Dagblad voor Schiedam en Omstreken, eerste blad. 0® taiwta in Se toekomst. -2ste Jaar*;. Zondag 30 Juli 1899. No. 6457. "Sfrttveaxx !£otev$tvaat 50, Hl mmm Engeland en Frankrijk. euilleton. Vab F;anT:r;r.'scrgezant bij den koning nek „.i n iJb, had onderweg een stijven had. Hi' ']6°en' waar bij veel hinder van ®n voi.i^ daarom de paarden halt houden ALGEMEEN OVERZICHT. NIEUWE SCHIEDAM PRIJS TIN DIT BLAD: 7°or bchieóam per 3 maandenf l.öC) •":anco per post door eeheei Nederiana - 2. Afzonderiïik.e Nummers - 0.05 PRIJS DEK ADYKRTENTIÈN Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Ingezonden de J n°mmer van 16 dezer publiceerde een eerste artikel over Werj andel en Nijverheid", waarin vooral haven„aarl°e^ronoen °P verlaging van ons Als °6 voor buitenlandsche aanvoeren. p6r Weet dat ons havengeld 5 cents tot ^s; ^draagt, terwijl Rotterdam van 3 >t 38/ «uide)"',|.Cent re^ent' *^an 's ket voor ieder Waar dat WÜ n'et slim handelen. Want ben Z0° &oec' a's 8een aanvoeren heb- Wij en ^olterdam zoo veel, daar moesten teken •6er 'a=er zijn dan Rotterdam, doch grij,, n'e( h°°ger. Een kind kan dat be- het n' en °°k de Schied. Court, begrijpt °ver Ij16' zoovee' anderen, die er evenzoo tarief 6nken' ^at genoemd blad over ons ^eded °V6r de toePass'ng daarvan enz. enz. der zaf8,de' WaS ^aar blijkbaar door een ook v 6 kundige voorgehouden, iemand die dat typtStaDdig Senoeg 's om te begrijpen, *1! i r)°°it ons deel van de zee-aanvoeren méér ri^en> a's WÜ 200 dwaas blijven om P'®at avengeld te vorderen dan andere tarisf en met de toepassing van ons DUs niet facie'er zijn. lichter 00 ®c'l*ec^- Cotwf. én haat voor- Doch Waren beiden op den goeden weg. en f, Wal 8ebeurt 1 Er verloopen acht dagen v®rsch1 tweede gedeelte van het artikel gedeej^nt' ^'s men nu meent, dat in dit ""aan n°^ 6ens een dinke opwekking zal den t0t '16t 'ns'aan van den boven bedoel- eeo dan vergist men zich. Neenin dat easc'lr'tt deelt de Sch. Crt. ons mede, haar66" lijkbaar nog veel béter bevoegde over t,611 aanta' opmerkingen had gemaakt Sf,rekki eerst geschrevene, waarvan de biets o was, dat lager havengeld ons tot h Zf°U Daten' 0ns n'et nader brengen zal e "erlangde doel. Die uitspraak is kras i) IV k1(?'ree'£s bet jaar 1600, toen Hendrik °P zeko'n° Van frankrijk was, onstond er k'®ib J,8nJda? boel wat beweging in een geleaen°r^e' 'n ^oor(*en vaD c'at terende°rZuak dier beweging was een schit- ïdellijij )/oets' waaruit een rijk gekleed b bi form stapte, in een schitterende Lawfmtj, J" hoogheid, de lange Lord an tjmgelsche gezant bij den koning Als d Uit te staPPen- bemerkt6 Waar<^ ^n zieke met zijne dienaren b donr i?.' rieP bij uit«U komt zeker om »PlL !Urot.te laten genezen rot, wie is Fleurot vroeg de en tevens geschikt om ons wanhopig te maken. Want waar men van zóó «bevoegde" zijde zulk een uitspraak hoort, zou men verwachten dat dan ook andere, betere middelen aan de hand werden gedaan. Dit gebeurt echter niet. Wel oppert de »be- voegde" een paar denkbeelden, maar men kon ze gerust onzinnig noemen. Het eerste denkbeeld toch, nl. dat eenige groote be vrachters uit Rotterdam of Antwerpen zich hier zouden moeten vestigen, vóór en aleer men hier aanvoeren kan krijgen, kan den toets der kritiek niet weerstaan. Iedereen kan begrijpen, dat zulk eene vestiging in onze stad geheel onnoodig is als voorwaarde om hier booten te laten lossen. Hoogstens zou zulk een bevrachter hier een klein kan toor behoeven te vestigen, waar zijn gemach tigde kon huizen. Doch zélf behoeft die bevrachter niet uit Rotterdam naar hier te komen wonen. Maar het mooiste van het denkbeeld is, dat de »bevoegde" zelf er van zegt, dat het niet verwezentlijkt zal worden. Dus wat hebben we aan zoo'n denkbeeld Verder noemt de «bevoegde" als tweede mogelijkheid onmogelijkheid, mogen we we! zeggen om schepen hiereen te trek ken het middel, dat wij hier de booten dubbel zoo snel moesten kunnen lossen als te Rotterdam Zou men niet mogen zeggen, dat deze «bevoegde" totaal onbevoegd is om over de kwestie mee te praten Het middel dat voor de hand ligt afwijzen, en daaren tegen een paar andere middelen noemen, waarvan hij zelf de uitvoering onmogelijk acht. Wat wil men dan toch van «bevoeg de" zijde doen, om booten te trekken. En kel maar havens, kaden, bassins en spoor wegen maken en dan de boel maar verder laten waaien Onze gemeente diep in de schulden Jsteken, zonder eenig redmiddel voor de toekomst? Het heeft er veel van! Waar wij van dezen «bevoegden" even wel niet weten waar hij heen wil, daar weten wij het wel van de Sch. Crt. Deze Engelschrran verwonderd. «Neen, ik kom alleen, om een r.acht uit te rusten, morgen reis ik weer verder." «Zooals uw Hoogheid, wilFleurot heeft er anders duizenden genezen ging de waard voort en vertelde zooveel wonderlijks van den bekwamen wondarts, dat de lange Lord eindelijk besloot, Fleurot te ontbieden. Fleurot kwam: Een reusachtig gebouwde boer, in de volste kracht des levens. «Ge zijt zeker kwakzalver riep de Engelschman uit, toen hij den boer be merkte. «Neen, Mylord", antwoordde de boer, «ik genees met natuurlijke middelen." «Alle ziekten ter wereld, natuurlijk!" spotte de gezant. «Het spleen en de domheid uitgezonderd antwoordde Fleurot kalm en wilde heen gaan. Toen hield de Lord op met spotten en verzocht den dokter te willen blijven. Deze onderzocht het lijdende lichaams deel en beloofde hem aanstonds te ge nezen. Het honorarium werd vastgesteld en de lange zoon Albions verdween in een zij kamertje, gevolgd door Fleurot, die de deur houdt vast aan lagere tarieven en ratio- neeler toepassing daarvan, maar zij wordt haast wanhopig bij het ontwaren van het groote verschil van inzicht, dat bij de des kundigen bestaat omtrent de manier, waarop onze haven bloeiend bloedend zal ze van zelf wel worden moet worden gemaakt. En in die mismoedigheid oppert zij een denkbeeld, dat van wanhopigheid getuigt. Zij wil een gemeente-commissie samen stellen voor de havenwerken, bestaande uit gemeenteraadsleden endes kundigen uit andere handelsplaatsen I Zouden wij, aldus handelend, niet een dwaas figuur maken Zouden wij ons niet belachelijk maken zelfs, door op die manier openlijk het getuigenis at te leggen, dat wij niet in staat zijn om zelf onze zaken te regelen Dat wij groot willen doen, groote werken aanleggen, en geen raad weten, hoe ze productief te maken Ge tuigen dat wij doen als de dwaas, die een groote fabriek zoh oprichten, of een groote boerderij aanleggen, zonder de kennis of het verstand te hebben om een van beiden te besturen En welke knappe handelsman of deskundige uit een andere handelsplaats zal er zich toe leenen, om hier den boel op pooten te komen zetten, tot nadeel en schade van zijn eigen gemeente Een haro sur le baudel zou hem begroeten in zijn vaderstad 1 Als wij er zóó voor staan hier, dat wij zelf niet weten wat we met de nieuwge- maakte en nog te maken kostbare werken moeten doen, of hoe wij ze productief kun nen maken, dan hebben we onverstandig gedaan met er aan te beginnen, dan zijn we feitelijk bezig met het graven van ons eigen graf. Dan zou het zaak zijn, nog eens ern stig alles te overwegen en na te gaan, om te zien waar we zullen belanden, en te oordeelen of we wel voort mogen gaan op den ingeslagen weg. Maar men mag niet aannemen, dat onze vroede vaderen zóó onvoorzichtig zijn geweest, zóó zonder oor achter zich sloot. Eenige minuten later hoordemen buiten een helder klinkendgeluid, een toornigen uitroep, een paar woorden, die gewisseld werden en de Engelsche Lord, sïhpte stijf, met vurigen blik de kamer uit, gevolgd door Fleurot. «Ik ben genezen," verklaarde hij, «hier is het geld." Daarop stapte hij in den wagen, nam de grootste behoedzaamheid in acht bij het nederzitten en vertrok in de richting van Parijs. Onderweg dacht hij nog eens over het geval na. »'t Was zeker niet prettig," bromde hij, «maar uit elke gebeurtenis valt iets te leeren. We kunnen zwijgen en wachten." Daarbij ging hij zeer behoedzaam eens anders zitten en overlegde bij zichzelf, hoe hij het geval 't best kon toepassen in 't voordeel van Engeland en tot schade van Frankrijk. Eenige maanden later kreeg Hendrik IV dezelfde kwaal. Alsof hij drie laadstokken ingeslikt had, zoo stijf moest hij zich houden bij dag en bij nacht. De nek stond geen enkele beweging toe naar rechts noch naar links. Alle hofartsen, hofdoktoren en hof- pleisterleggers werden ontboden doch nie- deel hebben gehandeld, dat ze er de heele stad maar aan zouden wagen. Doch niet slecht zou het daarom zijn, als van nóg bevoegder dan «bevoegde" zijde eens wat medegedeeld werd over onze vooruitzichten, opdat het blijken zal dat de «bevoegde", die nu op zoo desolate wijze aan het woord is geweest, een geheel onbevoegde was. Wij worden nu bevreesd voor de toekomst, maar wij hebben recht om gerust gesteld te worden. Aan de hóóge autoriteiten dus het woord wij wenschen klaren wijn, en licht over de toekomst V. 29 Juli '99. De Transvaalsche kwestie was gisteren het onderwerp van eene ernstige beraad- slaging in het E'ngelsch parlement. Bij de beraadslaging in het Lagerhuis over de begrooting van koloniën zeide gisteren avond sir Henry Campbell-Banner- mari, dat de betrekkingen tusschen de Transvaalsche regeerir.g en de ,'uitlanders een bron van het ernstigste gevaar zijn, niet alleen voor Transvaal, maar voor alle Zuid-Afnkaansche staten. Toch gelooft hij niet in de goede uitwerking van bedrei gingen met of toespelingen op een gewapende tusschenkomst. Hij ziet ook niets, dat een gewapende tusschenkomst zou verontschul digen. Een oorlog in Zuid Afrika, hoe snel hij en met hoe goeden uitslag afloopt, zou een rassenhaat achterlaten voor geslachten lang en een goed bestuur in Zuid Afrika onmogelijk maken. Hetgeen gedaan moest worden is, op de Transvaalsche regeering den invloed te laten werken van de verlichte Hollandsche meening aan de Kaap. Het Britsche rijk moet dank weten aan Schreiner en Hofmeyer. Het is niet meer dan natuurlijk dat de uitlanders verlangen, dat het kiesrecht terugwerkende kracht heeft maar even natuurlijk zijn de Boeren onge- mand durfde beloven den koning voor het feest, dat over een paar dagen gegeven zou worden, te genezen. Nu liet de Engelsche gezant zich aan dienen en onze lange Lord Lawfitt werd binnengelaten «Nu Master Lawfitt," riep de koning uit, kunt gij me misschien helpen «Als uwe majesteit mijn raad wil opvolgen!" «Zou er van dien langen schurk iets goeds kunnen komen," dacht de koning, maar wachtte zich wel het te zeggen. Daarom vroe^ hij «En die raad is «In uw land leeft een natuur-heelkundige wiens roem tot in Engeland is doorgedron gen." Nu verhaalde hij tot verwondering der hoog- en diepgeleerde doktoren, van onzen goeden Fleurot, roemde zijne geneesmethode en verwijderde zich, zoo goed mogelijk den spotlach verbergende, die om zijn lippen speelde. Reeds den volgenden dag werd onze boer voor den koning gebracht, die omgeven was van ministers, hofbeambten en artsen. {Slot volgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1