Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
-2ste Jaanr.
Zaterdag 23 September 1899.
No. 6503.
bureau ^ofersfraaf 50.
-^gicnsÈiE BERICHTEN,
kennisgeving.
De schat in het
moeras.
«wKS®»»
bekendmaking.
t ftteBniB««
PRIJS TAN DIT BLAD:
^°or Schiedam per 3 maanden f 1.50
franco per post door geneei Nederiand - 2.—
■^ïzonderiiike Nummers - 0.05
PRIJS DER ADTKRTENTIËN
Van 16 regelsi i i ƒ0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
fee" welke gevaar, schade of
"«er kunnen veroorzaken.
Qe|et
Qev bepalingen der Hinderwet
7 heden ?*nnls aan de ingezetenen, dat
Ml ie recht88". Honnerlage Grete en
!)S 'ot u"fhrarÜgenden vergunning verleend
Buit zijner branderij aan
s«ctie £uenhavenweg no. 140, kadaster
efn stoomt door P'aats'n8 daarin van
V 'an 3 5oS' g181 een verwarm'nSS0PPer*
3 C h
üUr 1 e d a m, den 21sten September 1899.
9emeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
De
Burc
i°l °ntvan dat de attestatiën de vita
w bet Van bedoelde ondersteuningen,
^""bdaz. 8^ln van ieder kwartaal, op de
'l<lags 5oVan des 'oormiddags 10 tot des
ente v. i "ren' ler secretarie der ge-
S c rkriJgbaar zullen zijn.
'edam, 22 September 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
eUiliet«n.
Zal 8eld uJai? dar hiï een vinger naar
a 8 Ender. KVa" de zware morgen bevrijd.
4t> dat ."?enoeven niet meer te weten,
♦Hej n'®t naar Californië gaan."
uier een mooie plaats om zijn
ALGEMEEN OVERZICHT.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDA
en Wethouders van
8«zi Ge*eester van Schiedam,
,^'öatsh?„1e Wet van 30 December 1887
d«rsteu n°' ^25) betreffende onderstand
V4«te w ?'n8) aan mindere geëmploieerden,
r^*aam k"den en bedienden op daggeld
tflacht e "U inrichtingen van 's rijks zee-
Va"ende °'3 's werkvaartuigen, niet
*atl 24 1,de termen van art. 2 der wet
Gelet r'1 1354 Staatsblad no. 92);
10 Ja®' arV van bet Koninklijk besluit
"1® bpnU?r^ 1388 Staatsblad no. 3) hou-
kte"'ng .Pa''igen nopens de betaal baar
de jSr bij eerstgenoemde wet toege-
«be,
29)
»>ïadat m -
n 0est ik i^lJn beste Abel overleden was,
»V8f'egz«r. ["and bebben, waarmede ik alles
VfienH n an 100 werd Dick een soort
8,ï> heb i|j00r raD'" antwoordde Comely,
tiV*bWel ee 0olc bet geheim toevertrouwd,
1 'J 2ou .„L.S'ster, voordat wij u ontmoetten.
h°°d stekpr. 8Fj zÖne bsmd liever in gloeiend
d Hii ekte. la. John, dat weet ik
7e'> dat h 'S Z8er nauwgezet en ieder voor-
J a's e»p8m onverwacht treft, beschouwt
<,1 *^°o kn Sesohenk van den hemel."
7*, w *°m Ldan met mij," hernam Win-
'l.tte an a 9 opstond, Cornely de hand
j in h 8ar hielp opstaan, ®knm m.t
nr0üw ook le8efPlaats. opdat i
«kom met
ik mijne
H w Ook opaai ia mijne
22 September '99.
Dreyfus.
De vraag waarheen Dreyfus zich na zijne
begenadiging had begeven, is door een
depêche uit Carpentras (bij Orange, dep.
Vaucluse) volkomen opgelost. Dreyfus is
daar gisteren aangekomen. Hij heeft er zijn
intrek genomen bij zijn verwant Valabrègue.
Waarschijnlijk nog van uit Rennes, zoo
niet uit een der andere plaatsen waar
Dreyfus zich op zijn reis naar het zuiden,
ophield, heeft Dreyfus de bekende verkla
ring aan de Parijsche bladen gezonden, die
wij nog in ons vorig nummer konden op
nemen.
De ex-kapitein geeft daarin aan velen
zijner onstuimige loslippige verdedigers een
behartigenswaardig le^je. Hij spreekt in zijn
verklaringen waarschijnlijk heeft Labori
zich wel met de redactie van het stukje
willen belasten niet van een «monster-
achtige misdaad" begaan of van een «krank-
zinnig vonnis" geveld door de krijgsraden
van '94 en '99, maar van een «rechterlijke
dwaling". Deze taal i3 ten minste waardig
en steekt gunstig af bij die der plus
Dreyfusards que Dreyfus lui-même. Ove
rigens onderscheidt zij wat haar innerlijke
waarde betreft, zich in niets van de vol
zinnen door den beschuldigde van tijd tot
tijd voor den krijgsraad uitgesproken.
Het rapport van den minister van oorlog,
generaal de Gallifet, betreffende de gratie
van Dreyfus leert ons de gronden kennen
waarop die gratie is verleend. Zij wordt
als volgt gemotiveerd.
«Als gevolg van het vonnis van 1894
heeft Dreyfus vijf jaar deportatie onder
gaan. Dat vonnis is den 3n Juni 1899
vernietigd en een mindere straf zoowel ten
aanzien van den duur als den aard is over
hem uitgesproken.
«Als men van de tien jaren detentie de
vijf jaar aftrekt die hij op het Duivels-
leger op te slaan, ik wil hier nog een poosje
blijven, ten minste zoo lang, totdat
«Totdat mijn zoon Dick hier geweest is."
vulde Cornely aan, toen Winslow aarzelde.
«Dat was juist mijn gedachte," bevestigde
deze, en dadelijk daarop werd Cornely in de
legerplaats met alle teekenen van .vreugde
ontvangen.
Winslow bracht zijne vrouw een weinig
ter zijde. Slechts weinig woorden had hij ge
sproken, toen de uitwerking zoo sterk werd,
dat zij zich neer moest zetten, het gelaat
over haar knie boog en in tranen uitbarstte
Zij kon haar geluk niet bevatten. De zeker
heid, dat de gevaarvolle reis niet behoefde
gedaan te worden, wekte bij haar een ge
voel op, alsof zij aan een nieuw leven terug
geschonken was.
Cornely beschouwde haar met aandoening.
Om haar niet te storen in de ontboezeming
barer gevoelens, wendde zij haar opmerk
zaamheid weer naar de naderende kudde.
«Even als in den goeden ouden tijd," had
zij weer mogen zeggen, toen zij bemerkte,
dat Kate zich dubbel ijverig met de runde
ren bezig hield en steeds weer gelegenheid
zocht, om ver van de legerplaats te blijven.
En toen zij eindelijk niet vermijden kon,
eiland heeft doorgebracht en dat is
niet anders mogelijk zal Dreyfus vijf
jaren deportatie ondergaan hebben en
vijf jaren detentie moeten ondergaan. Men
heeft zich afgevraagd of het niet mogelijk
was de deportatie gelijk te stellen met
opsluiting in een cellulaire gevangenisin
dat geval zou hij zijn straf bijna geheel
ondergaan hebben. De wet schijnt dat
echter niet toe te laten. Dientengevolge
zou Dreyfus dus een zwaardere straf
moeten ondergaan dan waar toe hij inder
daad veroordeeld is.
«Uit de ingewonnen inlichtingen blijkt
nog dat de gezondheid van den veroordeelde
ernstig is geschokt, en dat hij niet zonder
de ernstigste gevaren een langdurige detentie
zou kunnen ondergaan.
«Behalve deze overwegingen welgeschikt
om medegevoel te wekken, zijn er nog van
algemeener aard die tot dezelfde slotsom
leiden. De hoogere staatkundige belangen,
de noodzakelijkheid al haar krachten te
verzamelen, hebben aan de regeeringen
altijd na moeielijke tijden en ten aanzien
van feiten van bepaalden aard, maatregelen
van barmhajtigheid en vergeving voorge
schreven. De regeering zou niet handelen
in den geest der natie die naar bevrediging
haakt, indien zij niet, door handelingen die
zij óf uit eigen beweging mag doen ót aan
het parlement voorstellen, alle sporen van
een smartelijke botsing trachtte uit te
wisschen.
«Het is uw recht, mijnheer de President, j
om voor een groote daad van barmhartig
heid den eersten stap te doen tot het
werk van bevrediging, dat de openbare
meening verlangt en dat het welzijn der
republiek gebiedend voorschrijft.
«Ik heb de eer u het bijgaand decreet
ter teekening voor te leggen
Het decreet luidt
«De President, enz. gelast: Aan Dreyfus
(Alfred) wordt kwijtschelding verleend van
het overschot der straf van tien jaren de
tentie, over hem uitgesproken door den
krijgsraad te Rennes, den 9n September
1899, alsook van de militaire degradatie.
De minister van oorlog wordt belast met
de uitvoering van dit decreet.
«Gedaan te Parijs den 19n September 1899.
Dat het generaal de Gallifet met de be
vrediging ernst is, bewijst de dagorder door
hem tot de commandanten der legerkorpsen
gericht, waarin hij zegt
De rechters van Rennes hebben in volle
onafhankelijkheid uitspraak gedaan. Wij
hebben zonder nevengedachte in die uit
spraak berust. Evenzoo leggen wij ons neer
bij de echt menschlievende daad van den
president der Republiek. Er kan geen
sprake meer zijn van weerwraak, in welken
vorm ook.^Ik verzoek u, ik gelast u, zoo
noodig, het verledene te vergeten en ik
roepLeve het leger, het leger dat niet
behoort aan een partij, maar aan Frankrijk.
De huiszoeking in het fort Chabrol,
dat eerst door de brandweer gedesinfecteerd
werd, daar de stank het voor de politie
onmogelijk maakte een geregeld onderzoek
in te stelien, moet tot geen resultaat heb
ben geleid.
Te Avignon werden eenige royalisten ge
arresteerd.
In de militaire werkplaatsen te Creuzot
(Frankrijk) is eene werkstaking ontstaan
doordat twee werklieden bij den dienst der
artillerie-werkplaatsen zijn ontslagen. Een
aantal werklieden kwamen in den namiddag
op den Boulevard du Guide bijeen. Zij
zouden zich gisteren-ochtend begeven naar
de werkplaatsen om den werklieden te
beletten binnen te gaan.
Uit Magon wordt verder gemeld, dat tot
algemeene staking is besloten.
De Tsaar en de Tsaritsa zijn gisteren
ochtend aan boord van de Poljdmaja
Zwezda (Poolster) te Kiel aangekomen. De
matrozen van de Duitsche oorlogsschepen
om naar het vuur te gaan, zoo geschiedde
dit op eene manier, warrbij men niet wijs
uit haar worden kon. Noch voor Cornely,
noch voor haar ouders had zij een blik
over. Hare wangen brandden echter in hel
deren gloed, terwijl zij zich bewust was,
het vertrouwelijk gesprek der drie oude men-
schen gestoord te hebben, en dat deze haar
nu zwijgend en met blijde harten gade
sloegen. In het laatst zagzij toch even vluchtig
naar Winslow en daarna naar hare moeder
op. Wat zij in hare oogen las, dreef den
gioed harer wangen tot aan het donkere
haar omhoog. Helder klonk haar welluidend
lachen en snel begaf zij zich naar den
wagen, waarin, zoo als zij voorgaf, nog het
een en ander was vergeten geworden.
«Even als in mijne jonge jaren," had
Cornely nogmaals kunnen zeggen, toen zij
zich tegen den avond op den terugweg
bevond en Kate haar een eind ver bege
leidde.
«Ik moet hem dus niet van u groeten
vroeg Cornely, even voordat zij van elkander
afscheid wilden nemen.
«Zoo geheel zonder groet, wil ik niet
zeggen," klonk het aarzelend antwoord,
«misschien kondt ge het zoo ter loops doen,
1 alsof het van een vreemde kwam ach,
mijn lieve, oude lady, wanneer het maar
eerst voorbij was
«Wat toch?"
«Alles, alles hij moet ook niet zoo
gauw komen."
«Dat zullen we maar aan hem zelf over
laten," besliste Cornely, en om hare lippen
trilde het eigenaardig, «maar keer nu
weer naar uwe familie terug; wanneer gij
eerst bij mij woont, kunnen wij daar verder
over spreken. Goeden nacht, mijne dochter,
verleer uw vroolijk lachen niet."
«Goeden nacht, lieve oude lady, het blijft
dus afgesproken, dat hij niet te spoedig
komt. Ik moet mij eerst aan de gedachten
gewennen, of ik schaam mij, wanneer ik
hem zie, de oogen uit het hoofd ook
zullen wij elkander maar oppervlakkig groe
ten."
«Juist zoo, mijne dochter, en nu goeden
nacht."
«Goeden nacht, mijn beste, lieve oude
lady
Het flinke paard vervolgde zijn weg naar
huis, en met vlugge schreden keerde Kate
weer naar de legerplaats terug.