Hmis- eu Gewestelijk Xieuws.
BIOESLA5D.
Tirpitz te zeggen hadden Thieimann's
Finanzexposé bepaalde zich tot de verklaring
dat de heeren de noodige cijfers wel zou
den te weten komen als het ontwerp
geheel was uitgewerkt hoogst merk
waardig. De verklaringen van eerstgenoemd
politiek driemanschap kwamen hierop neer,
dat de koloniale annexatie-politiek van
Noord-Amerika tegen de Spaansche bezit
tingen en van Engeland tegen de Zuid-
Atrikaansche republieken, met de laatste
maritieme ervaring voor Cuba, Duitschland
gedwongen hebben zijn vlootplan van 1897,
vóór deze wereldgebeurtenissen ontworpen,
nu minstens te verdubbelen, welke verkla
ringen door Von Bülow zeer teekenend
werden saamgevat in deze woorden
Salisbury heeft voor eenigen tijd voorspeld,
dat de algemeene wereldontwikkeling haren
weg zóo neemt, dat sterke staten aldoor
sterker, zwakke aldoor zwakker worden.
De ontwikkeling heeft hem tot nu toe geljjk
gegeven daarom moet ook Duitschland voor
zichzelven weten, of het in de volgende eeuw
hamer of aanbeeld wezen wildem
kommenden lalir hundert wird das Deut
sche volk hammer oder ambosz sein."
In denzelfden geest doorredeneerend
gaf Von Bülow duidelijk te kennen, dat
Duitschland het ijzer smeden moet, terwijl
het heet is.
Thans nu Noord-Amerika nog bezig is
den Spaanschen buit te verduwen en Enge
land wordt vastgehouden in Zuid Afrika,
thans moet en kan de grootst mogelijke
vlootvermeerdering ongestoord worden vol
bracht, want de sterke opbloei van den
Duitschen wereldhandel wekt politiek en
economisch veel jalouzie tegen Duitschland,
en dat zou Jop éen dag plotseling kunnen
voeren tot oorlog. Men moet niet uit het
oog verliezen, dat Duitschland zijn stelling
in den wereldhandel enz. alleen dan duur
zaam zal behouden indier. 't maritiem vol
doende krachtig is dien te verdedigen.
Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat
Duitschland's betrekkingen tot de meeste
buitenlandsche mogendheden geen zeer
vriendschappelijk karakter dragen. Bij het
nu volgend exposé trok vooral de volgende
passage de aandacht Wat Engeland aan
gaat zeide de minister en zijn woorden
werden door de vergadering aangehoord
met een ijzig stilzwijgen, dat des te meer
opviel na de toejuichingen welke na de
vermelding der gemakkelijke verhouding
tot Frankrijk, de verklaring der hartelijke
betrekkingen tot Rusland en Amerika had
uitgelokt wij zijn gaarne bereid op den
grondslag vap volle wederkeerigheid en van
wederzijdsche eerbiediging in vrede en
eendracht met dit rijk te leven.
Dus geen vriendschap? Neen, de heer
Von Bülow, die nog wel slechts eenige dagen
geleden de gast is geweest aan het hof te
Windsor, noemde inderdaad dat woord niet.
Wel had hij eenige oogenblikken te voren
gezegd: vSedert den tijd der Romeinen
is Engeland het groote wereldrijk en r.og
altoos streeft bet er naar zijn koloninle
macht uit te breiden. Niemand weet
welke gevolgen de tegenwoordige oorlog,
die Zuid-Afrika in vlammen zet, hebben kan.
Terwijl verder Von Bülow sprak van het
ongeschokt Drievoudig Verbond en op
Duitschland's vriendschappelijke verhouding
tot Rusland den nadruk legde, maakte hij
zelfs geen zinspeling op de.hartelijkheid der
verhouding tusschen Berlijn en Londen
Na deze om de politieke zjjde van het
vraagstuk zoo hoogst belangrijke reden
zal er wel voor niemand eenige twijfel
overblijven, dat de geheele Duitsche vloot-
beweging voor de toekomst gericht is tegen
eventueele ondernemingen van den slokop,
die Engeland heet.
In de Italiaansche Kamer heeft de
minister van buitenlandsche zaken in ant
woord op verschillende sprekers het Drie
voudig Verbond en* zijn vredelievend doel
geprezen. De betrekkingen met de mogend
heden zijn uitstekend. De minister hoopte,
dat de oorlog in Zuid Afrika geen verwik
kelingen zou brengen. Deze regeering streeft
in China niet naar het verkrijgen van
grondgebied, maar wil den Italiaanschen
handel begunstigen.
Schiedam, 13 December 1899.
Heden-nacht is door onbekende oorzaak
in de Buitenhaven gezonken een schuitje
met grint, van den heer Van Hattem, aan
nemer van het havenwerk aldaar.
Men is bezig het vaartuig te lichten.
Naar wij vernemen, bestaan er plannen
om de Rijks-belastingkantoren uit de Lange
Nieuwstraat te verplaatsen meer naar het
midden der gemeente Het is te wenschen,
dat deze plannen waar zijn, daar hierdoor
zeer zeker aan het publiek veel gemak zal
worden bezorgd. Er worden zelfs panden
genoemd, doch wij vinden op dit oogenblik
nog geen vrijheid deze te noemen. Mocht
de waarheid er van blijken, dan zullen we
dit mededeelen. Ct.)
In de »Oud-Katholieke" kerk in de Lange
Torenstraat te Rotterdam, is ter gelegen
heid van de kerkelijke viering van het
veertigjarig feest van den pastoor, een vier
stemmige mis in het Hollandsch ten gehoore
gebracht door de koren der beide O.K.
gemeenten. Het was de eerste maal, dat
een zingende mis in het Hollandsch werd
uitgevoerd in die Oud-Katholieke kerk.
De Standaard schrijft naar aanleiding
hiervan
»Naar uit artikelen in De Katholiek en
De lijd blijkt, zijn de R. K. over het bezigen
van de landstaal bij deze en dergelijke
plechtigheden der »Oud-Katholieken" niets
gesticht. Zij meenen, dat de »Oud-Katho
lieken" zich steeds meer van tien zullen
verwijderen. Gaan dezen den kant naai
een ongeloovig moderniseeren op, dan zou
dit metterdaad ook zeer te betreuren zijn".
In hare do. 12 Aug. 1.1. gehouden
Algemeene Vergadering besloot de te
Rotterdam 'gevestigde Nederlandsche Han-
delsreizigersvereeniging over te gaan tot de
oprichting van een Bureau van Plaatsing
voor Handelsreizigers en Handelsagenten.
Dit Bureau is den lsten dezer maand
geopend geworden.
De Nederlandsche Handelsreizigers ver-
eeniging telt thans reeds 600 leden en
ongeveer 400 donateurszij heeft afdee-
lirigen te Amsterdam, den Haag, Utrecht
en Leeuwarden, terwijl in, nog andere
steden afdeelingen in wording zijn.
Degelijk en flink aangepakt, zal deze
instelling, waaraan sinds lang behoefte
bestond, rijke' vruchten] kunnen afwerpen.
Het Bureau zal heeren patroons alléén
met in alle opzichten aan te bevelen per
sonen in verbinding stellen, de eenige
weg om spoedig het algemeen vertrouwen
te winnen.
Zij, die nadere inlichtingen mochten
wenschen te ontvangen, hebben zich slechts
te wenden tot den Administrateur van het
Bureau van Plaatsing voor Handelsreizigers
en Handelsagenten der Nederlandsche
Handelsreizigersvereeniging, Koestraat No-
7, Rotterdam.
Omtrent den brand in de gloeikousjes-
fabriek te Rotterdam wordt nader nos.
gemeld
De vluchtige gassen verspreidden zich in
een oogwenk door het zeer ineengebouwde
perceel en deden onmiddelijk het vier ver
diepingen hooge huis van mej. S. aan de
achterzijde vlam vatten. In het achterhuis
van den heer Böhm bevonden zich diens
vrouw en twee kinderen, die]te midden van
de vlammende gassen gered werden door
den reiziger der firma, die juist op het
kantoor was.
Van de gloeikousjesfabriek, noch uit
kantoor of woonhuis is iets gered kunnen
worden. Alles is totaal vernield. Een der
stoomspuiten geraakte tijdens den brand
onklaar, zoodat het 3/4 uur duurde voor ze
water gat. Het personeel van een andere
stoomspuit werd door den burgemeester
huiswaarts gezonden wegens het niet nako
men van gegeven bevelen. Een drijvende
stoomspuit nam toen het werk over. Het
personeel der vrijwillige brandweer hield
zich uitstekend.
Ten gevolge van den brand verscheen het
dagblad De Nederlander 's avonds met
slechts een half blad, aangezien de zetterij
en de redactiebureaux onder water stonden.
Aan het Centraal-station te Rotterdam
geraakte eergister-avond een veedrijver
der firma Meijer Pool bekneld tusschen
een veewagen en een goederenwagen,
daar de locomotief onverwacht den trein
achteruitzette. Den man werd de borstkas
ingedrukt en zwaar gekwetst werd de
ongelukkige naar het Ziekenhuis overge
bracht.
TWEEDE KAMER
Zitting van Dinsdag 12 December.
Staatsbegrooting.
Binnenlandsche Zaken.
Bij de verdere behandeling van Hoofdstuk
V zeide de Minister, in antwoord op
de gisteren gehouden redevoeringen dat
met het godsdienst-onderwijs op de scholen
van middelbaar onderwijs goede resultaten
zijn bereikt en die op de lagere scholen,
vooral in Limburg, zeer bemoedigend zijn
dat de voorgenomen pensioneering van
leeraren aan gymnasia en middelbare
scholen niet zal worden saaragekoppeld met
die voor gemeente-ambtenaren en de Min.
wegens de kosten opziet tegen verdere
speciahseering der wetenschap door aan
stelling van hoogleeraren voor geheime
ziekten aan alle universiteiten.
Ook is hij met voor de opdracht van een
onderzoek naar die ziekten aan plaatselijke
commissiën, bedoeld bij de ontwerpen op
de volksgezondheid.
Nadat de heer Van Kempen een
spoedige voorziening had betoogd, heeft de
Kamer toegestaan gelden tot verbetering
van den toestand van het Museum voor
natuurlijke historie te Leiden.
Met den heer S m e e n g e erkennende
de onvoldoendheid der tractementen van
de leeraren der rijks hoogere burgerscholen
iziet de Minister tegen verhooging op
met het oog op de hooge kusten, maar ook
omdat tractements verhooging der lagere
onderwijzers na aanneming der leerplichtwet
moet voorgaan. Pensionneering van leera
ren der ambachtsscholen en van leeraren
der industriescholen, door de heeren
Smeenge en Heldt gewenscht, moet
naar 's Mm. meening uit verhoogde subsidiën
worden bekostigd.
Des heeren De Savor n in Lohman's
amendement, om de subsidie van f2000
voor de industrie- en huishoudschool te
Zwolle te schrappen, wordt ondersteund
door den heer V an Alphen, die boven
dien een vermindering van 11000 voorstelt,
om nog onbeslist te laten de subsidie-
verhooging voor de stichting van een nieuw
gebouw voor de hoogere burgerschool te
Enkhuizen.
Beide amendeer enten werden bestreden
door den heer Ketelaar, die met den
heer Kool pleit voor uitbreiding van
het middelbaar onderwijs te Enkhuizen.
De Voorzitter deelde mede, dat hij
afgezien heeft van zijn voornemen om de
voor te stellen behandeling van het wets
ontwerp tot wijziging van de wet op het
personeel na hoofdstuk VII B, en zulks in
overleg met de Regeering wegens de be
zwaren van vele leden tegen de behan
deling. Hij zal dus voorstellen dit ontwerp
in deze zittingsperiode niet te behandelen.
Bij voortzetting van het debat over de
begrooting van Binnenl. zaken verklaarde
de Minister aan den heer Fokker, dat
verhooging van subsidie voor de R. H. B.
School te Breda bij suppl. begrooting zal
voorgesteld worden.
De Minister verdedigde voorts de
posten van Zwolle en Enkhuizen. Het niet
toestaan van laatstgenoemden post zou z. i.
gelijk staan met opheifmg der H. 8. S. te
Enkhuizen.
Het amendement Lohman werd daarop
verworpen met 55 tegen 31 stemmen.
Het amendement-Van Alphen werd ver
worpen met 67 tegen 19 stemmen.
De Minister verklaarde niet te kun
nen voldoen aan den wensch van den heer
Donner om 't volgend jaar het ambachts-
schoolonderwijs wettelijk te regelen in ver
band met de subsidiën.
't Zal tot een wettelijke regeling moeten
komen, maar zoo spoedig kan dit moeilijke
vraagstuk niet tot oplossing gebracht worden.
Bij de afdeeling Lager Onderwijs bepleit
de heer Hesselink van Such tel e
lotsverbetering van de onderwijzers e
betreurt 'tdat de Minister die verbetermn
verschuift tot na aanneming van het leer
plichtontwerp.
De heer Vermeulen wijst op
onbillijke samenstelling van de examen
commissie voor de hoofdonderwijzersakte-
De heer Staalman klaagde °v®
ongeoorloofde pressie van een schoolhoot
te Saaxumhuizen ten nadeele van he
bijzonder onderwijs.
Het debat wordt verdaagd tot 's avonds
8 ure.
H. M. de Koningin heeft met ingang
van 15 December benoemd tot grootmeester
van Haar huis J. E. N. baron Sirtema
van Grovestins en met ingang van d
Januari tot jagermeester in Zuid-Holland
mr. R. baron van Zuylen van Nyevelt.
Verscheidene heeren van Hr. Ms. hof
houding vertrokken naar Apeldoorn, tot 1
deelnemen aan een gisteren op de Konink
lijke goederen gehouden jachtpartij.
Naar men aan het U. D. meldt, zal het
Hof het volgend jaar eenigen tijd op
het lustslot Soestdijk doorbrengen en eerst
tegen October het Paleis het Loo weder
betrekken.
De Regeering van de Republiek Liberia
heeft bij schrijven aan den Minister van
Buitenlandsche Zaken dd. 9 November j'-
het tractaat van vriendschap, handel en
scheepvaart tusschen Nederland en Liberia
van 20 December 1862 Staatsblad 186&
no. 77) opgezegd.
Dientengevolge zal genoemd tractaat 0
November 1900 buiten werking treden.
(St. Ct.)
Naar Reuter uit Londen seir.t, meldt de
London Gazette, dat baron van Goltstein
van Oldenaller, onze gezant bij het Engel-
sche hof, gisteren op het kasteel te Windsor
zijn brieven van terugroeping bij koningin
Victoria heeft ingediend.
Op het verzoek van de centrale commissie
voor de wereldtentoonstelling te Parijs in
1900 om vrijstelling van invoerrecht bij den
wederinvoer van goederen, die, na uit
Nederland te zijn uitgevoerd naar genoemde
tentoonstelling van daar worden terugge
zonden, heeft de minister van financiën, bij
resolutie van 9 Dec. goedgunstig beschikt
door te bepalen, dat voormelde voorwerpen
zonder betaling van belasting ten invoer
zullen worden toegelaten, voor zooveel
deswege bij den uitvoer geen afschrijving
of restitutie ïs genoten, onder inachtneming
van de daarvoor vastgestelde formaliteiten.
Daartoe behoort o. a. dat bij den weder
invoer eene gewone aangifte tot vrijen
invoer wordt gedaan en bij de visitatie
dier goederen hunne eenzelvigheid door
ambtenaren zal moeten worden erkend.
De ambtenaren belast met de meting
van binnenvaartuigen ontvangen per jaar in
de districten Amsterdam en Rotterdam
voor iederen scheepsmeter f180, voor
iederen adsistent-scheepsmeter f 120i°
de overigen districten respect, f 1-0
en f 90.
De belooningen worden verhoogd
met f60 voor den scheepsmeter te Rotter
dam, b. met f40 voor ieder der scheeps
meters en adsistent-scheepmeters te Rot
terdam of Amsterdam over elk jaar, waarin
in hun district meer dan 500 en voor
de overige scheepsmeters, en adsistent-
scheepsmeters, waarin in hun district
meer dan 250 binnenvaartuigen zijn
gemeten.
Dit besluit wordt geacht in werking
te zijn getreden 1 Augustus 1899.
De Tel verneemt dat op de marine-
begrooting een amendement zal voorgesteld
worden om een der pantserschepen (D D)
en de kanonneerbooten uit 's ministers plaD
van aanbouw te doen vervallen.