Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Rechtzaken.
wierp het Buffet toe, en Guérin, de antesi-
miet, werd natuurlijk aan de joden over
geleverd en zooals Paul de Cassagnac het
in zijn Autorité, sans fafons zoo gepeperd
zegt, brult de geheele republikeinsche
menagerie bij al deze ongerechtigheden van
vreugde en spijt tevens.
Het complot tegen de Republiek werd,
evenmin als het tot uitvoering komen ervan,
voor niemand bewezen en toch vond de
regeering een voldoend getal senatoren, die
door staatkundigen haat verblind, vier
onschuldigen, Déroulède, Buffet en de Lur-
Saluces tot tien jaren ballingschap en
Guérin, tot tien jaren opsluiting, zonder appel,
veroordeelden.
Nu zullen wij toch eens zien, zoo dacht
ik bij mij zeiven, wat die zeltde Fransche
en buiteniandsche bladen, welke bijna drie
jaren lang zoo moedig en fier, ja soms zelfs
meer dan brutaal, voor de onschuldigver-
klaring van een voor landverraad veroor
deelden officier optraden, wel van deze
partijdige, staatkundige vonnissen zullen
zeggen, en of hun zoo edel gevoel voor
waarheid en rechtvaardigheid voor deze
onschuldig veroordeelden even verontwaar
digd en hevig zal spreken, en of zjj met
dezelfde volharding zullen optreden tegen
het ministerie Waldeck-Rousseau, als zij dit
tegen dat van Méline deden, toen zij de
geheele wereld met hunne gezochte, opge
schroefde, eindelooze artikelen overstroomde,
en zich niet weinig belachelijk maakten?
Of meten die gelegenheidsvrienden van
Dreyfus en zjjn aanhang, hier en uit het
buitenland, met twee maten?
Het antwoord hierop is, leest die bladen,
en gij zult over hunne onpartijdigheid en
liefde voor het recht, zoodra bet niet een
hunner partij- of geloofsgenooten geldt,
kunnen oordeelen. De eene burger van het
zelfde land moet door de wet in alles be
schermd worden, terwijl de andere zich
door die zelfde wet aangevallen, vervolgd
en veroordeeld ziet.
Deze ergerlijke toestand heeft hier reeds
veel te lang geduurd, zoodat de beweging
in de gemoederen, welke zich gelukkig
overal begint te openbaren, om van die
secten tirannie verlost te worden, niet
langer kon uitblijven of Frankrijk zoude er
ten laatsten door ten onder zijn gegaan.
Enkele gedeeltelijke verkiezingen gaven al
van dezen geest van ontevredenheid blijk,
door de radicalen tegen de nationalisten
en meer gematigde leden te verwis
selen en in de Kamer, welke hare
zittingen Dinsdag weder aanving, bewees
de herkiezing van den heer Deschanel
als voorzitter de hatelijke heer Brission
was weder zjjn ongelukkige tegenstander
dat zich ook daar verschijnselen van een
naderend uiteenstorten der ministerieele
meerderheid Waldeck - Millerand - Galliffet
voordoen, welke de hoop op betere dagen
krachtig doet herleven.
In les Etudes, een belangrijke katholieke
Revue, heeft de eerw. pater Coubé van S. J.,
het idéé aangegeven, om gedurende het
tentoonstellingsjaar 1900, een groote inter
nationale pelgrimstocht naarParay-le-Monial,
waar Christus aan de gelukzalige Marguerite
- Marie (Alacoque) verscheen, te houden
en door de vereering van het H. Hart
de redding van Frankrijk te verkrijgen.
Zondag den 7der, dezer had ik het genoegen,
dezen zeer weisprekenden priesterstrijder
zijn grootsch plan in de H. Vincentius
Paulo-kerk te hooren voordragen.
Meer dan een uur waren de duizenden
toehoorders, door dezen tweeden Peter de
hermiet de kruistochten predikende, als
geelectriseerd en voor de zaak gewonnen.
Van alle kanten waren hem voor dit, door
den Paus en den kardinaal-aartsbisschop
van Parijs gezegend en goedgekeurd werk,
instemmingen toegestroomd en mannen van
kennis, invloed en stand beloofden hem
steun, in brieven van de verhevenste ge
voelens en heerlijkste stijl. Het academie
lid, de graat Albert de Mun, schreef hem:
«Van alle landen der wereld zullen de ge-
jloQvigen in menigte naar het eerwaardige
«heiligdom komen om daar in alle talen,
«doch één in hetzelfde geloof, hun liefde tot
«het Heilige Hart van Jesuste verklaren"....
«Zoo zullen in onzen tijd der hevigste
«matérieele ontkenningen, de macht en
«voortplanting van het bovennatuurlijke
»leven met eene nieuwe en onver-
«wachte kracht te voorschijn treden. Een
»kreet van hoop en zielsverrukking gaat
«zich naar de eeuwige bron van liefde,
«rechtvaardigheid en toewijding verheffen",
De schout-bij-nacht de Cuverviile, gewezen
chef van den generalen Staf der Marine,
schonk zijn adhaesie in de volgende woorden
«Mijn naam behoort U toe, voor het
«nuttige werk dat U op 't oog hebtl
«Verre van ons, door de duistere wolken
«welke onze politieke horizon verduisteren
«te doen ontmoedigen, verlevendigen wij
«ons vertrouwen op God met Zijn Heilig
«Hart aan te roepen. Er is geen tijd meer
«over om in vruchtelooze staatkundige ver-
«schillen verspild te wordenChristus en
«de nationale vlag moeter. allen, die willen
«dat Frankrijk leve en zijn rang in de
«wereld herwinne, in eene groep vereenigen.
«Het heil zal komen door de devotie tot
het H. Hart!"
De dichter, academie-lid, Francois Coppée,
vereenigt zich in de volgende regelen met
het plan.
«Het is een heerlijke gedachte welke gij
«gehad hebt om gedurende de aanstaande
«Kermis van Parijs een groote pelgrims-
«tocht naar het Hart van Jesus, naar de
«altijd overstroomende bron van barmhartig-
«heid en liefde te organiseeren
«Welk eene indrukwekkende tegenstelling.
«Terwijl onze meesters zullen roepen."
«Vermaakt u, Geniet 1 een christenkoor te
«hooren zingen en bidden en gedurende
«het feest van één dag, aan de onver-
«gankelijke eeuwige zaken te denken en te
«arbeiden. Alle volkeren zullen te Paray-
«le-Monial vertegenwoordigd zijn. Laudate
■tDominum, omnes gentes. De Katholieke
«hemel is het eenige algemeene Vader-
«land Laat ons aan de voeten
«van Christus nêerknielen en dat nieuwe
«zegeningen van zijn doornagelde handen,
«op ons nederdalen 1"
Nu Parijs, de groote herberg gaat worden
waar de geheele wereld zich zal willen
vermaken en zich letterlijk in een «bazara
plaisir" gaat herschapen zien, komt deze
aansporing om bij die genoegens ook aan
ernstiger en heiliger zaken te denken, ge
heel van pas, en het zoude mij zeer ver
wonderen, indien niet zeer velen mijner
katholieke landgenooten, die de wereld
tentoonstelling komen bezoeken, zich aan
gespoord en gedrongen zullen gevoelen, de
betrekkelijk korte reis naar het heiligdom
van Paray-le-Monial in hunne reisplannen
op te nemen, om daar, bij hunne gebeden
er ook een voor het heil en de redding
van de oudste dochter der Kerk, het katho
lieke Frankrijk, te voegen en te gelijk, de
zoo schoone godsvrucht tot het H. Hart
werkdadig te bevorderen.
FiDkuus
Parijs, 1—12 Jan. 1900.
Schiedam, 13 Januari 1900.
Het 1^-jarig knaapje C. Beukelman, dat
door het vallen in een pot met zeepsop en
sodawater in de ouderlijke woning aan de
Bakkerstraat,ernstige brandwonden bekwam,
is gisteren naar het ziekenhuis overgebracht.
Heden-ochtend 11 ure is in de branderij
van de firma J. J. Tonino aan de Ooievaars-
steeg alhier de ruwketel gebroken, gelukkkig
zonder dat er persoonlijke ongevallen wer
den veroorzaakt.
Heden-middag omstreeks 12 ure is brand
ontstaan in de woning van G. Vermeulen
aan de Prinsensteeg alhier. Bij afwezigheid
van de moeder hadden de kinderen een
papier in de kachel gestoken en daarmede
het gordijn in brand gestoken.
JanVisser, dit in 't voorbijgaan ziende, snelde
aanstonds de woning binnen en wierp het-
brandend ^gordijn op straat, zoodat verder
onheil werd voorkomen.
Van de lotelingen der nationale militie
van dit jaar waren er niet minder dan 13
die herkeuring hadden aangevraagd.
Slecht 3 zagen hun pogingen om aan den
dienst te ontsnappen met succes bekroond.
De 10 anderen zijn goedgekeurd. b.Ct
De toestand van den eergisteren-avond
te Rotterdam door een revolverschot ge
troffen buffetjuffrouw is vrij bevredigend,
terwijl ook die van den dader tot heden
geen vrees voor zijn leven oplevert.
Ter voorlichting van reizigers, die zich
van een der plaatsen aan de lijn der Holl.
Spoor naar plaatsen begeven gelegen aan
de tramlijn in de Hoeksche Waard, diene
dat men aan de verschillende stations van
het traject Rotterdam—Amsterdam directe
plaatsbiljetten kan krijgen voor de dorpen
in de Hoeksche Waard, met vrij vervoer
per tram in Rotterdam van het Centraal
station naar Feyenoord.
Donderdag-middag had op het terrein
van de Doggermaatschappij, directeur den
heer A. Hoogendijk Rzn. aan de Wilhelmi-
nahaven te Vlaardingen, de eerste afslag
van versohe visch plaats, en wel van den
logger Vooruit schipper A. v. Schaik van
die maatschappij.,Er waren veel kooplieden
zoowel uit Vlaardingen als van elders. De
opbrengst bedroeg f625 en viel over 't
algemeen niet tegen.
Te Maasland komen vrij wat gevallen
van influenza voor. Enkele hoogbejaarden
sneuvelden reeds. Ook onder de kinderen
is de ziekte nogal heerschende. Zoo zijn,
naar wij vernemen, ongeveer 40 pet. der
leerlingen van de R. K. Parochiale School
door de ziekte aangetast.
Te Maassluis kwamen de vorige week
enkele gevallen van tjphus voor.
Drievoudige vergiftiging te Rotterdam.
Het verder verhoor van bekl. Sörensen
Van Viegen liep bijzonder over net derde
sterfgevaldat van hare 18-jarige dochter
Catharina, kweekelirige op de school van
de heer Van Genderen. Zij genoot een
goede gezondheid, doch was door de studie
voor het examen nog al overspannen. Om
éen uur in den nacht van 17 op 18 Augustus
1898 ging bekl. haai dochter opzoeken,
waarom wist ze met mede te deelen.
's Morgens vroeg kwam Catharina beneden'
(z(j sliep op zolder) en deelde haar moeder
mede, dat zij krarnp had en brakingen en
ijskoud was. Het braaksel werd door bekl.
weggeworpen. Nadat de dokter poeders
voorgeschreven had, gaf Catharine zwart
braaksel op, wat bekl. eveneens wegwierp.
Evenals de heer Cohen zakte Catharina in
elkaar. Onder hevige pijnen overleed zii
Zondagavond 21 Aug. 1898.
Op Catharina was een verzekering van
f50 gesloten, en twee maanden voor°haar
dood eene van f1000 bij de Z.-H. Levens-
verz. Mij. en twee weken later nog twee
ieder van f 500 bij de Ned. Levensverz. Mij!
Al deze gelden werden bekl. na het over
lijden uitbetaald.
Na het overlijden werd door de justitie
bij bekl. in beslag genomen een zakje met
vergif. Bekl. zei, dat er poetsgoed in was,
dat, naar zij beweert, door haar man was
gebruikt. Het lag op de bovenste plank in
de keukenkast. Bekl. had geen ruime
finantiënhaar dochter bracht per jaar
f 150 in, wat met 1 Jan. zou ophouden.
In 1898 had zij weer geldgebrek en
leende f400 op een polis. Haar uitgaven
namen slechts toe. Niettegenstaande het
sterfgeval op 21 Augustus kocht zij voor
de Koninginnefeesten op 31 Augustus twee
zitplaatsen op de Boompjes k f 7.50.
Andermaal tot bekentenis aangespoord,
bleef zij volharden en geraakte geheel'
buiten zich zelf van heftigheid, trachtende
de schuld op een ander kostganger, den
getuige E. C. Huisman, te werpen.
Na de pauze nam het getuigenverhoor
een aanvang. Behalve de broeder van Cohen,
die elke gedachte aan zelfmoord voor zijn
broeder bepaalde achtte uitgesloten, werden
nog verschillende getuigen gehoord o a. be
dienden op kantoren die zich met verzeke
ring en begrafenisfondsen bezighouden.
Allen kregen den indruk dat bekl. niet
erg bedroefd was over het sterven va"
haar dochter. Zelfs heeft zij er op aang3'
drongen, dat de begrafenis in de laag^e
klas moest plaats hebben, niettegenstaah0"
de bedienaar der begrafenis haar nog we»s
op den stand harer dochter, onderwijzer»3'
die eenige meerdere praal noodzakelij''
maakte. Bekl. bleef er echter bij, dat hflt
zoo zuinig mogelijk moest gaan.
Merkwaardig was nog het verhoor va<J
een dienstmeisje dat bij bekl. heeft gediend
en als beneden 14-jarigen leeftijd niet moch'
beëedigd worden. Het meisje wist zich niet3
meer te herinneren van hetgeen zij bij d«
instructie verklaard had. De rechter V»11
der Lek de Clerq die haar scherp 'onder'
vroeg, wist haar echter de verklaring
ontlokken, dat een bepaalde plank in de
keuken, de bovenste, (waar bovenbedoeld
zakje met vergif lag), met door haar moch'
worden «gedaan."
Interressarit werd het verhoor toen binnen
kwam E. C. Huisman, die door bekl. vrij
wel als de eigenlijke schuldige is aange
wezen.
De getuige is een weinig hardhoorend.
Hij heeft bij bekl. op kamers gewoond en
daar ook eenigen tijd te zamen met Cohen
vertoefd. Hij heeft o. m. aangeraden de
vrouw van Cohen te waarschuwen, dat de
laatste ziek was, wat bekl. heeft geweigerd.
Cohen maakte op het laatst een testament,
waarin f50 aan juffrouw Sörensen werd
vermaakt voor de goede verpleging.
Get. heeft geholpen om Catharina, die in
den loop harer ziekte ineengezakt was,
weer te bed te brengen. Hij heeft getracht
haar alleen te spreken om te vragen wat
zij scheelde, doch telkens was bekl. achter
hem. Hij heeft den indruk gekregen, dat
bekl. gevoelloos was en zich van den dood
harer dochter niets aantrok. Zij lachte zelfs,
zich onbespied wanende, toer. zij den krans
zag door het hoofd der schooi gezonden om
op de kist harer dochter neer te leggen.
Toen zij getuige ontdekte, veranderde echter
haar gelaatsuitdrukking. Get. had bekl.
afgeraden weer kamers te verhuren, omdat
men toch niet komen zou in een huis, waar
binnen zoo korten tijd zooveel lijken waren
uitgedragen.
Bekl. zeide nu, dat zij niet zou antwoorden
op de verklaringen vau een on beschaamden
leugenaar en gemeene oplichter, volhoudend
dat alles wat hij verklaarde leugen was.
Get., opmerkzaam gemaakt op het gewicht
zijner verklaringen onder eede afgelegd, zeide
dat zij niets dan de waarheid bevatten.
Bekl. beweerde nu, dat de getuige evenmin
doof was als de president en te lui om te
werken.
De president maakte een eind aan haar
woordenvloed en schorste de zitting.
Gisteren werd het getuigenverhoor voort
gezet en in de eerste plaats gehoord mej.
Zeemeling, die de eerste verdieping bewoonde
van het pand, waarvan bekl. de 2e be
woonde. Bij tie ziekte van Cohen was
getuige tegenwooi dig. Het braaksel had
iets bruinachtigs, met groen vermengd. De
reuk was ondragelijk. Ook bij de ziekte en
het overlijden van Catharina was zij getuige
en deed daarover eenige mededeelingen aan
de rechtbank, toen beklaagde ineen zakte
en door een flauwte werd overvallen.
De president deed de zaal ontruimen en
geneeskundige hulp inroepen, die door dr.
W. Mees, en een semi-arts, die in de
rechtzaal was, verleend werd.
Toen beklaagde na een heftig toeval
weder bij kennis kwam, zeide zij zich
kwaad gemaakt te hebben op getuige Zee
meling, wijl die onwaarheid vertelde.
Nadat ue zitting was hervat, werd het
verhoor van juffr. Zeemeling voortgezet, die
dergelijke ziekteverschijnselen bij Catharina
Sörensen had waargenomen als bij den heer
Cohen. Get. had aan bekl. vóór de beide
laatste sterfgevallen meermalen geld ge
leend. Na de inbeslagneming door den
rechter commissaris van eenige fleschjes,
had bekl. zich beangst getoond, tot getuige
zeggende, dat er een fleschje bij was, dat
van haar man was geweest.
Bekl. voerde aan, dat zij niet verwacht
had, dat haar buurvrouw dergelijke onwaar
heden zou vertellen. Get. had ook tot haar
gezegd, dat Huisman een slecht mensch was.
Get. Keurvorst had bekl's man goed ge*
kend, hij was kalm en bedaard en had
nimmer oneenigheid. Alleen was er eens
ruzie geweest, toen Sörensen een levens
verzekeringspolis gevonden had, die ver
hoogd was geworden door bekl. buiten zijn
voorkennis. Toen waren er hooge woorden
gevallen. Get., die ook in dat huis gewoond
had, had eens bij den drogist WuiffParijsoh
groen (zwaar vergift) gehaald tot het ver
drijven van kakkerlakken. Bekl. had
aangeraden rattenkruit te gebruiken, doch
het was geweigerd door den apotheker.
Bekl. gipste in scherpe bewoordingen