Keizer Wilhelm.
Het Chineesche Hof.
Stads- en txewesïeiijk Nieuws.
BINNENLAND.
De heer De Ras verdedigt nader het
dium Sagasta, buitenlandsche zaken Almo-
dovar. financiën Uzzasz, oorlog Weyler,
binnenlandsche zaken Moret, marine Verugua,
openbare werken Villanueva, onderwijs
Ramonones; voor justitie is de minister nog
niet gevonden.
De Duitsche Rijksdag heeft gisteren
zonder debatten van beteekenis de beraad-
slaging over de begrooting van buiten
landsche zaken geëindigd.
Keizer Wiihem heeft te Wilhelmushaven
weer een zijner China-toespraken gehouden,
waarin veelbesproken uitingen als in vroe-
geren oorlogstoespraken achterwege zijn
gebleven of door de persbureaux met wijs
beleid zijn geschrapt. De Keizer inspec
teerde het derde marine-bataljon dat naar
Tsing-Taoe vertrekt, en bracht den soldaten
in herinnering het voorbeeld hunner
kameraden in China. Hij sprak de hoop
uit, dat de vertrekkenden zich zouden ge
dragen als Duitsche soldaten en hun plicht
zouden doen evenals de andere Duitsche
troepen in Oost-Azië gedaan hadden.
Tijdens keizer Wilhelm, die gisteren te
Bremen verbleef, aldaar van den Rathskeller
naar het station reed, wierp een man, die
onmiddellijk is gevangen genomen, en een
werkman, met name Dietrich Weiland moet
zijn, met een stuk ijzer naar het rijtuig
des Keizers. De Keizer moet licht aan den
wang zijn getroffen. De rit werd zonder
ophouden voortgezet.
Weiland is iemand, die aan toevallen
lijdt; hij geeft verwarde antwoorden.
Wilhelm en Edward.
De Koning van Engeland was eenigszins
door de origineele manier verrast, waarop
de Keizer te Frankfort kwam. Koning
Edward wandelde het perron op en neer,
toen geheel onverwachts een extra-trein het
station binnenkwam en de Keizer er uit
sprong die nauwelijks kon wachten tot de
trein stilstond, in zijn haast om zijn oom
te begroeten. De ontmoeting was aller-
aandoenlijksteen innige omhelzing en
eenige kussen. De Keizer had deze verras
sing voor den Koning bedacht en alles
geheim gehouden.
E. (standplaatsen voor als voren als
mede voor bioscope of dergelijke inrich
ting, Overschiesche plein, A. Alber te
Rotterdam voor biograaf f 100—, C. T,
Gubbels te Dordrecht voor galanterie
kraam f 100.
F. (standplaats voor beignets-, poffertjes
of wafelkraam, Groote Markt) G. Visser te
Rotterdam, voor poffertjeskraam f 30, P. L.
Vuur, Der. Haag, voor poffertjeskraam f65.035.
Gegund werden B aan W. B. Overmeer
te Rotterdam voor 1100, terwijl de gunning
van D. en F. werd aangehouden en E. 1 niet
werd gegund.
Gisteren-middag werd J. de Ronde, oud
20 jaar, wonende aan de Singelstraat, aan
den Rotterdamschen dijk door een hond in
het linkerbeen gebeten.
De Ronde liet de wond door een dokter
uitbranden.
Prins Luitpold.
Te München zijn de feesten ter gelegen
heid van den 80en verjaardag van den
prins-regent begonnen. De prins-regent
beeft 10,000 Mk. aan de armen gegeven, en
20,000 Mk. beschikbaar gesteld voor het
standbeeld voor koning Lodewijk II, waar
van den 12en dezer de eerste steen gelegd
wordt.
De geruchten over den terugkeer van
het keizerlijk Hof naar Peking duiken weer
op. Twee mandarijnen zijn door Li-Hoeng-
Tsjang van Peking uitgezonden, om den
weg van Sjen-Si naar Peking op te nemen
en de meest noodige toebereidselen te
maken voor den terugkeer van het Hof.
Volgens de Pall Mall zou de Keizer in
het eind van Maart terugkeeren zijn lijf
wacht moet zich reeds te Si-Ngan Foe
verzameld hebben.
Schiedam, 7 Maart 1901.
Herverpachting Kermis.
Heden-middag twee ure werd door B.en
W. dezer gemeente herverpacht vijf stand
plaatsen voor de aanstaande kermis.
Ingekomen waren voor
B. (standplaats voor stoomdraaimolen
hypodröme of dergelijke inrichting, plein
van den voormaiigen molen «De Witte")
W. B. Overmeer te Breda voor hypodröme
f 250.
D. (standplaats als voren, plein van den
voormaiigen molen «Dubbele Arend" A.
Benner te Dordrecht voor stoomcaroussel
f 1050.—, D. de Rooy Co. te Rotterdam
voor stoomcaroussel, mits alleen als zoodanig
staande, f 1650.
Gisteren middag omstreeks half vijf viel
aan de Voorhavenkade een der paarden,
bespannen voor den sleeperswagen van H
Terhofstede.
Met groote moeite werd het dier na
verloop van drie kwartier weder overeind
geholpen.
Gisteren-middag omstreeks 5 ure viel de
12-jange M. Hoogstraten, wonende aan
de Visschersstraat, op de Hoogstraat voor
een wagen van de firma Engering, met
het gevolg dat een wiel over de rechterhand
ging en den duim werd verbrijzeld.
De knaap werd door een dokter verbonden.
Van het rijtuig waarvan Dr. Endtz. zich
heden bediende om zijne patiënten te be
zoeken brak heden-namiddag in de Warande
een der veeren.
Dr. Endtz kwam met den schrik vrij, doch
moest zijn verderen weg te voet afleggen
Een heer, die te Rotterdam op zijn
kantoor werkzaam was, kreeg plotseling
een kogel rakelings langs zijn hoofd
Vermoedelijk is het projectiel uit een
flobertgeweer afkomstig, waarmede het
schot van buiten afgelost werd en waardoor
een ruit is verbrijzeld. Gelukkig werd
niemand gedeerd.
Het lijk van den schippersknecht Jacobus
van Buuren die eergister-ochtend in do
Delftsche Schie over boord sloeg en verdronk,
is gister-ochtend met dreggen gevischt, en
vervolgens naar het drenkelingenhuis te
Overschie overgebracht.
In de vergadering van ingezetenen uit de
gemeente Maasland, gisteren-avond in «De
Pynas" aldaar gehouden, is in beginsel be
sloten tot de oprichting van een onderlinge
brandverzekering. Tachtig aanwezigen traden
aanstonds voorloopig als lid toe. Er werd
een bestuur gekozen, dat een concept
reglement zal ontwerpen. Hierin werden
benoemd de heeren (J. L. Hofsteede, R.
Buijnmk, L. Dijkshoorn, J. IJ. Sonneveld, T,
Visser, W. Moerman en G. v. d. Vlugt.
Dinsdag-avond werd te Vlaardingen door
de vereeniging voor ziekenverpleging aanbe
steed het bouwen van het ziekenhuis aan
den Binnensingel. Van de 6 inschrijvers
was de minste J. v. d. Wal te Vlaardingen,
voor de som van f 19.000.
De gunning is aangehouden.
Men meldt uit 's-Gravenzande
Op den zuidelijken over van den Nieuwen
Waterweg is gevonden het lijk van een
vrouwspersoon, blijkbaar dat van de hof
meesteres der vergane Holland.
De kleeding is gemerkt H. v. d. B.
TWEEDE KAMER.
Zitling van Woensdag 6 Maart.
Voortgezet werd het debat over de wij
ziging m de
M i 1 i t i e w e t
en wel over de artikelen betrekkelijk het
contingent en den duur van den eersten
oefeningstijd, en over van daarop voor^e-
stelde amendementen.
De heer K u y p e r lichtte amendementen
toe, strekkende om de Regeeringswege ge
legenheid te geven tot voor-oefeningen, om
de deelnemers daaraan in de gelegenheid
te stellen een getuigschrift te verkrijgen,
dat hen vergunt twee a vier maanden later
onder de wapenen te komen.
Voorts lichtte hij een nieuwe bepaling
toe om bij gemis aan genoegzaam of onge^
noegzaam geoefende miliciens of vrijwil
ligers, telkens voor niet langer dan 3
maanden ingelijfden, die zich hiervoor be
schikbaar stellen, onder de wapenen te
houden of te roepen, terwijl zoo noodig
ter aanvulling van het ontbrekende alsnog
manschappen van de laatstelijk geoefende
lichting bij loting- aangewezen, telkens voor
ten hoogste 6 weken onder de wapenen wor
den geroepen.
De heer K u y p e r wenschte tevens
verhoogd soldij toe te kennen aan ingelijfden
bij de militie voor den tijd dat zij buiten
hun schuld langer onder de wapenen blijven
dan telken jare ten aanzien van de onbereden
korosen voor eerste oefehing is bepaald.
Wijders stelde de heer Kuyper voor
om voor zoover de ingelijfde bij de militie
een kostwinner is, geen ontheffing of niet
langer ontheffing is verleend, aan degenen
voor wie hij geheel of gedeeltelijk kost
winner was, schadeloosstelling uit te keeren,
gedurende den tijd dat hij onder de
wapenen is.
De heer Kuyper uitvoerig het stelsel
in deze amendementen neergelegd, verde
digende, keurde af de uitwerking door de
Reg. van het idéé van den 4-maandschen
oefentijd Spreker berekende de kosten van
het door hem gewenschte stelsel op 12 ton
te vinden uit een weerbelasting, die matig
ingevoerd 25 ton kan opbrengen. De over
schietende 13 ton kan dienen voor schade
loosstelling aan kostwinners. Hij betoogde dat
door het door hem aangegevendestelsel weer
kracht zal worden versterkthet aantal
volledig geoefenden zal vermeerderen de
landweer krachtiger zal worden, en er
tevens in ligt een goede voorbereiding voor
een volksleger.
De heer Tydeman lichtte een amen
dement toe om voor korte oefening aller
eerst aan te wijzen lotelingen die voldoen
aan bij K.B. te stellen eischen van militaire
bekwaamheid en lichamelijke geschiktheid.
De minister van Oorlog, de heer Eland,
istegen het vaststellen van een 8-maandschen
oefeningstijd, verklaart zich tegen de
amendementen De Ras en Van Gilse en wil
volkomen vrij zijn de manschappen 12
maanden in dienst te kunnen houden.
De Minister verzette zich eveneens tegen
alle principieele amendementen, alleen tegen
enkele ondergeschikten van de heeren
Tydeman en Verhey had hij geen bezwaar.
De Minister was wel bereid mede te
gaan met het voorstel van den heer Tydeman
om ingelijfden, die aan bij het kon. besluit
te stellen eischen van bekwaamheid en
geschiktheid voldoen, in de eerste plaats in
aanmerking te doen komen voorden verkorten
oefeningstijd (vier maanden).
De Minister nam over de amendementen,
om behalve voor iedere gemeente vast te
stellen de hoegrootheid van de lichting tevens
te bepalen de verdeeling dier lichting
tusschen langeren en korteren oefeningstijd'.
De heer K e r d ij k kwam er tegen op,
dat de Minister den oefentijd niet in de
wet wil vastleggen. In het amendement-
JLydeman ziet hij veel heil voor de toekomst.
Hij wil t echter verbeteren door te bepalen,
dat zij die aan de bedoelde te stellen
eischen voldoen, uitsluitend in aanmerking
komen voor den verkorten oefeningstijd
(vier maanden).
De heer L o h m a n, verdedigende den
Minister tegenover den heer Kerdijk, achtte
t onverantwoordelijk een eersten oefentijd
van 8 maanden in de wet vast te stellen.
De heer Van Bylandt (Apeldoorn)
^er' ^1'°er Kerdijk en verdedigde
s Ministers standpunt om waar nog zooveel
onzeker is, met een oefening van 8 maanden
vast te stellen.
Minister Eland kondigde de formu-
ieenng van de wijziging in verband met
het gesprokene aan.
De heer VanKarnebeek, verklarend
dat de Comm. v. Rapp. over de amende
menten nog geen advies kan uitbrengen,
doet de voordeelen van den 12 maandschen-
oeieningstrijd uitkomen.
De heer Van Dedem geeft de regee-
J"1U8 in overweging het contingent te
bepalen na aftrek van enkele catagoriën
hij ondersteunt het amendement—Tydeman
om den diensttijd van de bereden wapens
op 24 maanden te brengen.
De heer Van Gilse betreurt ook ten
diepste dat de minnister ondubbelzinnig
heeft afgewezen het amendement om den
achtmaandschen diensttijd in de wet vast
te leggen.
door hem en den heer Van Vlijmen voo1"
gesteld amendement. Hij blijft bewere"'
dat in dit stelsel de lasten veel gelijk"38
tiger zijn verdeeld.
De heer Verhey ontkent, dat het in <je
bedoeling van zijn amendement op
zou liggen een dwang aan de autoriteit®8
op te leggen. In het beginsel van b®
amendementTydeman past zeer goed tij"
amendement, dat slechts beoogt de b®'
voegdheid om kadervorming te bevorderen-
Hij geeft in overweging uit zijnamendemenI
de woorden, «lichamelijke bevoegdheid" l®
voegen bij «militaire bekwaamheid". Spr'
ontkent dat zyn amendement op art.
ten doel heeft het reservekader te doode"'
De Minister van oorlog, de heer El an
zal de sprekers beantwoorden bij e
behandeling van de artikelen-zelven, zullend8
de minister inmiddels de wijzigingen opgeven
die in de wet noodig zijn om 's minister®
denkbeelden tot uitvoering te brengen.
Het debat wordt daarna aangezi®"
nog twee amendementen zijn aangekondigd
verdaagd tot Vrijuag a. s. 11 ure.
Amendemen ten
De heer Kerdijk heeft zijn aangekondig"
de amendementen aldus geformuleerd
lo. zijn sub-amendement op het amen-
dement-Tydeman op art. 12 strekt om nie®
in ae eerste plaats" maar «uitsluitend'
die lotelingen in te lijven voor korte oefe-
ningen die voldoen aan eischen van militair®
bekwaamheid, die niet bij «Koninklijk
besluit maar bij algemeenen maatregel va"
bestuur" zullen worden gesteld.
Tevens laat hij dan de rest van he®
amend.-Tydeman vervallen.
2o. een amendement op artikel 122 0®
dit aldus te lezen
«Bij de militie te land worden onder
de wapens gehouden
lo de ingelijfden ter volledige oefening
totdat zij voldoen aan bij algemeene"
maatregel van bestuur te stellen eischen
van geoefendheid, doch bij de onbereden
corpsen ten minste zes en ten hoogste
twaalf maanden, bij de bereden copsen
ten hoogste achttien maanden.
2o. De ingelijfden tot korte, vier oetening
maanden tenzij Wij zulks met noodig
achten."
In de Staatscourant no. 55 wordt mede"
gedeeld eene tabel bevattende de statistiek
der geboorten en der sterfte naar den
leeftijd en de oorzaken van den dood, in
Nederland, over December 1900.
Atjeii.
Uit Batavia seint men nog aan het
Hbld.
Een patrouille, die rondtrok in Pidië,
bevond dat Paja Reubeë krachtig was
versterkt en stiet op levendig verzet. Wij
kregen twee dooden en twee gewonden»
Uit Kotta-Radja zijn artillerie en troepen
gezonder..
Radja Reubeë ligt in 't gebied van T»
Bintara Reubeë, ten westen van de Pedir-
rivier, grenzend (naar 't westen) aan
de
Zeven Moekims, De beteekenis van deze
gebeurtenis is nog niet duidelijk. Mogelijk
is t, dat men met een herleving van 't
verzet in Pidië te doen heeft in verband
met de ziekte van generaal Van HeutsZ»
Meer voor de hand liggend en daarom
De gewone audiëntie van den minister
van Binnenlandsche Zaken zal Zaterdag
Maart e.k. niet plaats hebben.
Mannelijke en vrouwelijke assistent
apothekers (volgens de oude en nieuwe
wet) zijn voornemens, een adres aan den
minister van Binnenlandsche zaken te
richten, waarin zij verzoeken, wanneer zij
zich eventueel als drogist willen vestigen
dan gerechtigd te zijn, den handverkoop m
geneesmiddelen in zijn vollen omvang te
mogen uitoefenen, mat inbegrip van spéci
alités, zooals Emser-, Poncelet- en Geraude-
pastilies, Urbanus- en Holloway-pillen, Quina
la Roche en Kina de Vrij, Haematogeen,
enz.; ook de nog uit te vinden spécialités)
daarbij er op wijzende, dat receptuur geheel
uitgesloten zal betiooren te zijn.
Blijkens bij het dept. van marine ont
vangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip
Noord-Brabant, onder bevel van den kapt»
ter zee I. van den 3osoh, 5 dszer van
Aden vertrokken, ter voortzetting van de
reis naar Oost-Indië.