De Cfaineesche crisis.
De algemeene opperbevelhebber Wal-
dersee seinde gisteren uit Peking f Luitenant
Kummer, van het regiment cavalerie is met
een patrouille op 200 K.M. ten westen van
Kaljan, bij Ning-joeng-hsing, met ruiterij
van den vijand in botsing geweest. De
aanval had succes.
Uit Odessa wordt aan de Times gemeld,
dat de kaden daar sedert eenige dagen vol
liggen met buitengewoon groote militaire
voorraden, die van daar naar Port-Arthur
en Whadiwosti worden gezonden.
Volgens bericht uit Tientsin is een
Russische luitenant van de kanoneerboot
Bohr door een Duitschen politieagent in
een ruzie op den weg naar Takoe doodge
schoten. De Duitscher vuurde uit noodweer,
daar de Rus hem te lijf wilde.
»De vreemde duivels zullen elkaar wel
in 't haar vliegen," zeggen de Chineezen.
Aartshertog Frans Ferdinand.
Aartshertog Frans Ferdinand, de troon
opvolger, die, zooveel sensatie wekte door
zijn protectoraat over de Vereeniging voor
katholiek onderwijs, heeft van den H. Vader
een vleiend schrijven ontvangen.
In antwooord op een interpellatie van
Palfly en Bairnreuther, naar aanleiding van
de bekende verklaring van aartshertog
Frans Ferdinand zeide de minister-president
gisteren in het Oosteurijksche Huis van
afgevaardigden, dat, volgens het eigen
recht van het regeerende stamhuis een
huwelijk slechts geoorloofd is tusschen
gelijken. Afstammelingen uit een morga-
nistisch huwelijk maken geen deel uit van
de keizerlijke familie, dragen niet den naam
des vaders en staan in rang niet met hem
gelijk.
De Kamer nam kennis van de verklaring
en bedankte den minister-president voor
zijn mededeeling.
De Hertog ran Cornwall.
De hertog van Cornwall hield gisteren
in het gouvernementgebouw te Melbourne
receptie. De buitenlandsche marine-officieren
werden afzonderlijk ontvangen. De admi
raals Remey, Kerckhoff en de kapiteins
Jewson en van den Bosch stelden de offi
cieren hunner schepen voor.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 8 Mei 1901.
Zooals uit achterstaand schrijven blijkt,
heeft de heer H. R. M. A. van Gent als
lid van den Raad dezer gemeente ontslag
genomen.
Hederi-middag ongeveer twaalf ure is G.
v. d. B., verpleegde in het krankzinnigen
gesticht sEndegeest" onder Oegstgeest door
de politie alhier aangehouden en naar dat
gesticht teruggebracht.
De toestand van den man, die met ver
lof hier was, was zoodanig verergerd, dat
zijn aanhouding in het belang der openbare
veiligheid noodig bleek.
Door den burgemeester van Rotterdam
is aan het plaatselijk comité voor algemeen
kiesrecht aldaar, waarbij een 20-tal werklie-
den-vereenigingen zijn aangesloten, vergun
ning verleend om a. s. Zondag-ochtend om
half negen uur zich in optocht met de
banieren van den Gouaschenweg naar het
station Delftscne Poort te begeven. De
meetinggangers vertrekken vandaar naar
Den Haag, tot bijwoning van een aldaar te
houden vergadering.
Naar men aan de Msb. uit goede bron
verzekert, is tusschen de directie der Staats
spoorwegen en de Bouwmaatschappij Nieu-
werschie, beiden te Rotterdam, behoudens
goedkeuring der Regeering, een overeen
komst aangegaan tot aankoop van een
gedeelte der gronden var» genoemde Bouw
maatschappij tot het stichten en uitbreiden
van het nieuwe station.
Met het stoomschip Gedé van de Rotter-
damsche Lloyd, hetwelk waarschijnlijk Zondag
te Rotterdam aankomt, repatrieert een
detachement koloniale troepen, waaronder
zich een ridder der M. W. O. bevindt. Deze
zal met de muziek van het korps konink
lijke scherpschutters verwelkomd worden.
In onze Vroedschap.
Onze vroede vaderen waren den zevenden
van Bloeimaand in gecontinueerde vergade
ring weer bijeen tot het behandelen van
een onderwerp, dat voor onze stad zeker
van ongewoon belang mag worden geacht.
De treurige toestand, waarin onze aloude
industrie zich bevindt tegenover de knel
lende handelswetgeving van het buitenland
en de scherpe concurrentie in het binnen
land heeft onze eertijds slapende indu-
strieelen wakker geschud en doen peinzen
op middelen om den dreigenden ondergang
van ons aloud bedrijf af te wenden.
Zoo is men gekomen tot het voorstellen
van een middel, dat in beginsel onze sym
pathie niet heeft, omdat 't geldt een uit
breiding van de overheids- i. c. de
gemeentezorg tot een terrein waarop
zij zich o. i. niet moet bewegen. Dan,
wanneer het middel doeltreffend blijkt,
wanneer de uitkomst leert, dat dit inlaten
der overheid met particuliere zaken, onze
kwijnende industrie ten goede is gekomen,
zulien wij ons deze uitbreiding der ge
meentezorg maar weer laten welgevallen.
Voor het te beproeven middel is toch
wel wat te zeggeD. Tegenover het enorm
toenemend drijven om al wat als geestrijk
vocht uit de meest heterogene bestand-
deelen wordt verkregen als Schiedamsche
jenever aan de markt te brengen, zal
Schiedams gemeentebestuur nu het offi
cieel cachet geven aan het product dat hier
alleen uit graan wordt gestookt. Niemand
zal dus behoeven te vragen of hij het echte
Schiedamsche product voor zich heeft. Het
stedelijk etiket, geteekend door den burge
meester, moet hem allen twijfel benemen.
Althans indien het aangewende middel
doeltreffend blijkt, wantjuist daarover loopen
de meeningen nogal uiteen.
Wat gisteren door de heeren Gouka en
Van Westendorp vooral voor het etiketten-
stelsel is gezegd, verdient zeker wel over
weging. De opmerking dat deze wijze van
controle meer op het groote publiek is bere
kend, is zeker alleszins te beamen. Maar alle
aandacht vorderen ook de vragen van den
heer Van Gent of men verzekerd is, dat
werkelijk van de etiketten het gebruik zal
worden gemaakt dat de gemeente zich
voorstelt, of de kooper gewaarborgd is, dat
uit de flesch of het fust van het Schie
damsche etiket voorzien, werkelijk Schie
damsche jenever zal verkocht worden.
Het vergelijken van de registers met het
resteerend aantal etiketten, zoo betoogde
o.a. deze spreker, zal wel aantoonen hoeveel
etiketten er gebruikt moeten zijn maar
niet hoeveel er werkelijk z ij n verbruikt,
Overigens werden door dit Raadslid nog
eens de bezwaren der distillateurs, vooral
ook met het oog op de inrichting van een
tweede pand, waar alleen zuivere moutwijn
wordt verwerkt, uitgemeten.
Over 't geheel heeft het betrokken onder
werp minder discussie verwekt dan wij wel
verwachten. Tot de besliste tegenstemmers
maar volstrekte zwijgers behoorde ook de
heer De Groot, die anders de gave niet
mist zijn stem te motiveeren. De Secretaris
van den Brandersbond, de heer Lagerwey,
en de Voorzitter van de Raadscommissie,
de heer Honnerlage Grete, hebben niet
nagelaten het standpunt door de beide
betrekken corporation ingenomen, duidelijk
uiteen te zetten en beslist, te verdedigen.
Het lot van het ontwerp of liever van
de etiketten-kwestie was beslist toen het
bleek, dat de niet-branders daarvoor waren
gewonnen. Nadat men den heer Van Wes
tendorp had hooren zeggen, dat svan de
etiketten het heil moest komen", konden
de voorstanders gerust zijn. Toch zou aan
het eind nog de mogelijkheid geopend zijn
de geheele verordening illusoir te maken.
Ware toch het voorstel van den beer
Honnerlage, dat minstens drie distillateurs
de conttröle moesten aan vragen,aangenomen,
dan zou, indien werkelijk waar is, wat ver
luidt, nl. dat slechts een enkele distilla
teur deze verordening wil, de controle in
't niet zijn gebleven.
Nadat aldus de groote kwestie was be
slist, werd tot de behandeling der artikelen
overgegaan.
De heer Van Gent zou in artikel 1
willen schrappen de woorden »in een be
paald pand", aannemend dat totnogtoe slechts
het beginsel is vastgesteld.
Het voorstelVan Gent, door de heeren
Loopuyt en Visser ondersteund, wordt ver
worpen met 11 tegen 8 stemmen.
Voor stemmen de heeren Visser, Van
Westendorp, Brillenburg, Honnerlage Grete,
Loopuyt, Van Gent, Beukers en De Groot,
Art. 1, daarna in stemming gebracht,
wordt aangenomen met 12 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van Gent,
Beukers, De Groot, Visser, Brillenburg,
Honnerlage Grete en Loopuyt.
Art. 2 komt in behandeling.
De heer Visser stelt voor de woorden
»of opgesloten stoom" uit te laten.
Dit voorstel wordt verworpen met 10
tegen 9 stemmen.
Voor stemmen de heeren Dr. Ris, Visser,
Brillenburg, Honnerlage Grete, Loopuyt,
Van Gent, Kranen, Beukers en De Groot.
Art. 2 wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Art. 2 bis (nu 3,) later voorgesteld wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
Art. 3 (nu 4) komt aan de orde.
De heer mr. Jansen stelt voor een
toevoeging aan sub 2, vermeldend, dat ook
tijdens het vervoer het stedelijk etiket ten
allen tijde moet vertoond worden. De be
doeling is de controle te verscherpen.
Het amendement wordt bij acclamatie
aangenomen.
Art. 4 wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Art. 4 (nu 5) tot en met 10 (nu 11)
worden met de door B. en W. voorgestelde
redactie-wijzigingen goedgekeurd.
Art. 11 (nu 12) waarin aanvankelijk
bepaald werd, dat de wet 1 October 1900
in werking zou treden.
De Voorzitter stelt nu voor de
datum wan inwerkingtreding te bepalen op
1 Juli 1901.
De heer Honnerlage Grete acht
dien termijn te kort vooral ook met het
oog op de inrichting van een tweede
pand, wat voor veel distillateurs bezwaar
zal opleveren. Hij vraagt of het waar
achtig belang van Schiedam zal vorderen
dat de verordering in werking treedt,
zelfs indien slechts éen distillateur daarvan
gebruik wenscht te maken, en stelt nader
voor, dat de verordening slechts in wer
king zal treden als drie distillateurs haar
willen benutten.
De Voorzitter stelt voor dan aan
B. en W. over te laten, waar de bepaling
wordt zij aangenomen zal worden
bijgevoegd.
De heer Gouka zegt, dat bij aanneming
van dit voorstel het van de distillateurs zal
afhangen of de verordening al of niet van
kracht wordt.
De Voorzitter acht het voorstel niet
onwettig. Men voorziet dat zekere rege
ling veel geld zal kosten en acht die uitgave
alleen gewettigd als zij in het algemeen
belang, niet voor een enkele, wordt gedaan.
Het amendement, in stemming gebracht,
wordt verworpen met 12 tegen 7 stemmen.
Voor stemmen de heeren Beukers, De
Groot, Visser, Briilenburg, Honnerlage Grete,
Loopuyt en Van Gent.
Art. 12 wordt met algemeene stemmen
goedgekeurd.
De geheele verordening, in stemming
gebracht, wordt aangenomen met 12 tegen
7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Brillenburg,
Honnerlage Grete, Loopuyt, Van Gent,
Beukers, De Groot en Visser.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 7 Mei.
Schoolwetswijziging.
Aan de orde is art. 39, bepalende dat
aan hoofden of onderwijzers, die tengevol
ge opheffing van school of betrekking
ontslagen worden, en niet in de termen
van pensionneering vallen, een wachtgeld
tot een bedrag van de helft hunner
jaarwedde wordt verleend voor een tijd
van 5 jaren of zooveel vroeger als zij
tot een betrekking van Rijks-, provincie-
of gemeentewege worden benoemd-
De heer Smeenge licht op deze
bepaling een amendement- Den H®?1g? of
s. toe, om in geval bedoelde hoofd
onderwijzers 50 jaren oud zijn, het w
geld niet voor 5 jaren te verleenen
te doen voortduren totdat deze P®rS of
in de termen van pensioen va'® ts'
in bovengenoemde betrekkingen g®P
worden. ig0t
Het amendement wordt bestreden
den minister van Binnenlandsche
den heer G&emanBorgesiuS,
onbillijk acht dat een onderwijl®1
op 45-jarigen leeftijd als invalide gep*n~,tei>
neerd wordt minder pensioen zou £®nl;g(0
dan een onderwijzer die op 50-jar Bpg
leeftijd op wachtgeld wordt geste.m*1
gepensionneerde toch zou als pellS op
27/60 tractement ontvangen, en
wachtgeld gestelde zou niet alleen
als wachtgeld ontvangen, maar v0® tg(0
berekening van zijn eventueel 'a jeo
pensionneering (op 65-j. leeftijd) z°u bij
tevens in rekening komen de jaren ®a
wachtgeld genoot. rdt
Na aanbeveling door de commissie
het amendement echter aangenomen h1®
tegen 39 stemmen. v
Art. 45 regelt de bijdragen aan de g®10^
ten voor onderwijzers-tractementen
schoolbouw. (jjt
De heer Den Hertog licht °P, g)ft
artikel een amendement toe om de D t
der voorgeschreven verhoogingen weg
diensttijd en wegens het bezit van hool"8^
niet om te slaan over alle scholen, n* jjj
alleen en ten volle uit te keeren v°°r„;jn,
scholen, waar de onderwijzers werkzaam
wier dienstpositie de voorgeschreven v®r
gingen noodzakelijk maakt. Ook strekt
amendement om de f 50 extra voor g®hf! .,s,
meer dan 28 jaren oud zijnde onderwiP
voor de helft door het Rijk te laten be18' tl,
De heer De W a a I M a 1 e f ij 'tr»
een door hem en den heer Van He®11? jg
voorgesteld amendement toe, om b'-jUg
vaststelling van hoogere dan de wette'J^g
minima der onderwijzerstraktement®0 jflJ)
bijdragen aan de gemeenten vast te st®1
op de helft van dat hoogere. 0p
Minister Borgesius bestreed
verschillende gronden krachtig deze am®0 gl
menten. Alleen tegen dat gedeelte van
amendement-Den Hertog c. s., waarbij
voorgesteld om het Rijk de helft v. de
extra voor geh. onderwijzers te doen dra^ge;'
had de Minister minder bezwaar. D®
Den Hertog trok dan ook behoudens
gedeelte zijn amendement in. Dit overgebf®
gedeelte werd toen door de Regeer
overgenomen. ,gI)
Na de pertinente verklaring van
Minister, dat de minima niet zullen WO*"
vastgesteld, zonder vooraf Gedepuie®' f
Staten te hebben gehoord trok de 11 t
De Waal Malefijt zijn amended1
in en werd art. 45 goedgekeurd.
De heer T y d e m a n licht bij art e
regelende de uitkeeringen aan de bijzond
scholen, zijn amendementen toe,strekke''
om strengere eischen aan hef bijz°D
onderwijs te stellen als waarborgen dat
onderwijs voldoende is.
De heer K u y p e r licht toe een an°L(i
dement door hem met de heeren t\j
Machay en De Visser voorgesteld or° .e
vergoeding van iocaliteit niet enkel de r®
ad 4% over het vierde deel van het voor
bouw benoodigd geacht kapitaal aan
bijzondere schoolbesturen uit te k®®r s
maar deze jaarlijksche uitkeering eenigsZ j.
hooger te stellen met het oog op de n®
zakelijkheid van aflossing. .ut
De heer Machay licht zijn amende®0
toe, volgens het welk onder het vereis®
aantal lesuren op bijzondere scholen ®d
die aan de vakken van meer uitgeb'
lager onderwijs gewijd, mogen mee'rUr
In de tweede plaats verdedigt hij
amendement door ham met de h®®' u
Kuyper, Lohman en de Visser voorg®3 A
om indien de Rijksbijdragen gew®'=>:(1g
worden wegen een verschoonbare verg'sS.0g
of onwillekeurig verzuim de Reg®®1^,
bevoegd is, s/4 van het subsidie te
waarop de school anders recht zou he"
gehad.
Ten slotte bestrijdt hij het amend®111
Tydeman om de vereischte 18 uren °P
te brengen. f.
Minister Borgesius besprak ac»
eenvolgens de verschillende amende»®0.^-
allereerst dat tot verhooging van de
bijdrage van de lokaliteiten, waartege'1 0,
ernstige bezwaren ontwikkelde. De
ring kon dit amendement, dat weer f5
zou kosten, niet aanvaarden. en
Ook de amendementen Tydenoa11
Mackay konden in 's Ministers oog By
genade vinden. Het amendement-Ma®
was onnoodig, omdat de wet reeds in ,e
zin wordt uitgelegd, wanneer slechts eIreld
uren aan vakken van meer uitg®0
onderwijs gewijd worden- Het tw®
amendement, gevolgen van qbwillek®"
C'