkeurde, doch eindigde ölet de Kamer te raden haar maar aan te neiïien, daar de noodige veranderingen toch n,et meer kunnen worden ten uitvoer ge bracht. De cijfers door den rapporteur tot staving zijner beweringen gegeven, werden den derden dag door zijne tegenstanders als geheel onjuist bestreden en leidden dus l°t zeer verschillende gevolgtrekkingen. Al deze debatten zullen geen ander gevolg hebben dan dat de afgevaardigden, voor den vorm protesteerende, de begrooting zullen goedkeuren en de belastingschuldigen zonder Protest zullen betalen. Zelfs het budget van Eredienst zal door zijn radicalen rapporteur Tourgnol verdedigd worden, niettegenstaan- de hij bij zijne laatste verkiezing aan zijne kiezers de opheffing er van beloofd heeft. hierin is hij de eenige niet die zijn beloften niet nakomt en een radicaal-afge vaardigde wordt een geheel ander man zoo dra hij een ministerieeie portefeuille onder arm draagt en soms door de omstandig heden gedwongen wordt, datgene te ver- dedigen wat hij vroeger heeft aangevallen. Dij de behandeling van het hoofdstuk bbitenlandsche zaken heeft de Kamer zich kalm en ernstig gedragen. Men kon er die dolle woeste vergadering der laatste dagen n'®t meer uit herkennen, waar, om één stikel woord een eindeloos tumult of nog erger ontstond en waar het wilde geschreeuw de redenaars tot zwijgen dwongdaden, vvelke den parlementairen regeeringsvorm en 8) Hij was zeer stil op den terugweg, wijl °ok Ida slecht gemutst scheen, werden er s)echts enkele woorden gewisseld. De zaak 'iep op een eindje.... Ja of neen voor waarts of snel terug, eer terugtrekken on mogelijk is geworden. »U schijnt zich zeer goed geamuseerd te "ebben." onderbrak Ida plotseling zijne gedachten. >Goed Hm.... o ja.... ^Zeg mij eens mijnheer Keil, hoe bevalt juffrouw Spiegel u eigenlijk »0, zij is eene zeer lieftallige damel" ïEn gij maakt haar het hof *Maar Ida I" »Ja, ja, ik heb het wel gemerktVoor mij schoot er geen woordje over 1" niet minder de vroeger zoo geroemde Fransche courtoisie, op de krachtigste wijze compromiteerden en dan ook bij 't publiek algemeene veroordeeling vonden. Voor deze zitting schenen de partijen de wapenen neergelegd te hebben. De taal der meeste sprekers was het onderwerp dat sy behandelden waardig Van alle kanten werd gezegd, dat Frankrijk den vrede ver langt en men alles zal aanwenden om haar te behouden, doch dat dit evenwel niet verder kan gaan dan zijn waardigheid toe laat. De algemeene bijval welke deze woor den begroetten, deed duidelijk uitkomen, dat die zelfde Franschen die voor eene dikwerf onbeduidende binnenlandsche kwestie tegen elkander in vuur en vlam geraken, het on middellijk eens zijn zoodra zij tegenover den vreemdeling staan en de vergadering van Maandag den 23ste dezer heeft daarvan een schitterend bewijs geleverd. Na de heeren d'Estournelies, Denys Cochin, Raiberti en Ribot kwam de heer Delcassé, minister van Buitenlandsehe Zaken, aan 't woord en zijne ferme en tegelijk verzoenende woorden werden door de geheele Kamer met vol doening gehoord en goedgekeurd. Het pijn lijkst moment was dat waar de Fasjoda- kwestie op het tapijt moest komen, doch hij heeft met talent deze gevaarlijke kip omgezeild, waarbij het recht wel aan de Eugelsche zijde was, doch waar tevens de teere kwestie van 's lands eer niet was uit gesloten Het besluit door de regeering in dit incident genomen, zoo verklaarde hij, was dat door het gezond verstand en het waarachtig belang van het land voorge schreven. Onze eer was daarbij niet direct in't spel, en schuldig zoude hij zijn die haar lichtzinnig daarin waagde. Wat mij betreft, ik heb de overtuiging mijn plicht in alles vervuld te hebben door een verschrikkelijk conflict tusschen twee groote rijken te ver mijden. Frankrijk is bereid de overige verschillen en grieven met Engeland te onderzoeken en te bespreken met het ver- »Gij hadt immers Alfred." »0, die..en minachtend haalde zij de schouders op." »Zijt ge nog boos op hem »Op hem Hij is immers nog een domme jongen, hij speelt nog op straat 1" »Zoo, zoo.... en gij »En ik goeden nacht, mijnheer Keil," en mede wipte zij de huisdeur binnen. »Wacht maar, heks," bromde hij en ging de sfaat weer in. Zij is geen kind meer. Binnen twee jaren is zij het schoonste meisje van de stad, maar arm.... arm als een kerkmuis. Hij zuchtte. Hier was alles schoonheid, gezond heid, verstand, humor, levenslust, opge ruimdheid, gemoed.... slechts geen geld. Als zij maar het twintigste deel had van hetgeen die andere bezatZou hij alles opgeven, alles waarvan hij gedroomd had sedert voor hem de zon der liefde was opgegaan.... slechts ter wille van het geld, wijl hij zich zelf bekennen moest niet in staat te zijn eene familie te onderhouden zooals zijne latere positie dat zou verlangen. Zou hij de beste jaren zijns levens in zorgen doorbrengen. Zou hij bij iedere sigaar, bij iedere flesch wijn moeten uit trouwen zijne rechten te doen eerbiedigen, doch tevens met het bewustzijn dat het van niemand afhankelijk is. Zooals de gewoonte het medebrengt, kwam bij de verdere besprekingen van dit hoofdstuk weder het voorstel van een lid der uiterste linkerzijde om het gezantschap bij den Heiligen Stoel- op te heffen. Het oogenblik is zeker slecht gekozen, antwoord de de minister aan dezen sectaris, dit thans voor te stellen nu Duitschland en Rusland, twee landen waar de Katholieken in de minderheid zijn, juist nieuwe ver tegenwoordigers bij den Paus accrediteerden. Frankrijk heeft zijne traditiën welke het moet handhaven. Fier op zijn verleden, is het in meerderheid katholiek gebleven en het zoude verkeerd zijn een besluit te nemen zoo als de heer Sembat voorstelt, den dag na de onderhandelingen, waarvan ik U gisteren, den gelukkigen uitslag door onzen,gezant aan het Vaticaan verkregen, mededeelde. Door 323 stemmen tegen 198 werd dit amendement verworpen, doch een zekere lieer Dejeante, wiens vrijdenkersgemood hierdoor niet voldaan scheen, hield eene rede in den trant als op volksvergaderingen gebruikelijk is en wenschte eene belangrijke vermindering op de Fransche instellingen in het Oosten te zien toegepast. Hij verschafte door zijne overdreven en onjuiste opmer kingen en opgeblazen toon de Kamer een vroolijk hait uurtje en bekroonde zijne toespraak met de Jezuïten, in een zekere maat, te beschuldigen, de aanleidende oor zaak der moorden op de Armeniërs gepleegd, geweest te zijn. Algemeen werd ook hierom gelachen en de minister Delcassé bracht met enkele woorden de zaken weer op hun juiste standpunt, zoodat zijne begrooting met eene groote meerderheid werd aan genomen. Eiken dag hoort men van nieuwe »ligues", bonden, en indien het zoo voort gaat zullen ze spoedig talrijker dan de departementen van Frankrijk zijn. Om er maar enkele rekenendat kost zooveel.... dat is te veel voor u. Hij kleedde zich ook gaarne keurig en dan het toilet der vrouw. De kinderen 1 Neen, dat gaat boven mijne krachten, van die kleine zorgen moet ik vrij zijn. Een millioenEen domkop, die daar niet toegrijpt 1 Of hij goed deed, de heer advocaat Keil Men begon er over te spreken. Eerst op de zangvereeniging. Dan duurde het nog twee, drie dagen, toen kwam het onder de heerenwereld. Eerst in het officierscasino, toen in de Har monie, als een groote roman. De familie omstandigheden der beide partijen werden tot in alle bijzonderheden besproken, lang vergeten voorvallen weer opgerakeld. »Zij doet eene goede partij", zeide men in de zangvereeniging. »Een verstandshuwelijk," oordeelde men bij een naaikransje. »Een zeer passende verbinding," vond men in de Harmonie. »Een gladde vogel, die Keilschertsten de officieren in het Casino. En trots al die praatjes was het toch nog niet zoo ver. te noemen, zoo vindt men la Ligue des Pa- triotes,de la Patrie Francaise. des Contribua- bles.des Antisemites, de laDéfense, desdroitsde V homme et des citoyens, la ligue de l' enseig- nement, la ligue nationale contre V athéisme, la ligue contre V abus du tabac, la ligue contre la licence des rues en nog menig andere. Velen er van ontstonden ten ge volge der Dreytuszaak en de jongstgeborene i' Appel a V Union geheeten, ondervindt den meesten bijval, omdat zij eenvoudig weg de verzoening onder de burgers en de vreed zame afwikkeling der ontstane verschillen, tot haar eenig doel verklaard heeft gelijke eerbied voor de rechtsmacht, zonder welke de maatschappij onbestaanbaar wordt, als voor het leger, die school van toewijding en opoffering, even onontbeerlijk voor de verdediging van 's lands grondgebied als tot handhaving zijner rechten. Verder de gelijkheid van alle Franschen voor de wet en eindelijk de verklaring dat hare leden bij voorbaat de uitspraak van het Hof van Cassatie zullen aannemen. Indien al deze bonden nog niet de ge- wenschte kalmte onder de ontstemde ge moederen en opgewonden hoofden mochten brengen, dan ware het wellicht raadzaam van allen te zamen slechts één te vormen en deze bond der bonden la ligue du bon sens, van het gezonde verstand, te noemen, waarvan zeker iedereen lid zal willen worden en waarmede, zoo dit mogelijk was. alle verdeeldheid voor goed zoude verdwijnen. Doch laten wij er niet te veel op rekenen, want hoe weinig geschiedt helaas, op aarde, zoo als men het gevreesd, of zoo als men het gehoopt heeft. Fidélius. Parijs, 14—27 Jan. 1899. ALGEMEËJS ÜYEKZICHT. 28 Januari '99. De Fransche Kamer had zich gisteren bijna weer aan een nieuw Dreyfus-debat kunnen vergasten. Castelain diende een verzoek in Tusschen Keil en Agnes was in deze richting nog geen woord gewisseld, waaraan de laatste zeker geen schuld had. Ida had het nieuwtje van een kransje mee naar huis gebracht. Zij had het daar toen niet langer kunnen uithouden en was veel vroeger dan anders naar huis gegaan. In den gang ontmoette zij Keil die het bureau verlietzij zag hem schuw van terzijde aan en vloog de trappen op. Zij moest er zeer bleek uitzien, want mama zag haar be zorgd aan. »Wat is er kind, ge komt zoo vroeg terug »Mama, mama, denk toch eens, mijnheer Keil wil zich verloven 1" »Maar Ida, alweer praatjes!" »Raad eens. mama... met, met... mama..." »Nu »Met Agnes Spiegel »Zoo.... »Ze zeggen het allen, allen... maar ik ge loot het niet 1" Wel komaan, die Keil is een verstandig mensch, dat heb ik altijd gezegd. (Wordt vervolgd NIEUWE SCHIEDAM COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1