Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
6 schat in het moeras.
.Coïïïrrkionk weer kiagend-
22ste Jaar
Zaterdag 26 Augustus 1899.
L\o. 6479.
1$xxveaxx 3$oter&tvaat 50.
sa»
overzicht.
oJ!
PRIJS TAN DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maandenf 1.50
nco Per post door geneei Nerieriand 2.—
konderiiiae Nummers - 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIË»
Van 16 rsgeisi ƒ0.50
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
25 Augustus '99.
De Proces te Rennes.
^"dachtj0^ Van ket Proces te Rennes, dat de
lS 'n 6r ^e^eele wereld gespannen houdt,
,er"acht eerstvo'gende dagen nog niet te
^hoocj 6^n' z9n tot heden 50 getuigen
^°rden. \^r fïioeten er no8 evenveel gehoord
k®r'cht v aan te nemen is dus het
ra^d waa^0 -6 tenementdat de krijgs-
°f er rsc^Ünlyk gisteren zou overwegen
2'tl'n»Pn 6.en re(len is, eiken dag twee
9is*eren ,houden-
debait°C en<^a'weereen stamPV0"e zaak
ïerklari0 60 Werden ditmaal geopend met de
^andVan ^*dnot> d'e mededeelt, van kolo.
Sebr0e(je erjr vemomen te hebben, dat de
,je reyfus 150.000 francs aanboden,
ndh«
niet vervolgd werd, doch dat
Qny hun de deur wees.
*0cht 0ede"^k na lez'ng van dit stuk ver
wijlen ^aan8e de voorlezing van een door
Waarin ndherrzelven geschreven nota,
Drey(us °®Zegd wordt, dat de broeders
°°rtaakt Iïleenen(ie dat machinatiën ver.
J°°d w waren, omdat hun broeder een
V®rrhoge^' Verh'aard hebben hun geheele
heid t« te zu"en besteden om de waar-
®zingeil esitaat dus tusschen deze twee
eenig verschil merkte
DC n°gal
Ter 86 °P-
t6r sPrak0niende °i> ^et den vorig®n dag
®°dson ëek°men diner bij de familie
^od8on' *erhlaarde getuige Linolle, dat
Verraad 'e^us ntet in staat achtte om
®°dson 16 P'e8®n. Linolle ontkent, dat
eVeheensV^n vreemcie afkomst zou zijn en
blaten - at hij bij Bodson vreemde diplo-
De da°U ontm°et hebben.
'btigrijk d Van g'steren was overigens be-
°°r de verklaringen van een twee-
12)
orWoa8en^°Mi6'^s "PP®" speelde een be-
Senblik g m'ach, doch slechts voor een
S0e,benj!i,igd ',s alti->d sch°°n. Hier deze
a chts k sch°°n- Er behoeven echter
aarov^r u Paar nachtvorsten of een storm
nn® fnsX" u® gaan' dan ver'iezen zij
»Arm« 8 k'fur en verwelken."
>W,n mrs- Watson."
>Ik 0In arm
k°°fd Jwl^0ed nameliJk, dat ook over uw
.v^at stormen heengegaan zijn."
^ar beschen *5 klnd' ->a dat deden zü-
zijne hr 7 J°ngen daar ginds -
«b ie? h Z«n niet minder dan hij,
biaar noS eenmaal, dat ik arm ben
?V®n oud sPrefk lk met u als met iemand
mh lilt* ,k'wat begrijpt gij daarvan?
4 ieveri waarom uw vader nog op zijn
tal officieren, die bij het proces in 1894
nauw betrokken zijn geweest.
Kolonel Maurel, voorzitter van den krijgs
raad in 1894, verklaart met krachtige stem
en diepe overtuiging, dat hij tijdens de
debatten voor den krijgsraad van 1894 aan
de rechters geen enkele mondelinge of
schriftelijke mededeeling heeft gedaan. Hij
heeft deze eerst vernomen uit de stukken
van de enqête voor net Hot van Cassatie
en uit de getuigenverklaringen.
Wat Henry's optreden betreft, dit had
wel-is-waar minder theatraal kunnen zijn,
doch Maurel is er van overtuigd dat hij
gesproken heeft zonder haat. De houding
van Dreyfus vond hij evenzeer correct en
diens tormeele ontkenningen kwamen hem
zeer natuurlijk voor.
Maurel zeide, dat de eenige verzegelde
enveloppe, die hem in den loop van de
zaak is overhandigd, niet door Picquart is
gebracht, maar het was nu Labori die
hem deze verklaring wist te ontlokken
door kolonel du Paty, welk getuigenis
langdurige sensatie veroorzaakte. Maurel
heeft slechts éen dier stukken gelezen en
de andere niet ingezien, omdat zijn over
tuiging gevestigd was.
Op een nieuwe vraag van Labori, hoe
het nl. mogelijk was dat zijn overtuiging
gevestigd kon zijn door het lezen van een
enkel stuk,weigerde degetuige te antwoorden,
omdat hij dan genoodzaakt zou zijn over
dat stuk zelf te spreken.
Labori verzocht alsnu confrontatie van
dezen getuige met kapitein Freystiiiter, die
echter afwezig was, zoodat kolonel Maurel
eenige dagen op hem zal wachten.
Na de verklaring van Maurel vraagt
Labori den president Mercier te verhooren.
Carrière beweert, dat de verdediging het
recht heeft vragen te stellen, maar geen
gevolgtrekkingen te maken. Labori ant
woordt zeer kort af, dat hij geen les be
hoeft te ontvangen. Hij vraagt Mercier of
ouden dag besloot naar Californië te gaan.
Zooveel ik mij herinner, bezat hij twee
hoeven, die elk op zich zelf wel een bestaan
opleverden."
»Dat was ook zoo, mr. Watson," gaf Kate
plotseling ernstig geworden- toe, »en het is
ons allen zeer zwaar gevallen, ze in andere
handen te zien overgaan, maar daar moeten
we ons in schikken, omdat vader beweerde,
dat op onze bezitting geen zegen rustte.
Geheel ongelijk had hij niet. Vooreerst
stierven twee oudere kinderen, evenwel zoo
jong reeds, dat ik ze niet gekend heb, en
later ging er bijna geen jaar voorbij, waarin
niet het een of ander ongeluk onze huis
houding trof. Dan was het misgewas, en dan
weer eene ziekte, die ons'vee trof, nu eer.seene
overstrooming en dikwijls hagelslag,die veel
schadeaan onze veldvruchten toebracht. Wan
neer vader nu meent, dat onze verandering
misschien verbetering in onze omstandigheden
zal brengen.zou kunnen wij hem niet kwalijk
nemen,dat hij die beproeven wil. Wij kinderen
zijn namelijk met ons zessen, en al werden
wij ook van jongs af aan het werken gewend,
zoo wd hij ons toch niet graag geheel on
bemiddeld het leven laten ingaan, en op
dat punt is hij wel wat te bezorgd, dunkt
mjj. Wie gezond is en goed werken kan
deze erkent aan Maurel last gegeven te
hebben, mededeeling te doen van geheime
stukken aan de leden van den Raad.
Mercier antwoordt, dat hij niet het
recht had een formeele order te geven,
maar dat hij een offleieuse order, die vol
doende nauwkeurig was, uitvaardigde. (Be
weging.) Hij antwoordt Labori en verklaart
dat hij op het oogenblik van de arrestatie
van Dreyfus dezen niets anders ten laste
kon leggen dan het bordereau en slechts
vermoedens had, maar voelde dat het
dringend noodig was, handelend op te treden
om het verraad te stuiten.
Labori vraagt den president aan Papillaud
een onderzoek op te dragen om den brief
op te sporen die de onderteekening van
Henry draagt, openbaar gemaakt in de
Libre Parole en Dreyfus noemde als een
officier, die wegens spionnage gevangen
genomen was.
De president scheen te aarzelen, maar
Labori dringt aan, omdat hij zoekt naar
de verantwoordelijkheid, die inderdaad bij
Henry of du Paty berust.
Labori stelt vragen op gronden, die den
datum van het vervaardigen van het
bordereau in April kunnen stellen.
Mercier antwoordt, dat hij in 1894
slechts gronden voor Dreyfus' schuld kende
en zich niet met de detailvragen bezig hield.
Hij weigert verschillende vragen te
beantwoorden en zegt, dat men het geheele
proces van 1894, dat door het Hof van
Cassatie ontzenuwd is, weder wil bespreken.
Op een vraag aangaande de hydraulische
rem antwoordt hij, dat Dreyfus van dat
stuk kennis had kunnen nemen te Bourges.
Labori antwoordtOf het kan hetgeen
Mercier zegt, zal ik onderzoeken, Dreyfus
was daartoe niet in de gelegenheid.
Labori verzoekt den president aan Mercier
te vragen, waarom hij die bekentenissen
niet in het proces-verbaal deed opnemen.
Mercier antwoordt, dat het toen van
die is rijk genoeg een goeden man zal ik
op zijn tijd wel vinden, en die behoeft ook
niet meer te bezitten dan ik. Mijn vader
heeft dus eigenlijk geen reden om bezorgd
over ons te zijn maar hier is Dick," en
nu verviel zij op eens weer in baarzorgen-
loozen toon en snelde omhoog als eene jonge
antilope bij den waarschuwenden kreet dei-
moeder. sMr. Dick Watson, hier is uwe
plaats neen, neen, geen verontschuldigin
gen; ik ga op de dekens zitten en dan heeft uw
goede moeder nog het voordeel, dat ik haar
een weinig schaduw bezorg," en even snel
als zij sprak, voerde zij haar voornemen
uit.
Dick wierp zich op het gras neer, en
daar Kate spoedig een gesprek met hem
aanknoopte, verzuimde hij niet, dat met
eenvoudige vrijmoedigheid te volgen, en
lang duurde het niet of hun wederzijdsch
lachen legde de getuigenis af, dat wereld-
sche zorgen en brandende hitte hen niet
meer verontrustten, misschien minder nog
dan de kaalkoppige vogels op de dorre
boomen, of de blauw en goudgroen glan
zende vlinders die afwisselend aan de riet
halmen hingen en schijnbaar op de stille
waterspiegels dansten.
Comely was stil geworden. Alsof zij het
geen belang was, omdat een herziening
onmogelijk scheen. Hij zegt, Esterhazy niet
te kennen, de rol door hem gespeeld niet
te apprecieeren, niet van het proces in 1898
te weten en op te komen tegen iets in
de ondervraging door Labori.
Ondertusschen ziet hij Labori strak aan,
die hem antwoordt, dat hij op zeer gepaste
wijze ondervraagd heeft en vraagt, wat
Mercier verstaat onder de toespeling, die
hij maakte op de 35 millioen, die door de
verdedigers van Dreyfus besteed zijn, en of
die som gediend heeft om gewetens om te
koopen.
Mercier roeptIk zou het eerder u
moeten vragen.
Het gesprek met Mercier gaat zeer snel
voort. Hij is moeilijk te volgen. Er wor
den zeer levendige verklaringen gegeven
aangaande verschillende stukken, die men niet
duidelijk aangeeft en die tot het geheim
dossier behooren. De generaals Gonse,
Mercier, Roget, de archivaris Gribelin en
commandant Lauth mengen er zich in.
Merkwaardig is uit die lange redetwist
vooral de volgende passage:
Labori spreekt over een nota van 3 blad
zijden die een verkeerde lezing geeft van de
depeche van 2 November en Dreyfus for
meel als den verrader aanwijst.
Mercier vraagt daarover met Chamoin
geconfronteerd te worden, die zegt, dat
het stuk hem teruggegeven werd door Mer
cier. Hij maakte hem opmerkzaam op onnauw
keurigheden, maar meende geen gebruik er
van te moeten maken. Medegesleept door
zijn verklaring in de Raadkamer deelde hij
een bladzijde er van mede. Vervolgens
gaf hij het stuk aan Mercier terug, die
verklaarde dat dit hem gewerd door du
Paty. Beweging
Labori vraagt lezing van het stuk. De
griffier leest de nota waarin sprake is van
de vastgestelde lezingen der depêche van
2 November, waarvan een Dreytus aanwijst.
vroolijk gepraat niet hoorde, staarde zij
voor zich uit op het kleine waterstroompje,
dat uit het ondiepe bekken vloeiend, zij
waarts in het vochtige gras verdween.
Waar verwijlden hare gedachten? Wat werkte
daar achter die somber bijeengetrokken
wenkbrauwen, terwijl hare groote blauwe
oogen zulk een zwaarmoedige uitdrukking
hadden Ook zij had een tijd gekend, waarin
zij zeer weinig noodig had, misschien slechts
wat zonneschijn of maanlicht en een jeugdig
medgezel, om haar vroolijkheid op te wek
ken. Doch waar waren die tijden geöleven
Wat had zij later beleefd, en wat had er
toe bijgedragen, om haar gelaat reeds vroeg
de jeugdige frischheid te ontnemen en net
met de diepe rimpels der zorg te doorploegen
Dieper boog zij het hoofd naar benedenen
droeviger staarden hare oogen voor zich uit.
Als in een droom hoorde zij de vroolijke
stemmen der beide gelukkige menschen,
die haar geheel vergeten schenen te hebben.
Slechts eenmaal verhelderde een vlucntige
glimlach hare strenge trekken. Dit geOeur
toen Kate haar den hoed van net tioold
nam, de eene hand zacnt over ha e wang
streek en haar gelaat zoover naar ziou
toewendde, dat zij haar rechtuit kou aanzien.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Wt'HMWHim
i *ar k