Dagblad voor Schiedam en Omstreken,
22ste Jaarg.
Zondag 15 October 1899.
No. 6522
1$xxveaxx ^oter&txaat 50.
TWEEDE BLAD.
i
PRIJS YAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Neaeriand
Afzonöeriiike Nummers
f 1.50
- 0.05
1
'M
PRIJS DER ADVERTKNTIËN:
Van 1—6 regeisf0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aanaesraan.
MEMORIE VAN ANTWOORD van Bur
gemeester en Wethouders op
het verslag van het onderzoek
der Gemeente-begrooting voor
1900 in de atdeelingen uit den
gemeenteraad.
III.
Volgn. 104. Onderhoud van havens, vaar
ten, kaaimurensluizen en andere water
werken.
Het gedeelte kaaimuur aan de Nieu wehaven
dat ter vernieuwing wordt voorgesteld is in
de memorie van toelichting abusief aange
wezen als te liggen bij de Willemsbrug.
Bedoeld wordt het aanleggen van een vak
lang 50 meter, ter vervanging eener be
schoeiing langs die haven nabij het sluisje
van Kortland.
De opmerking, dat het stoomgemaal bij
de algemeene begraafplaats bijna geregeld
des Zondags werkt, is juist. Uitgenomen bij
vriezend weer is het bijna eiken Zondag
noodig dat stoomgemaal in het werk te
zetten, ten einde de waterhoogte in het
riolennet op het gewenschte peil te houden.
Bij de beperkte waterberging zou een andere
wijze van doen ongeraden zijn.
De opmerking dat voor nkosten van onder
houd der kade om Zuidergors" f 55.in
plaats ƒ50. -, zooals op de begrooting is
vermeld, moet worden uitgetrokken, is juist.
Voor Kosten van onderhoud der openbare
zwemplaats" is 200. meer voorgedragen
dan het vorige jaar, om aan die inrichting
de noodige uitbreiding en verbetering te
kunnen aanbrengen.
Volgn. 108. Kosten wegens nieuwe haven
werken en spoorwegaansluiting aan de Maas.
Naar aanleiding van het verzoek der 3e-
afdeeling volgt hier een overzicht van het
geen in de laatste jaren voor de werken
'angs de Maas is besteed
Verruiming en verdieping der voorhaven
®et aanleg van den nieuwen kaaimuur langs
de Voorhavenkade (1895—1896).
Aanlegder Spuihaven met dijksverzwaring
en bijkomende werken (1895—1896)»
Aanleg der werken bewesten de Voor
haven tot vorming der Maaskade en het
dichter» van het balkengat nabij het Hoofd-
P'ein (1896-1898).
De vorming var, de monding der Ooster
haven en de ophooging der terreinen van de
voormalige werf »de Nijverheid" (1898).
De verlenging van den Westelijken haven-
ain der haven van de waterleiding tot in
Qe normaallijn der rivier (1898).
Genoemde werken hebben te zamen, in
onde cijters uitgedrukt, een uitgaaf gevor
derd van 278.000.—
af9P de desbetreffende vraag in de le
Meeling gedaan antwoorden wij, dat al
ogeook de betrokken spoorwegmaatschappij
'et meer zulk een direct belang hebben
h"! e®tle verbinding met de Maas alhier,
6 belang dat de gemeente heeft bij een
r binding van hare aan de Maas gelegen
rr®ln^n. naet het spoorwegnet, niet ver-
toth 'S sedert de Raad het besluit nam
Do t ^oen uitvoeren van de onder dezen
h s bedoelde nieuwe havenwerken met
BPoorwegaansluiting aan de Maas.
hn.mf!?' Kosten van aanleg en onder-
der algemeene begraafplaats.
hon?°r ru'men der graver», het onder
en Van j6n tu'n' woning en het lijkenhuis
e*r, k°°I afsluiting der begraafplaats zal
®n bedrag van ongeveer ƒ530.- noodig zijn.
v«IUr,nJ'eZien,U'^ dezen post ook de kosten,
de op het verleenen van hulp aan den
grafmaker, moeten worden betaald, komt
het ons niet wenschelijk voor den post sub
iitt. a te verminderen.
De voorgedragen som sub litt. c, van
ƒ400. houdt geen verband met den post
on »ier a.
In de U weldra aan te bieden nieuwe of
gewijzigde verordening op het begraven, is
eene bepaling opgenomen dat bij het be
graven vaste knechts, door de gemeente
daartoe aangewezen, zullen moeten worden
gebezigd, tegen betaling van het daarvoor
volgens het tarief voor de begrafenisrechten
verschuldigde.
De genoemde som is uitgetrokken voor
toelage aan die knechts toe te kennen.
De uitgaaf sub c vloeit dus weder in de
gemeentekas terug.
HOOFDSTUK III.
Volgn. 113. Onderhoud van huizen,
torens, poorten en dergelijke.
Een voorstel van ons college, om ver
betering aan te brengen in de dakbedekking
der koopmansbeurs, heeft uwe vergadering
reeds bereikt.
Volgn. 114. Dag- en weekgelden der
werklieden in dienst der gemeente.
Bij de beoordeeling der bestaande bepa
lingen betreflende minimum-loon en maxi
mum arbeidstijd der werklieden in dienst
bij aannemers van bestekken der gemeente,
schijnt het van meer belang te letten op
die bepalingen zeiven, dan op de wijze
waarop deze zouden zijn tot stand gekomen.
Over het geheel is gebleken dat zij be
antwoorden aan de bedoeling: niet verhoo
ging der bstaande loonen voor de minder
geschikte arbeiders, maaralleen voorkoming
van misbruiken, die uit de concurrentie
kunnen voortvloeien.
Intusschen heelt de praktijk de wensche-
lijkheid doen kennen van eemge wijzigingen
betreffende het loon van jeugdige werk
lieden. Het ontwerp voor zulk een wijziging
maakte reeds een punt van bespreking in
ons college uit.
HOOFDSTUK V.
Volgn. 129. Onderhoud der lantaarns en
verdere kosten der verlichting.
Gaarne zullen we met de commissie voor
de gasfabriek overwegen, in hoever het
aanbeveling verdient de Gedempte Broers-
vest beter te doen verlichten.
HOOFDSTUK VI.
Volgn. 137. Kosten wegens maatregelen
in het belang van den algemeénen gezond
heidstoestand
Het toezicht bij het vervoer van vodden
en beenderen zal worden verscherpt.
Hoewel er tot heden geen aanleiding
bestond hier reglementeerend in te «rijpen,
zullen wij zoodra ons de wenscheUjkheui
daartoe mocht blijken U bet voorstel
doen bepalingen in de politieverordening
op te nemen, die, in het belang van de
algemeene gezondheid, bij dit vervoer zijn
in acht te nemen.
Volgn. 141. Kosten van den reinigings
dienst.
Het straatvegen meenen we dat naar
behooren geschiedt. Van straatw^en, hoe
ruim ook toegepast, mag echter n;et het
zelfde resultaat worden verwacht als van
straatse/mibbejïdit is zelfs door straatbe-
sproeiing niet te verkrijgen.
Met het aanschaffen van nieuwe materialen
wordt geregeld voortgegaan. Het volgend
jaar zal als proef een sproeiwagen ir» dienst
worden gesteld.
HOOFDSTUK VII.
(Kosten voor de Middelbare scholen).
Volgn. 149. Jaarwedden der Onderwijzers.
Tegen de verzochte splitsing van den
post sub. A 1. bestaat bij ons geen be
denking.
Zeer waarschijnlijk is binnenkort van ons
een verordening te wachten, waarbij de
gemeente-ambtenaren verplicht worden in
deze gemeente te wonen.
Volgn. 150. Kosten voor schoolbanken en
sohoolbehoeften.
De verhooging van dezen post met f 100.
is het gevolg van de reorganisatie der
Burger-avondschool. Indien de hoogere
raming niet door de noodzakelijkheid werd
gewettigd, zou de verhoogde voordracht
door ons niet zijn geschied.
(Slot volgt.)
BONENLAND.
De reis der Koninginnen.
Naar aanleiding van het bezoek van
H. M. de Koningin te Potsdam zijn benoemd
deluit.-gen. prins E. Zu Salm-Hórstmar tot
ridder-grootkruis der Orde van Oranje-
Nassau, de hofmaarschalk gen-majoor Von
ep Zu Egloffstein ook tot ridder-grootkruis,
de kamerheer graaf v. Hèssenthal tot
groot-officier dier orde en de ordonnance-
officieren luit. v. Bher en luit. Schmidt
tot ridder dier orde met de zwaarden.
Aan den adj.-gen. v. Mischke en den
kamerheer v. Weltheim, werd namens de
Koningin een kostbaar souvenir aangeboden
Naar de Berhjnsche bladen melden, heeft
de Keizer den Ne lerlandscheri minister van
buitenlandsche zaken de Beaufort en den
Nederlandschen gezant te Berlijn, van Tets
van Goudriaan, de orde van den Rooden
Adelaar eerste klasse verleend.
De minister van Koloniën maakf bekend,
dat in het jaar 1900 hier te lande slechts
zes veilingen van gouvernementskoffie zullen
gehouden worden, en dat in elke veiling
vermoedelijk niet meer danjongeveer 19.000
pikols kunnen worden aangeboden.
De Tweede Kamer is voornemens na
hervatting van den parlementairen arbeid
op 24 October, geregeld tot aan het
Kerstreces in openbare zitting voort te
werken, behoudens eene schorsing der
werkzaamheden, in de week der samen
komst van dö Provinciale Staten in herfst»
vergadering.
De heer C. Van Goor Ezn. zond een
adres aan de Tweede Kamer, naar aan
leiding van het door hem in zeer krasse
bewoordingen aangeduide optreden van de
Engelsche regeering ir» Zuid-Afrika. Hij
verzoekt daarin der Kamer »bij Harer
Majesteits regeering aan te dringen op
het bijeenroepen van een Europeesch
congres, ten einde te bespreken op welke
wijze en door welke middelen men Enge
land zal verbieden zijn vermelde schanddaad
te volvoeren".
Graaf Nigra, ambassadeur van Italië te
Weenen, eerste gedelegeerde van Italië ter
voormalige redes-conferentie te 'sGraven-
hage, is gisteren-middag naar Weenen
teruggekeerd, aan het staatsspoorstation
uitgelei» door den gezant van Italië, Graaf
de Zannini en de gezanten van Rusland en
van Oostenrijk-Hongarije.
Ceraui.
Het eiland Ceram, ten noorden van Am-
boina, dat zoo vreeselijk door een aard- en
zeebeving geteisterd werd, is half zoo groot
als Nederland, 18,198 vierk. K.M., schaars
bevolkt en doorsneden door een bergketen
van vuicanischen aard. Te Amahei ligt een
garnizoen van omstreeks 30 man. De post
houder Van Gent woont aldaar sedert 6
Maart 1882. Men vindt er een Christen
gemeente van 7500 zielen onder hulpprediker
Kelling, die sedert Dec. 1885 aldaar is ge
vestigd. Ook wordt geuoemd als Europeaan
de heer A. L. F. Jansen.
Tot dusver betekent ons gezag op Ceram
weinig en staat de welvaart nog op zeer lagen
trap. Op de Zuidkust zijn tin, petroleum en
steenkolen gevonden, docli nog niet geëx
ploiteerd.
Prof. Martin heeft eemge jaren geleden
het eiland Ceram voor zijn geologische
onderzoekingen doorkruist en in de Academie
van Wetenschappen zijn bevindingen mede
gedeeld.
In prof. Pijnappel's Geografie van Neder-
landsch-Indië lezen we omtrent Ceram het
volgende.
Het eiland Ceram is meest overal langs
de kusten door koraalriffen omgeven, die
het moeilijk genaakbaar maken. Wahaai
aan de noord- en Amahaai aan de zuidkust
zijn de eenige geschikte havenplaatsen. Aan
de noordkust zijn de baaien van Sawaai en
Waroe, en aan de zuidkust die van Piro
Amahaai (of Elpapoetih) en Teloetie noe
menswaardig. Tot de hoogste bergtoppen
behooren, van het strand afgezien, die van
Teloeti ongeveer (3000 meter) en daarnaast
die van Noesa-hoealeeene doorloopend e
bergketen deelt overigens het eiland in
een noordelijk en zuidelijk gedeelte, zoodat
de riviertjes, die zich in groote menigte
van de bergen in zee storten, geen van
alle van belang kunnen wezen.
Dè smalle lanüstrook tusschen de baaien
Sawaai en Amahaai vormt de grens var.
West- en Midden- of Oost-Ceraim, een ver
deeling, die op het merkwaardig verschil
berust, dat de bevolking dier beide deelen
onderscheidt. De westelijke Cerammers
namelijk, de Oeli- en Pata-siwa, zijn ruwe
koppensnellers en leven in vijandschap met
de zachtere Oeli- of Patalima van het oosten.
Op het eiland vindt men groote bosschen,
die uitstekend timmerhout opleveren. Men
treft er herten, wilde zwijnen, wild rund
vee en een menigte fraai gevederde vogels
aan, o. a. den casuaris. Sago wordt er in
groote hoeveelheid gewonnen.
Amahei is de thans verwoeste stad aan
den Zuidkust van het vulkanische eiland.
Het aantal inwoners, ongeveer 9000, die
thans voor een groot deel door de aard
beving gedood werden, waren bijna allen
Christenen. Een school en een kerk (da-
teerende van 1823) stonden er, die ook nu
wel in een puinhoop veranderd zullen zijn.
REIVE SCHIEDAMSGHE COURANT
V.
O