Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 24ste Jaarg. Donderdag 10 Januari 1901. No. 6895. ^Bureau "Sfiofersfraaf 50. NATIONALE MILITIE. Öe Twee Dooven. RATIONALE MILITIE. J3FFICIEELE BERICHTEN. Ontheffing van Werkelijken Dienst '"gevolge art. 127, eerste zinsnede, der ^et betrekkelijk dë~Nationale Militie. Burgemeester van Schiedam, Fenil leton. 1) ZEEMILITIE. iJLtfK'ftKES OVJSHZlUi'I De oorlog in Zuid-Afrika. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT PBÏJS TIN DIT BLAD: ïoor Schiedam per 3 maanden France per post door geheei Nederland Afzonderiiike Nummers f 1.50 2.— - 0.05 PRIJS DER ADYKRTKNTïgN: Van 16 regeis I I I f0.60 Elke gewone regei meer-0.10 Voor hernaaide plaatsing worden biilijke overeenkomsten stanaegaan. .brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren van v a godsdienst, rendelingleerarea en broeders-diakonen «tnri Cene goi;lsliieBBti8e vereeniging, alsmede van j.adtnteu in de godgeleerdheid en zendelingkweeke- ugen, die aan eene inrichting van ouderwijs tot j ''lelijke, bedienaar van den godsdienst of zendeling- éi L8ar wor<'en opgeleid, proeforoeders, die tot broeder en 011 van ':eIle godsdienstige vereeniging wolden Pgeleid, en Roomsch-Katholieke ordebroeders, die tot jjQUe binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichtiug be- v "reo, in deze gemeente, voor de lichting van 1901 ur de militie hebben geloot en voor den dienst door e° militieraad zyu aangewezen of bereids in voor- Bude jaren bij de militie zijn ingelijfd en krachtens eerste zinsnede, der wet betrekkelijk de at'onale Militie, voor één jaar van den werkelijken ejwt zijn ontheven g dat voigens art. 71 van het Koninklijk besluit van V b 1862 staatsblad no. 16), gewijzigd bij dat 26 September la98 staatsblad no. 211), de AN VRAGEN om ontheffing van den werkelijken de'"81! Termeld in de eerste zinsnede van art. 127 in Voorn°emde wet en gericht aan H.M. de Koningin, °r de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen te eigenhandig geteekend met de VEREIS IHTE j, "1JSSTUKKEN moeten worden ingediend bij den Jgemeester der gemeente, binnen welke zij voor de I be zijn ingeschreven, en wel: door hen, die op den bij art. 112 der wet be paalden tijd ter inlijving bij de militie moeten Worden afgeleverd in de laatste tien uageu der maand op één na voorafgaande aau de maand, Waarin de aflevering moet geschieden; door hen, die op een ander tijdstip ter inlijving "ij de militie moeten worden afgeleverd, binnen tien dagen na de dagteekeaing van den op- 3U 'oepiugsbrief door hen, die op nieuw van den werkelijken dienst Wenschen ontheven te worden, in de laatste tien dagen der maand, op één na voorafgaande aan de maand waarin de duur van de verleende of <t0 laatstelijk verleende ontheffing eindigt door de ingelijfden bij de militie, die voor het eerst voor ontheffing in aanmerking wenschen te bomen, zoodra zij meeuen op ontheffing aanspraak ie kunnen makenen "at het overgelegd bewijsstuk niet vroe- mag afgegeven zijn dan tien dagen ür de inlevering er van bij den Burge- Uit het Fransch door F. fl. V<Ja' gewis, ik betreur hem dikwijls, den hït °Sen "jd waarin de diligencen, onder het de gerinkel van bellen en onder r0nzweepgeklap van de postiljons, nog mreden. kr0 (*le lanSs st°Iffge wegen, welke zich haar tusschen het groene gebladerte de t*en verafgelegen gezichteinder! En fjjp ""gestrekte akkers, waarop het koren de h' en ffaaie weiden waarop de wind ïjy °terbloempjes en de madeliefjes kromde die Qe krekels, die men hoorde piepen en <fo0r 01911 °P rï®n kruin van de witte haag- gr0 "6n zagEn de vogels, die op de Hft 7ftfl O VI ilnn LI J. meester en dat de aanvrage op ongezegeld papier kan worden geschreven. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9den Januari 1901. De Burgemeester voornoemd VERSTEEG. j n* z°den der slooten zich verlustigden, "ufeiri n tyti» afthans, was het reizen een **h it'0® en een voortdurend aankweeken kermis. Heden ten dage doorkruist mer. bil Burgemeester en Wethouders van Schiedam, gelet hebbende op art. 150 der wet be trekkelijk de Nationale Militie Roepen bij deze op alle lotelingen voor de lichting van 1901, die bij de ZEEMILI TIE wenschen te dienen, om daarvan vóór '1 Februari aanstaande ter gemeente secretarie aangifte te doen. Zij herinneren hierbij tevens aan den inhoud van art. 129 der genoemde wet, luidende De bij de militie te land ingelijfden worden niet tot het aangaan van eene verbintenis voor de buiten- laudsche zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toe stemming van wege Onzen Minister van Oorlog. llie toestemming woidt in gewone tijden niet ge weigerd aau de lotelingen, die reeds vóór hnune inlijving bij de militie hun beroep van de buiten- landsche zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 150 voor de zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet hebben kunnen worden aangenomen. Tevens wordt, naar aanleiding van de circulaire vau den heer Commissaris des Konings in deze pro vincie van 17 Februari 18S1 [Provinciaal-blad no. 15) ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat de keuze uit de lotelingen, die zich voor de ZEE MILITIE opgeven, dosr den Minister van Marine wordt overgelaten aan de officieren van de Marine, met de overneming der zeemiliciens belast en mitsdien alle verzoeken om inlijving bij de ZEEMILITIE, tot het Departement van Marine gericht, voortaan buiten beschikking zuilen worden gehouden. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9den Januari 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. 9 Januari 1901. De invai in de Kaapkolonie blijkt de uit voering van een weloveriegd plan te zijn, de vlakten en de weilanden, de bosschen, de akkers matten onze oogen af in de snelheid, welke ons wegdraagt. Voorzekerja, ik betreur hem dikwerf, dien ouden tijdte meer, daar hij mij aan mijn vriend Dauphiné doet denken, die me nog al met met z'n zweep kon klappen en me op de zware voermanspaarden wist te rijden, als hij ze naar net wed bracht, om ze daar te laten drinken Vlug als een hert er. sterk ais een os, doch de goedheid in persoon en zachtzinnig als een lam. Al sedert jaren was hij eerste stalknecht van den nLion d'Or". Eerste-stalknechtlet wel. In dien tijd hield ieder logementhouder zijn eerstv- stalkr.echt er op na, evenals de notaris zijn eerste-klerk had. Dauphiné bezat het voile vertrouwen van zijn meester, den heer Léveillé. Helaasop zekeren dag, evenwel, maakte nij misbruin van dat vertrouwen en mijn arme Daupniné verliet het vlek om elders zijn fortuin te zoeken. Achwat heb ik hem betreurd, dien braven Dauphiné I Dat begrijpt ge niet, gij, die hem in 't geheel met hebt gekend getuige het succes waarmede ze tot hier toe volbracht werd. Meer en meer blijkt, dat de Kaapsche Afrikaanders reeds lang in het geheim waren en tijdig hun maat regelen namen. Zoo lezen wij, dat na het congres te Worcester tal van paarden langs allerlei weinig bezochte wegen naar hel noorden werden gezonden. De paniek in Kaapstad door den inval gewekt, blijft aan houden. Steeds worden meer detachemen ten gezonden naar alle punten om Kaap stad, die ook maar eenigszins in verdenking liggen, den Boeren een toegang tot de stad te kunnen geven. Olie in het vuur zal de gevangenneming van dr. Malan, hoofdredacteur van Ons Land, zijn. Dit groote Afrikaanderblad heeft sinds het uitbreken van den oorlog krachtig partij gekozen voor de beide republieken en keer op keer de regeering te Londen zoowel als die te Kaapstad de bitterste waarheden, de hevigste verwijten oor de voeten geworpen. De populariteit van dr. Malan bleek het best, toen hij na het terugtreden van Schreiner als parle mentslid van Malmesbury zonder oppositie in dat district gekozen werd. De toestand wordt kritiek genoemd, de Times schijnt het met dezen noodkreet eens te zijn en zegt, dat lord Kitchener zonder twijfel de noodzakelijkheid over wegen zal van eenige kolonnes naar het zuiden te zenden, dichter naar zijn zee-basis om de Kaapsche regeering uit het moeras te helpen waarin zij steeds dieper wegzinkt. Arme Sirdar Hij heeft goed beloven en nog beter overwegen, doch waar moeten de Tommies vandaan komen, die hij missen kan voor operaties in de buurt van zijn zee-basis. Caran d'Ache heeft gelijk door hem in den Figaro te teekenen te midden van alle zijden op hem aanrukkende grin nikende Boeren en hem toe te roepen »er zijn er te veel". Uit berichten van enkele gewonden, die te Heilbron aankwamen, blijkt het, dat want ik zeg 't u nog eens't was de goedheid-zelf. En de reden, waarom hij werd wegge stuurd was zpo kluchtig 1 Het eenige gebrek toch van den goeden jongen washij hield te veel van grappen verkoopen, bet op touw zetten van moppen, zooals hy met zijn zwaren vroolijken lach zulks noemde. Het was dan ook de volgende »mop" welke hem zijn betrekking kostte. Te Moisdon stond het logement de »Lion d'Or", bekend ais net beste en het meest beklante uit geheel den omtrek. Zjn clientèle bestond in hoofdzaak uit ruwe karremannen die, van alle kanten uit geheel Bretagne komende, naar Nantes zich begaven. 't Moet gezegd worden, dat baas Léveillé een rondborstige en vroolijke gast was, zeer voorkomend en op de hoogte van zijn zaakvan lieverlede had hij gehoei de goede cliëntèle voor zich weten te winnen. Toch had een der voornaamste karre mannen te Rennes, baas Bastard, tot nu toe zich verzet tegen de aanbiedingen van Léveillé. Bastard ging zelden op reis, een afdeeling van Knox' lijfwacht, 220 man sterk, met een overmacht der Boeren bij Lindley in gevecht kwam. Het spijt mij te moeten mededeelen, dat luitenant kolonel Laing, 2 officieren en 15 man sneuvelden en 2 officieren en 20 man gewond werden. Geen bijzonderheden zijn door generaal Knox over dit gevecht gemeld. Op de keper beschouwd, is dit een zeer belangrijk telegram, want, der sPudels Kern" kon wel eens de gevangenneming, van generaal Knox in eigen persoon zijn. Uit hetgeen Kitchener van gewonde sol daten ter oore kwam, blijkt, dat een af deeling van Knox' lijfwachf in een hinderlaag viel. De groote vraag is of die lijfwacht Knox al of niet escorteerde. Uit 't »geen bijzonderheden zijn door generaal Knox over dit gevecht gemeld", is af te leiden, dat de geheeie troep in handen der Boeren viel en Knox dus niet op de hoogte kon gesteld worden, doch de moge lijkheid bestaat tevens, dat Knox tegelijk met zijn lijfwacht in den val liep en dus niet in staat is de bijzonderheden te seinen, waarnaar Kitchener met eenig verlangen uitziet. Het gevecht moet Vrijdag of Zaterdag hebben plaats gehad en nog zijn de bijzonderheden niet gemeld. De kansen stijgen dus, dat de eeuwige vervolger van De Wet zelf in den val is geloopen, die hij zijn gehuchten tegenstand had bereid. Een draadbericht uit Kaapstad in dato 7 Januari geseind, meldt het volgende Twee der vrijwilligerskorpsen, weike zijn opgericht in antwoord op de jongste op roeping, zijn te Piquetberg-weg aangekomen en westwaarts getrokken. Kolonel Henniker houdt met een gemengde kolonie de bergen ten zuiden van Sutherland bezet, Op een bijeenkomst van Afrikanerleden van het parlement is besloten om de heeren Merriman, Sauer en Hofmeyr naar Engeland te zenden, om den stand van zaken bloot te leggen voor regeering, parlement en volk. Volgens een draadbericht uit Clauwiiliam doch hij had een vijftiental voertuigen, door evenveel mannen bediend, wat een mooi buitenkansje voor een logement vormde, Ah! zeide Léveillé, als baas Bastard maar eens hier kwamAls ik met hem maar eerst in kennis kon komen Doch hij kende hena niet. Op zekeren morgen, evenwel, weerklonk Léveillè's krachtige stem door het logement van den »Lion d'Or."hij had zoo even een brief van Bastard ontvangen, die hem mededeelde dat hij zelf te Moisdon zou komenen dat hij eindelijk besloten was in den »Lion d'Or" af te stappen. Ik wist 't wei, dat hij zou komen, riep Léveillé verheugd uit. Volgens gewoonte vroeg de karreman hulppaarden aau voor het bestijgen van de lastige helling van Cerisaie, op vijf kilometers afstand van Moisdon. Het was Dauphiné, welken léveillé met die belangrijke zending belastte. Hij gat den knecht de dringendste aanbevelingen. Je weet, Dauphiné, men zegt dat meester Bastard geen gemakkelijke knaap is, geef hem in mets aanstoot, want t zou

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1