Stads- en Gewestelijk Nieuws.
BINNENLAND.
Schiedam, 3 Mei 1899.
Schiedam gepasseerd.
Niet geringe ergernis heeft het onlangs
terecht gewekt, dat een stoomschip geladen
met 600 last graan voor hier bestemd onze
haven is gepasseerd om te Rotterdam zijn
kostbare lading te lossen. Dit feit, te meer
ergerniswekkend, waar Schiedams nijvere
ingezetenen het in hun macht hebben, dat
droevig passeeren te voorkomen, stemt tot
ernstig nadenken.
De Vereeniging van Graanhandelaren, de
aangewezen corporatie om in dien onduld-
baren toestand verbetering te brengen, kan
dit alleen, wanneer zij werkelijk allen bij
den graanhandel eerst betrokkenen,met alleen
de groote, maar ook de kleine impor
teurs, omvat en hare leden zich stipt aan
de vastgestelde bepalingen houden. Haar
bestuur, dit zeer wel inziende, heeft dan
ook besloten opnieuw te beproeven het
aantal leden uit te breiden. Wij vertrouwen,
dat die hernieuwde poging den steun zal
ondervinden die zij alleszins verdient. Hoe
is het toch mogelijk dat velen het groot
belang bij deze zaak betrokken, niet beter
inzien 1 Begrijpt men dan niet dat men door
hier het belang der gemeente en hare
werkzame ingezetenen te steunen, zijn eigen
belang bevordert Zullen wij niet zeiven de
heilzame gevolgen er van ondervinden als
onze havenwerken rendeeren en het den ge
meente financieel goed gaat? Is het dan
beter den verarmden ingezetenen vernede
rende aalmoezen uit te reiken dan den
nij veren burgers loongevend werk te ver
schaffen? Zullen wij ons ten spot stellen
der geheele wereld door een naburige ge
meenten voordeelen te bezorgen en onze
eigen gemeente gebrek te laten lijden. Ziet
men niet de dwaasheid in van het woord
wat kan |mij sde stad" schelen; maar de
stad dat ben ik, kan ieder burger, in navol
ging van het historisch woord van den
Zonnekoning zeggen.
Treurig, hoogst treurig zou het zijn als
door gebrek aan samenwerking hier niet het
gewenschte doel kon bereikt worden. Slechts
door krachtig eensgezind handelen zal hier
het beoogde doel bereikt worden. Dan
zullen wij fier en vastberaden den vreem
deling zeggen. Wij koopen alleen cif
Schiedam. Wij uiillcn orize havens en kaden
met verlaten, onze ingezetenen niet verarmd
zienwij willen voordeel voor onze ge
meente, werk en brood voor hare nijvere
burgers. Alleen op die voorwaarden kunt
gij leveren.
Zij het zoo gezegddan moet de vreemde
toegeven en het ellendige »Schiedam gepas
seerd" zal tot het verladen behooren.
Heaen-middag had ten Stadhuize de
eeiste vergadering plaats der commissie voor
de gas-tentoonstelhng enz.j in den na
zomer van dit jaar hier ter stede te houden.
Nadat de leden door den eere voorzitter
waren geïnstalleerd, ging men over tot de
benoeming van een penningmeester, waartoe
de heer A. Gouka werd gekozen. Verschil
lende bepalingen werden hierop vastgesteld
omtrent inzending, tarieven enz. Een com
missie voor de reclame, bestaande uit de
heeren J.' A. M. Zoetmulder, W. A. Beukers
en P. van Groningen, werd benoemd en
bepaald dat de tentoonstelling vermoedelijk
in ue Officieren-Vereeniging in het laatst
van Augustus zal worden gehouden.
De brandersknecht Hendriks, wonende
Ga-straat, had heden-morgen het ongeluk,
in de branderij van den heer M. J. Wouter
lood aan de Westerhaven in een emmer
met heet water te stappen, waardoor hij
aan zijn rechterbeen brandwonden bekwam.
Heden-middag ontstond in de woning van
de wed. v. d. Berg, Kreupelstraat een begin
van brand, doordat het behangsel achter
den kachel vlam vatte. Door een der
buren, H. Vink, werd het brandje spoedig
gebluscht.
Te Capelle a/d IJssel is bij den broodbak
ker Peterse op brutale wijze ingebroken.
De sleutels van de secretaire werden uit een
broek gehaald, die voor het ledikant hing,
en daarmede werd het meubel geopend,
waaruit een bedrag van ongeveer f 250 en
een gouden horloge gestolen werden. Door
de politie werd een nauwkeurig onderzoek
ingesteld. Spoedig rees het vermoeden
tegen den bakkersknecht. Hoewel hij niet
bekend heeft, waren de gegevens zoo
overtuigend, dat hij gistermorgen op last
van den burgemeester zwaar geboeid naar de
strafgevangenis te Rotterdam werd overge
bracht.
De heer G. de Gelder, werktuigkundig
ingenieur en benoemd adjunct-inspecteur
van den arbeid te Delft, heeft een voorstel
ingediend om de commissie tot behartiging
der studiebelangen af te scheiden van het
D. S. C., zoodat ook niet-leden van dat corps
daarin zitting zullen kunnen krijgen. Alvorens
dit voorstel in te dienen, heeft de heer De
Gelder zich gewend tot de docenten der P. S.
om hun advies. De tot nu toe ontvangen
antwoorden betuigen vrij wel alle ingeno
menheid met het voorstel. Van een docent
werd bericht ontvangen, dat deze kwesties
hem koud lieten. De raad van bestuur der
Polytechnische School heeft zich nog niet
officieel uitgesproken, doch waar de meeste
hoogleeraren reeds geantwoord bebben, valt
niet te betwijfelen of ook dit advies za'
gunstig zijn.
Maandag-morgen vergaderden de reeders
te Vlaardingen, met het doel, een toren
wachter-omroeper te benoemen, in plaats
van L. v. d. Weijden, die wegens ouderdom
en lichaamsgebreken, deze functie moet
neerleggen. Bovendien was het voorstel
ingekomen, dat hij, die thans gekozen werd
een wekelijksche toeiage zou moeten ver
schaffen aan zijn voorganger. Daar men
het over deze zaak niet eens worden kon,
en meer dan één persoon werd voorgesteld
zoo is het besloten de benoeming te ver
dagen halt Juni daar de tegenwoordige
torenwachter zijn werk nog tot dien tijd zal
waarnemen.
Te Vlaardingen was Maandag-morgen de
eerste nieuwe Schotsche haring aan de markt.
Het bleek echter dat ze nog niet van de ge
wenschte kwaliteit was. De prijzen van f24
tot f30 per halve ton, waren niet te maken.
Misschien dat de aanvoer van de volgende
week van betere kwaliteit is, doch het is
naar veler meening nog eenige weken te
vroeg, om goede waar te verlangen.
Terwijl de machinist van het ioodswezen
te Hoek-van-Holland gisteren in de werk
plaats van de gasfabriek aan het werk was
met een spirituslamp, sprong deze uiteen
waardoor de man brandwonden aan het
gelaat bekwam en vijf ruiten van de werk
plaats vernield werden. De machinist werd
na voorloopig te zijn verbonden, naar huis
geleid.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 2 Mei
Bij de behandeling var. het wetsontwerp
tot aanvulling en verhooging van de Wa
terstaats-begrooting over dit jaar met
f78000 voor aankoop van een huis
aan de Princessegracht te 's-Gravenhage
voor tijdelijke huisvesting van het Gerechts
hof en dat later kan dienen voor de bureaux
van den Raad van Toezicht op de spoor
wegdiensten, ontwikkelde de heer Bouman
bezwaren tegen het voorstel, dat sanctio
neert het stelsel van de Regeering om
steeds opdeduurstestanden huizen
te kiezen.
De heer K e r d ij k is het hiermede eens,
en ziet niet in dat men bij goed zoeken in
een ander gedeelte van de stad, bijv. de
Prinsegracht, niet goedkooper terecht zou
zijn gekomen. Tot zoover kan best het
Hof bij den Hoogen Raad onderdak zijn
gebracht. De schets van het gevaarlijke
van het oude Rechtsgebouw acht spreker
overdreven. Een griet was 't voor spreker
de onzekerheid of het Hof na de restau
ratie in het oude gebouw zai terugkeeren,
waarvan nu reeds gezegd wordt dat velo
lokalen niet aan het doel beantwoorden.
Zijns inziens wordt door dit wetsontwerp
op zich zelf te veel geld uitgegeven, tevens
ondoelmatig, want wellicht moet later weder
een ander duur huis voor het Hof worden
aangekocht, want thans wordt slechts tijde
lijke huisvesting voorgesteld.
De Minister van Waterstaat de heer
L e 1 y betoogt dat de toestand waarin het
gebouw van het Gerechtshof verkeert niet
kan voorduren als hij op een ander stads
gedeelte ee.. geschikt huis had kunnen
vinden, had hij dit gedaan. Voor het be
oogde do6l kon geen beter huis gevonden
worden, 's Ministers streven is 't volstrekt
niet steeds naar de duurste standen uit
te zien.
De minister van justidie de heer C o r t
van der Linden bevestigt den on-
houdbaren toestand van het tegenwoordige
rechtsgebouw. Onmogelijk was 't voor den
geregelden gaug van zaken van het Hof
bij den Hoogen Raad onderdak te brengen.
Het wetsontwerp werd verworpen
met 43 tegen 28 stemmen.
Daarna was aan de orde
Interpellati e-K u y p e r
over de vredesconferentie
De heer K u y p e r stelt 4 vragen le Is
het gerucht waar, dat de Oranje Vrijstaat
en de Zuidafrikaansche Republiek niet zijn
genoodigd
2e Zijn er, zoo ja, pogingen aangewend
die Staten alsnog uittenoodigen, waarop
zijn eventueele pogingen afgestuit
3e. Zijn die pogingen gestaakt na of vóór
de definitive aanvaarding der conferentie
in Den Haag
4e. Wil de Minister de deelneming van
beide staten zoo mogelijk alsnog verzekeren
Spreker geloofde dat de Transvaal geheel
vrij was en onafhankelijk van Engeland er
behoefde geen rekening gehouden te worden
met 1886, dit is over het hoold gezien door
de nationale doodverklaring.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
zegtle. Beide staten stonden niet op de
lijst, maar vóór het vaststellen der lijsten
hebben vertrouwelijke besprekingen daarover
plaats gehad
2e. de Minister heeft den indruk gekre
gen, dat een uitnoodiging aan de Zuid-
Afr. Republiek het tot stand komen der
conferentie in gevaar zou brengen en aan
de zelfstandigheid van den Transvaal schade
zou kunnen toebrengen.
3e. Bespreking heeft plaats gehad na
aanneming der invitatie om de conferentie
in Den Haag te houden.
De Minister is niet geneigd nadere
onderhandelingen aan te knoopen.
Na affoop der interpellatie wordt de
discussie hervat over de regeeringsinlichtin-
gen op het adres van Verstegen c. s.
houdende verzoek om behoorlijke regeling
der Linge als vaarwater.
De heeren De Beaufort en Tyde-
man repliceeren.
De heer P ij n a p p e 1 verdedigde de con
clusie van het rapport. Hij meent dat de
Staat in dit geval van zijne bevoegdheid
moet gebruik maken om aan een ongeorden-
den toestand een einde te maken.
De heer De SavorninLohmanzal
tegen de conclusie stemmen, omdat naar
zijne meening de Kamer niet heeft uit te
maken hoever de politie-zorg van den Staat
in het algemeen gaat zonder dat er con
creet geval van overtreding bestaat.
Na repliek van den Minister en
dupliek van den heer Pijnappel wordt
de beraadslaging gesloten der conclusie.
In stemming komt het eerste gedeelte
»de meening uit te spreken dat de Staat
krachtens de wet van 22 Juli 1885 be
voegd en krachtens de op hem rustende
politie-zorg verplicht is vaartuigen en an
dere voojwerpen, die in een openbaar vaar
water gezonken en voor de scheepvaart
hinderlijk zjjn, op te ruimen, indien dat
water eigendom van den Staat is en niet
als vaarwater door een ander wordt be
heerd. Verworpen met 42 tegen 38 stemmen.
Het laatste gedeelte derconclusie(bebakening
der Linge) wordt goedgekeurd.
Het ontwerp bekrachtiging van een over
eenkomst betreffende de overneming van
een vordering der H. IJ. S. M. op de Konink.
Nederl. Locaal-Spoorwegmaatschappij werd
na inlichtingen van den Minister van Water
staat goedgekeurd.
Heden (Woensdag) voortzetting.
Besmettelijke ziekte.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aau de Tweede Kamer ingediend een
wetsontwerp tot nadere wijziging en aan
vulling der wet var. 4 Dec. 1872 tot voor
ziening tegen besmettelijke ziekten.
Het doel van dit wetsvoorstel is uit
genoemde wet de mazelen te doen vervallen
en de pest daarin op te nemen.
Als toelichting wordt o. a. gezegd, dat
de besmetting door mazelen geschiedt in
het incubatie-tijdperk der ziekte, voordat
zij geconstateerd is, zoodat dan de wette
lijke voorschriften de verspreiding der ziekte
niet in het begin kunnen tegenga®11' je
de bedoeling van de wet juist ffgVeH
gemeentebesturen de gelegenheid ie
om de besmettelijke ziekten in den a
krachtig te onderdrukken. ,n ie
Daarom behooren de mazelen i>ie
wet. Bovendien wordt dikwijls 000 jiiilp
te ontduiken geen geneeskundig® ..^rs-
ingeroepen veelal ten nadeele der
De wet van 20 April 1895,
wijze van invordering der invoerre®
gewijzigd en die voor de schatkist z°° jjog,
stige gevolgen heeft gehad, bevat de is
dat zij binnen 4 jaren wordt herzie11' ut
op 1 Aug, 1895 in werking getreden,1
over 3 maanden de gestelde termij0 29
verstreken.
De minister van financiën heeft 01
eventueele wijzigingen reeds advies g®v Jjt
van verschillende ambtenaren, die 01
uitvoering der wet belast zijn. eljg'
Zooals men weet, is nog altijd het toe% J-
de wetsontwerp omtrent de invoerrecht
ve niet ingediend. _-pl|
Ook dit jaar en wel in het
onder de ambtenafen bij den actie*e"
van 's rijks belastingen weder eenaanz'® et
promotie plaats hebben, in het bij
onder de kommiezen 3e en 4e klasje'
Blijkens van den gouverneur-gener®9^,
Ned. Indië ontvangen telegrafische
zijn sedert de jongste mededeeling®0^; èl
aangaande, van 1 December 1898, ji
krijgsverrichtingen in Atjeh gesneu"®
fuseliers D. E. F. Muller, L. van ^efS
aan bekomen wonden overleden de tuS^öj)d
P. H. van de Weerdt, S. Hemrica J
de le luit. der inf. van het Ned- j
gedetacheerd bij dat in Ned.-Ind'® jzf
Verbrugh, en licht gewond de le lu!>
inf. van het Ned--Ind. leger J. C. k9 fl'
F. H. Ockerse, D. van der Keilen e°
van der Linde, de twee !aatstgen°e
door schampschoten.
In een gemeente in Zuid-Holla°(1 ^ys'
bij de openbaarmaking van de kief1,* <j«
voor 18991900, dat er personen
gemeente woonden, die onder de
der vorige wet in staat van failÜsS
waren verklaard. Zij kwamen echt8'
voor op de opgave van gefailleerd®'1
die door den minister van Justi"®^'
den burgemeester worden verstrekt- j'
wetende hoe te handelen, wendd® j,.
oetrokken burgemeester zich om
tin.en tot genoemden minister, |d®
daarop te kennen gaf, dat de b® e(i,
personen uit de opgave waren weg8®
omdat uit een billijkheidsoogpunt '5jj^
genomen dat het faillissement g®e'
was, daar onder de vroegere
vele faillissementen niet werden e(i,
wikkeld, omdat er geene baten
en het onbillijk zoude zijn he° .^Si
altijd het kiesrecht te ontnemen, ^j|js'
waren zij onder de thans geldend® jjn
sementenwet in staat van faill'£S
verklaard, zij door de opheffing ge'1'
hun kiesrecht zouden hebben her"
Naar aanleiding daarvan besloot het
0P
dier gemeente de bedoelde person®'1
kiezerslijst te plaatsen.
Men schrijft ons uit Den Haag:
De Internuntius, mgr. Tarnassi, p(
gister-avond een buitengewone verg9 „r'11
bij van het Ilaagsche'tKruisverbond
als spreker optrad, de welbeke0
Ariëns, uit Enschedé, die, betoogen^ X'
vrouw grootelijks belang heeft bij d® ..^pt
bestryding en omgekeerd de drankbestr ^tji4
ook bij de hulp der vrouw, de °Pr'gStril
eener vrouwen vereeniging tot drank
I -C\
ding bepleitte.
i»*5'
1 Taf
Na des doctors rede nam mgr- y o?
het woord. Verklarend geheel te s'9^
het standpunt van het Utrechtscb
Congres, bracht Z. Exc. hulde 9*°beSt'
onvermoeid streven van dr. Ariëns, ^tS\d
wenschen uitend voor den
goeden ^„r
der drankbestrijding in Nederland 1 syfl'
nuntius liet zich daarbij in de me
pathieke bewoordingen uit over dern0n^
landsche Katholieken en hun 8
instellingen op verschillend gebied;