Dagblad voor Schiedam en Omstreken
eerste blad.
^aar het aan mankeert.
Tot op. de laatste Klip.
23ste Jaar®:.
Zondag 15 Juli 1900.
l\ö 6747.
bureau 38ofersfraaf 50.
I
PRIJS TAÜ DIT BLAD:
^oor icr.ieyam oer 3 maanden1.50
-ranee eer oost aoor sreneei Nederiand 2.
Aizonderiiike Nummers 0.05
PRIJS DES ADVERTKXTÏËN:
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regei meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden biiiiike overeenkomsten
aangegaan.
-2JFICIEELE BERICHTEN.
Gemeente Schiedam.
Apenbare Aanbesteding.
dagsP P°nderdag, 19 Juli 1900, 's namid-
«n VV uur, zal door Burgemeester
baar Ethouders van Schiedam open-
Uet aanbesteed
B-uJ0^bouwei1 der Hoogere Burger»
fiest te Schiedam.
Ran het ifn lee'ten'ng liggen ter inzage
t kantoor der Gemeentewerken en
ler secretari al'ng Van ®'60 verkrijgbaar
ter plaatse zal worden ge-
hre. aandag 16 Juli, 's namiddags ten
C^8us ter opleiding
JL™* exa«ien voor
Aantal m°nd(;rwijzer.
^aniȆekell^sche lesuren 11.
nart>iddai^g aVOnd' Dinsdag-avond, Zaterdag-
Zjji schoolgeld 1 25.
d«ïen py6 wenschen deel te nemen aan
ufsus, die den 3n September a.s.
Aaigu Wordt, worden verzocht zich vóór
tts a.s. schriftelijk op te geven aan
y Dr. C. J. VINKESTEIN,
°°rzitter der plaatselijke commissie
fan toezicht op het Lager
Onderwijs.
Er is
6tl belaae6#n verscDijnsel zoo diep treurig,
b,t g6(jS> Zo° algeoteen in onze dagen als
Moot Fe aan 8e'oof. Ware er meer
^"aelter»160 Z°U n'et Z0° lichtzinnig en
^8Wh^gend ^ods Heiligen Naam hooren
dRti 6n' Indien er meer geloof ware,
er niet zulk eene verwildering
feuilleton.
Eerste Deel.
2)
-
hStQtsi«°moe„V/OUW u°n slechts met de
Pier te wekkln °m aar sluimerend kind
de küil den 7^'u®?" samenge vouwen pa
H ana den h t dat z« met beven'
eeJ'J voUwdbe®tbt* overreikte.
ken-i ^lantaarn °pen' g,ng dicht b«
Schf d°or «n craistaan, zag het onderzoe-
Zaa*rPen blik ten. r daaF.°P. met een
be& j de w waaroP hij zich lang-
^at. wachtkamer der derde klasse
vlj* armïe^rèo-ry°elde df vrouw *>ch
/>trokken g P n 6n 10 d« donkerheid
Ie' »<W 1 eeae17^chte, gebiedende
in b«t Td' Hedwig
b«urSig°genblik hie'P hÜ haar
J Ulg en nam naast haar
heerschen en niet zulk een zedenbederf
gevonden worden, zoowel in de hoogere als
in de lagere kringen onzer maatschappij.
Indien er meer geloof ware, dan zou men
zich minder schamen een Christen te zijn.
Indien er meer geloof ware, dan zou geen
Katholiek kind buiten noodzakelijkheid het
zoogenaamd neutraal onderwijs ontvangen.
Indien er meer geloof ware, dan zou er
geen sociale kwestie wezen. Indien er meer
geloof ware, dan zou men onder christenen
nooit de kiacht»'t is geven, altijd maar
geven", hooren. Indien er meer geloof ware,
dan zou er onder ons. Katholieken, ook
meer toewijding, meer offervaardigheid,
meer geestdrift gevonden worden voor de
uitbreiding van het Rijk Gods op aarde
'tts de schuld onzer lafheid, onzer halfheid,
onzer zwakheid, dat anderen zich niet
aangetrokken gevoelen tot de grootheid en
de majesteit onzer Moederkerk. Zij beoor-
deelen Haar naar onse gedragingen, naar
onze tekortkomingen, naar onze manier
van leven.
O, hoe welsprekend is de zinsnede uit
ons Katholiek gebedenboek «Ik geloof, o
mijn God, en ik leef alsof ik een evangelie
geloofde, dat tegenstrijdig is met het uwe.''
Wordt in deze zelfbeschuldiging niet het
gebrek aan geloof op eene treffende wijze
uitgedrukt
Om slechts één voorbeeld te noemen
'tis een allervoornaamst punt van ons Heilig
geloof, dat dagelijks op onze altaren het
Offer van Golgotha op eene onbloedige
wijze wordt vernieuwd. Waarom ver
zuimen wij dan de gelegenheid om bij
de hoogste en heiligste handeling, die er
ter wereld plaats grijpt, tegenwoordig te
zijn? Is niet vaak de minste omstandigheid
voldoende om ons terug te houden van het
bijwonen der H. Mis, als wij daartoe niet
op doodzonde verplicht zijn Waarom be-
rooven wij ons zeiven van den schat van
verdienste, van al de zegeningen, die wij
plaits. Het portier werd dichtgeslagen en
het rijtuig rolde verder.
«Alexander 1" fluisterde de vrouw,
»gy zijt heto, spreek I wat moet deze
geheimzinnigheid beteekenen
«Ge schijnt zeer vergeetachtig te zijn
Ben ik dan geen vluchteling, op wiens
hoofd een prijs is gesteld? Wat wilde de
beambte van u
«Hij wenschte mijne papieren te zien."
«Liet ge hem den pas zien, dien ik u
overzond
«Ja hij scheen er tevreden over te
zijn."
De man hij was de echtgenoot der
vrouw zag een oogenblik voor zich en
keek toen uit het raampje. Zijn gelaat
was door de breeda klep eener arbeiders
muts bijna geheel bedektmen zag niets
dan den vollen baard. Zijn overige klee
ding, een donkere kiel, grove broek en
hooge ruwe laarzen, teekenden geheel den
werkman. Zijne gestalte was lang en
krachtig, zijn houding een weinig gebogen,
terwijl zijne handen, bijna geheel door de
lange mouwen bedekt, klein en blank
waren.
De vrouw beschouwde hem met eene
zekere huivering, met een schuwen angst
voor ons zei ven, voor onze dierbaren, voor
de wereld kunnen afsmeeken en verkrijgen
Omdat wij niet gelooven, niet gelooven
althans met dat vurig en levendig geloof,
dat bergen van moeielijkheden en bezwaren
kan verzetten. Is deze lauwheid geene
beleediging voor ons christelijk gevoel?
Het geloof behoort de bezieling van ons
leven te zijnhet behoort daaraan zijne
godsdienstige wijding te geven. Doet het
dit laatste inderdaad? Ongetwijfeld zijn er
ook in onzen tijd heilige zielen, die steeds
geheel vervuld zijn van de groote gedachte
ééne zaak is slechts noodzakelijk die
iedere gelegenheid aangrijpen, om Gods eer
en het waarachtig welzijn van den even
naaste te bevorderen, maar bevestigen deze
uitzonderingen niet den regel van lauwheid
en onverschilligheid
Hadden wij meer geloof, wij zouden de
zorg voor hel godsdienstig onderricht onzer
kinderen tehuis niet geheel aan onze dienst
boden overlaten. Indien wij meer geloof
hadden, zouden dan sommigen onzer zich
in weelde kunnen badenterwijl hunne
arme broeders gebrek lijden Eindelijk,
indien wij meer geloof hadden, zouden wij
dan niet beter onzen plicht betrachten
Is het geloot van zulk een overwegend
belang, dan dienen wij ook de uiterste zorg
aan te wenden om dien schat zorgvuldig
te bewaren. Daarom weg met die dag
bladen, boeken en tijdschriften, welke ons
gemeenzaam maken met den geest van
twijfel, ontkenning en ongeloof.
't Is volstrekt niet noodig, dat wij al de
dwaalbegrippen, spitsvondigheden en valsche
voorstellingen, waarin wij zeiven licht ver
strikt kunnen worden, kennenmaar wel
is het noodzakelijk, dat wij vurige, oprecht
geloovige christenen blijven.
Welk een troost schenkt ons het Heilig
Gelooi in alle omstandigheden des levens.
Welk eene bemoediging in den strijd, dien
wij te voeren hebben. Welk eene voldoening
hare donkere oogen drukten een onbe
schrijfelijke jammer uit, terwijl zij met
geweld da opwellende tranen terugdrong.
Het huurrijtuig reed lang door een
warnet van straten en stegeneen gesprek
was was bij al het gedruisch en geratel
onmogelijk te voeren.
Plotseling boog zich de man tot zijne
in diepe neerslachtigheid verloren vrouw
en vroeg: «Gij draagt de kleine op den
arm Slaapt zij
«Ja zij heeft zich in slaap geweend."
«Ge schijnt onderweg niet veel te heb
ben gebruikt, Hedwig," voer hij op be
zorgden toon voort«drink van dezen
wijn, hij zal u versterken en dan ziet ge
er straks beter uit bij de aankomst in
mijn kosthuis. Ik zou gaarne zien, dat ge
een goeden indruk maaktet."
De arme moeder had op de lange reis
honger geleden ter wille van haar kind,
dewijl haar man, die haar bevolen had tot
hem te komen, haar geen penning meer
had gezonden dan het reisgeld.
Haastig greep zij naar de wijnflesch en
dronk als eene versmachte
Plotseling slaakte zij een gil.
«O, God - Alex
De man greep de ftesch, wierp een
schenkt ons het bewustzijn Hem te dienen,
aan Wien wij alles, wat wij hebben en
zijn, danken.
Datzelfde geloof, wat de bezieling, de
hoop, de vreugde van ons leven behoort te
zijn, datzelfde geloot zal eenmaal de troost
in onze laatste ure zijn.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schieöam, 14 Juli 1900.
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Vergadering op 13 Juli 1900 ten Raad-
huize, des n.m. ten 2 ure.
Voorzitter Mr. W. H. Jansen.
Tegenwoordig zijn de heeren J. H. Hout
man, D. F. W. Prins, P. C. v. d. Pant,
M. L. Honnerlage Grete, Herm. Jansen en
P. M, J. A. Lagerweij, die het secretariaat
waarneemt. Afwezig de heer G. C. Beukers.
Er bestaat eene vacature.
Ingekomen zijn de volgende stukken
Van B. en W. van Schiedam bericht dat
de heer B. A. J. Witkampff tot lid der
Kamer is gekozen.
Geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid.
De Voorzitter benoemt eene commissie,
bestaande uit de heeren J. H. Houtmanen
M. L. Honnerlage Grete tot het nazien
der geloofsbrieven. Op advies dezer com
missie besluit de Kamer met algemeene
stemmen tot toelating van den heer
B. A. J. Witkampff tot lid onzer Kamer,
waarvan kennis zal worden gegeven zoowel
aan het Gemeentebestuur, als aan den
benoemde.
Van den heer P. van Groningen bericht,
dat de benoeming tot secretaris der Kamer
door hem wordt aangenomen.
Van B. en W. van Schiedam de rekening
der Kamer over 1899, voorzien van het
bewijs van goedkeuring van den gemeen
teraad alhier.
Van de Kamers van Koophandel en
Fabrieken te Nijmegen, Dockum, Enschedé,
Hoorn, Venlo, Waalwijk, Zwolle en Opster-
land de jaarverslagen over 1899
Van den Minister van Buitenlandsche Zaken
consulaire verslagen en berichten no.26 en 27.
Van bet Twentsch kolensyndicaat adres
aan ZEx. den Minister van Waterstaat,
onderzoekenden blik op het doodsbleek ge
laat, dat er bij het schijnsel der lantaarns
vreeselijk verwrongen uitzag, opende het
portier en sprong uit het rijtuig; schijn
baar kalm sloot hij het portier weer,
liet de koetsier, die niets van dit tusschen-
spel bemerkte, stilletjes verder rijden, ter
wijl de menschen die juist passeerden,
zonder erg voortwandelden, wijl zoo iets
in eene groote stad ieder oogenblik gebeurt.
Na weinige minuten hield het rij
tuig voor een «gasthof" of logement van
lageren rang stil. De koetsier, die zijn
loon reeds aan 't station had ontvangen,
klom langzaam en op zijn gemak van
den bok en opende het portier, terwijl
de bediende nieuwsgierig en belangstellend
nader trad.
«Heidaar Hier is De Gouden
Druifriep de voerman tamelijk
ruw. «'k Mag bij Jena zitten," sprak hij
verwonderd tot den huisknecht, «als ik niet
gemeend beb, dat er ook een man in het
rijtHig is geklommen, die is toch niet
meegereden! Nu, 't is hetzelfdeVrouwtje
kom er nu asjeblieft uit!" riep de held van
den hoogen bok ongeduldig, «ge zoudt
hier in De Druif logeeren!"
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDA
COURANT
s» ui