BI A X EN LAM).
tot het weer toelaten der Jezuieten en het
krachtig protest daartegen van den Evan-
gehschen Bond. Een eere-saluut voor dien
Bond, zegt spr. Heeft dat protest onze
instemming? Velen kennen het gevaar niet,
dat dreigt.
Vervolgens ging spr, over tot de behan
deling van zijn eigenlijk onderwerp.
Eerst werden Loyola's jeugd en militaire
loopbaan geschetst en het keerpunt in zijn
leven aangewezen. Spreker beschreef, hoe
Loyola meende openbaringen te ontvangen
van de Moedermaagd, van Petrus, ja van
God zelf, en hoe hij er toe kwam den weg te
bewandelen, die hij als door God zich voor-
geteekend waande Hoewel eerst de geeste
lijkheid hem niet genegen was, werd de orde,
door hem gesticht, de orde van Jezus, 27
Sept. 1540 door Paus Paulus III goedgekeurd.
Nu volgde een overzicht van de beginselen
der Compagnie van Jezus, waarvan Loyola
de eerste generaal werd. De orde verbasterde
volgens spr. later door eerzucht en onge
breidelde begeerte naar macht.
Godsdienstoorlogen en verwoesting van
familieleven kwamen voor haar rekening.
Paus Clemens XIV hief de orde op. Toch
leefde zij voort om te heerschen in biecht
stoel en kerk, op den kansel en ministeneele
bureau's in de rechtzaal en de school. Wat
de zedeleer der Jezuieten betreft. Spr.
merkte op dat de Jezuïet de zedelijke wet
niet verwerpt, maar verdraait en plooit
naar de omstandigheden, wat het succes
der Jezuïeten verklaart. Met sprekende
voorbeelden lichtte spreker hier en daar
hun moraal toe. De geschiedenis, zeide spr.
bewijst, hoe die moraal werkte. Pieter
Panne, Jean Jaureguy, Balthazar Gerards,
Jacques Clément en Ravaillac spreken boek-
deeien. Vernietiging van net Protestantisme
is hun leus. Sinds 1870 staat de Vaticaansche
Kerk onder hun invloed.
Hoe den strijd te voeren tegen die ge
duchte macht? vroeg Spr. hierna, en hij
antwoordde Past op uw kinderen. Ge zendt
ze niet naar Boomsche scholen, maar ook met
naar zgn. neutrale scholen, waar, als in Den
Haag onlangs, Roomsche invloeden het laatste
greintje protestantisme uitknijpen. Protes-
tar.tsche kinderen behooren bij een onder
wijzer die laat zien, wat het zeggen wil
Protestant te zijn. Protestant mef een
ruggegraat. Al zijn hoorders roept spr.
toe Houdt wat ge hebt. Ge hebt uw Bijbel
uw kerk, uw sacramenten. Toont u de
zegeningen der Reformatie waardig. Ook
op onze erve, gedrenkt met het bloed der
martelaren, blijft het oog der Jezuïeten
geslagen. Maar de zege verblijft niet aan
het zwarte vaandel van Loyola's compagnie
Weest goedsmoeds. Aan Jezus Christus is
het laatste woord.
Na gezang en dank, keerde het gehoor
huiswaarts.
Meer nog dan op de rede zelve wenschen
wij op de omstandigheden waaronder zij
werd gehouden en de wijze waarop zij werd
gepubliceerd, de aandacht te vestigen. Wat
de rede zelve betreft, slechts een enkel
woordHet zijn de oude beschuldigingen
tegen de Jezuieten, die reeds honderdmaal
zijn weerlegd en dus van onze zijde geen
nieuwe weerlegging behoeven. De Jezuïeten
heoben andere, talentvolle verdedigers gehad,
niet alleen onder de Katholieken, maar
ook onder de eigen geloofsgenooten van
ds. Schrijver, mannen wier blik genoeg on
bevangen was, om zich te verheffen boven
de vooroordeelen door geboorte en opvoeding
eigen geworden, en alleen lettend op de
onweerlegbare feiten, hulde te brengen aan
deze priesters, die geloot en wetenschap zoo
hoog hebben gehouden en met ongeëvenaard
talent hebben gediend. Merkwaardig is hel
zeker dat deze rede werd gehouden voor
de leden der Vereeniging tot Bevordering
van de belangen der Ned. Herv. Kerk, wier
belangen dus oogenschijnlijk 't best door
laster lijke verdachtmaking worden gediend.
Opmerkelijk is 't ook dat ds. Schrijver zeer
handig zijn lasterlijk betoog over de Jezuieten
doet strekken als propaganua-middel voor de
christelijke school. Wie zou 't ook ooit ge
droomd of vermoed hebben, dat die vreese-
ljjke Jezuieten ook al op de openbare school de
hand leggen! Onwillekeurig is ds. Schrijver,
zich met die afschuwelijke Jezuieten en hun
leer bezig houdend, zóo met hun moraal
besmet, dat h(j er toe gekomen is hun lijf
spreuk (naar ds. Schrijvers zienswijze) «het
doel heiligt de middelen", tot de zijne te
maken.
En wat ten slotte te zeggen van de Schied.
Gt., die deze rede, in besloten kring uitge
sproken en dus niet noodwendig voor pu
bliciteit bestemd, publiceert en ze als een
«schoone rede" met een «frappante inleiding"
aanduidtZou onze «oudere zuster" werke
lijk meenen daarmede een bewijs van ver
draagzaamheid te geven tegenover Schie
dams Katholieken, die de Jezuieten als een
der meest verdienstelijke corporatiën in de
Katholieke Kerk hoogachten en eeren?
Schiedamsche Paardenmarkt.
Onder begunstiging van prachtig weder
werd heden alhier de jaarlijksche paarden
markt gehouden.
Het marktplein en de omgeving boden
bij deze gelegenheid weder het eigenaardig
schouwspel dat ze steeds op den tweeden
Vrijdag van Maart opleveren een aantal
rossinanten aan de lijn, waaronder er velen
wien het was aan te zien dat zij zich bewust
zijn van het droevig lot de slachtbank
die hen na een leven van rusteloozen arbeid
wachteen koopman in paardetuigen, een
paar handelaars in koek en nougat, waar-
tusschen nog een paar andere kooplui, die
zich vleien op de Schied. paardemarkt
zaken te doen.
Voor het talrijk publiek, vooral voor de
spes patriae, die in zoo'n paardenmarkt een
waar genot vindt, waren de kooplui als
gewoonlijk the great attraction de paarden
bleven voor het deskundig publiek er waren
er 68 aangevoerd, meest werkpaarden en
paarden voor de slachtbank bestemd, en
16 hitten.
De handel kon niet druk genoemd worden.
Voor werkpaarden werd besteed van f60
tot f300, voor slachtpaarden van f40 tot
f 100 en voor hitten f 60 tot f 180.
Verleden jaar waren er aangevoerd 95
paarden, 24 hitten en 1 ezel.
Heden overleed de sedert 1 Januari 1894
gepensioneerde veldwachter en adjunct-ge
meentebode D. Kok.
Velen zullen zich ook nog herinneren,
dezen algemeen bekenden man in zijn jeugd
als schermmeester en instructeur der d.d.
schutterij te hebben zien optreden.
Het einde der Sehippersbeweging.
De sehippersbeweging die zoo lang de
gemoederen heeft verontrust, tot groote
schade van de beide betrokken partijen
langer dan men vermoedde, voortduurde, is
ten einde.
Gisteren-avond waren de binnenschippers
ten getale van 300 a 400 in hun lokaal
aan den Schiedamschendijk te Rotterdam
vergaderd. Nog nooit was de vergadering
zoo druk bezocht geweest.
De voorzitter Tans deed de mededeeling,
dat de factors en andere belanghebbende
handelaren zich bereid verklaard hebben de
gewone beursconditiën voor de bevrachting
van binnenschepen te teekenen, welke toe
nadering te danken is aar de bemiddeling
en herhaaldelijke conferentiën van den
rechtsgeleerde der binnenschippers, mr.
A. C. van Blommestein en den heer A.
Plate, president der Kamer van Koophandel.
De schippers zullen in het vervolg over
de bevrachtingen onderhandelen met de
factors en belanghebbenden, terwijl de
scheepsbevrachter ondergeschikt is en
verantwoording Verschuldigd is aan den
factor.
Het voorstel van Tans om de sehippers
beweging dan ook te beëindigen en op de
nieuwe voorwaarden van af heden weer
vrachten aan te nemen, ondervond daverende
toejuiching en werd bij acciamatie be
krachtigd.
Volgens het besluit van de vergadering
evenwel zuilen de scheepsbevrachters, aan
wier willekeur de schippers totnogtoe waren
prijsgegeven, aan de contrèie der factors
zijn onderworpen. De bepaling die de
schippers eischten, dat alleen bondsleden
bevracht zouden mogen worden, evenzoo
het boetestelsel e.d. bleven buiten bespreking,
zoodat die als vervallen beschouwd moeten
worden.
Gelukkig dat de beweging nu tot een
gewenscht einde is gekomen, daar eenige
behoeftige schippers in groote moeilijk
heden begonnen te geraken die tot enkele
conflicten aanleiding gaven, alhoewel niet
van ernstigen aard.
Te half elf ging de vergadering onder
het zingen van het Wien Neerlands bloed"
uiteen en trokken geheele groepen onder
gezang naar- Oud-Delfshaven en Linker
Maasoever en de binnenhavens, de blijde
mare verkondigende, die heden weder
buitengewone bedrijvigheid in het leven
zal roepen na een gedwongen stilstand van
bijna drie weken.
Als vreugdeblijk over het eir.de der
sehippersbeweging doen de hier in de
havens liggende binnenschippers heden de
Bondsvlag met de nationale driekleur
wapperen.
Gisteren kwam den Waterweg binnen
het ss. Madeira met een lading buskruit
van Hamburg, welke van de kruithaven te
Rozenburg in een lichterschip zal worden
overgeladen. De Madeira stoomt daarna
op naar Rotterdam.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 9 Maart.
Bij de verdere beraadslaging over de
Indische Mijnwet
lichtte de heer Mackay het amendement
van de Commissie van Rapporteurs toe,
strekkende tot een heffing van 4 pCt. in
plaats van 2 pCt voor opsporingen.
Omtrent het regeermgsvoorstel deelde
spreker mede, dat de meerderheid der Com
missie er vóór is, omdat zij meent dat om
te komen tot een goede ontwikkeling van
den mijnbouw, de cijnsheffing niet naar de
nettowinst, maar naar de bruto-opbrengst
moet gescheiden. Te meer legt de meer
derheid zich daarbij neer, na de stellige
verklaring des miuisters dat hij die heffing
beslist handhaaft.
De minderheid, waartoe spreker behoort,
is tegen. Wanneer hij tegen de bepaling
zal stemmen, zal dit met uit politieke over
wegingen zijn, maar omdat hij van oordeel
is dat de cijnsheffing naar de brutoopbrengst
verkeerd en onbillijk is. Hij verdedigt het
stelsel van cijnsheffing naar de netto-winst.
Om verschillende redenen zijn de leden van
de Commissie tegen de amendementen.
De heer De YV a a 1 M a I e f ij t (lid van
de meerderheid) motiveert zjjn stem vóór
het Regeermgsvoorstel en tegen de amende
menten, z. i. is cijnsheffing naar de bruto-
oporengst op dit oogenblik de eenig moge
lijke. Met heffing naar de netto winst zal
men het door de voorstanders van dat
stelsel beoogde doel, nl. den staat meer
uit den mijnbouw te doen trekken, zijns
inziens niet bereiken, wegens de vele
moeielijkheden en contiölekosten enz. aan
dat stelsel verbonden. Ook in 't belang van
de arbeiders is het beter dat de Staat als
overheid toeziet dar. als participant deel
neemt.
De Minister van Koloniën de heer
C r e m e r verdedigde de bruto-cijnshefheffing.
Na langdurig overleg met den Minister van
Financiën, heeft hij dat stelsel aangenomen,
als den eenig mogelijken weg.
Op verschillende gronden bestreed hij de
amendementen. Dat van den heer Pijnacker
Hordijk laat zijns inziens aan den eenen
kant te veel vrijheid aan de concessionarissen,
terwijl aan den anueren kant het toezicht
voor den Staat te belemmerand is. Heffing
naar de netto-winst acht hy bij mijnbouw
onbillijk en zal storend werken op het
bedrijf. Daarom acht hij naar zijn innige
overtuiging het amendt.-Hordijk onuitvoer
baar. Vandaar dat hij zijn medewerking
niet zou kunnen verleenen aan totstandko
ming van deze wet, wanneer daarin de
bepaling van dat amendement werd op
genomen.
Voorts doet de Minister uitkomen dat de
mijnwet beoogt, naast Staatsexploitatie,
bloeiende particuliere exploitatie. Daarvoor
moeten de concessionarnsssen vrijheid van
beweging hebben. Voor Gouvernements
ontginningen kunnen streken,die daarvoor het
meest geschikt worden geacht, geresserveerd
worden.
De Regeering heeft geen bezwaar over
te nemen het door de Commissie van
Rapporteurs voorgestelde amendement tot
cijnsverhooging van 2 tot 4 percent van
opsporingsrechten.
Ongevallenwet.
Na de pauze stelde de heer Mees voor,
om, met aanhouding van het voorstel van
de commissie van rapporteurs over het
ontwerp betrekkelijk ongevallen-verzekering
een tweede afdeelingsonderzoek te houden
en de adressen, ingekomen na het eerste
afdeelingsonderzoek, aan de regeering te
verzenden met verzoek om inlichtingen-
Dit is z. i, veel doelmatiger. Na ontvangen
antwoord is het tijdstip daar om te over
wegen of een tweede afdeelingsonderzoek
noodig is.
De heer Kuiper, voorzitter van de
Commissie van Rapporteurs, bestreed dit
denkbeeld en verdedigde het nieuwe af
deelingsonderzoek, dat behalve door de vele
adresssen tegen het ontwerp, reeds noodig
is wegens de vele wijzigingen welke in het
oorspronkelijke wetsontwerp zijn gebracht.
Wil men nog in dit zittingsjaar het ontwerp
behandelen dan vertrage men het tweede
afdeehngsonderzoefc niet.
De heer Mees betoogde dat juist de
door hem aangewezen weg de kortste was-
De heer K u ij p e r bleef, wijzende ook
op de door werklieden ingebrachte bezwaren,
aandringen op een tweede sectie-onderzoek-
De heer K e r d ij k vereenigde zich met
het voorstel-Mees, waardoor men de eenige
kans behield de zaak nog in dit zittingjaar
at te doen, iets wat zoo niet geschieden
kan wanneer een tweede afdeelingsonderzoek
plaats heeft.
De heer Li e f t i n k achtte een tweede
sectie-onderzoek nutteloos, daar de commis
sie reeds punten van overleg met de Regeering
ontworpen heeft.
Daarop werd het voorstel-Mees aangenomen
met 48 tegen 32 stemmen.
Besloten werd na afdoening van de Mijnwet
maar met voor Dinsdag te behandelen de
motie Ketelaar (vermindering van het trac-
tement van den Gouverneur-generaal) de
motie Rink (gebruik van het kanongeweer
bij de jacht op waterwild) en het wetsont
werp tot wijziging van art. 187 Grondwet
(staat van oorlog en beleg.)
Bij de hervatting van het debat over
de
Indische Mijnwet
betoogde de heer Van Kol, dat hij
fraude van de zijde der kapitalisten wil
beletten. Hij verklaarde het amend.-Hordijk
onaannemelijk, omdat het problement der
aandeelhouders te groot is zonder spr-
sub. amendement, dat de heer Hordijk met
overnam.
Het amendement-Van Kol (33 pet. winst
aandeel voor den Staat) is verworpen met
63 tegen 11 stemmen.
Het amendement-Pjjnacker Hordijk (3^
pet. van de netto winst) is verworpen met
57 tegen 17 stemmen.
Art. 35 (heffing 4 pet. van de bruto-
opbrengt) is aangenomen met 62 tegen
stemmen.
De overige artikelen werden goedgekeurd
en de eindstemming bepaald op Woensdag
na de pauze.
De Kamer is tot Dinsdag uiteengegaan-
De Commissie van Rapporteurs over he'
wetsontwerp tot wettelijke verzekering van
werklieden tegen de geldelijke gevolgen van
ongevallen in bepaalde bedrijven heeft aan
de Tweede Kamer voorgesteld het wetsont
werp opnieuw in de afdeelingen te over
wegen en wel: le wijl, als nieuw, de in'
stelling van Raden van Beroep wordt voor
gesteld2e met het oog op de belangrijk®
adressen die in den laatsten tijd van de
zijde van belanghebbenden bij de Kamer
zijn ingediend.
Door een 22-tal fabrikanten te Enschedé
is een adres gezonden aan de Tweede Kamer»
waarin zij betoogen, dat de bezwaren teg011
het wetsontwerp op de wettelijke verzekering
van werklieden tegen ongevallen zoo over
wegend zijn, dat zij de aanneming daarva0
in den tegenwoordigen vorm zouden be
treuren voor allen, die bij hun bedrijf be
trokken zijn. Zij verzoeken derhalve he'
ontwerp niet aan te nemen, tenzij zoodanig
gewijzigd, dat alleen de aansprakelijkheid
der werkgevers wordt vastgesteld, het be
drag der vergoeding wordt geregeld e°
overigens de wijze waarop de werkgever®
de hun opgelegde verplichtingen wil'e|1
nakomen aan hen zelve wordt overgelate"'
Waarborgen voor de nakoming der ver
plichtingen zouden natuurlijk in de vvfi'
kunnen worden opgenomen.
Bij de gisteren in het hoofdkiesdistr'0'
Veendam gehouden candidaatstelling ï0°r
een lid der Tweede Kamer zijn gesteld d®
heerenmr. E. A. Smidt (liberaal) en J'
H. A. Schaper (soc.-dem.)