Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
~2ste Jaar«\
Zondag 6 Augustus 1899.
No. 6463
bureau ^ofersftraaf 50.
titiltSTE BLAD.
Geinig hygiène-leer.
Schat in het moeras.
d'e zoo r,erl k'acbt in het dagelijksch leven,
rii»4 "uhk ,n•-
N«
kl
gez
euiiieton.
O
4LGEMKKJ} OVERZICHT.
HE COURANT
PBIJS TAN DIT BLAD:
__°0r Schiedam per 3 maandenf 1.50
ranco per p0St (joor g6heei Nederland
l2°nderiijke Nummers
^elerlej
'""Sndert de roeP'ng der Pers- R0 pers
Wei^61 een art>kel het aanschijn der
Appelen j'et' maar evenals het gestadig
pers
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regel meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
3arde Wei^61 een art>kel het aanschijn der
,Oor t6n steen holt, zoo kon ook de
op aar te'kens en telkens weer
V6e' goeds °Uten> misstanden en gebreken,
ePW® billen' SUnd brenSen'
g getnati ,Voor ditmaal eens wijzen op
i - Hls ni **wl"JVï oou Ulo iuu
.Sar Vpoi 6tS kost en den mensch onschat-
W, 1 V0°rdeel
kunst, een kunst, die zoo
naar het lichaam aan-
lg
aan wordt geuit als deze»er is
'ackt 6 doen", en byna nooit is die
^eï°ddhe1(i °n°e8rond, dan wanneer zij de
efiri slech. Van ons lichaam betreft. Alsof
°nWe6rsl) 6 8ez°ndheid ons zoo maar als een
6^6'1 kui' ÜVerva't> zonder dat wij er ons
2eker het nen wapenen. Ieder mensch kan
de levetln'^d'& ontstaan van verstoringen
G(-htsUr*cties voorkomen. De vraag is
ln bet kort6 6n W1J wdlen trachten deze
,®r zijn te beantwoorden.
fi'etlland V°0rnamelijk drie zaken, welke
0FIar>
;ond
^ag veronachtzamen, als
•h "*'u Wil i al0 hij
ht!g6 Ven- Zij zijn: zuivere lucht,
1 'ucht°ed'n^' doelrnatige kleeding.
0tl8eti, k°mt bij het ademhalen in de
,aarUit ape 01061 daar het bloed en neemt
s-1 ''chaatnVUl'6 st0^en °P i wanner zij dus
bfit gebr Jer'aat' 's zij te vergelijken
/8er no» 'U' te Water in onze waschkom
v 6tlschenö Zld 's z®lfs vergiftig. Er zijn
?a(1 goedé I.'6 S'ecbte lacht niet eens meer
f1"' Van jon Unnen onderscheiden doordat
h 6r geleef*)8 10 eene onzu'vere atmos-
6^°rvep e ^ehhen. Het reukvermogen is
n daardoor missen zij den natuur
lijken schildwacht, den reuk. Wel ademt
men meestal niet genoeg bedorven lucht in
om er van te sterven, maar velen onzer
krijgen er toch zooveel van binnen, dat zij
er onwel en slecht gehumeurd door worden.
Onze slaapkamers nu zijn de plaatsen, waar
doorgaans de meeste bedorven lucht wordt
opgehoopt, doordat daar dikwijls deurenen
vensters gedurende den nacht zoo zorgvul
dig gesloten zijn.
Even gevaarlijk als de bedorven levens
lucht is die, welke opstijgt uit andere deelen
der woning of van het erf, dat haar omgeeft.
Ook daar neme men zijn voorzorgen. Overal
toch, waar de reuk de aanwezigheid van
een riool, een zinkput of een gootsteen
verraadt, daar schuilt gevaar en al bemerkt
men door de gewoonte de aanwezigheid van
slechte dampen niet, dat neemt niet weg,
dat de nadeelige invloed blijft. Ook in de
huiskamer zorge men, dat de lucht zoo
zuiver mogelijk zij en niet worde veront-
reinigd door vochtige kleederen, stoffige
meubelen of vloeren.
He giftstof, welke zich dn ons lichaam
ophoopt, wordt niet uitsluitend door de uit
ademing daaruit verwijderd en zij komt
daar ook evenmin door de inademing binnen.
Zij wordt opgenomen door het zweet, dat
door de huid een uitweg vindt. Maar hoe
zal dit laatste nu het lichaam verlaten,
wanneer de kleine openingen onzer huid,
de poriën, gesloten zijn? Een flinke verzorging
van ons lichaam doet in dezen veel. Hoe
meer water en zeep men daarvoor dagelijks
gebruikt, hoe beter. Alleen personen met
een slecht gereinigde huid zijn spoedig vat
baar voor velerhande ziekten en kwalen,
daar zij door het vergif in een ongezonden
toestand zijn gebracht.
Ook iemand, die niet voldoende wordt
gevoed,kan niet gezond zijn, en is hij eenmaal
ziek, dan mist hij het noodige weerstands
vermogen en zal spoedig verzwakken. Ons
voedsel nu moet aan twee hoofdeigen
schappen voldoen het moet voedzaam zijn
He
v!J^ag6?atngovde hUt? van een helderen
he|li„an:ieiijkpn e6n i?® moei'assig land
af Sen ronj00mvan°\ zacht glooiende
po*9 met t Weerderl den koelen wind
C6n «ver ZT® 6n kortere tusschen-
stteou1,191 boomo °?ger ?9legen, hier en
raSH A's een k be,Sroeide prairie heen-
beria>en JJ br091P'aats van giftige moe-
ee;eve|h oolSnp T'6 plek voor he'
ve? ^kele w ,a m0sfeer trilde" Slechts
W®8"» Zien if plaS vert0°nde zich zoo-
ver?" k?n' en toch beloo'de zoo
kr»! u*0n e ft' Wa^ alleen na zwar®
stre zij van id smelfen van de sneeuw
09« toevi !n westkant door kleine
.nadat L°ed' Welke aan den a«d9ren
8te hernitf6 waterstand een zekere
had, zijn weg naar de
Missouri zocht. Op alle andere tijden stond
het water stil in plassen en natuurlijke
kanalen, die zich tusschen riet, breed-
bladerige moerasplanten en kleine heesters
heenslingerden. He kleine waterspiegels
waren bedekt met zich onregelmatig krui
sende lijnen, die de doortochten van schild
padden en slangen teekenden. Een treurige
plaats! Te vergeefs zocht het oog naar punten,
waarop het langer zou willen rusten. Gras,'
riet en biezen groeiden overal welig op|
zonder den indruk van het woeste leven-
looze veel te verminderen. Versmachtend
lieten de enkele bloempjes hunne kopjes
hangen. Hier en daar stonden enkele geheel
of gedeeltelijk gestorven boomen In den
rnoerassigen grond wortelend, strekten zij
hunne van den bast ontbloote takken, als
om hulp smeekend naar den hamel. En toch
werden deze geraamten door enkele schepsels
gezochtWant daar zaten zij immers op
de hoogste toppen die leelijke, bruine gieren
met hunne vederlooze koppen en halzen I
Hier met hunne breede vleugels als gebroken
neerhangend, daar wijd uitgespreid en met
de geopende, scherpe snavel de zoele lucht
inademend schenen zij in hunne onbeweeg
lijkheid, met het drooge hout uit een stuk
en ook aangenaam van smaak. Melk, haver
meel, erwten, boonen, kaas, vleesch, visch
en eieren zijn de stoffen, waarmede wij ons
bij voorkeur moeten voeden. Wij kunnen
echter gemakkelijker voedsel dan drank
ontberen en daarom is het van groot belang
nauwlettend op onze dranken toe te zien.
Deze toch hebben een tweeledig doelzij
dienen tot voeding en helpen mede om de
vergane vergiftige deelen in den vorm van
zweet uit ons lichaam te verwijderen. De
beste drank, dien wij kunnen nemen, is
waterdan volgt melk, daarna niet te lang
getrokken thee. Koffie bevat meer voedsel
dan thee, maar is niet zoo onschadelijk.
Een driehonderd jaar geleden werd er nog
geen linnen of katoenen ondergoed gedragen.
Het katoen was nog onbekend en het linnen
voor velen te hoog in prijs. De werkmans
stand droeg toen nog alleen maar wollen
goed, dat nooit werd gewasschen. Zeer be
grijpelijk is het, dat er toen heel wat huid
ziekten voorkwamen. Niemand die vuile
kle'ederen draagt, kan dan ook gezond blijven.
Onze huid, die de giftstolfen uit het lichaam
doorlaat, neemt ook alle vocht op, dat van
buiten komt. Een herhaalde verwisseling
Van ondergoed is daarom zeer ernstig aan
te raden. Doch ook de bovenkleeding
moet goed worden verzorgdvooral lette
men er op, dat zij zoo min mogelijk
door den regen vochtig wordt, en zoo dat
al het geval is geweest, trekke men toch
nimmer bovenkleederen aan, welke niet
goed droog zijn.
Nu hebben wij nog slechts hieraan toe
te voegen een wenk over de noodzakelijk
heid van goed schoeisel en eene waar
schuwing tegen te nauwsluitende kleeding.
Deze laatste toch is menigmaal de oorzaak
dat twee belangrijke organen, de lever en
de maag, in hunne functiën worden gestoord
en daardoor de gezondheid wordt benadeeld.
Dus de eerste voorwaarden voor gezond
heid zijnreine lucht bij dag en nacht, het
gebruik van ruime hoeveelheden zeep en
water voor het lichaam, afwisseling van rust
en beweging, eenvoudige doch krachtige
voeding, herhaalde verwisseling van onder-
kleeding, doelmatige bovenkleeding en
schoeisel.
Deze levensregelen zijn gemakkelijk en
met weinig kosten op te volgen.
5 Augustus '99.
De ministerieele crisis in België is nog
niet opgelost. De heer De Smet de Nayer
heeft, zegt het Ilbl. v. Antw. Vrijdag zijne
onderhandelingen voortgezet. Hij had o.a.
een lang onderhoud met baron 't Kindt de
Roodebehe, volksvertegenwoordiger van Ec-
clo, die herhaaldelijk verslaggever was der
begrooting van landbouw en openbare
werken. Daarna ging de heer De Smet in
een rijtuig verschillende politieke mannen
bezoeken. Hij verklaarde, dat het program
der nieuwe Regeering zal wezen Evenredige
Vertegenwoordiging over het geheele land.
Wat den persoonlijken dienstplicht aan
gaat, verklaarde de heer De Smet de Naeyer,
dat de regeering al werk genoeg had met
de kiesrecht-kwestie en zij er niet aan dacht,
zich nog andere moeilijkheden op den hals
te halen. De ministerieele verklaring zal
niets bevatten dan de aankondiging, dat de
Regeering de kieswet moeilijkheid zal op
lossen door toepassing der Evenredige
Vertegenwoordiging over het geheele land.
Buiten die kwestie zal de regeering alle
bespreking over de politiek van het ministerie
sigeren.
Voor het oogenblik blijft het nog altijd
gewaagd namen te noemen. De heer De
Smet de Nayer verklaarde zelf dat de
vorming van het nieuwe ministerie niet
vóór Zondag en misschien zelfs eerst Dins
dag-morgen in de Moniteur zal aangekon
digd worden.
In antwoord aan een deputatie namens
republikeinsche radicale en socialistische ver
te bestaan. Doodelijke stilte heerschte in
het rond.
Op eens draaiden de vogels hunne koppen
naar de zuidelijke helling van den moeras
grond heen, zonder intusschen van houding
te veranderen. Van hun hooge standplaats
af; konden zij in een wijden kring rond
zien, en zoo ontdekten zij, misschien door
't geluid van stemmen opgeschrikt, dat in
een kloof of spleet van den heuvel de
hoofden var. twee wandelaars in 't gezicht
kwamen. Voordat zij echter de schouders
duidelijk konden zien, bleef de een staan
een geweer werd omhoog gehouden, in de
volgende seconde knalde een schot en vloog
een kogel over het moeras heen. De gier,
wien het gegolden had, was ongekwetst
gebleven, maar had toch de luchtdrukking
van het schot gevoeld, want hij verhief zich
met haastigen vleugelslag, terwijl de anderen
hunne vleugels langzaam uitspreidden en
traag, alsof zij verdrietig waren over de
storing, in breede kringen omhoog stegen.
»Slecht getroffen, Dick. Van uw vader
weet ik dat hij zoolang hij leefde, nooit
zijne buks tegen een schepsel ophief, dat
hem geen nadeel toebracht", klonk het van
de lippen van eene der beide wandelaars.
De spreekster was een buitengewoon
groote en krachtig gebouwde vrouw, tus
schen de vijftig en zestig jaar oud, die,
terwijl zij dit zeide, haar begeleider met
onmiskenbaar welgevallen beschouwde Deze,
die misschien bijna half zoo oud was, schudde
uit een eenvoudigen hoorn, kruid in een
blikken bus en hieruit in den ioop van zijn
geweerrichtte hij zich in zijne volle lengte
op en de blauwe eerlijke oogen als be
schaamd op de oude vrouw vestigend,
antwoordde hij vertrouwelijk: De schrik zal
die dieren geen kwaad doen. Het zou toch
een groot toeval geweest zijn, wanneer ik
op een afsfand van driehonderd ellen die
knaap van zijn zetel af had doen tuimelen."
»Dan was het toch in eik geval, kruid-
verspilling." hernam de oude vrouw, »en
ook op dat punt hadt ge van uwen vader
kunnen leeren."
»Nu ja, moeder, gij hebt gelijk", ant
woordde Dick lachend, maar ik zou toch
op geen andere manier als door zulke
proefschoten, een flink schutter hebben
kunnen worden.".
Wordt vervolgd.)