Dagblad voor Schiedam en Omstreken. «rjrh« c d°or de m"«' s rd" ''™-p -2ste J aarj Zondag 4 Juni 1899. No. 6411. 33ureau "^Sofersfraaf 50. EEliSTEBLMi fAMILIE-EER. "Mjsche Kroniek „T""" "een e.„TbSe d*8de' H,t «r00lsl« r^VSL^ te 8eraken 01 deel het eerst ver8en. om aan het ^^Uleton. VLGEMEEK OVEKZICHT. NIEUWE MEDISCHE COURANT PRIJS TAN DIT BLAI): v°or Schiedam ty. u* Per a maanaen - ranco Der nn?r IF*onderi"' v °r ?enee! ^«Ierland lI'°ndenx,K# Nummers 'i «i-1 .'ït - 0.05 PK IJS DER ADTEKTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regei meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. der Vredesconferentie P c en al w g 00te belangstelling ge- Z "-"-.ink oniwapening8kwestie t .red, d" l0,Se" "«rtodwd, I*?gemtkêre* i,r*8'!'ld»"»; zoude po lj te bereiken zijn p'ng moeten Schande vo°r de bescha- ?°nferentie daarin W°rden 800 de gewapende cn Iw 6 Zljde der m°biliSatie en meest in snelle gendheden kom' entmie g60efend« t6n -Me t °mdat de formaliteiten ZlJn> alle waarde t bet best gere®d te Moeilijkheid zaj w6, ot|fnemen. Doch deze e booidzaak toni,8 0Verwonnen worden. Übltrage te ben*" permanent hof van WÜZe van procedi°emen 6n eene Sescbikte D°or de k te v,"den. p6" °f bet bii dpSe"kWeSt'e za' men kunnen *prtlst 's de bHaT m°ger,dbeden waarachtig "aar ontworneii^t6^1"6 plannen door den eilzame werkel 'tk* ,Steunen en lot eene De gerucht te brengen. Staking op de" Va" Cen al8emeene werk- ^an het Chamn de' tent°onstelling Validen en v» a S' de esPlanade der gel1kkig de Champs Elysées werden ^Melijk va?"? tteSengesP'-oken. Er was J6 Dlrecteur J' Sprake dan dat er Picard h der tentoonstelling de MJ den minister van Konnhn... 36) ^H"-mmSarasrnanar !"If 16 Werk'" zeide bj heeft door z'iin h jjC| verzonken. >;denaar 3" ^middelaar, die later zijn 5°Ud laten verzoet X°°[' °m eetl onde''- ge"heid bericht m bij die gele a,'Men vriend - medegedeeld, die mijn l^Mengevohre li!vr°ntSteld bebbpn> dat hij nadt- dan ri een misdaad °P zich ais t deze wereldkund,g te maken J.'rees, ^a®aar e ns wilde spreken. Maar p°k tegen mu ecbter van instructie, die r'derhoud met 1.nger""I'en ls> mij met een bledurenH m zal toestaan." Missang at®Tge minuten stond de com- L?ndiepeoror. a s' zÜn gelaat teekende l1J Zich hne„ 'ng m iar eensklaps richtte begonnen te° fonke*rWi"j' °0gen van booP del was komen mededeelen, dat er een geest van komplot onder de werklieden was waar te nemen welke het ergst voor de geregelde voltooing der werken deed vreezen. De aanzetters er van zijn waar schijnlijk dezelfden aan wien wij de gelukkig korte doch oprecht schandelijke grevè der brievenbestellers te danken hadden namelijk de socialisten, die reeds van het begin der werkzaamheden af niet ophielden de werk lieden op te hitsen en de verderfelijkste raadgevingen in te blazen. Ditmaal helpen ook zekere leiders in de Dreyfuszaak, welke alles in 't werk stellen om hunne plannen, die ongelukkigerwijze niet alleen in de invrijheidstelling van den gevangene van het Duivelseiland bestaan, doch onder die leuze heel wat anders in hun zin hebben, ten uitvoer te brengen. Al die machinatien zijn verre van onschuldig en de revolution- nair Jaurès schreef den dag nadat de brievenbestellers hun werk hervat hadden. »Wij weten nu voorgoed dat wanneer de «proletariërs, de werklieden, boeren en be sdienden georganiseerd zullen zijn en de «sociale orde helder zullen inzien, het van «hen zal afhangen het geheele oude «sociale systeem met verlamming te slaan. «Die revolutionaire verschijnselen nemen «met den dag toe. Eet is de plicht der so- «cialistische partij hare aanvallen te ver- sdubbelen, teneinde aan de gebeurtenissen «meer kracht en uitwerking te geven. Door de werkstaking aan te vuren drij ven de socialisten en hunne geallieerden dus hun programma, dat in desorganiseeren en ten onderstboven werpen bestaat, con sequent door. Het is echter de vraag of de werklieden hierin hunne medeplichligen willen worden, door zich voor dit afschuwelijk complot tegen de Fransche collectiviteit te leenen. Ik wil het nog niet gelooven want het zoude letterlijk eene laagheid aan verraad gelijk te noemen zijn, waartoe ik die massa arbeiders, welke voor nog geruimen tijd «En toch wil ik het geheim ontsluie ren riep hij vastberaden uit. «Ik reken daarbij op uw hulp en die van mejullrouw Von Horwitz, de verloofde van uw zoon Waartoe ik u beiden noodig zal hebben, is mij nog niet recht duidelijkmaar er broeit reeds een plan bij mij. Wij zullen zien ja, ja, wij zullen zien." Vol geestdrift greep hij de hand van de weenende oude dame. «Droog uw tranen en ga rustig naar huis," zeide lnj met trillende stem. «Ook tegen den wil van uw zoon zal en moet ik zijn onschuld bewijzen. Ja zeker, ik zal slagen of anders wil ik terstond toegeven, de grootste domkop te zijn waarvoor ik mijn geachten heer recht ik wil zeggen," ve beterde hij haastig, «waarvoor ik andere menschen houd." Hij bood der weduwe zijn arm, nam met een dankbetuiging, afscheid van den inspec teur die in den lijkenkelder achterbleef en leidde de dame weg van deze plaats der droefheid en des doods, naar buiten in het warme verwikkende licht der zomerzon. Met volle teugen ademde mevrouw Louise de tnssche lucht in, terwijl zij licht steu- zoo goed hun brood verzekerd zien, niet in staat acht. Geheel Frankrijk heeft in eene opwelling van oprechte Vaderlandsliefde twee zjjner roemrijkste zonen, de generaal Gallieni die Madagascar als gouverneur-generaal reor ganiseerde en tot rust bracht en de kranige commandant Marchand, de held van Fasjoda bij hun terugkomst op den Franscnen bodem met enthousiasme gevierd. Hoewel al deze gebeurtenissen evenals de vrijspraak van Paul Déroulède en Marcel Habert, een ieder bezig hielden, was het toch de belangstelling in de revisie der Dreytuszaak voor de Vereenigde Kamers van het Hot van Cassatie die de kroon spande. Vooral de zitting van Dinsdag den 30sten Mei was belangrijk en sedert vele jaren kwam zulk eene indrukwekkende en passioneereride zaak niet meer voor. Het rapport van den president Ballot Beaupréi waarvan de voordracht acht uren duurde, werd met godsdienstige aandacht aange hoord. Zijne conclusie, dat hij na grondig onderzoek de overtuiging verkreeg het bor derel niet door Dreytus doch door Esterhazy geschreven was, maakte niet weinig sensatie en bij deze verklaring, welke de herziening van het vonnis bepaald in vooruitzicht geeft, bereikte de aandoening bij al de aanwezigen haar toppunt. In het slot zijner rede zeide hij zeer terecht dat de eer van het leger niet vereischt dat een onschuldige in de gevangenis moet blijven en vraagt de Ver eenigde Kamers niet Dreylus' onschuld te prociamperen, doch hem naar een nieuwen krijgsraad te verwijzen welke al de om standigheden ten volle kennende, definitief over zijn lot zal beslissen. De uitspraak van het Hof zal ongetwijfeld tot revisie besluiten, doch het zoude naïef zijn te gelooven, dat daarmede al de agitatie als bij tooverslag zal eindigen. Wanneer zulk een strijd en zulke beroeringen zich in een maatschappij hebben voorgedaan, is er heel wat tijd noodig om tot kalmte en verzoening te komen. Een hevige ziekte geneest niet in een dag en het is al een geluk indien de patiënt er niet aan bezwijkt. Fidélius. Parijs, 20 Mei—2 Juni 1899. nend op den den arm van haar geleider het rijtuig naderde, dat op de binnenplaats wachtte. Zonderling, thans, in de heldere gouden zonnestralen scheen haar de toekomst nfet meer zooa droevig en troosteloos. Daar beneden, in den somberen lijkenkelder, had zij gewanhoopthier, onder den zuiveren b auwen hemel, ontwaakte de oude moed weer in haar. VII. Reeds vóór het bezoek aan het lijkenhuis was de commissaris in het «Lüwenhot" geweest en had omzichtig getracht daar in lichtingen te verkrijgen. Dit zou zeer moeielijk zijn geweest, wanneer een der kellners in hem een politie- beambte had vermoedvoor dergelijken hebben die heeren een instinctmatige vrees en om een aanraking met de justitie te vermijden, verzwijgen zij liever watvij aan een ander licht vertellen zouden. Terwijl hij dus als een gewoon burger man in een hoek zijn glas bier zattedrin- 1 ken, vroeg hij den kellner, die juist een tweede glas bracht, of de rosachtige heer met zijn mooien, grooten. Newfound- 3 Juni '99. De inhechtenisneming van Du Paty de Clam is thans te Parijs het groote feit van den dag dat meer nog dan de Dreyfuszaak zelf de aandacht trekt. Toen een officier den kolonel kwam zeggen, dat hij bevel had hem gevangen te nemen, vroeg Du Paty om welke reden dat geschiedde. De olficier antwoordde, dat hij strikte order had niets te zeggen, dat hij bovendien de reden niet wist, daar hij slechts een kort bevel had ontvangen. In den loop van den ochtend schreef gisteren Du Paty het volgende aan den minister. Twee jaar lang reeds sta ik bloot aan ongehoorde aanvallen in de pers. Majoor Cuignet heeft die aanvallen tot de zijne gemaakt en in het duister een requisitoir tegen mij opgesteld, dat ik eerst door de Figaro heb leeren kennen. Op dat requisi toir gaan Ballot-Beaupré Manau en Mornard of om de ergste aanstijgingen tegen mij te slingeren. Ik eisch terecht te staan". De inhechtenisneming van Du Paty komt de Libre Parole even onverklaar als onge rechtvaardigd voor. Het blad spreekt van een proefballonde Regeering wil zien, hoever zij kan gaan. De minister van oorlog wordt een Hugenoot genoemd, door het Jodendom en het buitenland aan het hoofd van het leger geplaatst. Terwijl de Figaro in een premier Paris den wensch uitspreekt, dat dit de laatste beproeving moge zijn, roept Cornély uitHet begin der liquidatie en ook het signaal van de bevrijdiug van Picquart. Het verstand zou er toch niet bij kunnen deze beiden gevangen te zien voor lander tegenwoordig niet meer in het koffiehuis kwam. «Dan vergist ge u zeker," antwoordde de man, «bij ons worden geen honden toegelaten. «Wel ja, ik heb hem zelf hier gezien." «Vroeger dan misschien," hernam de kellner«ik ben eerst veertien dagen hier en in dien tijd heeft er aan elke muur een kaart gehangen met de mede deeling." Met dit antwoord heeft de commissaris zich moeten tevreden stellenhij had zijn bier uitgedronkeu en was ontmoedigd heen- gegaan. Heden, nadat hij de ongelukkige moeder had thuis gebracht, richtte hij weder zijn schreden naar het «Löwenhof." Hier bestelde hij een glas bier aan een anderen kellner. De moed en geestrift, die hij zooeven, in tegenwoordigheid van het lijk van den ver moorden Dorner en de diep neerslachtige mevrouw had gevoeld, waren thans weer geheel bij hem geweken. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1