Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaarg.
Vrijdag 1 December 1899.
No. 6561.
bureau looierstraat 50.
Ierland in den vreemde.
PRIJS TAK DIT BLAD:
Voor Schiedam oer 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Summers i - 0.05
PRIJS DER ADVKRTENTIÊH:
Van 16 regels .....111... f 0.60
Elke gewone regel meer 1-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
0PFICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
^richtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
O, Burgemeester en Wethouders van
C)»edau,
b Bezien het verzoek van de firma G. J.
örtels om vergunning tot uitbreiding
a<"er branderij aan de Westerkade no. 4,
gaster sectie M. no. 412, door plaatsing
^aarin van een stoomwerktuig van 3 paar-
Qetlkraeht en ketel met een verwarmings-
^Ppervlak van 3 M3, ter vervanging van het
6sUande stoomwerktuig met ketel.
Belet op de bepalingen der Hinderwet
Boen te weten:
at voormeld verzoek met de bijlagen op
geles®cretarie der gemeente is ter visie
.dat op Donderdag den 14den December a.s.,
W "t^dags ten 12 ure, ten raadhuize ge-
teeen ïa' worden gegeven om bezwaren
bren toestaan van dat verzoek in te
to« f6n. en die mondeÜDg ot schrittelijk
te lichten en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijd-
j P hierboven genoemd, op de secretarie
gemeente, van de schrifturen, die ter
„a*e mochten zijn ingekomen, kennis kan
rden genomen.
l Bin is hiervan afkondiging geschied, waar
8' behoort, den 30sten November 1899.
li
Urgemee$ter en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
ALüEHEKS OVERZICHT.
30 November '99.
De oorlog in Zuid-Afrika.
De toestand in N atal.
B® berichten die eenig nieuws aanbren-
'an het oorlogsterrein blijven nog
8en
k®eds schaarsch Metspanning worden nieuwe
6r'chten tegemoet gezien over lord Methu en's
rderen opmarsch. Datin destreek thans door
Feuilleton.
19)
t8 ^®ne vvelkome gelegenheid om de wapenen
'Me°eren Wer<* a'zo° ^en *eren S®boden
et\ J1 onaBbankelykheidsoorlog van Ameri ka
bun ve'e ^er eorste overwinningen aan
P, «oed te danken waren, acht Mr.
in boven allen twijfel verheven.
80lll *er afgelegen oorden was het aan
v00r.v '§e katholieken gelukt een deel van hun
kost^ djk erfgoed te behouden, doch ten
'lore Tan de grootste afzondering en ver-
Qaar0 Want vvel wisten zij, dat zjj
b
««aar
ei
eiij." j 2oo'ang
„gendom, als
bezitters bleven van hun
zij het oog der lersche
"rotp ïerscne
Bmita uton bonden ontgaan. Toen Mr.
»Hi« bouwstofFen verzamelde voor zijne
-- Kerry" en Gleiicara bezocht,
Vol li. p> 178<
de nieuwe Engelsche troepen bezet vooral
nabij de belangrijke strategische positie
Spijtfontein weldra hevige gevechten
zullen geleverd worden, ligt voor de hand.
Van Graspan tot Honeyr.estkloof (omtrent
de bezetting van deze plaats heeft het
Britsche departement van Oorlog nog geea
bevestiging ontvangen), is 15 mijlenvan
Honeynestkloof tot Modderrivier (waar de
hoofdmacht der Boeren, ongeveer 16000 man
ligt), 16 mijlenvan Modderrivier tot,Spijt-
fontein 11 mijlen van Spijtfontein tot
Kimberley eveneens 11 mijlen. Zaterdag
had Methuen dus nog een afstand af te
leggen van 53 mijlen. Het groote gevaar
dat hem op dezen tocht bedreigt, is behalve
het gebrek aan een voldoende hoeveelheid
cavalerie en den verren afstand van zijn
operatie-basis, de mogelijkheid om in den
rug aangevallen te worden door een Vrij-
staatsche legermacht, die naar de
Engelsche bladen berekenen kan aan
groeien tot 8 a 10.000 manschappen, zoo
dat Methuen's strijdkrachten numeriek
in de minderheid zouden worden gebracht.
Neemt men daarbij in aanmerking dat
Kimberley, wegens gebrek aan voedsel
niet, zooals uit het telegram van lord Keke-
vich blijkt aan water, dringend behoefte
heeft aan onmiddelijke hulp, terwijl volgens
een door de Times uit Oranje-rivier ontvangen
telegram, de bewoners van West-Griqualand
in de omstreken van Klipdam, zich in grooten
getale bij de Boeren-commando's in deze
streek aansluiten, dan is het duidelijk dat
men te Londen Lord Methuen's operatie met
ongerustheid blijft gadeslaan.
Volgens nader bericht heeft reeds een
ernstig treffen tusschen Britten en Boeren
plaats gehad.
Een telegram van den opperbevelhebber
generaal Buller aan het departement van
oorlog meldt, dat lord Methuen den 28en
uit Modderrivier seinde, dat zijn leger dien
ochtend om vijf uur kwam te staan tegen
over de Boeren, die krachtig versterkt bij
vond hij aldaar een klein buitengoed, toe-
behoorende aan de familie O'Connell, zoo
gunstig achter het Kerrygebergte verscholen,
dat het aan de verbeurdverklaring was
ontsnapt. Met de grootste hartelijkheid
werd hij er door den eigenaar ontvangen,
doch onder beding, dat hij in zijn werk
geen melding van hen maken zou.
»Nu hebben wij hier vrede en rust" zei
O'Connell ïwij belijden het geloof
onzer vaderen en blijven in deze afgelegen
valleien beveiligd tegen vervolging. Doch
spreekt ge in uw boek van mij ot de mij
nen, zoo vestigt gij de aandacht op ons, en
het eenzame zeestrand zal ons niet langer
beschermende Saks zal de bergen over
schrijden om ons in de wijde wereld te
jagen zonder have of dak."
Mr. Lecky besluit de lijdensgeschiedenis
der lersche Katholieken met deze merk
waardige woorden Het zou moeilijk vallen
op het uitgestrekt gebied der wereldhistorie
een ander tooneel te vinden, waar zoo
onderscheidene en zoo invloedrijke krachten
samenwerkten om het, karakter van een
volk te breken en zijn geluk den bodem
in te slaan" Dan geett hij den volgenden
lof aan den trouw der lersche natie: »Z(j
Modderrivier zich achter hun verdedigings
werken schuilhielden. Er was geen moge
lijkheid om hun stellingen om te trekken,
daar het water in de rivier hoog stond. Het
gevecht begon met het vooruitschuiven van
de artillerie, de bereden infanterie en de
cavalerie. Om halt zes bevond zich de
garde-infanterie rechts en de 9de brigade
links van de vijandelijke stelling. De alge-
meene aanval, over een groot oppervlak
uitgestrekt, begon om half zeven en werd
gesteund door de artillerie. De geheele krijgs
macht der Boeren, ter sterkte van 8000 man,
nam deel aan den strijdzij had twee
groote stukken en vier Krupp-kanonnen. Het
gevecht was zeer hardnekkig en duurde
tien uren. De Engelsche troepen vochten
zonder water of levensmiddelen, onder een
brandende zon en dwongen den vijand zijn
stelling te verlaten. Generaal Carew slaagde
erin een kleine troepenafdeeling over de
rivier te zetten. Lord Methuen prijst de
houding van al de in het gevecht betrokken
troepen warm en vermeldt in het bijzonder
de artillerie.
Uit Londen wordt aan den Parijschen
Temps gemeld dat, volgens het ministerie
van oorlog, Methuen zegt, dat de veldslag
van den 28n November zal meetellen in de
geschiedenis van het Engelsche leger als
een der belangrijkste, die ook geleverd zijn.
Het telegram geeft geen bijzonderheden
over Methuen's verliezen naarjmen zegt
zijn 1500 man buiten gevecht gesteld
evenmin wordt het verlies van de Boeren
geschat, maar men spreekt van 400 dooden
en gewonden. Het wordt bevestigd, dat de
Boeren-troepen terugtrekken van Mafeking,
Kimberley en andere plaatsen om het leger
van Methuen tegemoet te gaan. Generaal
Cronjé rukt daarheen op aan het hoofd van
een strijdmacht, 4000 man sterk. Op de
Londensche Beurs liep gisteren het gerucht,
dat de Boeren opnieuw een nederlaag
geleden hadden bij Mooirivier, maar dat
wordt niet bevestigd, en op het ministerie
hingen aan het geloof hunner vaderen met
eene onovertroffen standvastigheidal bleet
de tergendste vervolging duren van geslacht
tot geslacht; al drong iedere beweegreden
tot opgeven van den strijdal poogden
de aantrekkelijkheden van rijkdom en eere-
posten, de behoeften aan invloed en opvoe
ding zelfs hen tot atval te verleiden. Uit
eigen beweging en met een ijver, die
nooit moede werd, onderhielden zij hun
priesters en getroostten zich zeiven de
nijpendste armoede, en 't vooruitzicht der
verschrikkingen van den hongerdood. Zij
ontvingen hun loon. De wetgever gaf ten
langen laatste de wanhopige taak op een
godsdienst uit te roeien, die zoo geliefd was,
en stelde zich tevreden met te verhinderen,
dat de belijders dier leer tot rijkdom en
invloed stegen. Tot dit einde alleen werden
de strafwetten ten laatste toegepast." 1)
Hoe ongelooflijk het schijne, Mgr. Moran
toont ons met de stukken in de hand, dat
tijdens den geheelen duur dezer straf
wetten in Ierland de geregelde opvolging
van bisschoppen en priesters niet onder-
1) Lecky, History of England in the Eighteenth
oeutury, II 256, 386,
van oorlog maakt men de opmerking dat zich
daar slechts een kleine afdeeling Boeren kan
bevinden, want alle Boeren die zichten zuiden
van Colenso bevonden, zijn teruggetrokken
in de richting van Ladysmith.
Weder wordt de inname van Ladysmith
van verschillende zijden gemeld.
Het Journal des Débats bevat het vol
gende vLaffan's bureau meldt ons, dat een
telegram in overeengekomen taal het bericht
bevat, dat de Boeren Ladysmith ingenomen
hebben. Wij maken dit onder alle voorbe
houd openbaar.
De Petit Temps zegt, dat een Hollandsch
telegram, waarin de inneming van Lady
smith gemeld werd te Londen groote ont
roering heeft gewekt. Het publiek is opge
wonden wegens het stilzwijgen van het
departement van oorlog over de jongste
krijgsverrichtingen. Het gerucht gaat, dat
de regeering de verliezen openbaar zal
makenmen spreekt van 1500 dooden en
gewonden.
Van de Westgrens.
Het Engelsche departement van oorlog
publiceert het volgende telegram, ontvangen
door Reuter's Agentschap uil Pretoria, d.d.
27 November, inhoudende
Generaal du Toit meldtDe Engelschen
te Kimberley deden Zaterdag-ochtend vroeg
een uitval eu schoten op de Boeren met
artillerie en infanterie in de duisternis. De
Engelschen vielen uit op de plaats, waar
het Bloemhof-commando 300 man had
liggen. Du Toit, die 15 K.M. verder stond,
spoedde zich te hulp met 100 man. Negen
burgers werden gedood en 17 gewond.
Eenigen worden gemist. De Engelschen
lieten een soldaat en een onderofficier dood
in het veld liggen. Naar het heet, trachtten
de Engelschen Kimberley aan den oostkant
te verlaten om de troepen uit Belmont te
helpen.
Een ander telegram van Renter uit
Louren^o-Marques, eveneens door het
departement van oorlog gepubliceerd, meldt
broken is. Doch uit het voorafgaande valt
reeds eenigszins op te maken, aan hoeveel
kwelling en leed zij zich blootstelden, die
hun kudde bleven verzorgen. Vijftig pond
sterling was als premie gezet op het aan
brengen van een bisschqp, vicaris-generaal
of kerkelijke waardigheidsbekleder, en
twintig pond voor de aanhouding van een
regulier of seculier priester. Behalve deze
belooningen door het Parlement toegezegd,
werden er nog andere prijzen door bijzon
dere jurys uitgeloofd. Van 1743 dagteekent
de unloving van honderd vijftig pond voor
een bisschop; vijftig yoor eiken priester,
en tweehonderd voor de aangifte van hen,
die schuldig waren aan de misdaad van
onderhoud, schuilplaats of bijstand te hebben
verleend aan een katholiek geestelijke.
Andere Parlementsakten stelden jaargelden
en milde belooningen vast voor de leden
der geestelijkheid, die hun geloof wilden
verzaken maar beloften noch bedreigingen
vermochten de herders van de kudden te
scheuren.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
y. O