zitting der Kamer bijwoonden, en het publiek was zeer talrijk, hebben er zeker twee indrukken gekregen, welke ik niet mag verzuimen aan te stippen. De eerste is dezena de verpletterende beschuldigingen door den oud-minister Méline tegen den oud-minister Brisson en den tegenwoordigen minister Millerand uit gebracht, bestaat er geen twijfel meer over den grond der zaak-Dreyfus. De gewezen kapitein is wettig en rechtvaardig veroor deeld en niemand kan in Frankrijk nog de op elkaar gevolgde uitspraken der twee krijgraden, welke over zijn lot beslisten, wraken. Er is geen enkel Kamerlid opge staan om tegen deze, door den oud-minister president met de meeste kracht gedane verklaring op te komen en wat de bevriende bladen van het ministerie Waldeck-Rousseau en Millerand in Nederland ook mogen schrijven, het succes van Méline was over weldigend. De beschuldigers van generaal Mercier hadden niet het minste succes en het allertreurige debat, waardoor Frankrijk zooveel leed tengevolge der zwakheid zijner regeerders, werd eindelijk begraven. De tweede heeft betrekking op de houding der meerderheid na de rede van Waldeck- Rousseau, die den noodkreet liet hooren. Voor de honderdste maal riep het hoofd der regeering de republikeinsche verdedi ging in, en dit afgezaagd thema heeft weder dienst gedaan om de Kamer mede te sleepen. Met den angst voor het natio nalisme leidt hij zijn meerderheid en slaagt hij er in zijn leger bijeen te houden, en toen de minister-president bij zijn mamelukken eenig aarzelen dacht te be speuren, kwam hij met een paar zijner dwarskijkers, het spook der congregaties vertoonen en de partijdige amnestie kon als aangenomen beschouwd worden. Het ministerie moet aanblijven, zoo hebben de radicalen en socialisten gezegd, om het programma van uitsluiting er. ver volging te kunnen uitvoeren. Indien de generaals bvoorloopig nog moeten ontzien worden, zullen zij zich maar met het ver slinden der religieusen tevreden stellen. Deze koop werd op cynische wijze gesloten. Hij vernedert de regeering en zal een schande voor Frankrijk worden. Na drie onstuimige zittingen, waarvan de laatste eerst tegen twee uren in den nacht van Dinsdag op Woensdag eindigde, werd de_ amnestie-wet aangenomen, terwijl meer dan honderd leden zich van stemming ont- hielden, waaronder ook Paul de Cassagnac was, die verklaarde niet anders te kunnen handelen, in een geval als dit, waarin hij tusschen twee stellingen geplaatst werd, waarvan de eene al even slecht en onaan neembaar is als de andere. Twee leden van den Paiijschen gemeen teraad hebben bet voorstel gedaan om den laatsten dag der negentiende eeuw, den 31sten December 1900, een feestdag te doen zijn, omdat, zooals zij niet onaardig in hun voorstel zeggen, de arbeiderswereld wel het recht heeft de eeuw met een rustdag en in een feest te eindigen. De voorsteil^ts, de heeren Colly en Marsoulan, hebben tastbaar er niet aan gedacht, dat den 31sten December de belangrijkste be taaldag nu het jaar is en het einde van het jaar van op 29 December, een Zater dag, zoude vallen, welke dan door drie Zondagen gevolgd werd. Het grappigst idee was, de gemeenteraad op 31 December om kwart voor voor twaalf ten stadhuize bijeen te roepen, om daar een rede aan te hooren, waarin de nieuwe eeuw plechtig begroet werd, onder het gebrom der groote klokken der Notre-Dame, waarna een schitterend vuurwerk deze intrede der twintigste eeuw in vuur en vlam zouden besluiten. Het voorstel vond geen genoeg zame ondersteuning en vele Franschen zouden niet begrijpen waarom zulk een memorabel oogenblik niet even goed, ja zelfs veel beter in den familiekring en onder vrienden, dan in dwaze plechtige raadzitting herdacht en gevierd kon worden. Parijs, 7—21 Dec, 1900. Fimajus. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 22 December 1900. Gemeenteraad. De Raad dezer gemeente hield heden middag twee ure eene vergadering, die, na geopend te zijn door den Voorzitter, onmiddelijk in een besloten zitting overging. Alle leden waren aanwezig. Na verloop van circa l'/2 uur werd de vergadering heropend, om echter onmiddel lijk weer gesloten te worden. Was 't wel noodig geweest deze verga dering openbaar bijeen te roepen Door B. en W. is aan den Raad toege zonden een concept-verordening, waarin wordt geregeld het aantal scholen te dezer stede, hare verdeeling en aanduiding, de plaats harer vestiging en tevens de omvang van het onderwijs. Bij den Raad is ingekomen een voorstel om ingevolge bepaling van artikel 1 van het kon besluit van 16 Nov. j.i. (Stbl. no. 200) het aantal commissiën tot wering van schoolverzuim, bedoeld bij art. 22 der Leer plichtwet, te bepalen op één. Het komt B. en W. voor dat dit aantal voor hier voldoende is. Tevens wordt overgelegd een ontwerp- Huishoudeiijk Reglement voor deze commissie. Den 23 October 11. zond de »Bond van Ned. Onderwijzers" een adres aan den Raad, verzoekend de noodige gelden beschikbaar te stellen voor voeding en kleeding van schoolgaande kinderen in den winter. Met het oog op de Leerplichtwet en de bevoegdheid der gemeente, die daarin wordt omschreven, naast het Kon. besluit, dat deze regelen vaststelt en met 1 Jan. 1901 in werking treedt, zal eerst na dezen datum een grondig onderzoek kunnen plaats hebben, dat wel eenigen tijd in beslag zal nemen. Op grond van deze overwegingen stellen B. en W. voor, afwijzend op het adres te beschikken zonder dat dit als een uitspraak zal gelden over het beginsel van het ver strekken van voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen. Door B. en W. wordt aan den Raad voorgesteld te besluiten om aan den hoofdcommies ter secretarie A. H. W, van Luik te restitueeren een bedrag van f27.75 als abusievelijk van zijn traktement ingehouden voor pensioensbijdrage over 1899. Over 1900 zal hem in verhand daarmede een bedrag van f20.81 worden gerestitueerd. Door mr. J. Rombach, curator in het faillissement van de N. V. de Holl. Hout handel, voorheen M. J. Plant Co., was aan den Raad verzocht alsnog te doen betalen een vordering dezer firma op de gemeente over 1897 en 1899. Door B. en W. wordt geadviseerd afwij zend te beschikken op dit adres, omdat beide vorderingen, overeenkomstig de bepa lingen der gemeentewet zijn verjaard. Gister-middag zijn twee kinderen, Dina Lopik, oud 5 jaar, wonende Doelhofje 34, en Dirkje v. d. Teems oud 4 jaar, wonende Grofbaan 251S, terwijl zij speelden op het pad van da Koemarkt naar het Groenan- daal door een ongeluk getroffen. Terwijl vrouw v. Wingerden, wonende aan de Kleine Baan, met een gang kekend water de kleinen passeerde, schoot een lus van het juk los en kwam de inhoud der emmers terecht op de kinderen. Binnengedragen in den winkel van den heer Maltha bleek, dat Dina Lopik aan de beide beenen en voeten brandwonden had bekomen, terwijl de andere den linkervoet had verbrand. Nadat een voorloopig verband met lijnolie was aangebracht, zijn de kleine naar de ouderlijke woningen overgebracht en onder geneeskundige behandeling gesteld. Heden-ochtend half 11 heeft een paard van de firma H. Jansen en Co., dat op het Stationsplein aan een hek was vastgebonden, zich weten los te werken en is daarna op hol geslagen. Het dier werd door eenige burgers in de Overschiesche straat gegrepen en tot staan gebracht zonder dat ongelukken zijn ver oorzaakt. Een rechercheur ontmoette eergister- middag op het Wiliemsplein te Rotterdam een brandersknecht, werkzaam bij de firma Blankenheijm en Nolet. De dikbuikigheid van den brandersknecht kwam den recher cheur verdacht voor. Bij fouilleering vond men vier voile kelderfleschen met jenever op hem. Bij een huiszoeking bij den brandersknecht en bij een herbergier in de Nadorststraat werden voorts een 30-tal ledige kruiken en flesschen uit bedoelde fabriek afkomstig en die de aangehoudene zich toegeëigend had, door de politie in beslag genomen. Bij bekkenslag zijn te Vlaardingen opge roepen werklieden, genegen om het boot- werk der stakers te Antwerpen over te nemen tegen een weekgeld van f 15.—-, bij overwerk 37£ ct. per uur en vrijen overtocht. Dientengevolge zijn gisteren 30 personen van daar per Vlaardingsche stoomboot ver trokken om verder naar Antwerpen te worden overgebracht. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Zitting van \rijdag 21 Dec. Wordt besloten rrorgen ten 10 ure in de afdeelingen te onderzoeken de vier wets ontwerpen betreffende het Huwelijk der Koningin. Achtereenvolgens worden tal van kleine wetsontwerpen behandeld. Bij de discusssie over het ontwerp tot wijziging der begrooting van oorlog over 1901 wijst de heer Tydeman, herinne rend aan de geschiedenis der 14 ton, op de chronische kwaal bij Oorlog om steeds te laag te ramen. De Minister van Oorlog zal van de ge maakte opmerkingen nota nemen en zoo veel mogelijk voor juiste ramingen zorgen. Bij het wetsontwerp tot wijzigingen der grens tusschen 's-Gravenhage en Rijswijk, worden door de commissie van rapporteurs voorgesteld eenige meerdere perceelen naar 's-Gravenhage te doen overgaan, waardoor de grens in een rechte iijn langs Broeksloot zal doorloopen en een eenvoudiger en iii verband met de bestaande bou* plannen betere grensscheiding zal worden verkregen. De Minister neemt het amend, over, waarna de beraadslagingen gesloten worden. Hierna wordt behandeld de begrooting der algemeene landsdrukkerij over 1901. De heer Schaper dringt in de eerste plaats aan op vervanging van den 85- jarigen directeur door jongere krachten verder wil hij vervanging van het weekloon door een uurloon en verbetering in het lot van invalide werklieden ter landsdrukkerij. Wat de loonregeling betreft, meent spr., dat het belang der werklieden medebrengt het bestaande loonstelsel, nl. het stukloon, te behouden. De Minister van jBinnenlandsche Zaken sluit zich aan bij hetgeen de heer Heldt gezegd heeft en verdedigt ook den directeur. De werklieden zijn in het algemeen zeer tevreden er. de zetters en drukkers aan particuliere drukkerijen willen steeds bij de landsdrukkerij geplaatst worden. Overigens meent de Minister dat het stukloon in het belang der werklieden behouden moet blijven. Na repliek van den heer Schaper, worden de beraadslagingen gesloten. Bij het ontwerp tot verhooging van hoofd stuk V der Staatsbegrootingj over 1900, ontwikkelen de heeren Rink en Van Al phen hun bezwaren tegen de vivisectie, terwijl de heer Van Karnebeek bezwaar maakt tegen de stichting van een peststation. De Minister wenscht zooveel mogelijk de vivisectie te beperken en tracht aan te toonen, dat het peststation driDgend nood zakelijk is. Het artikel nopens de oprichting van een peststation, wordt aangenomen met 40 tegen 21 stemmen en daarna ook het ontwerp. Na eenige discussie worden goedgekeurd de verhoogingen op de Marine-begrootingen voor het verblijf onzer schepen in China en „Afrika, de onteigeningsvoorstellen voor een en lokaalspoorweg Haarlem—Amsterdam het ontwerp tot uitbreiding van het sta te Roiendaal. .y Bij art. 47 wenscht de heer Ver o verbetering in de zeetractementen der officieren en van de tractementen der eieren van de mariniers. g0t Wat betreft de financiëele gev°l6eD.VDlc de subalterneofficieren, spr. erkent, dit da baar, maar meent de Minister ook tractementen te moeten verhoogen. g( Verder bespreekt hij de organisatie v#ti de officieren der administratie en vertro0 dat de Minister deze zaak nog eeus ernstige overweging zal nemen. j De minister aan Marine, de heer R 0 e zegt, dat reeds veel gedaan is voo' g[) tractementsverbetering der zeeofficieren meent de financieele positie der offic'®1^ van de mariniers niet zoozeer achtera'®^ bij die der overige marine-officieren; belangen der officieren van administrate gezondheid zullen bij den Minister ste® behartiging vinden. Art. 27—31 worden goedgekeurd. i. Bij art. 32 behandelt de heer Sta® t man verschillende punten die hij i" g\ belang van de schepelingen wenschelij* noodzakelijk acht. De Minister antwoordt, dat het v vervoer te kostbaar zou wezen bij het a bulante leven van de schepelingen, f1® de goederen steeds kosteloos worden transporteerd. Voor verandering in de hu verdeelmg zooals die thans geregel,J bestaat geen reden. De tractementen stokers acht de minister voldoende. u De heer V e r h e y steunt den wens^. naar vrij vervoer van huisboedel en n®' tair vervoer van het huisgezin van officieren matrozen en andere schepeling® g De heer Staalman klaagt over ne| kolonel van den staf van het militair hospik® die zwaar en aanhoudend straf. De M n i s t e r ontzegt den spr. het r«c om te oordeelen over de geschiktheid een dirigeerend officier van gezondheid- waren strenge maatregelen wegens dad van baldadigheid in het hospitaal noodig- De heer Staalman blijft de gegrofl heid der klachten handhaven. De Minister antwoordt, dat hij p' op onrechtvaardige manier iemand zal durf wegjagen. Hij moet de militaire tucht h»n haven ook bij de marine. De beraadslaging wordt verdaagd tot avondzitting. Avondzitting van Vrijdag 21 Decernbef' Marine-begrooting. Na goedkeuring der nog overige artik®', wordt de begrooting van marine aangeno^ met 44 tegen 12 stemmen, die van heeren Ketelaar, Fokker, Van Gilse, Goekn®L Schaper, Van Kol, Merkeibach, Van Zwaag, Heldt, Kerdijk, Schepel en Staalt1®:,, Bij art. 12 van iHoofdstuk X ko®' behandeling de begrooting van Suriname. j Bij arkt. 69 ontwikkelt de heer V a n een amendement om den post voor 00 .p zoekingsreizen met f 2500 te verhoog bedoelende een subsidie voor een onderl0^ kingsreis van den Utrechtschen hoogleat® f dr. F. A. T. C. Went in het belang koloniale ambtenaren. „t De Minister neemt het amended1®J over, evenwel de verhooging terugbreng® tot f1300. Hoofdstuk Suriname word zonder ming goedgekeurd. ,t Aan de orde komt vervolgens de kolo®® begrooting voor Cura?ao. Den heer Van Kol worden de gevra®jLi> inlichtingen over het pensioenfonds doora Minister verstrekt. De begrooting wordt goedgekeurd £l Hoofdstuk X (Koloniën) en jjn (Onvoorziene uitgaven) f°( goedgekeurd. WetopdeMiddelen. De Minister van Financien, de „g Pier son, brengt in art. 1 weder l e, den memoriepost van de Indische Bij"®^ en dit in verband met de nog hang® beslissing over het betrekkelijk wetsonHVt, tot herzieningder Indische Comptabiliteit ue- De heer Bast srt betoogt de we«>s lijkheid althans van een verlaging accijns op suiker, een zoo belangrijk van volksvoeding. jp- De Minister neemt over het a®® „ps ment van de Commissie van Rapp om de bevoegdheid te geven tot uitg>{t gi schatkistbiljetten en schatkistpronaesS efln tot beleening van schatkistbiljetten to bedrag van hoogstens 5 millioen. De Wet op de Middelen wordt goedg®» De Kamer is daarop uiteengegaan;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 2