Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
24ste Jaarg.
Zaterdag 5 Januari 1901.
No. 6891.
bureau "38oiersfraaf 50.
Twee Koningen.
3
PBIJS TAS DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco per pos; door geneei Nederland - 2.—
Aizonrieriüke Nummers i - 0.05
PBIJS DEB ADYKBTENTIÉH:
Van 16 regeis'ƒ0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaalde piaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ALUKMËKA OYËIIZICHT.
4 Januari 1901.
Dn oorlog in Zuid- Afrika.
De inval der Boeren in de Kaapkolonie
blijkt met het beste succes volbracht te
rijn. De toestand in Kaapland wordt met
het uur ernstiger voor de Engeischen en
de laatste berichten doen vermoeden, dat
de crisis nadert. De Boeren dringen,
ondanks de woedende vervolging door alles
wat Engeischman is en op een paard kan
Zitten, steeds verder naar het Zuiden en
groeien in aantal. Zij staan thans halfweg
de Oranjerivier en Kaapstad even ten
noorden van Graaff Reynet, in het hartje
dus van de kolonie en de snelheid van hun
opmarsch bewijst, dat zij, zooal niet op den
openlijken, dan toch op den geheimen
steun van de Afrikaanders rekenen kunnen.
Hebben zij eenmaal vasten voet in Graaff
Reynet en Cradock, dan hebben zij zich
van een goede basis verzekerd, van waar
zij met succes de Afrikaanders in de andere
districten gemakkelijk bereiken en bewerken
kunnen. De westelijke troep heeft zich in
tweeën gesplitstde eene afdeeling rukt
op naar Sutherland en Malmesbury, dat
niet meer dan 60 mijl van Kaapstad ligt,
de andere dringt door naar Beaufort West
«n Frasenburg, op de lijn van Kaapstad
naar het Noorden.
Een blik op de kaart is voldoende om
te doen zien met hoeveel overleg het plan
van den inval is opgesteld en met hoeveel
succes het wordt uitgevoerd. Het doel is
de verbindingslijnen met de havens af te
snijden en dit is thans vrij wel bereikt.
Op de lijn van Middelburg via Graaff Rei-
net naar Port Elizabeth staat, volgens de
'aatste berichten, bij Glen Harry, een
commando tusschen Sherborne en Banger
in. Kitchener deelde het zelf mede, de
'ijn vernield door een troep, die zich waar
schijnlijk naar Cradock zal begeven. In de
districten langs de Oranjerivier wemelt het
Feuilleton.
In het jaar 1794 woonde in een huis in
de straat de Canebière te Marseille een
Puttier, die tevens kleermaker was. Hij
*°ng den ganschen dag als een lijster,
"«rwijl hij de broeken en vesten zijner
^'anten lapte, en zijne vrouw verkocht
8«braden aardappelen aan de buren, die het
urood als een artikel van weelde be
schouwden.
Ouder de bewoners van het huis en de
aste klanten der beide echtelieden bevond
'ch eene gevluchte Corsikaansche familie,
zeer dikwijls tot de sobere gaarkeuken
Y°r snijdersvrouw hare toevlucht nam.
ader Mathieu en zijne waardige weder-
schonken dezer familie gereedehjk
ediet op het eerlyke gezicht van ile
ceder en op het woord van den oudsten
thans van commando's, die achtervolgd
heetten te zijn door de Engeischen onder
Grenfell. Hoe men zich deze vervolging
moet voorstellen, wordt geïllustreerd door
het bericht, dat Grenfell naar Venterstad
is teruggetrokken en tot op 8 K.M. van
deze vluchthaven voortdurend door de Boeren
wordt bestookt.
Bij Colesberg namen de Boeren een
post der Nesbitt's Horse en bij Weitevreden
moest een van French verkenners al zijn
vee afstaan. In den rug van de verst
doorgedrongen commando's wordt het
terrein opengehouden en wordt het nog
veiliger door de beide commando's, die bij
Vrijburg gesignaleerd werden als trekkende
naar het Westen, thans op weg zijn naar
Prieska. Hun aantal wordt door de Daily
Mail op 2000 geschat.
Een draadbericht uit Carnarvon dd. 1
Januari 11. meldtDe Boeren zetten onder
aanvoering van Hertzog, Wessels, Pretorius
en Nieuwenhout, hun tocht naar Fraserburg
voort. Men bericht, dat ze bij den Spioen-
berg zijn. Hot plunderen duurt voort. De
gemeenschap met Fraserburg is verbroken.
De kolonels De Lisle en Thorneycroft
zetten hen steeds na, maar de paarden en
muilen zijn erg moe.
De Kaapsche regeering heeft bericht
ontvangen van een gevecht bij Fraserburg
bezuiden Carnavon, doch de uitslag is onbe
kend tengevolge vau het verbreken der tele
graaflijnen.
De Boeren hebben de hoeve verbrand
van dr. Smartt, den Kaapschen minister van
spoorwegen. Te Britstown hebben zij te veld
staande gewassen vernield en groote hoe
veelheden graan alsook de graanpakhuizen
zelf en den wolvoorraad.
De staat van beleg is afgekondigd in
Worcester—Ceres. Prins Albert, Frasen-
burg en Sutherland Het gerechtshof dat
de hoogverraadzaken te Colesberg behan
delde, heeft zijn zittingen voor onbepaalden
tijd verdaagd.
zoon, die eer. jong hoopvol artillerie-offf-
cier was.
Zoo vaak deze naar Marseille kwam,
placht hij tot den braven Mathieu, die uit
den omtrek van Tvetot geboortig was te
zeggen: Vader Mathieu, als ik het in
Frankrijk ooit tot iets breng, benoem ik u
vast en zeker tot koning van Yvetot.
En dan gat de snijder lachend tot
antwoord ik benoem u van ditoogenblik
af tot generalissimus van mijn gansche
armee.
Ik dank je, zei de officier; ik laat mij
dat vooreerst welgevallen, in de hoep, dat
er nog wel iets beters komen zal.
Denkt gij dan misschien nog eens
aan het hoofd van het transche leger te
komen 1
Wie weet? Ik draag den maarschalks
staf in mijn zak.
Waarlijk, gij zijt vrij wat eerzuchtig
mijn generaal.
Zoo tamelijk. En uwe majesteit?
Och lieve hemel, mijne majesteit is
gauw tevreden gesteld. Ze vergenoegt zich
met een klein huisje in mijn geboortedorp,
met een gelagkamer en eene redelijke
werkplaats.
Hoe bevreesd men zelfs is voor een aan
val der Boeren op Kaapstad, bewijst, dat
1400 krijgsgevangen Boeren uit Kaapstad
naar St. Helena zijn ingescheept.
Het feit van het wegvoeren der Boeren
krijgsgevangenen wordt in een draadbericht
uit Kaapstad als volgt verklaard Daar de
rijksautoriteiten op alle gebeurlijkheden
willen voorbereid zijn, zijn er maatregelen
genomen om de gevangenen uit de kampen
bij Groenepunt en Simonstad over te brengen
op transportschepen.
Te Kaapstad ziet men den toestand ir. den
kolome donker in. De Hollandsche bevol
king is op dit oogenbiik nog wel niet in
opstand, maar de aanvallers hebben overal
van de bewoners hulp gekregen. Men dringt
ten sterkste aan op de uitzending van
groote versterkingen. De voorhoede van
de oostelijke Boerenkolonie is dicht bij
Maraisburg, ongeveer 40 K.M. ten N. O.
van Cradock.
Een nader bericht uit Kaapstad, in dato
3 dezer, meldt nogDe commando's, die
het westen der kolonie zijn binnengevallen,
werden heden bij Fraserburg verwacht,
maar een Engelsche troepenmacht heeft
Fraserburg bezet. De vijand schijnt zich nu
in de richting van Willistow, ten noorden
van Fraserburg, te bewegen. Verschillende
commando's zijn in Griqualand-West ver
schenen. Er wordt bericht dat hun doel is
Griquatown, dat door de Engeischen is
bezet.
De Boeren hebben Jagerfontein en Faure-
smith, die op Kerstdag door de Engeischen
ontruimd waren, weder bezet. Duizend in
woners trokker. weg voor de bezetting door
de Boeren plaats had. Honderden Boeren
wagens, waarop al hun have vervoerd werd,
vormden een stoet van ruim 8 K.M. lengte
op den weg naar Edinburg, waar nu de
militairen hen van voedsel voorzien en
geldelijke ondersteuning.
De Daily Mail verneemt uit Kaapstad,
dat Methuen een Engelsch legerkorps te
Gij zijt zeer gematigd in uwe wen-
schen. Ik beloof u dat alles metterijd,
sire
Ik wensch u een paleis van marmer
toe, heer generaal.
Dienzelfden avond zeide eene oude vrouw
uit de buurt, nadat zij een tijd lang aan
dachtig beiden had aangezien
Gij zult eens beiden koningen zijn,
mijne heeren.
Koningen riep vader Mathieu.
Eu wie van ons beiden zal de mach
tigste wezen.
Gij, antwoordde de vrouw lachend en
wees op den luitenant.
En de gelukkigste
Gij 1 vervolgde zij en zag den eerzamen
kleermaker aan.
De eerlijke kleermaker lachte, dat hem
de buik schuddedoch de luitenant lachte
niet en ging nadenkend heen.
Den volgenden dag vertrok de luitenant
naar zijn regiment, de familie reisde naar
de hoofdstad, de snijder ging aan zijn dage-
lijksch werk en zyne vrouw verkocht aard
appelen. Hij dacht niet meer aan de hem
gedane «profetie", toen hij op zekeren
morgen over de post een heel aardig
Vrijburg bijeentrekt om de Boeren, die na
het zuiden oprukken, na te zetten. Kimber-
ley heeft 1000 man troepen naar Vrijburg
gezonden en andere troepen worden uit
noordelijker plaatsen beschikbaar gesteld.
De Londensche bladen hebben een tele
gram uit Kaapstad, in dato 3 dezer, mel
dende dat het vechten wordt voorgezet op
128 K.M. ten noorden van Magerfonteie.
Roberts is gisteren te Londen aange
komen en aan het station ontvangen door
den prins van Wales, den hertog van York,
Landsdowne IBrodick en andere leden van
het Kabinet. Hij reed naar Buchingham
palace. De menigte juichte hem geest
driftig toe.
De oorlog in China.
De Chineesche keizer schijnt met den
tegenwoordigen^ staat van zaken wel te
vreden te zijn. In de te Shanghai ver
schijnende Univertol Gazette wordt zelfs
een brief gepubliceerd door Zijne Majesteit
geschreven aan zijl! machtige noordelijke
nabuur den Tsaar aller Russen, te gelegen
heid van diens herstel. Koeang-Soe brengt
daarin aan Nicolaas II tevens hartelijken
dank, wijl deze aan China Mandsjoerye
heeft teruggegeven Men weet nl.
reeds voor eenigen tijd werd 't gemeld,
dat Rusland den zoon des Hemels plechtig
heeft uitgenoodigd het civiele bestuur over
Mantsjoerije opnieuw te aanvaarden onder
bsscherming der Russische regeering, die
het land met haar troepen overdekt, alle
spoorlijnen «controleert" en er dus dank zij
de fraaie gelegsnheid door den Boksers
opstand aan de hand gedaan, sinds dezen
zomer feitelijk heer en meester is. Voor
deze grootmoedige «teruggave" van Mant
sjoerije, het land zijner vaderen, dankt
Koeang-Soe zijn keizerlijken neef Nicolaas,
daarbij herinnerend aan den bekenden
kleinen viervoeter, die «kwispelstaart en
loopt in 't rond en springt op mijnen schoot".
De Times verneemt uit Peking dat de
sommetje ontving, met een brief van den
volgenden inhoud
Ik ben generaalhet is billijk, dat
gij nu koning van Yvetot wordt. Hier is
het noodige, om de eerste onkosten uwer
hofhouding te bestrijden.
De generaal Bonaparte.
De snijder nam het geld en toog met zyne
vrouw naar zijn geboortedorp.
Bij zijne komst daar vernam hij, dat men
de overblijfselen van een oud slot, dat men
in den omtrek het «paleis der Koningen
van Yvetot" noemde, verkoopen wilde; voor
eenige assignaten werd vader Maihien er
eigenaar van. Het waren slechts oude mu
ren en puinenhij liet ze omver halen en
de steenen dienden tot opbouw eener herberg
op wier uithangbord men lasIn de
Republiek van Yvetot.
Van koningen mocht in die dagen heel
niet gerept worden.
Genoegzaam om denzelfden tijd was de
voormaligeartilleneluitenancgeneraal en chef
geworden en vernielde de laatste sporen der
republiek, waarop hij voorloopig het paleis
Lunenburg betrok, in afwachting dat hjj zijn
intocht in de Tuderiën zou kunnen maken.
(Slot volgt.)