Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
23ste Jaars.
Dinsdag 27 November 1900.
No. 6860.
bureau 38ofersftraaf 50.
1
goedkoope Gans.
ALGEMEEN overzicht.
euilleton.
C?u klats etfJiC*rf«d een vreemd ««'"ld
fe1 f® wi{> mama> wat doet u 1"
C »an V0' vertwijfeling. De zwarte
«Pe?ehaakt^ r?UW was aan de ma"d
PRIJS TA» DIT BLAD:
'oor Schiedam per 3 maanden
franco per post door eeneei Nederiand
Afzonrierjiike Nummers
De
26 November 1900.
President Kruger te Parijs.
pr _re's van president Kruger door
De ,r'j^ mag een waren zegetocht heeten.
Vo0r 6'®°odige Fransche natie, zoo gevoelig
den a' Wat lijdt en ongelukkig is, heeft
hUlde°U<len' veeibeProefden president een
heeft 8#bracht) die de stoutste verwachtingen
cee^a 0vertroffen. Ook Parijs, coeur et
^aarrt ^a^s' keeft den Pres'dent een
j, D grootsche ontvangst bereid.
tr6jtl erdag-ochtend half elf stoomde de
*<yon ?6t KruSer en zij o gevolg de Gare de
Darijs binnen. Daar bevonden zich
- 0.05
PRIJS DER ADTfCRTKNTIg»;
Van 16 rsgeis J J J f 0.60
Elke gewone regel meer I J -0.10
Voor hernaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
®«n
off/ ^aPon en groenen strik,
gep dtip ?6e'e begroetingen en redevoerir.
van het ftn een kwartier, Crozier, directeur
*e|kom Protocol, heette president Kruger
de u't naam van president Loubet en
b0o 'ansche regeering, President Kruger
bit n ®n dankte. Verder spraken Guérin
h* ana
Van (j an den gomeenteraad, Chenioux
^•rUoe(in departementalen raad. President
Dij antwoordde in de Boerentaal.
sch0ot)e e' dat hij zeer blij was weer in de
Vro«ger Stad Par'js te ziJn' waar bij al
do0r 8eweest was. Ik ben - zeide hij
•Pijp h deze ontvangst tot den grond
Ieren met Maud Gonne in
van
0,P Uit".1 8etr°^en' v'nd geen woorden
'b (je drukken, zooals ik wenschte hoe
*fa°sch 6W^zen van vriendschap, die de
^«t een'11 V°°r m'jn 'and t00neni waardeer.
tu toespebng op h^ devies van Parijs
hb Hec mergüur) zeide de president,
Voltrouwen had in de toekomst van
schoon door den storm
Naar het Duilsch.)
3J
h' ^on k (&Iot.)
C*1®11 en"?.0 l"?.htstr°ora dringt het salon
«Ika #nPoo7. n s met r«gelmatige
de Vratvfi^j broeder en zuster zien
üQ^amer aan e" begeven zich naar
de 's> valt K - mP de doek voor vastge-
Sro^id op hetUr6i f bewe?ing een ei uit
s>k' doch m u )e en vandaar op den
tor^a"®an» hoort daar niets van.
^tetjj pt de jonge officier met sten-
&?e\karHrt '1Ch driftig om en de
d valt met de eieren op den
Vr°uw k
net ongeluk ziende, slaat de
been en weer geslingerd idrijven maar niet
zinken" zou.
Op de aanspraak van Crozier antwoordde
de president De president der Z. A. Repu
bliek dankt don president der Fransche
republiek en de regeering voor hun welkom
en verzoekt hen dien dank over te brengen.
(Levendige toejuichingen).
Op de aanspraak van Guérin antwoordde
de president»Ik ben diep getroffen door
de genegenheid van de Fransche steden.
Ik heb honderdduizenden Franschen gezien.
Ik heb begrepen, dat allen overtuigd zijn
van de rechtvaardigheid van onze zaak. Wij
zoeken onze onafhankelijkheid te handhaven,
want zij alleen is een waarborg voor den
vrede. Het 13 daarvoor, dat wij strijden
op onzen republikeinschen grond en daarom
ben ik in Europa gekomen. Ik zal nooit
dingen om een onrechtmatige gunst. Ik zal
niet ophouden om arbitrage te vragen. Ik
reken op den steun der volken en op de
genegenheid van het Fransche, volk."
Toen hiermede de officieele begroeting
een einde had genomen, nam de president
in de hal van het station onder onstuimig
gejuich plaats in een landauer met twee
paarden, die kleine strikjes aan het hoofd
stel hadden. Dr. Leyds biggelden de
tranen langs de wangen. Kruger was sterk,
in grootsche kalmte. De oogen waren on-
gebrild. Hij stond telkens op, het breede
nog dicht behaarde hoofd ontblootend.
In ontzettend gedrang ging het het nu
voorwaarts en daarop bij het uitkomen op
plein en straat een geroep: Leve Kruger,
Leve de Boeren, dat klonk als een knette
rende donderslag, waarvan de paarden der
garden hoog opsteigerden. Bij den uitgang
stond een troep oud-strijders uit Transvaal.
Velen hadden een Boerenhoed met kokarde
op.
De rijtuigen bewogen zich in een slier
meeloopecde schreeuwende menschen, waar-
tusschen de verbroken gelederen der gardes
te paard, als een woest bewogen menschenzee.
Eerst langzamerhand, bij het Bastillepleim
kwam er orde in den stoet.
Op straat waren veel venters van dasspel
den, vlaggetjes, liedekes en de rede van
Kruger te Marseille, zijn portretook
zangers. Er werd nog al gevlagd tusschen
de Bastille en het Plein van de Republiek.
Zonder incidenten kwam de stoet langs
de groote boulevards tot het hotel, waar
een dichte menschenmenigte, juist door een
zonnetje beschenen, de rijtuigen omgolf-
de, niet ophoudend met gejuich, gejoel en
handgeklap. Toen president Kruger op het
balkon verscheen, met zijn kleinzoontje, dat
een Transvaalsch vlaggetje zwaaide naast
zich, was er nog grootscher uitbarsting van
geestdrift. Overal wuiving van hoeden en
vlaggen en zakdoeken op straat en aan de
vensters met machtigen schreeuw. Met
moeite bedwongen de gardes en politie de
massa. Het verkeer was steeds gestremd.
Bij het binnentreden van zijn salon in
het hotel wordt Kruger ontvangen door het
Transvaalsche volkslied, gezongen door de
kinderen van mevrouw Pierson. De presi
dent luistert er naar met betraande oogen.
Een Hollandsche dame heet hem wel
kom uit naam van de Hollandsche vrouwen
De president dankt en trekt zich dan met
zijn familie terug.
Buiten roept het volk om Kruger. Hij
vertoont zich op het balkon en groet de
menigte, terwijl zijn kleinzoon een Trans
vaalsche vlag zwaait. Eindelijk gaat de
president naar binnen, maar het volk blijft
juichen.
Volgens een nader Reuter-telegram kwam
Kruger na zijn aankomst in het hotel op
het balkon met mevrouw Eloff en haar
zuster mej. Gutmann, met prinses Mathilde
en den markies en de markiezin van Ville-
neuve, geb. Bonaparte. In den loop van
den ochtend werden er voortdurend ruikers
aan het hotel bezorgd. De president hoorde
handen boven het hoofd samen daaidoor
gaat de doek los en valt op de in den
zonneschijn blinkende eierdooiers, deze als
met een zwarten sluier bedekkend.
Het door het valien der mand geraakte
gedruisch roept ook broeder en zuster uit
de keuken; Toon kijkt star voor zich met
een onnoozeien lach om den mondLeni
barst in tranen uit over de goede eieren
harer moeder. De praktische Christine redt
wat nog te redden is, en Rudi barst tot
groote ergenis van mama in een schater
lach uit.
Om mevrouw niet meer te ergeren,
verwijdert hij zich, nog altijd lachend, om
de billetten te gaan koopen.
Mevrouw begeeft zich naar hare kamer
8n Christine voegt zich, na alles opgered
derd te hebben bij haar. Mama zit voor
haar schrijftafel met het opgeslagen huis
houdboek voor haar, Christine wil zich
weder verwijderen, doch haar mosder roept
haar terug en vraagt kortaf»Hoeveel kost
de gans
Welke vraagt Christine verlegen.
»Hoe zoo welke? Natuurlijk de gans die
wij gegeten hebben."
»Twee gulden, mama."
»Nu voor dat geld had men ook hier
zoo'n karkas kunnen kiijgen. En die reus,
die kerel, die wij zijn reis moeten betalen
>>Een gulden tachtig kreuzer."
ȣn de billetten
»Een gulden zestig kreuzer".
Nu telde mevrouw de som bij elkaar.
Vijf gulden veertig kreuzer; de eieren
niet meegetelddat hebt ge van uw
fulminant idee 1" Deze op verwijtenden toon
gesproken woorden, maken Christine, die
nog de drie gulden voor de tweede gans te
betalen heeft, zóo zenuwachtig, dat zij
begint te snikken en om nu een deel van
haar schuld af te wenden, begaat zij de
onvoorzichtigheid te zeggen»Maar ik kon
toch niet helpen, dat u de eieren gebroken
hebt I"
Mevrouw Helmes zet haar bril af en
werpt een treurigen blik op hare dochter.
Wilt gij mij misschien nog verwijten,
dat ik oud en hardhoorig ben Dat is
onedel van je, Christine, dat had ik nooit
gedacht," en mevrouw Helmes breekt in
tranen uit.
Nu valt Christine haar moeder om den
hals, streelt hare wangen, kust hare handen
en vraagt haar om vergeving. Toen Rudi
thuis kwam, vond hij beide vrouwen met
blootshoofds en met een ruiker in de har.d
een toespraak in het Nederlandsch aan en
begaf zich vervolgens naar zijn kamer.
De president ontving in zijn kamer het
bureau van den gemeenteraad en kamer
leden, met name Millevoye, Lazies en
generaal Jaeque, den politieprefect, den
secretaris van de prefecture, den broeder
van de Viilebois-Mareuil en admiraal
Reunier. Kamerleden en senatoren, en
generaal Mercier schreven hun namen in
het register.
Grebauval, voorzitter van den gemeente
raad, zeide o. a.Parijs komt u huldigen.
Uit naam van zijn afgevaardigden heet ik
u welkom en buig mij voor de grootheid
van den strijd die in u verpersoonlijkt is.
Parijs houdt van helden het volgt met
hardstocht den strijd waarin de Zuid-
Afrikaansche republieken zich verdedigen
tegen de driestheid van overmachten van
zelfzuchtige samenspanning.
Het Kamerlid de Mahy overhandigde zijn
in hoogdravende bewoordingen gestelde
toespraak. Ook de rede van George Berry,
den voorzitter van de parlementaire groep
voor de nationale verdediging, werd den
president overhandigd.
Tegen 12 ure kwamen er 400 jongelui
met Transvaalsche en Oranje-Vrijstaatsche
vlaggen uit de Rue du quatre Sepiembe,
roependeleve Kruger. Andere groepjes
meDgden zich daaronder. De manifestanten
werden door de politie teruggeduwd en
verspreidden zich door de Rue Auber en
Boulevard Hausmann.
De president der Fransche republiek
heeft den president der Z. A. Republiek
officieel op het Elysée ontvangen. Omkwart
overtweeën, Zaterdag-middag, kwam Crozier,
de directeur van het protocol aan het hotel
Scribe. Kruger, die te bed was, stond op
om hem ontvangen. Crozier kwam Kruger
mededeelen, dat Louuet hem om vier uur
op het Elysée zou ontvangen.
vochtige oogen en begrijpt wat er gebeurd is.
Rudi heeft de billetten voor Leni en Toon
doch Toon is nergens te vinden. In zijn'
eentje is hij een wandeling gaan makenen
nog niet teruggekeerd, en daar Leni niet
zonder haar bloeder naar den Schouwburg
wil, dwaalt zij zoekend, in haar Zondags
pak, door straat en huts. Mama en Christine
zijn te vermoeid om er zich mede bezig te
houden.
Het wordt acht, negen, tien uur en noc
verschijnt geen Toon.
Eindelijk begeeft Rudi zich met Leni op
weg om Toon te zoeken, en na lang heen
en weer loopen zien zij bij het omslaan van
een hoek der straat een wankelende o-e.
stalte, die Rudi om zoo te zegden in de
armen valt; het is Toon.
Met inspanning van alle krachten brengen
zij hem naar huts, de trap op en laten hem
in de keuken liggen.
Den anderen morgen is Toon bleek en
ziek, en verlangt naar huisvan hetgeen
gisteren gebeurd is, weet hij niets meer.
Zoo reist hij af, zelfs Leni ademt vrijer,
r.u hij weg is. Een stuk van de gebraden
gans kreeg hij als mondkost op reis mede.