vervolg aanbood op de getuigenissen door
haar echtgenoot afgelegd voor het Hof van
Cassatie. Op den eisch van Labori, dat
geneesheeren zouden worden aangewezen,
ten einde officieel omtrent den toestand van
Du Paty verslag uit te brengen, antwoordde
de president, dat hij het ontvangen
getuigschrift voldoende acht.
De eerste getuige, Roland Strong,
redacteur van den Observer te Londen,
verhaalde van men kan het wel reeds
gissen zijn interviews met Esterhazy.
Hij wees op de verklaring van den
commandant, die beweert, dat de in het
borderel genoemde stukken wel degelijk
door Dreyfus aan Duitschland zijn geleverd,
ofschoon het borderel zelf is geschreven
door Esterhazy. Echter zei Strong schier
tegelijkertijd dat de directrice van genoemd
blad, mevrouw Beer, aan Esterhazy een
som van 500 pond had beloofd voor de
uitlevering van enkele stukken, welke de
commandant in zijn bezit had en voor de
geschreven bekentenis, dat hij de maker
van het borderel was
Daarna werd voorlezing gedaan van de
getuigenverklarieg van Weil, die in '78
bij den informatiedienst kennis had aan
Esterhazy, wiens financieele toestand toen
reeds zeer ongunstig was en wiens schrift
hij erkent in het borderel. Met een uiting
van Esterhazy, die in '94 moet gezegd
hebben, dat Dreyfus, ofschoon onschuldig
wel veroordeeld zou worden, omdat hij een
Jood is, eindigde dit getuigenis.
Thans begon het belangrijk verhoor der
experts. Dit werd geopend met de ver
klaring van Gobert, expert van de Fransche
Bank, die verklaarde in '94 tot de ontdek
king te zijn gekomen, dat het schrift van
het borderel niet dat van Dreyfus was.
Hij sprak daar toen over met generaal Gonse.
Krachtig protesteert hij tegen de kwali
ficatie van verdacht expert" die op hem
is toegepast, en zich tot Dreyfus wendende
roept hijaMaar ik heb geen recht mij te
beklagen, vooral niet als ik den ongelukkige
aanzie, die daar zit".
Gobert verklaart vervolgens dat na hem
het schriftonderzoek is toevertrouwd aan
Bertillon, die reeds na eenige uren het
borderel aan Dreyfus toeschreef. Gobert
voegt er bij, dat zijn opmerkingen over het
borderel zijn uitgekomen, aangezien Esterhazy
bekend heeft, dat hij de schrijver er van
is. Hij verzoekt de leden van den krijgsraad
over te gaan tot het vergelijken van het bor
derel met brieven van Esterhazy. Hij spreekt
over het geruit mailpapier van het borderel,
dat in den handel weinig voorkomt en
waarvan Esterhazy zich bediende. Hij voegt
er bij, dat de datum van het borderel
vastgesteld dient te worden op 24 Juli 1894.
De krijgsraad volgt zeer aandachtig de
bijzonderheden van Goberts onderzoek van
het borderel. Gobert geeft een verhaal van
dat onderzoek. Hij had verscheidene malen
een onderhoud met Mercier, Boisdefïre en
Gonse over dat onderwerp. Hij stelde na
een snel onderzoek vast, dat er onderscheid
bestond tusschen het schrift van het bor
dereau en dat van Dreyfus. De getuige
dacht er over het borderel te laten foto
grafeeren door fotografen van het ministerie
van oorlog. Gonse weigerde het en zeide,
dat dan geheel Parijs het borderel den
volgenden dag zou kennen. Gobert vond dat
gesprek belangwekkend. Hij dacht er toen
over het borderel te laten fotografeeren op
het atelier der prefectuur, waar Bertillon
wel fotograaf was, maar nooit tot expert
geweest is, doch zichzelf tot expert gepro
moveerd had op rekening van 't ministerie
van oorlog. Algemeene hilariteit
Getuige wijst in het bijzonder op den
haast dien Gonse maakte om het resulta at
zijn onderzoekingen te leeren kennen. Hij
dringt vervolgens bij Gonse er op aan den
naam van den verdachten persoon te ver
nemen, daar hij niemand onder den dek
mantel van anonimiteit wilde beschuldigen.
Er ontspint zich daarna een discussie
tusschen Gonse en Gobert aangaande het
uur, waarop het borderel aan Gobert werd
gegeven,
Gonse bekrachtigt de verklaring aangaan
de de personen die aanwezig waren toen
het borderel aan Gobert werd overhandigd.
Kolonel d' Aboville zegt, dat hij tot
heden Gobert nooit heeft gezien en voegt
er bij, dat indien de herinneringen van
Gobert aangaande andere punten even
nauwkeurig zijn, de krijgsraad die naar
waarde zal weten te schatten.
Teekenen van afkeuring).
Gonse maakt een toespeling op de ken
nissen die Gobert had, uithoofde van zijn
functie als expert van de Fransche bank.
Gobert protesteert nadrukkelijk tegen de
insinuaties van Gonse en voegt er bij dat
van alles geen woord waar is.
Ook Dreyfus zich in de discussie men
gende, verklaart nooit in eenige betrekking
tot de Fransche Bank te hebben gestaan.
Bertillon legt getuigenis at en vertoont
zich met enorme documenten. Zijn binnen
komen verwekt hilariteit. Hij wordt gevolgd
door vier man en een korporaal, die ontzag
lijke kaarten en platen dragen. Alles wordt
naast de getuigenbank neergezet. Hij zegt dat
zijne verklaringen slechts begrepen kunnen
worden door een klein aantal. Hij pakt zijn
documenten uit en begint een lange tech
nische verklaring, die inderdaad slechts
begrijpelijk is voor een klein aantal per
sonen.
De krijgsraad volgt ze met groote oplet
tendheid. Het borderel is, zegt hij, een met
veel arglist door den beschuldigde in elkaar
gezet stuk. De beschuldigde heeft willen
kunnen aantoonen, als hij gevat werd, dat
hij het slachtoffer Was van een machinatie
Dat noemen de criminalisten een alibi van
vervolging. (Gelach). Hij tracht aan te too-
nen, waarom de beschuldigde er niet zijn
toevlucht tot genomen heeft om het schrift
van Esterhazy loopend na te maken, een
procédé dat een langen leertijd vereischt,
en waarom hij zich bediend heeft van het
gemakkelijker procédé van calquage.
Onder het betoog van Bertillon ziet de
rechtszaak er zonderling uit. Bertillon
nadert den krijgsraad en wijst den
president en de andere leden met den
vinger zekere bijzonderheden aan. Demange
en Labori komen er bij en gaan om
beurten achter Jouaust staan. Bertillon
heeft tot beter verstand talrijke fotografieën
rondgedeeld. Het publiek dat weinig
belang in het geval stelt, verlaat de zaal.
Carrière blijft op zijn plaats en bepaalt
toe de vergelijkingen van Bertillon te
volgen op een hem ter had gestelden
afdruk.
Eensklaps roept Bertillon met verheffing
van stem: »Wij hebben stellig te doen met
een arglistig in elkaar gezet stuk.
Gedurende het getuigenis geeft Dreyfus
teekenen van verbazing. Labori, die tegen
woordig is geweest bij de over elkander
plaatsing van twee regels schrift uit 2ijn
verwondering op ironische wijze.
Bij de heropening van de zitting om tien
uur gaat Bertillon voort met schriftverge
lijkingen. De verklaringen van den getuige
zijn te technisch om duidelijk en beknopt
weergegeven te kunnen worden. Hij weidt
in den breede uit over de elkander plaat
sing van het schrift. »Mjjn stelling, zegt
Bertillon, werd in 1884 aan het ministerie
van oorlog eer als gunstig dan als ongun
stig voor de beschuldigde beschouwd. Men
zeide, dat men, als zij aanvaard werd, de
instructie opnieuw zou moeten beginnen
en dat zij van langen duur zou wezen. Hij
voegt er bij, dat toen men in den krijgsraad
van 1894 het woord grille, (tralie) uitsprak
het gelaat van Dreyfus zich samentrok en
hij uitriep: >0,die ellendelingI"Men bracht
mij, zegt Bertillon, die woorden over en
zij waren voor mij eene openbaring.
Op een gegeven oogenblik als hij het
woord ridicule in plaats van reticule ge
bruikte (belachelijk in plaats van ruitjes)
barstt het publiek in een schaterlach uit.
Bertillon gaat vervolgens over tot de proef
om het borderel te reconstrueeren op een
dei papier als dat van het oorspronkelijke
stuk, te midden van levendige belangstelling
Na een kwartier vertoont hij de resultaten
van de proel. De krijgsraad onderzochte ze.
Bertillon zegt nik heb het onder ongun
stige omstandigheden gedaan". De president
knikt met het hoofd. Het gehoor vindt de
proef niet voldoende.
Om kwart voor twaalven wordt de zitting
opgeheven.
Naar de meening van Labori vertoont de
proef van Bertillon een zekere gelijkenis
met het oorspronkelijke stuk maar geenszins
identiteit.
Heden zou Bertillon in de zitting, die
om half zeven begint, nog twee uur aan
het woord zijn.
De Petit Bleu bericht, dat de luitenant
die eenige dagen geleden Dreyfus niet
het militair saluut bracht, gestraft is met
30 dagen arrest.
Een eigenaardige vondst is te Lyon
gedaan door madame Levée geboren Fourier,
in de rue Claude Bernard wonend. Onder
de brug aan den rechteroever der Rhone
vond zij een klein zwart lederen zakje,
waarin zich een sleutel bevond en een
klein stukje papier, waarop met potlood
geschrevenLabori, Lorinier, Bazel. Niets
zal bekend worden. Dreyfus onschuldig.
Vrijwillige zelfmoord. De order uitge
voerd.
Het zakje in kwestie en de inhoud is
aan de rechtbank overhandigd.
Het drama in Soedan.
In de gisteren gehouden door Waldeck-
Rousseau gepresideerden ministerraad werd
de moord op den troep van luitenant
kolonel Klobb bevestigd.
De officieren van de afdeeling van kapi
tein Voilet zullen vervallen verklaard worden
van hun rangen en voor een krijgsraad in
Soedan terechtstaan.
De Transvaalsche crisis.
Een nieuw blauwboek over Transvaal is
gisteren te Londen uitgegeven.
Toen Milner den 14n Juni het arbitrage-
voorstel van de Transvaalsche regeering
overbracht, gaf hij den raad, het dadelijk
te verwerpen, daar het meer nieuwe
kwestiën opwierp, dan er door opgelost
werden, en daar het vreemde inmen
ging niet uitsloot, welke, naar hij herhaalde
lijk te Bloemfontein verklaard had, Enge
land niet zou duiden. Mdner voegt er bij dat
het wegnemen van de griever. der uitlanders
bovenaan het program staat. Niets anders
mag overwogen worden voor dat die grieven
uit den weg zijn geruimd.
Chamberlain stemde in een telegram van
27 Juli met Milner's opvatting in. Hij
geeft een overzicht van den toestand die
door de slechte behandeling der uitlanders
ontstaan is en betreurt het mislukken der
conferentie. Hij is ingenomen met de
tegemoetkoming in de latere kiesrechtvoor-
stellen hervat, maar wijst op het groote
belang van de punten die nog niet geregeld
zijn en doet dan het voorstel tot een ge
mengde commissie van onderzoek.
In de Wetgevende vergadering te Kaap
stad heeft de premier, Schreiner, gezegd,
dat hij, aangezien de Kaapkolonie in vrede
leeft met den Oranje-Vrijstraat, het vervoer
van ammunitie voor den Vrijstaat over het
grondgebied van de kolonie niet kan ver
bieden, daar dit een inbreuk zou zijn op de
overeenkomst met den Vrijstaat gesloten?
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 26 Augustus 1899.
Schiedams Mannenkoor Orpheus is de
naam eener nieuwe 2£ ets, sigaar, wiens
roem even groot belooft te worden als die
van »Orpheus" sedert lang is.
Deze sigaren worden door den heer
Jac. J. A. Engering in den handel ge
bracht verpakt in kistjes voorzien van een
fotografie der groep van Orpheus' leden en
een lijst der door de Vereeniging verworven
prijzen.
Als een welbedachte herinnering aan
Schiedams kunstroem zal deze sigaar wel
haar weg vinden.
Heden-ochtend 9y4 ure is van een wa^ej
van den stoommolen vNederland" he
afgeloopen met het gevolg dat de diss6
brak. Persoonlijke ongelukken hadd611
niet bij plaats.
Bij de gisteren te Rotterdam geh°U^g.
stemming voor een lid van den gerQe®n flp
raad in district II werden uitgebrac
de heeren: A. A. van Baak, Chr.
379 stemmenC. van Dorp, lib., '87
P. G. van Helsdingen, soc.-dem, 288; H*
van Keulen, r.-k., 917 stemmen. ats
Alzoo moet eene herstemming P8
hebben tusschen de heeren Van Dorp
Van Keulen en wel op 7 Sept. a. s.
De voordracht voor een gene63^^
directeur van het Ziekenhuis aan
Coolsingel te Rotterdam bestaat uit dr-
Nolen en dr. F. H. Schreve, beid60
Rotterdam, en dr. C. L. Rfmke, teLe'"e
Het bericht (ook in ons blad opg®nori1^
betreffende onderhandelingen over ni®u
uitgebreide havenwerken in Vlaard
wordt tegengesproken.
Het is inderdaad te vreezen, zeg'
Hbl., dat de schrijver van het mooi6
richt de Vlaardingers heeft gelukkig
maakt met een doode musch. Trou^®
dezen zullen zich ook wel hebben afg6^3®^
waar zij een haven voor 100 schepen;
is dus een haven die nog veel grooter
zijn dan de reeds in uitvoering zijnd®
millioens Maashaven, zouden moeten berg6"
Uit Rotterdam wordt aan de Tel- ëe
schreven
In verband met de havenplannen te Vlaar
dingen der firma W. H. Müller
to*
vernemen wij nog, dat de Maatschappij
exploitatie van Staatspoorwegen, waarva
die firma agenten zijn, aangezocht is ee"
spoorwegaansluiting te bewerkstellig611 tllS'
de verbindingsbaan te Rotterdam (onder
Overschie) en het nieuwe havenplan.
De N. R. Ct. verneemt, dat aan 0
Koningin bij Haar bezoek aan Rotterda*11
waarschijnlijk in de Oranjeboomstraat, v°°r
de Wilhelminakerk, zai aangeboden word6"
het herinneringsalbum, bevattende de phot°
van de banieren enz. der vereeniging®"'
die H. M. hulde brachten bij Haarjongste
bezoek. De besturen dezer vereenigi°£en
zouden te voren in het Beursgob0"^
bijeenkomen en van daar gezamelijk riaaf
de Oranjeboomstraat optrekken.
Ter gelegenheid van den verjaardag va^
H. M. de Koningin op Donderdag zal
Vlaardingen het Muzziekkorps van de
schutterij 's namiddags van 2 tot 4 uur
de Muziektent op de Havenplaats ee
muziekuitvoering geven en 's avonds
cordia". De schutterij zal paradeeren.
In den kinderspeeltuin van Holland'3^
zal de verjaardag der Koningin ge¥'e
worden op Zaterdagnamiddag 2 Septetn^'
Onder de ingeschrevenen aan de
technische School te Delft, werd ten vorig
jare opgericht eene R. K. Studenten*6"
eeniging, die zich ten doel stelt besprek'
van godsdienstige en sociologische ond6"
werpen in verband met den R. K. godsdi6nS
Het tegenwoordig bestuur bestaat uit de h6®^
ren J. K. Merkx, president. Fr. Beukers, secr6
taris en A. F. J. Beukers, penningme6Ste^
Als moderator is aan de vereeniging
gevoegd de zeereerw. heer H. Erman"
Rotterdam.
Te Delft heeft zich een comm'sS'8
gevormd, die zich ten stoel stelt 6®^t
krachtige agitatie voor algemeen l[iesrel'tfl
door grondwetsherziening in het Iev«n
roepen. Dit doel wil de commissie trachte
te bereiken door het stichten van
comité voor algemeen kiesrecht sameng6st®j,
uit vereenigingen en particulieren, op
comité dan de leiding der beweging z
worden overgedragen.
De commissie, waarin voor het meer