Hij kreeg geen >ntwoord en Billot stelde geen onderzoek in. Toen de leden van den krijgsraad de aan Esterhazy ten laste ge legde feiten nagingen, werden zij misleid door legendes. Zij echter sloegen geloot aan de leugens van Esterhazy. Deze is vrijgesproken en niet gevonnist. De voorzitter protesteert en verwijt Trarieux dat hij een pleidooi houdt. Billot antwoordt en zegt dat ook Trarieux een pleidooi houdt voor Picquart en Dreyfus en oud-ministers aanvalt. Trarieux heeft volgens hem gesproken van dingen die verzwegen hadden moeten worden. Billot aanvaardt de verantwoordelijkheid vooral zijn daden als minister. Hij vertelt dat hij vroeger vertrouwen stelde in Picquart, maar het niet kon volhouden. Hij had altijd het gewijsde geëerbiedigd en zich aan den invloed van buiten onttrokken. Op een vraag van Labori over het vrij makend stuk dat aan Esterhazy verschaft is door den chef van het kabinet van Billot, antwoordt deze, dat hjj ook daarvoor de verantwoordelijkheid op zich neemt. Hij is van oordeel dat, al stond de schuld van Esterhazy vast, de onschuld van Dreyfus daarmede niet bewezen zou zijn, want in spionnage-zaken, is er vaak meer dan één schuldige. Daarop valtLabori, Billot in de rede en zegt «Als ik den generaal goed verstaan heb De voorzitter, op zijn beurt Labori in de rede vallend«Generaal Billot had al een dergelijke verklaring afgelegd". Labori hervat»Nog nooit was beweerd, dat Dreyfus de medeplichtige van Esterhazy was. We moeten weten of de aanklagers zich op dit terrein gaan begeven." Dreyfus staat op en zegt met luider stem «Ik kom op tegen deze afschuwelijke be schuldiging". Langdurige beweging). De voorzitter verzoekt Labori zich te matigen. Labori antwoord«Ik heb geen woord gezegd dat niet gematigd was." Jouaust: «Uw toon is niet gematigd". Labori: «Mijr. toon heb ik niet in mijn macht". Jouaust: «Dan ontneem ik u het woord." Labori»Ik gehoorzaam, maar neem er akte van dat mij het woord ontnomen wordt, eiken keer als ik mij begeef op een terrein waar men niet tegen mij opgewassen is." Hevige opschudding. Er wordt in de handen geklapt. De opgewondenheid is zeergroot.) De voorzitter dreigt de zaal te zullen laten ontruimen. Hij vraagt, of Labori nog een vraag heeft te doen. Labori antwoord «Aangezien ik de kwesties die de kern van het proces vormen, niet mag aanroeren, behoud ik mij voor, de gedragslijn te volgen die het bewustzijn van mijn verantwoorde lijkheid en de rechten van de verdediging mij voorschrijven". {Beweging.) Jouaust: «Ga zitten 1" Labori: «Ik ga zitten, maar niet op kommando." Na .dit heftig incident was Labori blijk baar de kluts geheel kwijt. Het bleek bij het daarop volgend getuigenverhoor. De getuige Galopin zegt Dreyfus op zekeren dag ontmoet te hebben eenlij vig pak dragende. Hij zeide, dat het geheime stukken over de mobilisatie waren. De president vraagt Dreyfus waarom hij die papieren meenam. Dreyfus herinnert zich niet die papieren meegenomen te hebben. Ongetwijfeld is het een verwarring. Het waren misschien eigen geschreven stukken. Majoor Hirschaner herinnert zich dat Dreyfus in 1894 het overigens zeer gewet tigd verlangen uitte om de manoeuvres tyj te wonen, maar hij kan den datum waarop hij diens wensch uitsprak, niet noemen. De president vraagt Labori, of hij vragen te stellen heeft. Labori antwoordt«Ik heb er te stellen, maar voorloopig zal ik ze niet stellen." Dreyfus zegt dat het mogelijk is dat hij zijn spijt betuigd heeft, de manoeuvres niet te kunnen bijwonen, maar wat zeker is, is dat alle stagiaires wisten, dat zij ze niet zouden bijwonen. Op een vraag verklaart Picquart dat Dreyfus hem nooit gevraagd heeft de manoeuvres te mogen bijwonen. Demange vraagt Hirschauer of hij kan zeggen of de stagiaires vóó r1894 op manoeuvre gingen met den grooten staf. Getuige antwoordt dat dit onmogelijk was, omdat de stagiaires gehouden waren zich er heen te begeven met den troep. De president doet voorlezing van een brief van den kolonel van het 138ste regi ment, verklarende dat hij de dagteekening van het borderel kan vatstellen door de nota over Madagascar hij leidt er uit af dat die in Augustus moet gesteld worden, omdat de bijeenkomst bij Hanotaux, waarin men de vraag overwoog, welke opofferingen men moest doen, gehouden werd op 13 Juli 1894. Een onbescheidenheid betreffende Mada gascar kon, zegt hij, slechts afkomstig zijn van een officier van de bureau's van den staf. Daarna wordt het getuigenis van du Paty de Clam voorgelezen. Hij beantwoordt de aanvallen, die men op hem als militair gedaan heeft. Men kan zijn nota's raad plegen. De andere nota's zijn aan de zaak vreemd. Hij beklaagt zich over laster, dien men niet heeft kunnen bewijzen. Hij herinnert, dat de aanklacht, tegen hem ingebracht, ingetroken is. Hij heeft geen betrekkingen met Henry gehad. Hij heeft geen deel gehad aan het overhandigen van het document libérateur (het bevrijdende stuk) aan Esterhazy. Gelijk hij voor het Hof van cassatie gedaan heeft erkent hij zijn betrekkingen met Esterhazy. Men wil van hem den eenigen bewerker maken van een campagne, waaraan allen hebben deelgenomen. Hij verzekert, dat hij aan de ontdekking van het borderel vreemd is. Hij legt uit onder welke omstandigheden hij door Gonse belast werd met het opstel len van een rapport over de zaak. Hij legde zijn bevindingen neer in een nota die verdwenen is, maar die Boisdeffre en Gonse gezien hebben. Du Paty's getuigenis van 30 Augustus heeft betrekking op de omstandigheden van Dreyfus' gevangenneming. Ten aanzien van Dreyfus' verwarring gedurende de schrijf proef, waarin Cochefert een aanwijzing van Dreyfus' schuld zag, zegt Du Paty dat die verwarring te zien was aan de zenuwachtige beweging van Dreyfus' kaken, ook klaagde hij over koude vingers. Du Paty stelt de dagteekening van het borderel op 15—30 Augustus 1894. Hij spreekt de verklaringen tegen die men hem in den mond heeft gelegd ter zake van de onjuiste lezingen van het telegram van 2 November 1894. In zijn verhoor van 1 September spreekt hij van het geheime commentaar dat hij met Sandherr gemaakt heeft om vast te stellen dat er aan den generalen staf een verrader onder de officieren was, en dat die verrader kapitein D. zijn kon. Onder de stukken waar het commentaar bij be hoorde was er geen dat betrekking had op het telegram van den agent B., noch op de vervaardiging van een granaat. Du Paty weet niets van de geheime stukken, hij was slechts de man die ze overbracht. Hij verzekert, nooit gezegd te hebben dat Dreyfus hem had gezegd «De minister weet dat ik onschuldig ben". Dreyfus zeide ongeveer het volgende Neen, ik wil geen verzachtende omstandigheden pleiten. Mijn advocaat heeft mij beloofd dat mijn onschuld binnen drie, misschien binnen vijf of zes jaar aan het licht zal komen." Bij een andere gelegenheid zeide hij «Ik weet wat uw overtuiging isik wil er niet over twistenik weet dat gij een eerlijk man zijt. Ik verzeker u dat gij u vergist. Zoek naar hen die gij mijn medeplichtigen hebt henoemd en die gij de ware schuldi gen noemt." De zitting wordt om tien minnten over twaalven gesloten. Volgens de Petit Bleu is du Paty gisteren van een pestkool geopereerd. De doktoren zijn zeer ongerust. Volgens de Parijsche bladen staat in het telegram van Labori aan keizer Wilhelm en koning Humbert ook het verzoek om de in het borderel opgezonden stukken over te leggen. De Echo de Paris beweert, dat Demange niet mee heeft willen doen aan de telegrammen. De bladen bevatten een telegram uit Rennes, meldende dat de Galüfet den re- geeringscommissaris heeft geseind, de grenzen door het Hof van Cassatie gesteld, niet te overschrijden. Naar de Figaro meldt, heeft Panizzardi aan zijn dokter geseind, dat hij i aar Rennes zou gaan als de hooge regeering het gelastte. Een telegram uit Rennes aan de Matin meldt, dat kapitein Cuignet gisteren-ochtend voor enkele uren naar Parijs is vertrokken. Hij kom dadelijk weer in Rennes terug. Men zal in een zitting met gesloten deuren eene nieuwe mededeeling aan den krijgs raad doen. Volgens een te Kaapstad verspreid ge rucht heeft Hofmeyer, de leider der Afri- kaanderpartij aan de Kaap, aan president Kruger gesind, dat hij in geval van oorlog op geen steun van de Kaapkolonie te rekenen heeft. Het ministerie van buitenlandsche zaken te Washington heeft gisteren vernomen, dat er in Venezuela een revolutie is uitge broken. £tads- eu Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 7 September 1899. Politie. Jl. Zaterdag-avond hebben 2 jongens van ongeveer 10 jaren eene zwartbonte melkgeit, die aan den openbaren weg aan den Rotterdamsshen dijk alhier, was vastgezet, losgemaakt en medegenomen. Zij zouden er mede den Singel zijn opgegaan. Zij, die omtrent deze jongens of deze geit inlichtingen kunnen geven, worden beleefd verzocht zich aan het commissariaat van politie aan te melden. Bij de dezer dagen aan de H. B. S. ge houden herexamens zijn nog geslaagd Voor de le klasseJ. Maltha, J. J. van der Poel, S. vanWest en A. P. 't Hoen. Af gewezen f. Voor de 2e kl.J. Hoogendijk, G. H. de Jongh en M. de Lijster. Afgewezen 1. Voor de 3e kl.J. A. Durrer, A. de Kroes, en G. H. Ris. Afgewezen 1. Voor de 4e kl.J. Nienwhof, G. van Rhijn, J. F, L. Scbappert, J. Vaandrager, J. C. de Vries en W. van West. Voor de 5e kl. B. Lelyveld en J. J. N. van Rhee. De nieuwe cursus begint met 108 leer lingen. Bij het hevig onweder dat gisteren avond boven onze stad woedde, is omstreeks half tien de bliksem geslagen in een woning staande op een erf aan den Rotterdamschen dijk, behoorende aan den heer A. J. Visée te 's-Gratenhage en bewoond door den heer P. Driessen, gisthanaelaar alhier. De bliksem, ingeslagen door het raam der woonkamer dat op het land uitzicht geeft, gelukkig bij afwezigheid der bewoners, daar zij anders vermoedelijk doodelijk zou den getroffen zijn zette in een oogwenk de woning in lichte laaie. Nadat de politie en brandweer water hadden gegeven, was men omstreeks 11£ uur den brand meester, toen was echter de woning met bij behoo rende gebouwtjes uitgebrand. Van de inboedel, die evenals de woning verzekerd was, is slechts een linnenkastje gered en ook een paar varkens konden nog uit het hok gehaald wordenmaar overigens is alles in de vlammen opgegaan. De bewoners, die bij familie in de buurt waren, hebben het verlies van hun geheelen inboedel te betreuren en een bedrag van ruim f 700, dat mede de prooi van het vernielend element is geworden. Sedert gisteren-middag, toen hij na het verlaten der school niet naar huis kwam, werd hier vermist de 10-jarige Mart. Schnei der, wonende Hoflaanstraat. Heden-och is hij hier gebracht door de politie uit e daar hij in den omtrek van Rijswijk zvV vende was gevonden. Aangaande het Koninklijk bezoek aa Rotterdam, meldt de N. R. Ct. Naar wij vernemen, zal H. M. de ^°n^at op Maandag 25 dezer omstreeks I2i in den namiddag aan het station P' aankomen. Per rijtuig gaat Hare MaJ®s van daar naar den linker Maasoever. wordt een toer gemaakt over het Noor eiland en dan volgt het bezoek aa" fabrieken van de firma Van den en vervolgens gaat de Koningin ^°°rvan Oranjeboomstraat naar de fabriek scheeps- en werktuigbouw Feyenoord, w H. M., na een en ander bezichtigd te hebb® zich aan boord begeeft van de stoom 0 Columbus van de Holland—Amerikalij"- Met deze stoomboot bezoekt de Vorst1 de havens bij de handelsinrichtingen, wa.^ H. M. onder meer de kolentippen werking zal zien. Uit deze havens gaat tocht naar de Wilhelminakade, waar Koningin zich begeeft aan boord var. d« de het stoomschip Statendam waar Zij door d® directie der «Holland—Amerikalijn' 1 worden ontvangen en waar eenige verv®r schingen zullen worden aangeboden. Na het verlaten van den Statendam °r de rijtoer vervolgd langs Rijnhaven, Eer® en Tweede Katendrechtschehaven, M"aS haven en gemeentedroogdok, om vervolge" door de kom van Oud Charlois langs d® Katendrechtschen Lagendijk, den Dortsch® straatweg en de Rijnhaven, den terugtoc te aanvaarden. Een ongeluk, dat zich zeer ernstig d®e aanzien, had eergisteravond aan het static0 D. P te Rotterdam plaats. Toen omstreeks 8 uur de Fransche tr®1" in de richting van het station Beurs »er' trok, wilde een bejaard heer uit Dordrecht terwijl de trein reeds in beweging ^aS' in een coupé klimmen, waarin zich zÜr'.e echtgenoote en dochter bevonden. struikelde evenwel, waarbij hij de treepla" bleef vastklemmen, zoodat hij een eindwe®os meegesleept werd langs het houten perro"1 Zijne dochter sprong uit den trein h0ar vader te hulp en deed daarbij een Se^e, digen slag, waarbij zij bijna onder wielen geraakte. De trein stoomde inmiddels door, totda even buiten het station de alleen gebl0*en echtgenoote de noodrem aftrok. Vader en dochter waren inmiddels do°" it stationpersoneel opgenomen, m'n meer ernstig verwond. De dochter ha verwondingen aan het achterhoofd, daar haarspelden haar in het hoofd gedrongefl waren. Nadat in het bestelgoederenbure0" de eerste hulp verleend was, werden per rijtuig r.aar het ziekenhuis overg® bracht, waar mevrouw hen volgde, daaf zij den trein verlaten had, Dadat proc®s' verbaal tegen haar opgemaakt was. Later in den avond konden de b®'" verwonden het ziekenhuis weder verlak" en hun reis vervolgen. De hoofdconducteur der H. IJ. S. Munter, die bij het spoorwegongeluk Rotterdam, naar men men meende zond®f letsel te voorschijn kwam is, zooals n»def gebleken is, zoo gekneusd, dat hij voor d®" dienst afgekeurd zal moeten worden. De stokers en tremmers der vereenigd® zeelieden bij de groote stoomvaart te Rotterdam hebben eene beweging gister®" middag op touw gezet om niet aan te monsteren dan tegen een loon van voor stokers en f35 voor tremmers Pel maand benevens zekerheid voor degelijk voeding. Deze eischen zullen aan het patrona9' worden bekend gemaakt. Een onderwijzer van een openbare schoo in de Oranjeboomstraat te Rotterdam Sa eergisteren een zijner leerlingen strafw®r

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 2