Dagblad voor Schiedam en Omstreken
eerste blad.
Meer licht.
-2ste J aars.
Zondag 17 September J899.
No. 6498.
"28ureau "3&oter& 50.
schat in het
moeras.
0
PRIJS TAN DIT BLAD:
*°°r Schiedam oer 3 maanaer.1.50
franco Der dosi door genee! Nederland -
Afzonderiiike Nummers 0.05
PRIJS DER ADVKRTENTIÈN
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaalde Diaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
steed.- 6 tentoonstelling le dezer stede nog
dit til ^6oi)en(i is> doen wij den lezers van
klejn misschien geen ondienst, met een
'icht Praat^e over i'0*14' en wel over straat
der ^'"deren van het laatste kwart
Voorne^eru'ende eeuw, kunnen ons moeilijk
Waar-6 'en' dat er een tijd is geweest,
ge|jjk °lielichtj©s, aan gloeiende spijkers
t«ke-' 'n straat'ar'taarns brandden, maar
sted "°S minder, dat zelis de grootste
en geen verlichting hadden,
on,61 harboekje «die Haghe" (1897) zal
gids zijn.
jaai,aar'n W0rd opgenomen de eerste nieuw-
voldS^SnSC'1 Van *ses aensteekers en
getio*^ '8ntarens" van bet quartier
I67gra^reert ten jare 168C, terwijl in
dui^t 6t middel gevonden was om de
^ee^0'8 Va° slraat 'e verdrijven. Deze
adelp®nwensch" werd opgedragen aan de
de$erJ e loffelijke heeren en inwooriders
da steede 's-Gravenhage en vangt met
"e Pnjerking aa„
>De
na re duysternis van Avond stont of
[Naght
Unstigde te veel 't geboeft in 't steelen,
hen Ha [m°°rden.
aag wiert door 't gerenn' van rond' ot
Niet „rv [ruiter-wagt.
lyi sy schrikken niet van Roeden,
[Kogels, Koorden.
a"esb >><^orl) ^er dorpen geen" blijkt dus
dac,ene a-ve veilig te zijn geweest in die
re~ er' dat ondanks de strenge maat-
oe'6n. Hia
zejjs die men tegen boosdoeners nam
^e'dsd 6re<*en P°l'tie was met den veilig-
»de enSt keiast. Maar nu, in 1678, had
Maatschappij een beet'ren raat
feuilleton.
26)
glimlacht daarop reed zij weg. De zachte
°üd !aS n°g a'tijd op haar gelaat. Haar
dachten uart was 200 vo'' dat de ge-
Uitten 21 onbewust over haar lippen
dez^°^n' d'e ik geweest ben," zoo volgden
^et alle aandor, «toen ik meende, dat
bet srhr11 m«n .tijd zoo geweest is maar
2°olanw j at d't siob altijd zoo herhalen za],
vvillen n u were'd jn stand blijft. Dan
'angen barten bijna vergaan van ver-
Nene w6n z'et men tegen elkander op.
Zeo-end onderlijke inrichting. Mogen zij ge-
geslachtZpn' evenwe'» tot in het duizendste
ttan'"V«reei ■•'laar Paard tot een sneller gang
en zij voorbij de kudde reed, riep zij
gevonden." En de »beet're raat", dien de
wijze maatschappij wist, bestond hierin,
dat men
«Tot vrying van Den Haag van dese droeve
[rampen.
Deed sy door d' gantsche stat langhs yder
[kav en straat
Lantarenen voorsien met cierlik oly-lampen
Veel hondert in getal oprechten.
Hiervan verwachtte men eene afdoende
verbetering. Want is de avond gevallen, zoo
zingt de dichter van den «Ssegenwensch,"
«Dan syn dees ligten strax de dieven een
[verraat,
Ontdeckers van ge welt, Beveyligers der
[wegen,
Leitslieden voor de liên waer dat men
[henengaat.
Maar niet enkel de brave lieden zouden
van het lantarenlicht profiteeren.
«Soo yemant door de wijn door Rins of
[Franse-voght
Te veel beladen is, geen regte pas kan
[houwen.
Wien 't hooft begint rontoom te drayen
[in de loght,
Dien dronken slinger-voet verstrecken 's tot
[Flambouwen
De dichter zwijgt geheel van hen, die
door goedkooper dranken beneveld werden!
De jenever was men eerst in 1670 begon
nen te stoken en deze drank was dus vol
strekt nog geen volksdrank geworden en
van het bier moet men heel wat drinken,
eer het hoofd begint te draaien en de
voeten te slingeren.
Dat er evenwel in Den Haag nog gelegen^
heid genoeg bleef bestaan om in het duister
te vallen of in vuiligheid en slijk terecht
te koinen, die volgens onzen dichter van
den nieuwjaarswensch «een klauw hoog
lag", mag men zeker wel afleiden uit het
feit, dat er aanvankelijk in 1678 slechts
honderd lantaarns werden geplaatst, welk
getal evenwel al spoedig op het drievoud
den omstreeks veertienjarigen knaap een
vriendelijken groet toe, hem als troost er
bijvoegend, dat zijne zuster spoedig weer
bij hem zou zijn. «Zij zag achterwaarts.
Kate scheen geen haast te hebben. Met
gebogen hoofd liep zij verder, alsof zij in
het gras iets zoeken moest.
Cornely schudde haar grijs hoofd.
«Heden als voor dertig jaar," zeide zij
weder bij zich zelf, en dreef haar paard
aan.
Spoedig kreeg zij een ruim gezicht over
een vrij groot dal. Een beek, welks oevers met
jong hout begroeid waren, voorzag het van
water. In de schaduw van eenige breedge-
takte katoenboomen stonden de wagens.
De paarden, die men de tuigen had afge
daan, weidden in de nabijheid. De tent
was echter niet opgeslagen, wijl de reis,
nadat de heete middaguren voorbij waren,
zou voortgezet worden.
Voordat Cornely het dal inreed, zag
Winslow haar aankomen. Vermoedende, dat
zij hem o^er zaken wenschte te spreken,
die hij voor de zijnen gaarne geheim wilde
houden, ging hij haar te gemoet
»Ik verwachtte u niet meer," zeide hij
tot haar, nog voordat zij een groet met
gebracht werd. Dat was eene niet onaan
zienlijke uitgave iedere lantaarn toch kostte
zeven gulden, de palen en het stellen ervan
vijf gulden. Bovendien werd er een olie
magazijn opgericht. Het onderhoud der lan
taarns kwam voor rekening van de inge
zetenen, maar het inwerpen van de glazen
was ten laste van de overheid. De jeugd
van voor twee eeuwen was al dezelfde als
die wij er nu in onze negentiende op
nahouden. Die glazen schijnen wat al te
verleidelijk op de lieve straatjeugd van 1678
en volgende jaren gewerkt te hebben, althans
de Haagsche stedelijke overheid zag zich
genoodzaakt eene afzonderlijke publicatie
tegen deze baldadigheid uit te vaardigen.
Of het evenwel veel geholpen heeft, daar
zouden wij ons hoofd niet op durven geven
de lust om ruiten in te gooien werd er ten
minste niet door uitgedoofd of uitgeroeid,
en thans, na twee eeuwen, moet er nog
menig glas aan gelooven tegen welk in
gooien nog nooit een enkele glazenmaker
eene klacht heeft ingediend, ter plaatse waar
zulks te doen gebruikelijk is. Nu, er zijn
nog wel meer dingen, die niet door publi
caties uit de wereld zijn te helpen.
De slotregels van het gedicht der lan
taarnopstekers bevatten den wensch aan de
Hagenaars, dat zij, wanneer zij meenen van
hier hemelwaarts te varen, dan het eeuwige
hemellicht mogen genieten der opgevulde
lampen ontstoken en «voorsien door
't wijse «Maegdenrot", d.i. de vijf wijze
maagden uit de parabel, die met hare ge
vulde lampen den bruidegom afwachtten.
Wanneer men twee eeuwen geleden
verwachtte, dat door die honderd gloeiende
spijkers de veiligheid voldoende be
schermd en de zedeloosheid bedwongen
werd, wat mag men dan nu niet verwach
ten, nu het gasgloeilicht onze straten be
schijnt en eerlang misschien eene electrische
verlichting den avond en den nacht in
vollen middagluister zal hullen
elkander hadden gewisseld, «en ik weet
niet of gij er goed aandoet, nadat ik met
het verleden voorgoed heb afgedaan, nog
een nieuw wederzien te bewerken."
«Omstandigheden veranderen de zaken,"
antwoordde Cornely, terwijl zij Winslow de
har.d reikte en deelnemend in het sedert
den vorigen dag, meer opvallend neer
slachtig gezicht ziende, verheugde zij er zich
op, dat het spoedig door groote blijdschap
zou verhelderd worden; «ja John, de om
standigheden veranderen de zaken somtijds
geheel en al doch laat mij op uw hand
mijn voet zetten en help mij van het paard
zoo is het goed, ik dank u."
Zij nam het paard den toom af en gaf
het een lichten slag daarmede, waarop het
zonder te dralen naar de beek draafde.
«Dit paard is een verstandig veteraan,"
ging zij voort, «zoolang hij het zadel op den
rug voelt, wentelt hij zich niet vrij rond
misschien willen uwe zoons hem het tuig
afnemen, dan is het beter. Gisteren hebt ge
mij genoodigd, om met u te midagmalen,
nu vraag ik u zelve daarom. Doch vooraf
hebben wij beiden nog eene zaak te be
spreken. Maar laten wjj dan een paar stap
pen verder onder dien boom gaan zitten.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 16 September 1899.
De Tentoonstelling.
De Dubbeltjesdag is in hooge mate be-
teekenend geweest voor onze tentoonstelling
Niet alleen heeft hij honderden mingegoeden,
voor wie het entree op de overige dagen
nog wat te zwaar was, in de gelegenheid
gesteld onze belangwekkende tentoonstelling
te zien maar ook de werklieden en de
jeugd, aldus in staat ook een kijkje te nemen
op deze vaktentoonstelling, vonden er een
bron van leering, waaruit zij zeker gaarne
wilden putten.
Gisteren-ochtend werd de tentoonstelling
bezocht door de hoogste klasse der eerste
kostelooze school onder leiding van het
hoofd der school, den heer C. Kerdel, en
een paar onderwijzers. Voorts werd zij be
zocht door leerlingen der Huishoudschool,
onder leiding van mejuffrouw E. M. Maas
en leerlingen der R K. St. Jozefscholen
onder geleide van eerw. Broeders-onder
wijzers. Gisteren-avond werd een bezoek
gebracht door de hoogste klasse der Burger-
Avondschool, waarvan een gedeelte de
machinerieën bezichtigde, onder leiding van
den leeraar dr. G. Bakker, terwijl het
andere gedeelte onder leiding van den heer
J. A. Hingman meer in 't bijzonder het de-
coratiel in oogensChouw nam. Bovendien
hebben dien avond een 100 tal werklieden
uit de fabrieken van de firma G. Wilson,
uit Den Haag, die op de tentoonstelling
hare gasmeters en toestellen exposeert, een
belangstellend bezoek gebracht. Omstreeks
6 ure wekte hunne komst in de stad, die
zij in vroolijke stemming doortrokken,
algemeen opzien.
Vooral in den avond was het op het
tentoonstellingsterrein propvol. Nooit in
haar bijna 25-jarig bestaan heeft voorzeker
de Officieren-Vereeniging zooveel menschen
op haar terrein gezien. Het meer welgestelde
publiek had wijselijk ruimte gelaten voor
De zon heeft mij lang genoeg op het hoofd
gebrand zoodat een beetje schaduw mij
welkom is," en zonder antwoord af te
wachten, ging zij Winslow vooruit naar de
aangeduide plek, waar zij zich op het gras
neerzette.
Winslow nam tegenover haar plaats.
Mocht het gisteren den indruk geven alsof
Cornely's woorden strenge bevelen voor hem
waren, zoo drukten zijne trekken nu eene
zeker strakke vastberadenheid uit. Dezelfde
uitdrukking openbaarde zich ook in zijn
stem, terwijl hij zeide
«Ik herhaal het Cornely, dat gij ons
beiden deze samenkomst had kunnen be
sparen. Met het verleden heb ik afgedaan
en dus is het overbodig, om oude gebeur
tenissen nogmaals te bepraten. Ik stel
mij voor, dat gij van gedachten veranderd
zijt en mij uit medelijden de helft van
de zes en-dertig honderd dollars wilt ten
goede laten komen
«Ik ben wel van gedachten veranderd,
John, en aan het geld heb ik ook gedacht,"
antwoordde Cornely bedaard,
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDA
HE COURANT
I
b