Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaars.
Vrijdag 8 September 1899.
No. 6490.
bureau ^ofersüraaf 50.
schat in het moeras.
PRIJS TAK DIT BLAD:
'°°r Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco per post door geheel Nederland 2.—
Wonderlijk» Nummers - 0.05
PB IJS DER ADTBBTKNTIÊN
Van 16 rezeis I ^O.fiO
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
^!?ICIEELE berichten.
In,
Kennisgeving.
'C*h''n,?en welke gevaar, schade of
'"der kunnen veroorzaken.
en Wethouders van
q °Am>
I>r!n?n„he.tVerzo.eic., van H. Gabel om
'n° tot oprichting van een hout-
iQachit, *n -scliaverij met gaskracht-
de ,,Van dl paardenkracht in het pand
No dstraat No. 135, kadaster sectie
Gelét
E>o.« °P de bepalingen der Hinderwet
dat
en te
weten
de Se^00rmeld verzoek met de bijlagen op
gelegd rfltarie der gemeente is ter visie
de« tfl^^nderdag den 21stenSeptember a.s.,
Senhe ten ure' ten raa(*Huize ge-
[®8en h Za' worden gegeven om bezwaren
loestaan van dat verzoek in te
licht monde''Dg of schriltelijk
?'P 'hPe.kUren(^e <^r*e dagen, vóór hettijd-
d«r e,'b°ven genoemd, op de secretarie
2ake ®e®"te, van de schrifturen, die ter
ocnteu zijn ingekomen, kennis kan
En n gnomen.
Het k.',s Hiervan afkondiging geschied, waar
&Ur °0rt' ('en ^en September 1899.
Vreester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
Stads-Ziekenhuis.
Hpis 4|^e leveranciers van het Stads-Zieken-
Jnaari(j "er, wordt kennis gegeven, dat elke
Het jn v°ór den 15den, een rekening van
*en jj e 'aatstverloopen maand geleverde,
heestentore van den Secretaris-Penuing-
'^8edi *(Nieuwstraat 30), moet worden
Hg® ri" zullende anders door den nala-
^ordgr,60 V6,'dere leverantie mogen gedaan
Ge Commissie van Administratie
VAN WESTENDORP,
Voorzitter.
W. A. v. DOLDER Dzn.,
Secretaris.
feuilleton.
19)
Hoo^k*1 u' Hoewel onschuldig, van de
**0 hÉter°°fó Heb, zou ik u ook nog uw deel
lHsi0w°u^er'Ü't erfdeel ontnemen vroeg
*kl ik Wanhopig, »neen, Comely, nooit
>Nee geweten zoozeer bezwaren.
•hijne dan u aandeel en begraaf het
*Oer *eer> °f Heter nog, werp het in het
*h>ketlWaar het diep in het slijk zal weg
brak» m*>ne Handen zullen dat geld niet
Nu J1',1°°'t niet die van mijne zoons."
Soillbere tte Winslow zich hoog op. Een
^icht Vast-beradenheid kwam op zijn
klacht,®. V°orschiJn in plaats van het
»Bekn **at er tot nu t°e °P gelegen had.
verh geschrift dan," zeide hij kalm
^Ifa Wa"and het liever, opdat gij zeker zijt,
Aderen "eer van gedachten mocht ver-
i aan uw besluit niet meer ontrouw
ALGEMEEN OVERZICHT.
7 September '99.
Het proces te Rennes.
De behandeling van het proces-Dreyfus
voor den krijgsraad te Rennes, die tenge
volge van de nieuwe eischen der verdedi
ging nu wel met eenige dagen verlengd zal
worden, begon gisteren-ochtend half zeven
met eene zitting met gesloten deuren.
Deze geheime zitting duurde van half zeven
tot half negen. Men onderzocht er uit
voerig het getuigenis van Cernuschi en
eenige stukken van het geheim-dossier.
Eindelijk worden de deuren voor het
ongeduldig wachtend publiek geopend.
Dreyfus ziet er wat vermoeid uit.
Demange herinnert dat in den loop van
de woordenwisseling over de woorden
>Ik ga op manoeuvre", Roget zinspeelde
op een instructie van de maand Augustus.
Demange verzoekt, dat men die instructie
bij het dossier zal voegen.
Roget verzekert, dat hij op geen enkel
stuk uit de maand Augustus heeft gezin
speeld, noch voor het Hof van Cassatie, noch
voor den krijgsraad. Hij wil intusschen niet
beweren, dat de instructie niet bestaat,
maar weet niet, of ze bij het dossier is
gevoegd. Het zou een stuk zijn, waarbij
aan den gouverneur van Parijs werd be
richt, welk regiment de te detacheeren offi
cieren hadden gekozen voor hun deta
cheering?
De voorzitter maakt de opmerking dat de
generaal Augustus alleen genoemd heeft,
als den tijd waarop de gedetacheerden
stellig wisten dat zij niet naar de ma
noeuvres gingen.
De regeeririgscommissaris zegt, dat raar
hij meent, de order waarop Roget heeft
gezinspeeld, is een mondelinge order van
28 Augustus.
Er volgt een lange gedachten wisseling
over de moraliteit van den getuige Savaig-
naad, waaraan Labori, Trarieux en Picquart
te kunnen worden. Die mij tot nu toe ge
holpen heeft, zal mij ook verder helpen
bezwijk ik onder den last, dan ga ik slechts
den weg van al het vergankelijke, en dan
met een onbelast geweten."
i>.Iohn, bedenk u nog denk aan uwe
vrouw en de kinderen."
»Lk behoef mij niet langer te bedenken.
Aan vrouw en kinder heb ik gedacht, anders
zou ik niet met mijn verzoek tot u gekomen
zijn. Of deeling ót vergetelheid."
»Dan moet het bij het oude blijven,"
hernam Comely eentonigen daarna op
zachter toon, terwijl zij naar de rookzuil
terugzag: «Daar komt Dick hm, uwe
dochter vergezelt hem een goed kind is
Zij wil haar vader tegemoet gaan. Zoo
veel te beterhaar vroolijk gebabbel zal u
op andere gedachten brengen. Maar verman
u, John. Toon hun een vroolijk gelaat. Wat
behoeven zij te weten, dat ernstige zaken
tusschen ons besproken zijn."
»Wees maar gerust, Cornely, ik ben te
zeer gewoon mijne zorgen te verbergen,
opdat anderen daar geen hinder van zullen
hebben.
Zwijgend zagen zij naar de jonge lieden,
Deze gingen hand in hand en praatten zoo op-
deelnemen. Labori vraagt Trarieux inlich
tingen over Savignaud. Trarieux antwoordt
dat men, doordat men Savignaud met een
ander verward had, eerst gunstige inlich
tingen had gegeven.
Picquart zegt dat Savignaud, toen hij
bij de tirailleurs in dienst kwam, verlaagd
werd tot soldaat tweede klasse, Savignaud
reclameerde zonder grond en werd door zijn
chef met provoost gestraft.
Savignaud tracht te bewijzen, dat zijn
degradatie onwettig is geweest. Na zijn
degradatie liep hij geen andere straf op
dan acht dagen provoost wegens zijn onge
gronde reclame.
Op verzoek van Labori weidt, Trarieux
uit over het petit-bleu. Hij verdedigt
Picquart tegen de beschuldiging dat hij
het petit bleu, welks echtheid bewezen
is, heeft willen vervalschen. Het onder
zoek heeft aar. het licht gebracht dat
Picquart op het petit bleu geen letters uit
gekrabd had.
Lauth zegt, dat op den dag van de
binnenkomst van den Tsaar te Parijs,
Picquart de dames Henry en Lauth in
tegenwoordigheid bracht van een vrouw,
die niet op haar plaats was in hun gezel
schap en die men zei, dat de vrouw van
een overheidspersoon was.
Picquart protesteert nadrukkelijk. Lauth
beschuldigt Picqaart verder van minachting
jegens de officieren van zijn bureau.
Zurlinden verklaart, dat de minister van
Justitie hem dwong, Picquart voor de
militaire justitie te brengen, niet wegens
uitkrabbing op het petit bleu, maar wegens
valscheid in geschrifte. De getuige hecht
geen belang aan de uitkrabbing. Alleen de
militaire rechters hechtten er gewicht aan,
Trarieux verwijt Zurlinden de tien maanden
voorloopige hechtenis, die hij Picquart heeft
opgelegd.-
Labori vraagt het woord
De presidentïls het over het getuigenis
van Trarieux."
geruimd en onbevangen alsof zij onder het
zelfde dak waren opgegroeid.
»Men moet hun benijden om hunne opge
wektheid," merkte Winslow, als tot zich
zelf sprekend, op.
Cornely trok de wenkbrauwen te zanoen.
De vertrouwelijkheid van de naderbijkomen
den scheen haar te mishagen.
»Gun het genot der jeugd," antwoordde
zij gedwongen kalm. »Dat vereenigt zich,
fladdert een poosje te zamen heen en weer,
even als de vlinders over een bloembed,
totdat zij door de eerste de beste windvlaag
gescheiden worden, en ieder weer naar
andere bloesems uitziet."
Een paar minuten daarna waren de jon
gelieden bij hen. Hunne lachende gezichten,
vroolijke opmerkingen maakten het Winslow
gemakkelijker, zich van de zoo juist ont,
vangen pijnlijke indrukken te bevrijden-
terwijl Cornely even als te voren haar
strengen ernst bewaarde. Eerst toe men
zich gereed maakte van elkander te scheiden,
toen Kate nog eenmaal haar vertrouwelijk
naderde en evenals bij de bron, beide han
den op hare wangen legde, kwam er een
vriendelijke glimlach op hare strenge trek
ken, evenwel slechts zoo, alsof zij het vroo-
LaboriOver de uitkrabbing op het
petit bleu.
De president; »Dan geef ik u het niet.
Laten wij niet babbelen, maar de zaak-
Dreyfus, niet de zaak-Picquart behandelen.
Labori»Met uw welnemen er is sprake
van een stuk, dat men beweert dat een
manoeuvre van Picquart is tegen Esterhazy
en dat wij verklaren voor een bewijs van
het verraad van Esterhazy.
Op verzoek van Labori wordt voorlezing
gedaan van den brief van den minister van
justitie aan Zurlinden, een onderzoek ge
lastende naar den oorsprong van het petit
bleu. De minister spreekt over de uitkrabbing.
Na de opmerking van Labori, dat de
uitkrabbing dan toch wel van belang was,'
naar het oordeel van Zurlinden, verklaart
Zurlinden ten slotte, dat de instructie van
Tavernier in staat stelde uit te maken, dat
er niet op het petit bleu was uitgekrabd
op het oogenblik dat het op het statistische
bureau kwam en de uitkrabbing niet het
werk was van Picquart.
Labori verzoekt, een stuk uit het diplo
matieke dossier voor te lezen, waaruit op
onweerlegbare wijze de echtheid van het
petit bleu blijkt. Hij zegt, dat hij bedoelt
een stuk, bevattende het verslag van een
gesprek tusschen Delcassé en graaf Munster.
In den loop van dat gesprek zeide de Duit-
sche ambassadeur, dat Schwartzkoppen er
kende, aan Esterhazy een aantal kaarttele-
grammen te hebben gezonden.
Deze mededeeling van Labori wordt door
Paléologue bevestigd.
Trarieux kenschetst de beschuldigingen
die tegen Picquart zijn ingebracht als
praatjes voor de vaak, onder anderen het
verhaal waarin Picquart wordt voorgesteld
als een gehuurde agent der familie Dreyfus,
die den onscbuldigen Esterhazy voor den
schuldigen Dreyfus in de plaats moest
trachten te stellen. Daarna leest hij een
brief voor, dien hij geschreven heeft aan
Billot om te protesteeren tegen die leugens
lijke meisje daarmede een genoegen wilde
doen.
»Lieve, oude lady," klonk het overredend
van Kate's frissche lippen, en diep zagen
hare lachende, donkere oogen in de groote
blauwen van Cornely, »dus tot morgen. Dan
zijn wij echter reeds oude vrienden, en dan
ziet gij mij niet meer zoo ernstig aan."
»Kom, kom" vermaande Winslow, die
vreesde, dat Cornely die liefkozingen lastig
zou vinden, »kom, kind, morgen gaan wij
vroeg op reis, om dat leelijke moeras achter
ons te brengen. Wil mrs. Watson ons nog
bezoeken, dan kan dat een halve dagreis
verderop een vriendelijkerplaatsgeschieden."
»Uw vader spreekt de waarheid", voegde
Cornely er bij, wanneer ik u bezoek, dan
Zal dat op een andere plek gebeuren.
Een seconde liet zij hare hand op het
lieve hoofd rusten, eene seconde, die vol
doende voor haar was om het vriendelijk
kind heimelijk haar zegen te schenken, met
baar zegen echter ook een afscheid voor
altijd te vereenigen, en Winslow vrien
schappelijk de hand drukkend, keerde zij
zich om en wandelde langzaam verder.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIËDAMSCHE COURANT