Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Aan Hare Majesteit WILHELMINA,
Jer Merlanien, Prises m Oranje-taai, enz. eaz. enz.
22ste Jaarg.
Donderdag 31 Augustus 1899.
No. 6483.
xxveaxx *3froier$tvaat 50.
orPlcI
eele berichten.
kennisgeving.
PRIJS YAH DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maandenf 1.50
Co per post door eeneei Nederland - 2,-r-
Afjonderiijke Nummers
m
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regeisill... fü.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ai AUGUSTUS 1800.
Een jaar vlood heen, sinds de eed van hou en trouw
Op Kroningsdag door 'tgansche volk gebracht,
Vorstinne Wilhelmina van Nassau
En Neerland bond, met onverbreekbre kracht.
Bies worde heden dan die eed herdacht
Bij 't blijde jaarfeest onzer Koningsvrouw,
Nu kleur'ge vlaggentooi en bloemenpracht
De vreugd vertolkt, in Nederland's landouw
Wij groeten U, verjarende Vorstin
Zie! heel het oude, vrije Nederland
Kust, fier en dankbaar, Uwe vrouwehand
Waar Holland's naam en tale zijn in eer,
Daar klinkt éénzelfde bede tot den Heer
})God, spaar nog lang de jonge Koningin
Frans Schiphorst.
Buf
Bren„t VAN Schiedam,
'ia11®® 9 ^6Ze ter kennis van de inge-
k L
®<%s. g' k°hier van de belasting op
h ^eente andere inkomsten no. 2 dezer
I.00!" den' H°Ver dienstjaar 1899/1900,
directeur der directe be-
o??9 execuS0 fm op den 29sten A«gustus
do 'a,lger ,Yerkiaardi op heden aan den
ï)Dg is nv directe belastingen ter invor-
i Oorto °V r,gemaakt-
dl er vernlichtt bij deze herin«erd, dat een
'let behoortrVfn a^kondiging geschied, waar
ort, den 30slen Augustus 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VISSER, L. B.
Burgeravondschool te Schiedam.
De Cursus 1899/1900 aan bovengenoemde
inrichting wordt geopend den lsten Sep
tember as, des avonds te 7 uur.
De Directeur,
HING MAN.
ALHEMEEK OVERZICHT.
30 Augustus '99.
Uet proces te Rennes.
De zitting van den krijgsraad te Rennes
werd gisteren-ochtend half zeven weder
geopend. De zaal was weder stampvol. Een
gevolg van de vele dreigbrieven door kolo
nel Jouaust en andere personen, die in het
proces betrokken zijn, ontvangen, is dat
men er thans toe overgaat bij het binnen
komen de kleederen van het staand publiek
oppervlakkig te onderzoeken. Als overmaat
van voorzorg heeft men de kelderluiken,
die de onderverdieping van het Lycéum ver
lichten, afgesloten met ijzeren platen. Daar
kan dus niets worden ingeworpen
De oud-minister De Freycinet, eer
gisteren te Rennes gearriveerd, nam gis
teren plaats onder de getuigen en was
natuurlijk het voorwerp van de nieuws
gierigheid der »zaal".
De eerste die gehoord werd, was kolo
nel Cordier, thans ontheven van het
beroepsgeheim. In het begin van October
'94 zei de kolonel had wijlen
Sandherr hem een copie gegeven van
het borderel, dat, naar getuige gelooft
eerst na den 24 September bij den
generalen stat was gekomen. Onmiddel
lijk begonnen daarop de nasporingen en
de verdenking werd ten slotte omstreeks
8 October gevestigd op Dreyfus, ofschoon
deze te voren nooit was verdacht ge
worden. Aan wien het borderel het
eerst in handen is gekomen, weet ge
tuige niet te zeggen, want in dien tijd
zag hij maar weinig officieren die kennis
droegen van het verraad. Cordier spreekt
nog uitvoerig over de herkomst var. het
borderel, maar kan er niet veel belang
rijks over zeggen. Hij gelooft echter
dat het door Hemy aan Sandherr was ge
geven.
Daarna legt getuige uit wat de ngewone
weg" waseen zeer schrander agent, die
tot den inlichtingendienst behoorde, werkte
door tusschenkomst van een vrouw. Toen
de gewone weg ontdekt werd, was men
verplicht rechtstreeks met die dame te
onderhandelen en maakte men afspraken
haar te ontmoeten in de een of andere
kerk Evenwel daar de gewone weg (de
agent) nog diensten kon bewijzen, hield
men hem aan. Cordier heeft het borderel
niet gezien toen het aankwam, en kan
d&arover dus niets van beteekenis zeggen.
In verband met de bewering omtrent
een maatschappij, waaraan de naam Cuers
verbonden was, verklaart Cordier, dat hij aan
Duitschiand valsche inlichtingen verschafte
en dus verplicht was te vei klaren, dat hij er
in geslaagd was een Fransch officier te
misleiden. Getuige was eveneens er toe
gebracht te verklaren, dat hij zich verze
kerd had van de medewerking van een
officier van den generalen staf. Men kan
het bewijs er voor vinden aan den Gene
ralen Staf in het dossier der valsche
stukken aan Duitschiand geleverd, dat tot
heden stipt bijgehouden is. Die stukken
werden nauwkeurig bijgehouden door Gribe-
lin, den archivaris die altijd een blauwen
bril draagt. Daar er twijfel is omtrent een
dier valsche stukken, zegt getuige dat hij
dit stuk wel zou willen zien, om er zich
van te overtuigen, dat het niet ver-
valscht is.
Vervolgens spreekt hij Roget tegen, be
treffende de ongunstige verklaringen omtrent
Dreyfus en zegt hij, dat erkend moet wor
den, dat op den dag van zijn huwelijk,
Dreyfus zich niet met Oranjebloesems kon
tooien, maar later vervielen de tegen hem
ingebrachte beschuldigingen. Dreyfus was
nieuwsgierighij twijfelde er aan, of hij
lang bij den generalen staf zou blijven en
wilde zich in korten tijd op de hoogte
stellen om bij zijn terugkeer in het regiment
een goed figuur te maken.
Op een vraag van den voorzitter zegt
Cordier nog, omtrent de aanwezigheid van
"Esterhazy bij den inlichtingendienst, dat hij
zich zeer goed herinnert de gesprekken
tusschen Esterhazy en Henry op dit bureau
in 1878, doch na dien tijd werd hij niet
meer gebruikt bij den inlichtingendienst,
en zoo dit wel geschiedde, dan gebeurde
dit in het geheim. Cordier bespreekt verder
het optreden van Henry bij deu inlichtingen
dienst en arrestatie van Dreyfus.
Labori zegt tot den president dat hij een
telegram heeft ontvangen geteekend Pages,
waarin hem werd megedeeld, dat Jouaust
een brief ontving slaande op de betrek
kingen tusschen Sandherr en de familie
Dreyfus. De verdediger leest het telegram
voor, dat aldus luidt: Ik moet verklaren,
dat kolonel Sandherr mij onomwonden heelt
verklaard, dat hij noch voor, noch na de
veroordeeling, eenig geldelijk aanbod heeft
ontvangen.
Cordier, sprekende over de verduiste
ringen te Bourges herinnert er aan, dat in
1894 een zekere Thomas, vuurwerkmaker
werd gearresteerd en veroordeeld wegens
verraad. Hij is, van meening dat de ver
duisteringen te Bourges niet aan Dreyfus
kunnen worden ten laste gelegd, wat ook
de meening van Sandherr was. Hij
geeft verder inlichtingen omtrent andere
verduisteringen die in '94 plaats hadden.
Er was toen sprake van een gedecoreerd
heer, 45 jaar oud, die verraad pleegde en
zelfs documenten naar de ambassade bracht.
Cordier doet opmerken, dat het opgegeven
signalement in niets overeenkomt met dat
van Dreyfus wel met een ander officier,
wiens naam genoemd is en die niet meer
vervolgd of veroordeeld kan worden. Hij
spreekt verder over de berichten, volgens
welke officieren van den generalen staf het
verraad pleegden. Die berichten kwamen
door bemiddeling van den agent Guenée,
op wiens verklaringen evenwel niet te
bouwen viel. Hij betreurt dat Guenée ge
storven is, daar zijn getuigenis de rechters
in staat zou hebben gesteld zich over het
fabriceeren van zeer vele dingen licht te
verschaffen. {Beweging.) Cordier treedt
verder in details over het geen bij
de onderneming van Richard Cuers, Lajours
et Cie noemt, die het doel had Duitsche
agenten aan het Fransche bureau van in
lichtingen in dienst te nemen en spreekt
daarna over het onderhoud te Bazel.
Lauth, daarna optredend, wijst in 't hij
zonder op het erkennen door Cordier, dat
er bij den generalen staf geen antisemieten
wareri. Hij noemt dit juist, maar, zegt hij
Cordier zai moeten toestemmen, dat er
een uitzondering was, namelijk hij zelf, die
eiken dag de Libre Parole las en dikwijls
zijn antipathie tegen de Joden liet blijk
Voornamelijk deed hij dit toen er sprake
was om Dreyfus bjj den inlichtingendienst
te plaatsen.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
- 0.05
BIJ DE GRATIE GODS,
Dg
ben^M,S' Zljnen aansIaS °Pden b9
beden V08t te voldoen alsmedi
a^1' binnen )j®rinÜn vaa zes weken in-
nslaR bek W6 de rec,ames tegen dezen
En j hooren te worden ingediend.