Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaar®:.
Woensdag 23 Augustus 1899.
bureau 'jSofersfraaf 50.
No. 6476.
gELE BERICHTEN.
isgeving.
Kamers
grïet ^dclTTdnj{5
Kennisgeving.
Kamers van arbeid
K e n n i s ff e y i ii 2:.
VAN ARBEID
KAMERS VAN ARBEID
ALGEMEEN OVERZICHT.
nieuwe schiedamsghe courant
PRIJS TAN DIT BLAD
^0or Schiedam per 3 maanden
co per post door eeneei Nederland
lz°nderiiike Nummers
PRIJS DER ADVKRTENTIÊN
Van 16 rsgeisfQ.&J
Elke gewone, regel meer-0.10
Voor hernaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
n voor de
^-INDUSTRIE te SCHIEDAM.
p'"EOAMMEESTER en wethouders van
<U'
Vooral hamers van arbeid, het Xiea-
e8luit yan -» q gainers van Arbeid en het Konink-
bestuurders van de navol-
de distilleerderijen en
-««nut yan ïo ,dHlers van Arbeid
ilet8^Q^kke''ijen
aa^nen stoor.i we8ers meters van
'-eneh,u""e *erpten en dat der zakkendragers.
4et Jst «P om TÓÓr 15 September e.k.
Wi- ^'OSeliike van de nameu, voornamen enz.
Van'J t>innea J vrouvrelijlce personen, die in hun
Schi.?rbei4 (b«»„n8e ?d aer bovengenoemde Kamer
'ied.,„ "O als nnt.».1. uitstrekt over de gemeente
°f in hun dienst als werk-
H 'blooper kalend°f-^U gCWeeSt gedurende het
"«eest U o derJ"ar (1898) en om die lijst,
q e' en Weth?,e'|lelU 681 a'3' te zeud«n aan Burg
I* die liiltnhoudera-
E jttret,de het jÜ v,
hst feb'ed der k ,er'00Pen kalenderjaar niet binnen
tij,, de hoofd ovengenoemde Kamer van arbeid bij
die geweeat en denielfden bestuurder werkzaam
8edurend» h|jtan '"ogen niet vermeld worden zij, die
>0V
of denzelfden bestuurder werkzaam
Ij; geen j" iehoeven niet te worden vermeld zij,
tn of die on de8 -Rijks of geen Nederlanders
O at'g iar.» 0ctober '899, den leeftijd van vijf
oj Oder UIt:' zullen hebben bereikt.
^«eliiJT',Worden verstaan de mannelijken
'«(tfo'0 te" of beatuorders van een bedrijf,
Eet k .f'Oot var, 1 een l>ersoon boven de 20 jaren
l«rw der 4 ,j°n werkzaaru is, en allen, die op
die j nat. of bestuurders toezicht honden
de» °r het i>00^j ge*Öb gesteld worden de personen,
lij^ re8el bclaa, °f bestuurder van een bedrijf in
•on. Pr°evea a eu met het doen van wetenschappe-
8tn„nj die h'j; ePr°curatiehouders alsmede de per-
Vp'der van h.n "i,eute"1! 'an bet boofd of den be-
'Ogen. hedrijf dat hoofd of dieu bestuurder
Zijn 'ogen Worden verstaan alle anderen,
std' kebslve 2r ,Van fo°u in een bedrijf werkzaam
hitoefeuen 8ekee' godeeltelijk gezag over
bear, ket 'l"r<Jode het laatst verloopen kalenderjaar
k "a'der Weru r'Jvan hetzelfde hoold of denzellden
liji.neo maken Zaam ziJa geweest, en die aanspraak
óp. vOor ,0ln geplaatst e worden op de kiezers-
dup!^ daarv. oveuSenoemde Kamer van arbeid zijn
foij Bnrop n TOOr September e.k. aangifte te
Dq f0 eS'er ou Wethouders.
riatl8iftenri^U''eren voor bedoelde lijsten en
s^„:
c h
6 a Augustus
'giften z fen voor bedoelde lijsten ei
Verkrfiifh kos'eloos voor belangnebben
retarin afdeeling A. ter gemeente
9eryiee$t,
■er
en
1899.
Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
v. LUIK, L. S.
B°UWBEDRUVENMe SCHIEDAM.
Sc^S,MEESTER en Wethouders van
6a*ien
k!?iS«BtdvooTen °f de Kamera van arb®id, het Kies-
h 'an in m Tan Arbeid en het Koninklijk
Val ontren j 1899' No- 47 i
8e"de bed.- 6 °°fden of bestuurders van de
L "cunjven
het teknjke" Van hoiU» steenol metalen;
childers-, stoffeerders-, behangers-,
stukadoors-, mandenmakers-, kurksnijders-,
aardwerkers- en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van
toezicht bij het uitvoeren van bouwplannen,
aan hnnnne verplichtingen om vóór 15 September e.k.
eene lijst op te maken van de namen, voornamen enz.
der mannelijke en vrouwelijke personen, die in bun
bedrijf binnen het gebied der bovengenoemde Kamer
van arbeid (hetwelk zich uitstrekt over de gemeente
Schiedam) als patroons of in hun dienst als werk
lieden werkzaam zijn of zijn gewee9t gedurende het
laatst verloopen kalenderjaar (1898) of, indien het
het bouwvak betreft, gedurende het laatste tydvak van
7 maanden dat in dat bedrijf is gewerkt, en om die
lijst, mede vóór 15 September a.s., te zenden aan
Burgemeester en Wethoaders.
Ten aanzien van hem, die in het bedrijf van het
bouwvak werkzaam is geweest, wordt op de lijst op
gegeven gedurende welken tijd hij in dat bedrijf
werkzaam is geweest.
Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die
gedurende bet laatst verloopen kalenderjaar of, indien
het, het bouwvak betreft, gedurende bovenbedoelde 7
maanden, niet binnen het gebied der bovengenoemde
Kamer van arbeid by hetzelfde hoofd of denzelfden
bestuurder werkzaam zijn geweest en behoeven niet te
worden vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks
of geen Nederlanders zijn, of die op 15 October 1899,
den leeftijd van vijf en twintig jaren niet zullen
hebben bereikt.
Onder patroons worden verstaan de mannelijken of
vrouwelijke hoofden of bestuurder» van een bedrijf,
waarin ten minste één persoon boven de 20 jaren
tegen genot van loon werkzaam is, en allen, die op
het beheer der hoofden of bestunrders toezicht houden
terwijl met patroons gelijk gesteld worden de personen,
die door het hoofd of Wstuurder van een bedrijf in
den regel belast worden met het ontwerpen van weten
schappelijke plannen en modellen, of met het doen
van wetenschappelijke proeven, de procuratiehouders
alsmede de personen, die bij ontsteutenis van het
hoofd of den bestuurder van het bedrijf dat hoofd of
dien bestuurder vervangen.
Ouder werklieden worden verstaan alle anderen,
die tegen genot van loon in een bedryf werkzaam
zijn, behalve zij, die geheel of gedeeltelijk gezag over
anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
of, indien het het bouwvak betreft, gedurende het
laatste tijdvak van 7 maanden, dat in dit bedrijf is
gewerkt, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of
deuzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest, en die
aanspraak kunnen maken om geplaatst te worden op
de kiezerslijst voor de bovengenoemde Kamer van
arbeid zijn bevoegd daarvan vóór 15 September e.k.
aangifte te doen bij Burgemeester en Wethoaders.
De formulieren voor bedoelde lysten en
aangiften zijn kosteloos voor belanghebben
den verkrijgbaar afdeeling A. ter gemeente
Secretarie.
Schiedam, 22 Augustus 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris
v. LUIK L. s.
voor de
VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN
te SCHIEDAM.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gezien de wet op de Kamers van arbeid, het Kies
reglement voor de Kamers van Arbeid en het Konink
lijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47.
herinneren de hoofden of bestuurders van de navol
gende bedrijven
de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de slagerijen
de bierbrouwerijen, de azijnfabriek, de
zoutziederijen
de zuivel- en de kunstboterfabrieken, het
bedrijf der drinkwaterleiding
de tabak- en sigarenfabrieken
het vervaardigen van kleederen, hoeden
oi schoenen j
de boek- en courantdrukkerijen
de kaarsen-, de gas-, de glas-, de soda-,
de zeep- en de cartonnagetabrieken
aan hunne verplichtingen om vóór 15 September e.k.
eene lijst op te maken van de namen, voornamen enz.
der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hnn
bedrijf binnen het gebied der bovengenoemde Kamer
van arbeid (hetwelk zich uitstrekt ever de gemeente
Sch edam) als patroons of in dienst als werklieden
werkzaam zijn of zyn geweest gedurende het laatst
verloopen kalenderjaar (1898) en om die lijst, mede
vóór 15 September a.s., te zenden aan Burgemeester
eu Wethouders.
Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die
gedurende het laatst verloopen kalenderjaar niet
binnen het gebied der bovengenoemde Kamer van
arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder
Werkzaam zijn geweest en behoeven niet te worden
vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen
Nederlanders zijn, of die op 15 October, 1899 den
leeftijd van vijf en twintig jaren niet zullen hebben
bereikt.
Onder patroons worden verstaan de mannelijken of
vrouwelijke hoofden of bestuurders van een bedrijf,
Waarin ten miuste één ersoon boven de 20 jaren tegen
genot van loon werkzaam ia, en allen, die op het beheer
der hoofden of bestuurders toezicht hondenterwijl met
patroons gelijk gesteld worden de personen, die door het
hoofd of bestuurder van een bedrijj in den regel belast
worden met het doen van wetenschappelijke proeven, de
procuratiehouders alsmede de personen, die bij ontsten
tenis van het hoofd of den bestuurder van het bedrijf
dat boofd of dien bestuurder vervangen.
Onder werklieden worden verstaan alle onderen, die
tegen genot in een bedrijf werkzaam zijn, behalve zij,
die geheel of gedeeltelijk gezag over anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzellden
bestunrder werkzaam zijn geweest, eu die aanspraak
kunnen maken om gepla tst te worden op de kiezers
lijst voor de bovengenoemde Kamer van arbeid zijn
bevoegd daarvan vóór 15 September e.k, aangifte te
doen bij Burgemeester en Wethouders,
De formulieren voor bedoelde lijsten en
aangiften zijn kosteloos voor belanghebben
den verkrijgbaar afdeeling A. ter gemeente
Secretarie.
Schiedam, 22 Augustus 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
v. LUIK L, S.
22 Augustus '99.
Het proces te Rennes.
De debatten worden onverpoosd voort
gezet ondanks de afwezigheid van mr,
Labori, die, hoewel goed vooruitgaande,
toch de zitting van gisteren nog niet heeft
kunnen bijwonen.
Nadat de zitting gisteren op de gewone
wijze geopend was, legt generaal Fabre,
gewezen chef van het vierde bureau, getui
genis af. Hij zegt dat Dreyfus door den
aard van de werkzaamheden die hij ve rricht
had, bijzonder goed in staat was gesteld,
om aan het buitenland inlichtingen te leve
ren. Dreyfus was voorts aanmatigend en
niet aantrekkelijk, niet ronduit en was na
latig In den dienst, omdar hij werk maakte
van het inwinnen van inlichtingen. De ver
gelijking van zijn schrift met het borderel
had Dreyfus als schrijver daartoe aange
wezen. Toen Fabre den indruk dien hij
door de vergelijking van de beide handen
had gekregen, aan de overige chefs van het
bureau mededeelde, versterkten hun ver
moedens zijn argwaan. Hij betwist al wat
Dreyfus heeft gezegd over zijn informaties,
en legt uit hoe hij bij de vergelijking van
het borderel en Dreyfus' schrift te werk is
gegaan, en hoe hij getroffen werd door de
gelijkenis in den vorm van het borderel en
de door Dreyfus geschreven stukken, in
't bijzonder wat het woord ^artillerie"
betreft. Hij verklaart dat hij thans, gelijk
in 1894, overtuigd is, dat Dreyfus het
borderel heeft geschreven.
Na het getuigenis van Fabre erkent
Dreyfus de juistheid van de beweringen
van den getuige, wat betreft de werkzaam
heden waarmede hij belast was. Met name
erkent hij, dat hij het dossier van een van de
voorname stations voor de mobilisatie in
het Oosternet had by te houden, wat geen
fictief werk was.
Kolonel Aboville legt daarna getuigenis
af.Hij weidt uit over de vergelijking van schrif
turen van de officieren in de bureau's van
den generalen staf, en over een onderzoek
dat hij in October 1894 instelde naar
aanleiding van een naamloozen brief die
aan een derden persoon, niet tot het leger
behoorende, de afzending meldde van ver
trouwelijke stukken. Hij kreeg toen de
overtuiging dat de schrijver van dien brief
Dreyfus was, wegens de gelijkenis van het
schrift met dat van het borderel. Zijn
overtuiging van Dreylus' schuld berust ook
op de overweging dat Dreylus alles kon
weten, wat het borderel opsomt.
Door Demange ondervraagd, zegt Aboville,
dat de uitdrukking »Ik vertrek naar de
manoeuvres" evengoed op een reis van den
generalen staf kon slaan.
Cochefert, chef van den veiligheidsdienst,
begint zijn getuigenis met te verklaren, dat
hij volstrekt niets wist van de Dreyfus-zaak
toen de minister van oorlog hem voor het
eerst op het ministerie ontbood om over
het borderel te sprekende minister zeide
hem toen, dat er vermoedens rustten op
Dreylus. Mercier vroeg hem ook raad ter
zake van de methode die men bij bet onder
zoek volgen zou. De chef van den veilig
heidsdienst werd toen in aanraking ge
bracht met du Paty. Eerst later diende
Bertillon zijn rapport in. Er werd besloten
tot Dreylus' arrestatie. Cochefert doet het
verhaal van de omstandigheden waaronder
die inhechtenisneming plaats had. Hij zegt
dat Dreyfus bij de dictée-proef van du Paty
eenige onrust aan den dag legde. Ook zeide
hijIk heb koude handen. Cochefert kreeg
den indruk dat hij schuldig kon zijn en
antwoordde in dien zin ook op een vraag
van Mercier. Dreyfus betuigde op heftige
wijze zijn onschuld.
Na een discussie met de verdediging zegt
Cochefert dat als hij het schrift van het
borderel gekend had, zijn indruk misschien
zou gewijzigd zyn.
Dreyfus zegt, te zullen antwoorden als du
Paty de Clam tegenwoordig is.
Gribelin, daarna als getuige optredend,
verzekert dat Esterhazy zich nooit in nel(
bureau van den inlichtingendienst vertoond
heeft. Hij geeft ook eenige verklaringen
ten aanzien van het petit bleu en van de