Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
I
23ste Jaarg.
Dinsdag"!) Januari 1900.
No. 6591.
bureau ^ofersfraaf 50.
NATIONALE MILITIE.
NATIONALEMILITIE.
PRIJS TAN DIT BLAD:
foor Schieaarr. per 3 maanden1.50
Franco per dosi door geneei Neaeriand 2.—
Afzonderiiike Nummers 0.05
PRIJS DER ADYBRTKNTI Ê|N
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regei meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
0FFICIEELE berichten.
ZEEMILITIE.
c Burgemeester
Schiedam,
en Wethouders van
En is hiervan afkondiging geschied, waar
"et behoort, den 6jen Januari 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
ONTHEFFING van WERKELIJKEN
DIENST
^gevolge art. 127, eerste zinsnede, der
Wet betrekkelijk de Nationale Militie.
De Burgemeester van Schiedam»
dat het overgelegd bewijsstuk niet
vroeger mag afgegeven zijn dan tien dagen
vóór de inlevering er van bij den Burge
meester en dat de aanvrage op ongezegeld
papier kan worden geschreven.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 6den Januari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Kennisgeving.
HAVENGELD.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
brengen ter algemeene kennis, dat het
besiuit tot heffing eener beiasting onder
den naam van havengeld te Schiedam,
met de daarbij behoorende verordening op
de invordering, vastgesteld den 31en Octo
ber 1899 en goedgekeurd bij k.k. besluit
van 21 December 1899 no. 35, op heden
afgekondigd en tegen betaling der kosten
ter gemeente-secretarie verkrijgbaar is.
Schiedam, 8 Januari 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
JLLtiËMËËN OVERZICHT.
8 Januari 1900.
De oorlog in Zuid-Afrika.
De toestand.
De toestand op het oorlogsterrein is
slechts in weinige woorden weer te geven,
nu blijkbaar alles in afwachting is van
de komende dingen, verbeidende het
resultaat der bewegingen die men den
pionniers op het politieke schaakbord doet
maken. De berichten komen nog te spaar
zaam in en blijkbaar wordt de ware aard
van verschillende bewegingen verborgen ge
houden. Het blykt nu dat generaal Babing-
ton, die nu te Modderrivier terug is, met
zijn brigade-cavalerie geen kleine troep
dus uitgegaan is om kolonel Pilcher op
zijn eenvoudigen strooptocht I b j te staan.
Die beweging is dus met een sisser geëin
digd. Intussehen vliegen lange telegrammen
naar Canada en Australië en terug om lof
en dank te zingen over de Canadeezen en
Australiërs, die op dien strooptocht van
Pilcher den vuurdoop hebben orftvangen en
zich ongemeen heldhaftig hebben gedragen
in de overrompeling van een kamp van een
kleine tweehonderd Boeren, waarbij zoo
weinig gevochten schijnt, dat slechts een paar
Engelschen gewond werden en het innemen
van een onverdedigde stad.
Generaal French zit, zoover wjj weten,
nog vast. De Boeren, die noordwaarts ge
vlucht beeten, hebben blijkbaar die stelling
in het noorden eenvoudig ingesloten om
French den aftocht dien kant uit te beletten.
Het keurkorps ruiterij, de Household-Cava-
lery, de lijfhuzaren van de Koningin, zijn
hem al te hulp gezonden met een bataljon
infanterie en een batterij veldgeschut
tijdelijk zoo heet het in het officieele rap
port. Die troepen waren dus voor elders be
stemd, maar French heeft ze nu blijkbaar
zeer noodig.
Nederlaag vangen eraalFrench,
Naar Reuter uit Kaapstad ir. dato 7
Januari seint, heeft generaal French een
nederlaag geleden.
Generaal French meldde Zaterdag dat
de toestand geheel dezelfde is, doch het
eerste Suffolk-regiment heeft een ernstig
voorval te betreuren. Vier compagniën van
het eerste Suffolk-regiment trokken 's nachts
op tegen Low Hill, op een mijl afstands
van hun kamp. Zij vielen de Boeren bij het
krieken van den dag aan. Luitenant-kolonel
Watson, die het commando voerde, beval
een charge, maar werd onmiddellijk gewond.
Naar gezegd wordt, werden bevelen tot
terugtrekken gegeven door de Boeren. Drie
vierde van de Engelsche krygsmacht trok
naar het kamp terug. De overblijvende
i »e!s>ehe soldaten hielden stand tot zii
door de overmacht gedwongen werden zich
over te geven. Zeventig Engelschen werden
door de Boeren krijgsgevangen gemaakt,
waarbij zeven officieren.
De strijdom Mafeking.
Over den uitval der Engelschen op den
Tweeden Kerstdag, om het fort der Boeren
bij Gametrie, op drie kilometers van Mafe
king, worden door den correspondent van
de Times te Mafeking nog enkele bijzon
derheden geseind
Baden-Powell wilde de linie der bele
geraars doorbreken. Volgens den corres
pondent van -de 7 imes waren de Boeren io
het fort verwittigd en met honderd man
verstérkt. Een gepantserde trein bracht
'snachts de aanvallers tot in de nabijheid
van het fort, met het bevel, bij het aan
breken van den dag tot den aanval over
te gaan, eerst met geschut en daarna
met een bestorming. Het stormloopen
mislukte wegens het moorddadige vuur
van de Boeren, hoewel een handvol
Engelschen er in slaagden, de omwalling
van het fort te bereiken onder aanvoering
van kapitein Vernon en luitenant Paton.
Dezen staken hun revolvers in de schiet
gaten van het fort, maar vielen onmiddel
lijk morsdood neer, doorboord door de kogels
der Boeren die tusschen het kreupelhout
in den omtrek verscholen lagen.
Nadat de aanval der Engelschen geheel
afgeslagen was, werd men het eens over
een wapenstilstand om de gewonden op te
rapen. De correspondent verleende daartoe
hulp. Hij zegt dat de Boeren eerst na lang
dralen hun toestemming wilden geven om
den gepantserden trein dichtbij te laten
komen, teneinde de gewonden weg te
brengen. De correspondent besc mldigde de
Boeren dat zij ontplofbare kogels gebruikten,
en ook de gesneuvelden beroofden. De
aanvoerders der Boeren wezen echter beide
beschuldigingen af. Zij lieten ook een aantal
dumdumkogels zien, en zeiden dat de
Engelschen de gewonde Boeren te Elands
laagte hadden bestolen en uitgekleed, waar
van generaal Koek het slachtoffer was ge
worden. Een veldkornet sprak zijn leedwezen
uit over de berooving die op het slagveld
bij Mafeking gebleken was, maar voegde
er bij, niet in staat te wezen, zijn mannen
in toom te houden. Er volgde toen een
levendige woordenwisseling met een anderen
veldkornet die zeide dat zijn orders waren,
alle goederen aan de gesneuvelden en ge
wonden toebehoorend, in beslag te nemen.
Het beleg van Ladysmith.
De Boeren schijnen er in de laatste
dagen meer dan ooit op uit te zijn Ladysmith
in hun bezit te krijgen.
Een officieel telegram van generaal
Buller gedateerd kamp te Frere 6 Januari
luidt. De volgende tijding ontvangen in den
namiddag van generaal White gedateerd
6 Januari, elf uur 's voormiddags De aanval
wordt voortgezet en de Boeren zijn uit het
Zuiden versterkt. Generaal White heliogra-
feerde Zaterdag te 12.45 uur 's namiddags.
Ik heb de Boeren op 'toogenblik terug
geslagen, doch zij omringen mij nog in
grooten getale vooral in het Zuiden. Een
hernieuwde aanval is waarschijnlijk. Gene
raal Buller voegde er bij. Daar de zon
daalt, ben ik niet in staat verdere mede-
deelingen te doen voor morgen.
De Londensche bladen publiceerden gis
teren een telegram uit Durban, gedateerd
6 Januari luidende: De Boeren hernieuwden
hun aanval op Ladysmith Vrijdag-avond
laat. Zij werden weder teruggeslagen. Het
bombardement ving Zaterdag-morgen aan.
Een ander telegram uit het kamp te
Frère zegt: Gisteren werd Ladysmith van
den vroegen ochtend gebombardeerd. De
stelling der Boeren is juist bepaald. De
marine-kanonnen vermelden de verschan
singen der Boeren. Een verkenningstocht
naar de Hlangwane-stelling nam de aandacht
der Boeren in beslag. Aan Engelsche zijde
werden geen verliezen geleden.
De overgave van Kuruman.
Een telegram uit Pretoria via Louren^o
Marquez ontvangen meldt, dat het garnizoen
van Kuruman West-Griqualand) na een
hernieuwd hevig bombardement door de
Boeren, op Nieuwjaarsdag zich overgaf.
De Boeren namen 120 Engelsche mili
tairen krijgsgevangen, waaronder 12 offi
cieren.
Het garnizoen bestond geheel uit Kaap-
sche politie.
Verschillende bericht en.
Uit Pretoria wordt in dato 4 dezer nog
het volgende gemeld
Men meldt, dat de Engelschen gedwongen
werden om uit Dordrecht (Kaapkolonie)
terug te trekken. Naar het Boerenkamp
zijn acht gevangenen gebracht. Het gevecht
rondom Colesberg duurt voort. De Engel
schen houden daar eemge buiten hun
stellingen gelegen kopjes bezet. De Engel
sche kogels vallen binnen de stad. Alle
gewonde officieren en manschappen uit
Dundee zijn naar Pretoria overgebracht.
iihiwwwwMiiw is-
gelet hebbende op art. 160 der wet betrekkelijk de
"«ionale Militie
Hoepen bij deze op alle lotelingen roor de lichting
1900, die bij de ZBEMILITIE wenschen te
''enen, om durran vóór 1 Februari aanstaande ter
g^eente-Secretarie aangifte te doen.
'''j herinneren hierbij tevens aan den inhoud van
att. 129 der genoemde wet, luidende
He bij de militie te land ingelijfden worden niet
l bet aangaan van eene verbintenis voor de buiten-
'ndtehe zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toe-
"einming van wege Onsen Minister van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet ge-
*®igeri aan de lotelingen, die reeds vóór hnnne
'ilijving bij de militie hun beroep van de buiten-
'*ndsehe zeevaart maakten en die zich overeenkomstig
*rU 150 voor de zeemilitie hebben aangeboden, doch
•'aarbij niet hebben kannen worden aangenomen.
Tevens wordt naar aanleiding van de circulaire
**n dea beer Commissaris des Konings in deze
i»ovin-ie r»n 17 februari 1881 Provinciaal-blad
I?0, 15) ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat
e keuze uit de lotelingen, die zich voor de ZEE-
'dlLlTIE opgeven, door deo Minister van Marin*,
•vordt overgelaten aan de otficieren van de Marine,
biet de overneming der zeemiliciens belast, en mits -
•lien alle verzoeken om inlijving bij de ZEEMILITIE,
het Departement van Marine gericht, voortaau
"Uiten beschikking zullen worden gehouden.
brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren van
eo godsdienst, zendelingleeraren en broeders-diakonen
*an eene godsdienstige vereeniging, alsmede van stu
ften in de godgeleerdheid en zendelingkweekeliugen,
aan eene inrichting van onderwijs tot geestelijke, be
dienaar van den godsdienst of zendelingleeraar worden
"Pgeleid, proefbroeders, die tot broeder-diakoon van
«ene godsdienstige vereeniging worden opgeleid, en
Hiomsch-Katholieke ordebroeders, die tot eenebinuen
,et Rijk gevestigde kloosterinrichting behooren, in
?eze gemeente, voor de lichting 1900 voor de militie
«hben geloot en voor den dienst door den militieraad
,li>' aangewezen of bereids in voorgaande jaren bij de
^ilitie zijn ingelijfd en krachtens art. 127, eerste
'•öanede, der wet betrekkelijk de Nationale Militie,
v°°r één jaar van den werkelijken dienst zijn ontheven.
dat, volgens art. 71 van het Koninklijk besluit van
Mei 1862 {staatsblad no. 46), gewijzigd bij dat
'an 26 September 1898 staatsblad no. 241), de
AN VRAGEN om ontheffing van den werkelijken
•east, vermeld in de eerste zinsnede van art. 127
er voornoemde wet en gericht aan H. M. de Koningin,
lor de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen te
.tornen, eigenhandig geteekend met de VEREISCHTE
WIJSSTUKKEN moeten worden ingediend bij den
Ofgemeesterder gemeente, binnen welke zij voor de
'litie zijn ingeschreven, en wel
o. door hen, die op den bij art. 112 der wet be
paalden tijd ter inlijving bij de militie moeten
worden afgeleverd in de laatste tien dagen der
maand, op ééue na voorafgaande aan de maand,
waarin de aflevering moet geschieden
o. door ben die op een ander tijdstip ter inlijving
bij de militie moeten worden afgeleverd, binnen
tien dagen na de dagteekening van den op-
o roepingsbrief
door hen, die op nieuw van den werkelijken
dienst wenschen ontheven te worden, in de
laatste tien dagen der maand, op ééne na voor
afgaande aan de maand waarin de duur van de
verleende of laatstelijk verleende ontheffing eindigt
4o. door de ingelijfden bij de militie, die voor het
eerst voor ontheffing in aanmerking wenschen te
komen, zoodra zij meenen op ontheffing aanspraak
te kunnen makenen