Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
23ste Jaar».
Donderdag 5 April 1900.
No. 6665.
bureau "28ofersfraaf 50.
°p den Lindenhof.
^eoilleton.
9
i
PBIJS VAN DIT BLAD:
^°°r Schiedam per 3 maanden
tnnco per post door geheei N'ederiand i
^Konderiiike Nummers
^FICIEELE BERICHTEN,
kennisgeving.
BrerB„?tEMEKSTER VAN Schiedam,
Stenendeze ter ken,li3 van de inge-
11 dSerelemeePntder Pers°neele belasting No.
?°°r den h^rG' VeT 6t dienstjaar 1900,
kistingen to p directeur der directe
^Pnl 1900 Botterdam op den 2den
b®deri aan executoir verklaard, op
belastingen te/o, on.tvanger der directe
i ,V°ort.s wordt bH°Ü "T 'S 0VerSemaakt-
'eder verDbrh? J deze hennnerd, dat een
de wet bennan1S' Zljnen aanslag op den bij
at heden h» V°-t te voldoen alsmede
gaat> binnen n nern?l'n van zes weken in-
aanslag heh,, lke de reclames tegen dezen
En is h00ren worden ingediend.
bet behoor?™,?11 a'kondigieg geschied, waar
den 4ien April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
rW. H. JANSEN, W.B.
e"ieente Gasfabriek te Schiedam,
1000 ^^"opVa^per Heet.' 3 ApF"
-Be Directeur.
BURGER-AVONDSCHOOL
keninffBaarlidiksche teiltoonstelling der te*
khbrEJHEEA OVERZICHT.
4 April 1900.
6 00r,°g »n Zuid-Afrika.
j)e M i 1 i e s p r u i t.
yecht b^vn benchten die over het ge-
®enigszins dnTf'T lnkomen' geven een
baiangriike hjker voorslelling van dit
Ces voor do ^aPen^eit) dat een beslist suc-
Bij ,je Boeren is geweest.
dus vlak bii ?e'ldke drift over de Miliespruit,
SPra't (somm saffienvloe»ng met de Koorn-
do Boorndritt'86. berichten spreken ook van
ot Eoomdrilt) schijnen Zater-
24)
I?dk,F «"'aande ,neor om aan haar
Verblijdende nieuws m°^erJ Van Frans het
Fran® had gevondA„ de de deele"> dat «e
°V£r ®enige ^eken d\h°°P ^«terde
geboortegrond t» i met em naar hun
Toen hij wat Un"en terugkeeren.
Lrans haar 7„ hii!lT^rkt was> verhaalde
Ije'd en vriendeliitk boeveel goed-
betoond hij d6lljkh8ld kapitein hem
nana ikf dat mTrt Van Ba"illes ver-
««roffel at m«n kapitem door een kogel
?v7 hoopï\an /eSi°rt' verhaalde hij.
Relde ik naa i°?'den en gekwetsten
aar ons rer,id van het dorP-
gewaagd had T eersten storm
teoaand te zoek«n .was mo6illJk nier
ken' want nu en dan vlogen
0.05
PBIJS DEB ADVEBTENTIÊN:
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor hernaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
dag de twee batterijen en de trein van
Broadwood door de Boeren verrast te zyn.
De Daily Telegraph vat de aanleiding
tot de nederlaag van Broadwood aldus
samenToen generaal French uit Tabanchu
ontboden werd om mede te werken aan den
aanval op de stellingen der Boeren bij
Karee Siding, werd kolonel Broadwood, een
moedig en invloedrijk cavalerie-officier te
Tabanchu achtergelaten. Men weet. dat
kolonel Pilcher Ladybrand binnengerukt
was, en daar den landdrost en andere
ambtenaren had gevangen genomen, maar
gedwongen werd de stad weer te ontrui
men, nadat de Boeren naar verteld
werd onder Grobler den Platberg in bezit
hadden genomen. Pilcher trok terug naar
labanchu. Intusschen kwamen versterkingen
voor de Boeren uit Winburg naar het zuid
oosten, hetzij onder de Wet zelf of door
hem gezonden en langzaam trokken de
commando's naar Tabanchu vooruit.
Vrijdag-avond verliet Broadwood die stad
en hij moet zeer snel teruggetrokken zijn,
want bij Sannak's Post werd hij reeds
Zaterdag-ochtend vroeg door de Boeren,
die hem vermoedelijk van verschillende
kanten opgerukt zoo bedreigden, dat
hij eerst zijn artillerie wegzond om intus
schen met zijn overige troepenmacht den
vijand tegen te houden.
Reuter s correspondent te Boesmankop
is meegegaan met de-cavalerie van French,
die Zondag bij het gevechtsterrein aan de
Miliespruit aankwam. Hij zag nog eenige
Boeren die weggaloppeerden bij de komst
van de Engelschen. De drift gaf een ver
schrikkelijk tooneel van verwoesting te
zien. De paarden lagen in 't rond, zooals
ze gevallen waren, bier en daar lag nog
een doode soldaat te midden van gebroken
wagens, paardenvoer en proviand.
Men kan zich, voegt deze berichtgever
er bij, geen vernuftiger uitgedachte val
voorstellen. Alleen aan kolonel Broad wood's
tegenwoordigheid van geest is het te danken
dat het geleide van den trein niet tot den
laatsten man in deze drift is gebleven. Het
convooi was de spruit overgetrokken op
een plek waar het terrein aan de over
zijde oprees tot een met gras bedekten
heuvel. Op de helling van dien heuvel tegen
over de drift, is een steenen muur (ver-
moedeiijk een verlaten kafïerkraalook bij
Magerfontein en elders hebben de Boeren
daarvan een goed gebruik gemaakt), van
waar men de drift bestrijken kon. Naar
het noorden maakt de spuit een half-cirkel-
vorrmige bocht, vlak ten zuiden loopt de
dijk van den aan te leggen spoorweg. De
Boeren waren dus in staat het convooi dat
de drift overtrok, van drie zijden onder
vuur te nemen.
«Toen het convooi den eersten aanval te
doorstaan had", zegt de correspondent,
«ontstond er een verschrikkelijke verwarring,
de muildieren gingen er van door en wagens
vielen om, terwijl de vijand al dien tijd een
moorddadig vuur onderhield. Daarop ver
scheen de eerste batterij, maar de vijand
scheen de slachting niet te willen voort
zetten en eischte dat allen die indespru>t
waren, zich zouden overgeven, met den uit
slag dien ik in mijn vorig telegram heb
vermeld, maar men wist toen nog niet hoe
dapper de Batterij U. zich gedragen had.
Deze batterij had, onder een hevig vuur
weggaloppeerend van het konvooi, positie
genomen en met de vier (vijf?) overge
bleven kanonnen den vijand beschoten. De
Boeren erkennen, dat zij dientengevolge vijf
dooden en negen gewonden kregen.
«Tegen een uur (Zaterdag-middag) be
gonnen de Boeren de kanonnen en de
wagens weg te voeren. Zij vergunden onze
mannen, hun dooden en gewonden op te
rapen. Den geheelen nacht bleef de vijand
de spruit bezetten; vanmorgen vroeg kwa
men verscheiden bezoekers naar het veld
hospitaal zien, en begon men de dooden te
begraven.
De Londensche avondbladen bevatten een
de kogels r.og over mijn hoofd. Eensklaps
zag ik mijn kapitein bij een tuinmuur
liggen. Hij had een kogel in de borst en
een in den arm gekregen. Ik goot hem
wat wijn in den mond en trachtte hem
naar de naaste verbandplaats te drager..
Een Franschman, die daar ook gekwetst
nederlag, zag dit met nijdige oogen aan.
Hij had nog juist kracht genoeg om zich
even op te richten en joeg me eer. kogel
in het Jijt. Bewusteloos zonk ik naast mijn
kapitein neer. Eerst toen de kogel was
uitgesneden, kwam ik tot bewustzijn en
zag, dat ik naast den kapitein in het
hospitaal lag, evenals hier. Toen hij later
naar Wildbad getransporteerd werd, moest
ik mede want hij zeide waar de heer is,
moet ook de dienaar zijn.
En die Frans maakte daar zooveel
drukte over, als had ik hem het leven
gered, omdat ik hem daar niet in het
hospitaal achterliet, sprak de kapitein. Had
by my niet opgezocht en weggedragen, dan
zou ik door bloedverlies gestorven zijn. Ik
veigeet mijn leven lang niet, wat hij voor
me j*Gfaan heeft, Als we maar eerst weer
op de been zijn, dan zal ik mijn dank door
daden toonen Maar genoeg hiervan. Je
aanstaande vrouw weet nu, hoe alles
gebeurd is. Het is mij een groot genoegen
dat ik haar heb leeren kennen.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Onder andere omstandigheden zou de
brief van Lize op den Lindenhof de groot
ste vreugde veroorzaakt hebben nu bleef
de oude man er vrij koel bij. Alleen de
moeder van Frans gaf lucht aan hare
vreugde en kon niet genoeg den moed en
de zelfopoffering van het meisje roemen.
De oude boer geleek een door den bliksem
getroffen eik, die nog wel een enkelen
groenen tak heeft, maar overigens op
verdorren staat. De overlevering aan de
hofstede verbonden, zou verloren gaan: de
naam Lenz zou in het vergeetboek geraken
en na eenige jaren zou men nauwelijks
meer weten, dat hier sinds honderden
jaren een geslacht geleefd had, dat even
trotsch was op zijn boerenadel, als een
edelman op zijn voorouders. En hij, die
weinige weken geleden de toekomst zoo vol
hoop had tegemoet gezien, zou dat moeten
beleven.
Nergens had de oude man rust of duur
en iu de laatste weken was hy wel tien
telegram uit Bloemfontein, dd. 1 April,
meldendeDe 19e brigade kwam met een
geforceerden marsch op het terrein van
de hinderlaag en bracht de Boeren tot het
gevecht. Dezen trokken ijlings terug. Een
sterk Boerencommando, dat uit Ladybrand
in de richting van de waterwerken rukte,
werd door de ruiterij van French nagenoeg
gedecimeerd. Men twijfelt er niet aan of
de veroverde kanonnen en wagens zijn
weder hernomen.
Volgens draadbericht uit Boesmanskop,
in dato 2 April, houden de Boeren nog de
waterwerken bezet. Zondag-middag be
schoot hen de Engelsche artillerie en de
Boeren beantwoordden het vuur. Het
Shropshire-regiment vormde bet geleide
van de kanonnen, die van de hoofdmacht
vooruit werden geschoven. Naar het heet,
gaan eenige Boeren zuidwaarts en rukt een
klein commando oostwaarts op.
Een draadbericht uit het Boerenlager te
Smaldeel, in dato 30 Maart, dat aan het
gevecht bij Miliespruit zou doen denken
ware 't niet dat de dagteekenmg er tegen
getuigt, luidt als volgt
Er is een hevig gevecht geweest tus-
schen Brandfort en Bloemfontein. De
Wakkerstroom- en Ermelo-commando's
werden door 7000 Engelschen aangevallen,
maar sloegen hen met zwaar verlies terug.
Volgens de gewonden, die hier aangekomen
zijn, was het gevecht langs de geheele linie
algemeen. De Engelschen stormden her
haaldelijk, maar werden afgeslagen. De
Boeren hielden goed stand, maar de uitslag
is nog onbekend. Het verlies der Boeren
bedroeg negen dooden en gewonden.
Latere benchten uit Brandfort melden
dat 2000 federalen en 3000 Engelschen
met goed gevolg aanvielen, maar aangezien
deze 13.000 man versterkingen kregen,
moesten de Boeren met gering verlies
terugtrekken.
Ander oorlogsnieuw s.
Een draadbericht uit Kaapstad meldt
jaar verouderd. Hij kwam er onbewim
peld voor uit, dat hij er naar verlangde
naast zyn vrouw in het graf te rusten.
Er werd intusschen overal onderzoek
gedaan om van Johan, levend of dood,
eenig spoor te vinden, doch alles bleef
vruchteloos. In den omtrek gaf men uiting
aan het vermoeden, dat de roodharige
jager Werner er wel meer van weten zou.
Mer. geloofde vast en zeker dat die man
een sluipmoord op den jongen Lenz ge
pleegd had.
Eindelijk kwam er een brief van Lize,
waarir. ze den dag van haar terugkomst
met Frans meldde. De dokter had ver
klaard, dat kapitein Scheffer en zijn oppas
ser zoover hersteld waren, dat ze zonder
gevaar konden ontslagen worden uit het
hospitaal, om t' huis verder te genezen.
Te Münchon nam de kapitein afscheid
met de belofte, dat hij, Frans, hem zoo
spoedig mogelijk in Tegernsee zou komen
opzoeken.
Bij de aankomst te Holzkirchen zag het
jonge paar reeds van verre den ouden
knecht Claus met net wagentje aan het
station staan.
(Wordt vervolgd-}