Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Onze haven ia 1300.
24ste Jaar«r.
Zondag 20 Januari 1901.
No. 6904.
^Bureau l$oterstvac& 50.
EERSTE BLAD.
Erfgenaam van den Slaap.
PRIJS TAK DIT BLAD:
Yoor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland -2.
Aiionderiiike Nummers 0.05
PB IJS DEB ADTEBTENTIÊN:
Tan 1—6 regeis; ƒ0.60
Elke gewone regei meer 1-0.10
Voor herhaaide piaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
(Ingezonden.)
Blijkens de statistiek der inklaringen
a'hier, zijn (zonder de visschersvloot) volgens
°&derstaand staatje in onze haven binnen
gekomen van 1888 tot 1900800 stoom-
®n 629 zeilschepen, totaal 1429 zeeschepen
•het eer. gezamelijken inhoud van 652.363
r®g. tons of 1.846,186 M\ netto.
Nam het aantal schepen in de laatste elf
Jaren geregeld af, in het jaar 1900 is een
^ooruitgang te constateeren van ongeveer
■^6 pet. tegenover het voorafgaande jaar.
Scheen dus in het begin van 1899 het
Mi te kenteren, toch bleef dat jaar de ko
kende vloed weg.
Be peilschaal der scheepvaartbeweging
s'eeg noch daalde.
Voor onze haven moesten wij constatee
r®°, dat de ingeklaarde ladingen van zee
schepen een slecht figuur maakten in 1899
'«genover die van het voorafgaande jaar.
Duidelijker begon zich m het jaar 1900
j|et opkomen van den vloed te openbaren,
'®r en daar liep een golf verder het strand
°P en deed de pessimisten terugdeinzen.
Br kwam drukker scheepvaartbeweging.
Gelukkig mogen wij erkennen, dat ook
'®r door gemeente en particulieren veel
8®daan is en wordt door goedkoope haven-
Reldtarieven, gerievelijke aanlegplaatsen en
goedige lossing der schepen, om aan onzen
atldel, onze scheepvaart, visscherij en
'Hlverheid wapenen in handen te geven»
*leh voor den strijd der concurrentie toe te
rdsten.
W&nneer men het jaarverslag inziet
®^Urent hetgeen op scheepvaartgebied in
eri jaar te Schiedam is voorgevallen, dan
Feuilleton.
(Een volksverhaal uit Senegambië.)
3) (Slot.)
t *»®n om hem heen, die daar nieuwsgierig
-gestroomd waren, grijnslachten om die
«ede aardigheid, zonder eenigen twijlel
^esten zij de valschheid en het zondige
«en dergelijke oplossing gevoelen, maar
tjj ^achtten zich wel partij te kiezen.
bfiira en Samba waren zeer ruw, bizonder
vechnd als zeer ''chtgeraakt en als eerste
Atersbazenen bovendien, door hun
Het werden ZÜ rijker en machtiger.
Zij ^ar® noodig geweest, dat Demba tegen
r°eders in opstand ware gekomen en
Han 3e "aedeplichtigen had overwonnen.
Zou 3® menigte hem gelijk hebben
lij ,v®n en had zij hem ondersteund, omdat
li st«rkste was geweest,
ernba echter onderdrukte ,de zeer
kan men zich bij den aanvang van den
arbeid het genot niet onzeggen den indruk
weder te geven dat uit de cijfers blijkt,
dat het afgeloopen jaar goed was.
Het gevolg van een en ander was, dat
het aantal schepen voor Schiedam bestemd
een cijfer bereikte, dat, naar wij hopen,
nimmer meer verlaagd zal worden en dat
het dubbele overschreden heeft van dat van
1899.
Deze cijfers overziende, krijgen wij geen
ongunstig beeld van de onwikkeling van
het verkeerzij wijzen zij op de bruik
baarheid van onze haven als transitohaven.
Verblijdende uitkomsten, doch die met te
meer leedwezen doen denken aan hetgeen
Schiedam nu reeds had kunnen zijn, wan
neer het zijn rechtmatige eischen ten op-
opzichte van het transitoverkeer vroeger
en beter had ingewilligd gezien.
Het lijdt dan ook geen twijfel of in onze
gemeente zullen, gelijk reeds geschiedt,
meer en meer en liefst met eenigen spoed
de bakens moeten worden verzet.
Moge dan al het mogelijke worden ge
daan om in te halen, wat door te lang
verzuim is verloren gegaan. Dat de ge
meente voor de nijverheid terreinen met
spoorwegaansluiting geschikt make en be
schikbaar stelle langs de Oosterhaven en
Voorhaven, want dan zal Schiedam eenmaal
de tweede zeehaven worden aan de Maas,
hoewel het thans nog de eenige stad daar
van is zonder spoorwegverbindingen.
Hierbij wenschen wij nog op een enkel
punt, onze havens betreffende te wijzen.
Wanneer een defect van eenigen omvang
aan de sluizen in de Voorhaven ontstaat,
dan is de binnenstad van de verbinding
met de Maas langs zijne binnenhavens ge
heel afgesloten.
Het is daarom van groot belang de door
graving van de Westerhaven tot stand te
brengen. Dan ook zullen de diepgaande
schepen als kotters en loggers enz., die nu
niet door de Varkensluis kunnen, direct uit de
Maas in de Nieuwe Haven aan de scheepstim-
mermerwerf »de Hoop", en het Algemeen
Handeis-Entrepöt kunnen komen.
Deze werken zijn zeker kostbaar, maar
van het grootste belang, en zeker zal men
daarvoor vele jaren en tonnen gouds noodig
hebben.
Wat door onze voorouders van de negen
tiende eeuw werd ontworpen, moge in de
twintigste eeuw volbracht worden.
Aantal zeeschepen te Schiedam aangekomen met ingeklaarde ladingen.
Ladingen.
Granen
Hout en Balken
Steenkolen
Stukgoed
Koffie en Tm
Palmolie en Talk
Ijzererts
Ballast
Diversen
Te zamen
Stoomschepen
Zeilschepen
J
aren.
1888
1889
18901189111892
1893
1894
1895
1896
189711898
1899
1900
118
99
89
87
29
38
33
47
35
29
32
18
13
37
28
33
38
24
25
31
22
17
21
17
21
13
1
2
3
1
1
2
13
10
6
15
91
16
14
13
18
15
17
13
12
13
14
12
10
2
2
1
2
3
3
16
15
2
1
3
3
4
2
1
4
3
4
1
1
1
6
4
3
8
1
3
2
4
3
8
12
180
155
144
150
88
101
80
83
81
79
73
66
149
68
75
54
66
49
62
46
57
57
50
50
46
120
112
80
90
84
39
39
34
26
24
29
23
20
29
Het totaal aantal van de stoom- en zeilschepen van 1888 tot 1900 was 1429 zee
schepen met 1.846.186 M3 netto, of 652.363 reg. tons inhoud (zonder de visschersvloot).
natuurlijke beweging van toorn, dacht na
en het hoofd fier opheffend, sprak hij vast
beraden
ïHet laatste woord van mijn vader is
geweest»Twist vooral niet met elkander
om de erfenis I" Ik eerbiedig den wil mijns
vaders ik neem de verdeeling aan. Maar
gij allen zijt mijn getuigen de slaap is
mijn deel en herinner u wel, de wet
zegt: »De broeder, die aan zijn broeder
een deel van diens aandeel in de erfenis
onttrekt, verdient den dood."
Hl.
Demba leefde geheel onderworpen, zoowel
van den arbeid zijner handen, als hij zich
bij anderen dienstbaar kon maken, als van
aalmoezen, maar nooit toch hield hij op te
zorgen voor den goeden staat van het graf
zijns vaders, dat door zijn broeders geheel
verwaarloosd werd.
De dorpsbewoners vormden zich omtrent
zijn gedrag een verschillende meening.
Zich met zulk een gemakkelijkheid aan die
schandalige verdeeling te onderwerpen was
volgens eenigen een bewijs van groote
domheid, volgens anderen een teeken van
wijsheid. Maar zijn goed gedrag bezorgde
hem toch aller welwillendheid.
Steeds was hij voorzien van een zware,
knoestige knots, maar niemand dacht aan
een wapen, want Demba zag er steeds
even vreedzaam uit.
Zijn beide broeders, die zich met zijn
deel verrijkt hadden, breidden hun zaken
uit en werden zoo welvarend, dat zij niet
meer noodig hadden te werken. Diara, door
ijdelheid gedreven, kwam het ouderlijke
dorp opzoeken en liet daar zijne schoone
kleederen, zijn paarden en zijn schatten
bewonderen.
Eens, op een snikheeten dag, was hij, te
midden der voornaamsten van het dorp
gaan zitten in de schaduw van den reus-
achtigen boom, die midden op het dorps-
of rechtsplein zich verhief. Hij had een
stevig middagmaal gebruikt, en dit maakte
hem wel wat slaperig. Hij strekte zich op
den grond uit op een gevlochten mat,
waarmede een zijuer slaven inderhaast
was komen aanloopen. Van een voorschoot,
met zorg opgevouwen, maakte hij zich
een hoofdkussen en weldra sliep hij in.
Daar kwam de onterfde voorbij en
bemerkte weldra zijn broeder, reeds in
diepen slaap. Zonder den stap te verhaasten,
AJLÖEM£E3i ÜVEIIZ1CHT.
19 Januari 1901.
De oorlog in Zuid-Afrika.
De haast van het Engelsche ministerie
om den oorlog die nu reeds vijftien maan
den geduurd heeft, voor geëindigd te ver
klaren en in verband daarmede allerlei
maatregelen te nemen, die hiervoor het
bewijs moeten leveren, heeft het reeds
leelijke parten gespeeld. Thans is ook sir
Alfred Milner er de dupe van geworden.
Zooals men weet, is de gouverneur der
Kaapkolonie benoemd tot gouverneur van
de beide Zuid-Afrikaar.sche koloniën, die
Engeland op papier aan zijn gebied heeft
toegevoegd. Sir Alfred zou den 15n van
deze maand zijn post aanvaard hebben,
maar thans komt het bericht uit Kaapstad,
dat zijn vertrek tot on bepaalden tijd is uit
gesteld. Het leelijkste is, dat over eenige
dagen de nieuwe gouverneur sir Walter
Haly Hutchinson, oud-gouverneur van Natal,
zijne nieuwe betrekking komt aanvaarden,
zoodat sir Alfred gedoemd is weldra een
functie te vervullen, die wij als het vijfde
rad van den wagen gewoonlijk bestempelen.
Men kan er van op aan, dat de Afrikaan -
ders niet zonder leedvermaak, evenals wij,
kennis genomen zullen hebben van dezen
minder aangenamen toestand, waarin de
algemeen verwenschte sir Alfred door
toedoen van zijn vriend Chamberlain is
geraakt.
Een ander telegram uit Kaapstad van
een oude bekende, de heer Bennet Bur
leigh, oorlogscorrespondent van de Daily
Telegraph, die toen de oorlog suit" was,
terugkeerde, maar in Engeland tot de con
clusie is gekomen, dat hij zich vergist had
en daarom maar weer teruggekeerd is
(met looden schoenen wordt niet gemeld)
bericht, dat in de Kaapkolonie zich 20 000
vrijwilligers hebben aangemeld. Nu hebben
wij van andere zijde gehoord, dat de
oproeping r.i6t aan de verwachting had
zonder één woord te zeggen, zonder iets
in zijn beweging te laten merken, nadert
hij wild slingert hij zijn knoestigen stok
in de hoogte, en, met een enkelen slag,
alsof hij een kokosnoot moest doorslaan
dreigde hij het hoofd van der. slaper te
verpletteren.
Eén kreet van schrik vervulde de lucht
en verscheidene handen grepen reeds naar
Demba, om hem van broedermoord terug
te houden.
»Laat los," zeide hij, zonder zich te
bewegen, vvergeet gij de wet en herinnert
gij u de verdeeling van ons vaderlijk erf
deel niet meer? Ik nam u tot getuigen,
dat mijn broeders mij tot mijn deel den
slaap hadden gelaten. En sliep hij niet,
toen ik naar hem wilde slaan? Hij bestal
mij. Hij sliep, en in het openbaar. Ik heb
de overeenkomst geëerbiedigd en niets
gevraagd van zijn rijkdommen, waarvan
een deel mij toch rechtens toekwam. De
wet straft den broeder, die ook maar
een gering deel van het erfdeel zijns
broeders ontneemt, met den dood. Ik zou
rechtvaardig handelen door hem te doo-
De oudsten meenden, in Demba te zien
NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT