Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaars:.
Zaterdag 4 Februari 1890.
No. 6313.
■gSureau l&oter£txaai 50.
Ida's Candidaten.
°KFICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
hedPTrank'c" Haw-d?. in*feten.en dat°p
ALGEMEEN OYERZICHT.
F eu i 1 le I o n.
NIEUWE
COURANT
PRIJS TAN DIT BLAD:
^oor Schiedam per 3 maandenf 1.50
iranco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderiiike Nummers - 0.05
-i:
PRIJS DEK ADVKRTKNTÏËN:
Van 16 regeis /"0.60
Elke gewone regel meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Inrichtingen welke gevaar, scliade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
^UHtEDAM,
^e'et op de bepalingen der Hinderwet
verlfni™ j Windhorst en zijne recht-
jrKnjgenden versmnnino- verleend is tot
uitl.nAi.i- vei"gunning verleend is
Non-i zUner branderij aan den
H no- 135, kadaster sectie
At
^°°mvestsmgel
stn n°' door plaatsing daarin van een
oomwerktuig van 4 paardenkracht en ketel
een verwarmingsoppervlak van 6 M*,
u," i v^^vauging van het bestaande stoom-
Werktuig met ketel.
^ch iedara, den 2den Februari 1899.
'drggmeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
3 Februari '99.
Be Duitsche Rijksdag heeft gisteren het
,0°rstel-Hompesch tot opheffing der Jezuieten-
en de voorstellen des heeren Limburg
lrUm en Rickert, in derde lezing even-
ns met groote meerderheid van stemmen
"genomen.
Omtrent il'Afïaire" het volgende bericht
crimineele Kamer heeft in strijd met
are gewoonte, eergisteren geen openbare
gehouden zij heeft in besloten
n8 gehoord de heeren Teyssonières,
""ert, Charavay, Bertillon en Pelletier, de
e*Perts van 1894.
Be regeering heeft zich vereenigd met
et verzoek der parlementaire commissie
atïl een aanvullend onderzoek dientenge-
0 §e heeft de minister van justitie aan de
c°'nmissie (Mazeau c. s.) nadere inlichtingen
8®Vraagd.
Be Gaulois zegt dat een der leden van
13)
Thans had de zeventien-jarige door hare
vc''°onheid als in storm de geheele zaal
,e'overd. Wat beteekende haar millioen
alrtegenover I
liit w's'; ZÜ en wer(^ 'le'; ^aar ^u'^e"
dat zij s'echts terwille van haar geld
^'vtaagd zou worden, en alles wat zij ge-
^l°0Pt had aan liefde en geluk, kwam haar
een droom voor. O, dit ontwakenZij
^.as nooit zoo helderziend geweest als op
oogenblik. Als eene, die aan tering lijdt
Weet dat zij sterven moet, tot zelfs kort
°r den dood de hoop op het leven nog
jaatlzen ziet, zoo had ook zij tien lange
gehoopt in angst en beven. En nooit
a|s haar het geluk zoo schoon tegengelachen
l"ist heden, nu het voor haar verzinken
de parlementaire commissie, Cruppi, een
amendement op het voorstel Lebret heeft
voorgesteld, daartoe strekkende dat de
vereenigde kamers van het Hof van cassatie
indien tot revisie besloten werd, ook de
zaak zelf opnieuw zouden behandelen het
geen dus een nieuwe wijziging van art.445
Wetb. v. Strafv. zou beteekenen, want de
laatste alinea van dat artikel is nagenoeg
ongewijzigd door Lebret overgenomen.
Dat men in Italië aan het pas gesloten
handelstractaat met Frankrijk groote waarde
hecht, blijkt nu wel uit het feit, dat de
Kamer het gedurende vier volle zittings
jaren bediscussieerd heeft en niet minder
dan 30 sprekers waaronder vijf ministers
en een aantal onderstaatssecretarissen en
ministers aan het debat deelnamen.
Sommige afgevaardigden lieten vooral het
licht vallen op de staatkundige beteekenis
van het tractaat en admiraal Canavero, de
ministervan Buitenlandsche zaken, vatte deze
samen in de volgende woorden Wij hebben
dit verdrag gesloten in de overtuiging een
nuttige daad te verrichten voor de beide
stamverwante volken, die er zich over
vei heugen zullen de sporen van pijnlijke en
gevaarlijke oneenigheid te zien verdwijnen
en den rechtmatigen wensch koesteren met
elkaar te leven in eendracht en vriend
schappelijke betrekkingen, zonder misver
stand en wantrouwen. Ik ben de meenino-
O
toegedaan, dat ook deze daad der Regeering
zal bijdragen tot bevestiging van den vrede
in Europa.
De Duitsche bladen begroeten met ge
voelens van bevrediging en voldoening de
FranschItaliaansche overeenkomst »die
volkomen beantwoordt aan de vreedzame
bedoelingen van den Driebond". De bijna
onverdeelde instemming, waarmede de Ita
liaansche Kamer dit tractaat goedkeurde,
zegt de Köln. Ztggeldt ook voor de ver
bonden mogendheden als een verblijdend feit.
De bisschop van Orleans verklaart in de
Gaulois, dat Z. H. de Paus zelf hem heeft
zou NeenVasthouden I Zij moest den
strijd aanbinden en kon zij niet overwinnen
dan zou het haar geld doen. Zij voelde zich
zelfbewuster dan ooit. Indieu Keil ofschoon
hij haar niet beminde, haar toch het hof
mankte, was dit dan geen bewijs dat dat
alles om haar geld was? Welnu, dan moest
ook haar millioen overwinnen.
Toen Keil bij Ida terugkwam, deed hij
dat met een gevoel, zooals men ondervindt,
wai neer men eerst een onaangenamen plicht
heeft vervuld en dan tot iets komt, waarop
men zich lang op heeft verheugd.
«Ik^ was al bang, dat u het vergeten
zoudt, zeide Ida en zag zichtbaar verheugd,
vol tot hem op.
«Vergeten? Hoe kon u zoo iets denken!
En ik heb me al sedert den vorigen dans
zoo op dezen verheugd."
Zij zag hem onderzoekend aan dan vroeg
zij langzaam, beteekenisvol»tiebt u den
laatsten dans niet met juffrouw Soiesrel
gedanst?"
«Zeker,zeide hij verlegen. Hij wist niet
of hij Ida een mislukt compliment gemaakt
had, of had hij zich verraden
Zij had een vraag op de lippen maar zij
bedacht dat zij misschien onbescheiden kon
meegedeeld, dat de Czaar van Rusland den
H. Stoel tot de vredesbijeenkomst heeft
uitgenoodigd.
Daarentegen zegt Ilavas dat de Paus nog
niet is uitgenoodigd, ofschoon het zeker is,
dat het gebeuren zal.
De Amerikaansche regeering heeft be
paald, dat 1500 man, in den jongsten oorlog
opgeroepen, naar hun haardsteden terug
gezonden zullen worden.
Groot opzien baart te New-York en te
Washington het rapport der commissie aan
wie het onderzoek is opgedragen naar de
schandalen, waaraan zich gedurende den
oorlog op Cuba de Amerikaansche inten
dance zou hebben schuldig gemaakt. Naar
men zich herinnert, werd haar behalve
honderd andere knoeierijen óók verweten
door 't verstrekken van vlersch in een be
dorven en bijna vergiftigden toestand den
dood te hebben veroorzaakt van een menigte
soldaten. Men sprak zelfs van het aftreden
en de arrestatie van den minister van
oorlog, generaal Alger, tegen wien zich de
algemeene verontwaardiging keerde. Thans
bevat het rapport der bovengenoemde com
missie wel eeu scherpe kritiek op het krijgs
beleid van de generaals Milles, Shafter,
Wheeler en andere opperbevelhebbers, die
op Cuba voor de heetste vuren hebben
gestaan, maar spreekt geen woord over
eenige schuld van den minister Alger of
zijn departement. Men meent nu, dat de
regeeringscommissaris zich door schromelijke
onpartijdigheid heeft laten leiden en schenkt
aan zijn verklaringen weinig geloot.
Even weinig geloot verdienden de offi-
cieele altijd even glorieus klinkende re-
geeringsberichten omtrent den toestand op
de Filippijnen, die inderdaad voor de Ameri
kanen allei hachelijkst is, zoodat generaal
Otis reeds sinds eenige dagen met de Filip
pines onderhandelt alsof hij hen erkent als
zijn gelijken. President Mc. Kinley, de
Wankelmoedige, niet recht meer wetend
hoe te handelen om allemansvriend te
zijn, en zoo zwegen heiden een tijd lang.
Na afloop van den dans verlangde mevrouw
Weller naar huis te gaan en Keil nam van
de beide dames afscheid. De kantonrechter
noodigde hem voor een bezoek uit.
«Het zal mij zeer veel eer zijn," ant
woordde hij met een blik op Ida, die
kleurde.
Keil was zeer opgewonden, hij begaf zich
naar beneden en stortte het eene glas wijn
na het andere naar binnen. Hij nam plaats
bij een gezelschap oudere en jongere hee-
reri, die zich hier teruggetrokken hadden
en hoorde onverschillig hunne plagerijen
aan. Toen hij wegging nam zijr. vriend, de
jonge dokter Klein, hem bij den arm.
»Hoor eens, beste jongen, ge schijnt
mooi op weg een zeer dommen streek uit
te halen."
»Hoezoo
«Komaan, ge weet wat ik bedoelGe
zijt toch geen kind meer, die zich door
een mooi gezichtje van het spoor laat
brengen."
»Ik begrijp niet wat ge zeggen wilt
«Zoo! Nu, ik wil zeggen, dat gij als
een verklaarde vereerder van juffrouw
Spiegel u te veel om de kleine Ida V4i\
blijven, heeft nu ten slotte een zoogenaamde
«wetenschappelijke" commissie benoemd,
die zich dezer dagen naar Manilla zal in
schepen, teneinde zich van den toestand
in dezen archipel op de hoogte te stellen. Daar
intusschen ook admiraal Dewey en generaal
Otis van deze commissie deel uitmaken, is
het duidelijk, dat de Regeering met dit
wetenschappelijk doel enkel en alleen be
oogt, door mannen van het vak te laten
constateeren, dat de Tagalen Negritos en
hoe de andere stammen op deze eilanden
groep verder mogen heeten nog gedurende
een onafzienbare reeks van jaren onbekwaam
zullen blijven om zich zelt te regeeren.
Voorzitter der commissie is de rector der
Cornell'sche Universiteit fStaat Ithaca bij
New-York). Verder bestaat zij uit de heeren
Dr. Schurman, kolonel Charles Denby, oud
gezant der Unie te Peking en professor
C. Worcester, hoogleeraar in de zoölogie
aan de universiteit Ann Arbon (Michigan)
wiens oordeel het meest gewicht in de
schaal zal werpen, daar hij jaren lang op
de Filippijnen vertoefd en den archipel
in alle richtingen doorkruist heeft. Eigen
aardige bijzonderheideendieren-specialiteit
wordt uitgezonden om de al [of niet vol
doende politieke ontwikkeling te beoordeelen
van menschen!
Naar de Times uit Philadelphia verneemt,
heeft de Duitsche gezant te Washington de
Amerikaansche regeering verzekerd dat
de regeering te Berlijn de handelingen van
haar consul te Samoa gestreng zal laten
onderzoeken- Mocht daaruit schending van
het Berlijnsche gedrag blijken, dan zal de
consul teruggeroepen worden. De Ameri
kaansche regeering laat zelf een enquête
instellen, en wil aan Duitschland aile lijd
laten voor de enquête van Duitsche zijde
ingesteld. De Duitsche gezant te Washington
heeft vergund, een interview openbaar te
maken, waarin hij met nadruk herhaalde
dat Duitschland hoegenaamd geen oogmerken
met de Filippijnen heeft; bovendien erkent
uw vroegeren chef bekommerd hebt."
«Ah
«Zeg, wat ge wiltMen moet niet met
vuur spelenWees geen domkop, kerel
Wilt ge uw geluk verspelen
»Ge ziet spoken, Klein."
«Neen, volstrekt niet! Zij is mooi, zeer
mooi en men kan gemakkelijk op haar
verliefd raken. Maar neem u in scht, beste
jongen. Daar boven zit juffrouw Spiegel, ga
naar haar heen en pak toe."
En hij ging. Zij was zoo levendig, zoo
opgeruimd
Vreemd, dat hem dat zoo onbehaaglijk
aandeed
Hij was blij, dat de dans heir, tot eene
andere dame bracht. Zou Klein gelijk heb
ben Neen, verliefd was hij zeker niet,
maar zoo weinig begeerenswaardig als
vandaag scheen juffrouw Agnes hem nog
nooit.
«Maar dat heeft ook uog den tijd,'
troostte hij zich zelf.
Wordt vervolgd