Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 22ste Jaarg. Zondag*|29 October 1899. No. 6534. bureau *$&oter6tvaat 50. Eerste blad. Door een Komaprat Verrata. QFHCIEELE BERICHTEN. StiMls-Ziekenlmis. ZOETE- en KARNEMELK. ALtxEMËËBi OVERZICHT. feuilleton. NIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT PBIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam Der 3 maanden f 1.50 Franco Der posi door geheel Nederland Afzonderiiike Nummers O - 0.05 PBIJS DEB ADYKBTENTIËN: Van 16 regeisI f 0.60 Elke gewone regei meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Herbesteding. q 9p Dinsdag 31 October 1899 zal door de i,0rn missie van Administratie voor het j ads-Ziekenhuis te Schiedam worden aan- ®steed de levering van i inschrijvingsbiljetten moeten vóór m'ddags 12 uur van dien dag in voormeld ®6sticht bezorgd zijninmiddels liggen de l°°rwaarderi van levering ter lezing ten v. nt°re van den Secretaris-Penningmeester Nleuwstraat 30. De Commissie voornoemd VAN WESTENDORP, Voorzitter, W. A. VAN DOLDER Dz„ Secr.-Penn. 28 October '99. De oorlog in Zuid-Afrika. Van het oorlogsterrein. "e berichten van het oorlogsterrein zijn ?°k heden weder vrij schaarsch, maar de Mat ontvangen tijdingen geven toch een uidelijker inzicht in den toestand dan vroe- °ntvangen berichten. Engelsche pers herademt nu zij het 8er ofp - 'Cleel bericht heeft gekregen, dat generaal e tich met generaal White heeit kunnen re®nigen. Op een paar dagen van triomf I er de overwinning bij Glencoe en Elands. of wat zij als zoodanig beschouwde, gen dagen van angst, dat het leger van ^®"eraal Yule voorgoed van de hoofdmacht ®r White afgesneden en door een over- c'itigen vijand vernietigd zou worden. q*" generaal Yule na zijn overwinning van t e"c°e, op Vrijdag II. zijn stelling daar niet houden kon, was reeds een veeg Naar het Engelseh. 1) hriet^a r'eP myn °hef uit, toen hij mij een k°menverreikte, die met de eerste post ge- hief^ti|Waf' ®a'weerzoo'n bizonderejuweelen hriefip f.001 niiddel van een valsch volg ^LonHrt slachtoffer is waarachtig de nog te verledfin s'nas an<l«re diefstallen ^akkpiüJ^'i,^40 **at ze nu weer 100 8e' een zu,en gesnapt worden. Dat is Wilt i, zaalsJe v°or u, mijnheer Wisney. dat eens opknappen 1,1 tin rlfif 'laast'g den brief door, groette ®®h riiiw 6n een 00oer)blik later zat ik al in ®en riiiu- oogenblik later zat ik al m 'h de r '^i0*3 We® naar Threadneeale street, 'tend crcfo, aar|gekomen, die algemeen be leen v.3 een van grootste instel de\»rv,o n het land, werd ik dadelijk naar f gebracht van den onder-directeur, teeken en allerlei geruchten zoo, dat zijne munutie opraakte verergerde de onrust. Ook voor White vreesde ,men, schoon minder. Zijn legermacht was niet zoo heel groot en door de gevechtep bij Elandslaagte en Rietfontein nog verzwakt. Konden de twee zich vereenigen, dan was het groote gevaar afzonderlijk overvleugeld té worden, geweken. En nu 't door eer. telegram van generaal White aan het Engelseh legerbe stuur afgezonden, vaststaat dat de twee legers zich vereenigd hebben, vertrouwt men in Engeland, dat het leger onder White de Boeren wel het hoofd zal kunnen bieden, mits het maar verdedigend te werk gaat. Erkend wordt dat de Boeren in ieder geval strategisch een overwinning hebben behaald, doordat zij de Engelschen gedwongen hebben hun stelling Ladysmith—Glencoe—Dundee prijs te geven, maar de Engelsche pers prijst nu generaal Yule dat hij zich met zijn leger toch nog met generaal White's macht heeft kunnen vereenigen, wat de Boeren ook gedaan hebben om het hem te beletten. Zijn nachtelijke marsch waarbij hij den vijand heeft kunnen ontwijken wordt hem als een knap stuk aangerekend. Daarbij blijft echter de opmerking niet achterwege, dat het Engelsche leger in Natal, na veel vechtens en aanmerkelijke verliezen geleden te hebben, ten slotte wel een sterke defen sieve stelling heeft kunnen innemen, maar dat het al dadelijk bij het begin van den oorlog had kunnen doen, als het zich niet gesplitst had. in devolgende week ver wacht men nu reeds sir Redvers Bulier, de opperbevelhebber in Natal zoo leest men althans in de Engelsche bladen en tot zoo lang vertrouwt men, zal generaal White de Boeren wel weerstaan. Het blijkt uit een telegram van de Daily Telegraph betreffende het gevecht te Riet fontein, dat er hoegenaamd geen sprake was van een déroute der Boeren, White daar de patroon voor zaken naar Parijs was. De eerstgenoemde stond op, toen ik binnenkwam. »Goeden morgen, mijnheer Wisney zeide hij, met een blik op mijn visitekaartje, »ik ben blij dat u zoo spoedig gekomen zijt, want we zitten hier in zak en asch. De juweelen van Lady Pollock, op zijn minst 240.000 gulden waard, zijn van deze Bank gestolen door middel van een brief, waarin mevrouw verzocht de juweelen aan den brenger mede te geven." Ik ging zitten en haalde mijn aanteeken boekje voor den dag. »Ik wilde gaarne alle bizonderheden van u vernemen," merkte ik op, »wilt u zoo goed zijn me die te geven 7" »Ik zal u mededeelen zooals het gebeurd is. Ongeveer drie maanden geleden werden de juweelen hier gebracht door Lord Pollock uit naam van zijn vrouw en zooals altijd de regu afgegeven. De doos met juweelen werd (link weggeborgen en eerst verleden Maan dag uit haar bergplaats vandaan gehaald. Op genoemde dag, omstreeks elf uur 's morgens, kwam er een rijtuig voor de Bank en een lakei, gekleed in de livrei der Pollock's kwam binnen, liep op den kassier beval 's middags den terugtocht nadat de gemeenschap met Yule gevonden was. De eigenlijke Boeren stellingen bleven echter intact. De Boerenschijnen zelfs naar Ladysmith, de terugtrekkende Engelschen gevolgd te zijn, en Elandslaagte weder bezet te hebben. De Parijsche Temps heeft uit Londen een telegram van gisteren-middag 4 uur ontvangen, meldende dat de toestand der Engelsche troepen te Ladysmith ernstige ongerustheid wekt. De berichten van de Kaap en uit Durban geven volstrekt niets naders over de zoogenaamde voordeelen door de Engelsche troepen te Mafeking behaald. De Londensche Evening News verneemt, dat lord E. Cecil, een zoon van lord Salis bury te Mafeking een postduivendienst inricht. Op het ministerie van oorlog loopt het gerucht dat de spoorweg tusschen Ladysmith en Colenso in de macht van de Boeren is geraaktindien dat waar is, zijn de Engel sche troepen geheel ingesloten en is hun gevangenneming nog slechts een kwestie van tijd. De Cape Argus, een te Kaapstad ver schijnend blad, geeft belangwekkende bijzonderheden over den terugtocht van generaal Yule uit Glencoe. Zaterdag werd het kamp opgebroken, onder een hevigen regen, en de tenten naar een andere plaats overgebracht. Maar de granaten begonnen te vallen te midden van het nieuwe kamp, zoodat twee man gedood werdenhet werd noodzakelijk zich buiten het bereik van de kanonnen te begeven. Ook de bewoners van de stad (Dundee), ver lieten hun huizen en kampeerden in baga gewagens, die naar een veilige plek gebracht waren. De Britsche troepen bleven Zondag den geheelen dag bezig met voorposten gevechten, en met het vervoeren van de wagens buiten het bereik van het zware geschut van de Boeren. Terwijl de man toe en gaf hem een brief over. Deze werd mij gebracht in de afwezigheid van den directeur, en ik las het volgende." Daarop overhandigde hij mij een velletje fijn correspondentiepapier met een kroontje en bovenaan bedrukt met »320, Grosvenor Gate Mayfair." De inhoud was als volgt Aan den directeur van de aLondon and Paris Bank." Threadneedle Street. E.C. Waarde lieer Gelieve mijn juweelen aan brenger dezes mede te geven, daar ik ze vanavond noodig heb; de repu, door u aan mijn echtgenoot afgegeven, is hierbij ingesloten. Met achting, Blanche Pollock. »Het schrift was, voorzoover ik kan na gaan, van lady Pollock en daar de re^u in orde was, gaf ik natuurlijk dadelijk den be diende last, de juweelen oogenblikkelijk aan den brenger over te reiken. Zoo ge- schappen geheel uitgeput waren door het gemis van slaap, begon de geheele kolonne Zondag-nacht den aftocht, die prachtig in zijn werk ging. Men trok door den van Londeerspas, een gevaarlijke bergengte, die door 50 man verdedigd kon worden. Ook Dinsdag-nacht regende het, zoodat de manschappen geen rust konden nemen. Om vier uur 's morgens ging men weer op weg, in den namiddag vereenigde men zich met de troepen te Ladysmith. Het bericht meldt nog dat Yule, Zondag van het gevecht gehoord hebbende bij Elandslaagte, artillerie uitzond die een afdeeling Boeren, welke over den Ampati- berg terugtrok, beschoot, zoodat velen gedood en gekwetst werden. Volgens een draadbericht uit Kimberley in dato 24 dezer trokken dien ochtend vroeg 270 man de stad uit. Na een eind gevorderd te zijn, ontmoetten zij een troep Boeren, met wien zij slaags raakten. Daarop kregen zij versterking van twee gepantserde treinen en nog 220 man met twee stukken geschut en twee maxims. Een Engelseh kanon opende dadelijk het vuur op den vijand, die in een ongunstige stelling lag. Het geschut der Boeren antwoordde krach tig. Het gevecht duurde verscheidene uren. De Engelschen verloren drie dooden en 21 gewonden de Boeren vele dooden, o. a. commandant Botha. De Britsche Jingopers beschrijft het ge vecht te Kiveston bij Kimberley als een groote overwinning der Engelschen. Hun bajonet-aanval weerstonden de Boeren niet. De watertoevoer zou nog afgesneden zijn. Een draadbericht in dato 27 dezer uit Washington meldt: President Mc Kinley heett gisteren bij gelegenheid dat hem een verzoekschrift overhandigd werd waarin erbij hem werd aangedrongen, de bemid deling der Vereenigde Staten tusschen Engeland en Transvaal aan te bieden, gezegd dat het verzoekschrift zijn ernstige overweging zou hebben. schiedde, en toen de man weer een regu geteekend had, reed hij spoedig in zijn rij tuig weg. Per ommegaande zonden wij een brief naar lady Pollock, om den overgang te bekrachtigen, maar den morgen daarop ontvingen wij bezoek van lord en lady Pollock en waren natuurlijk zeer verbaasd te hooren, dat geen van beiden de juweelen teruggevorderd had en dat de 'brief der Bank haar daar het eerst van onderrichtte. Lady Pollock was, zooals u begrijpen kunt, zeer onder den indruk en haar man en ik hadden heel wat moeite om haar weder in haar gewonen toestand terug te brengen. Lord Pollock hield ook voet bij stuk en gaf ons duidelijk te verstaan, dat hy ons aansprakelijk stelde voor het verlies. En nu mijnheer Wisney, weet u evenveel van het geval als ik, want ik heb u de zaak zoo duidelijk mogelijk verteld." »Ik dank u zeer," antwoordde ik, nadat ik nog eenige aanteekeningen gemaakt had. »Ik wenschte wel, dat iedereen zoo volledig en klaar in zijn mededeelingen was. Maar nu moet ik u nog een zeer belangrijke vraag stellen." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1