Öas;blad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
sr-da'v--ï sarta
-4ste Jaar^.
Zondag 26 Mei 1901.
Mo. 7009.
IJSureau *gboter$tvaat 50.
PINKSTEREN.
Strooper of Held
vS'™„ r™'™:;,idsa^
gymnasium te Schiedam.
"urgcrschool met
atn cursus te Schiedam.
;l; ?er ?os; a°°r ?«s#! N,d8rlaM
'U20CQeri»« Nummers
namenrwelkeT6"' PiDksteren' weike
feuilleton.
'oolfbfhj' £r°°"ch'
nieuwe schi edawisghe courant
?EiJS Ti.S DIT BLAD:
'oor Schiedam d«-
- 0 ^asnaen
f 1.50
- 0.Ö5
PBÏJS DSB ADVBKTKNTïgX:
Van 16 rsgeis'; i i 'O.öO
Elke gewone regei meer-0.10
Yoor hernaaide Diaatsing ■worden biiliike overeenkomsten
aangegaan.
Pc^rr.
Saanfla» dar**che Courant
öen. VOnd °iet verschij-
"i> Do„d„^®is™-exam®n
enD13 Juli lint ^ag en Zaterdag 11, 12
?8ianghebbenden S m°r8ens te 8«/4 uur.
'0r 1 Juli at worden verzocht zich
a>s- aan te melden bij
C. J. VINKESTEYN,
Gymn .-rector,
vóór
Voor h«f
eer«te Week v^n Jn«exTsn dat in de
gorden belano-hphh i Za Plaats hebben,
pFTB te doen vóór >>N"
'J'fecteur. «urn a.s. bij den
Directeur «er Hoogere Burgereckccl
A. A. BEEKMAN.
h«®en van G H nngen A1 de Se*
gevallen oneindige liefde voor den
feesten on™6^ 1,gg®n in dal drietal
aan de on^ Kertmis herinnert ons
die zóó r g8 'lefde van de» Vader,
haaf Ziin6 Weie'd he8tt b9mind' dat Hij
Paschen iZTë? Z°°D geschonken heeft,
van den 7 et.f®®St d®r oneindige liefde
stierf p, u V°°r °ns den krnisdood
ksteren, op zijn beurt, toont ons
2)
hernam Le ''m™ lk lnJe Plaats was,"
fwant ik Li t na eem£e aarzeling-
°P de hei mafr" iSr-j6pp8r ln een woning
een stad 'te 2aana verlangen weer naar
Zitten, luisterend» !®D gelagkamer te
gaanden en knm ^aar praatjes van den
Vink Denk i m®nd«n man. En dan de oude
lal geven aan' l'dat h« °°it zijn dochter
dan een naar ti ®i?n erel> dio niets bezit
een paar flmke handen
de oneindige liefde van den Heiligen Geest
die als Heiligmaker op ons nederdaalt en
ons met zijn genade vervult.
Kerstmis kondigt ons het begin, Paschen
de voltiekking, Pinksteren de nog altijd
voleinding van het groote Verlossings
werk aan.
Op den dag van heden immers was het,
dat de H. Geest over de Apostelen neder
daalde, hen verlichtte, versterkte en vol
komen uitrustte, om de nooit meer op te
houden verkondiging der blijde boodschap
te beginnen en den mensch te leeren, wat
hij doen moet om aan de verdienste van
de geboorte, van den dood en de verrijzenis
des Heeren deelachtig te kunnen zijn.
Kerstmis, Paschen, Pinksteren, in dit
verheven drietal ligt het keerpnnt der
geschiedenis van het menschdomeene
geschiedenis, die zonder 's menschen val en
verlossing, zonder de goddelijkheid des
Christendoms en de verkondiging van het
Evangelie niet te begrijpen, niet te ver
klaren is.
Zoolang Christus nog op aarde was en
dagelijks met de Zijnen verkeerde, noemden
dezen zich nog zijne leerlingen, maar
zoodra de H. Geest in vurige tongen over
hen was neergedaald en geest en harten
zijne Wijding had ingestort, traden zij als
Apostelen op, zendelingen van den grooten
Leeraar, die het rijk Gods op aarde ge
bracht had en van Wien zij by alle
volkeren gingen getuigen.
Veertig dagen na de verrijzenis van
Christus zouden ook Zijne leerlingen tot
sen vernieuwd, hooger leven ontwaken, en
de Vertrooster daalde neer om in hunne
harten de Pinkstervlam te ontsteken, die
de duisternis van hun geest zou ver
drijven en hun tot keurlingen stempelde
van den H. Geest.
Dit apostolaat der Twaalven is overge
gaan op de Kerk, wier hoogste erfenis,
wier hoogst overgedragen roeping het werd,
de voetstappen der Apostelen te drukken,
»Ik houd zooveel van haar 1" fluisterde
Piet.
ïJa, jongen, dat wil ik wel gelooven
Doch er komt meer kijken Als een arme
heibewoner de oogen slaat op de eenige
dochter van een gegoed herbergier, dan
eischt de toekomstige schoonvader geld of
land, en, Piet! dat ontbreekt beide!"
»Ik kon zien iets aan de hand te krijgen,
zooals bijvoorbeeld jager of tuinman op een
buitenplaats. Ik weet zeker, dat, als mijn
heer Scholten, die nu in de Oost of, wie
weet waar zit, zijn ontslag uit den dienst
neemt en op »Ruimzicht" gaat wonen, hij
aan mij de voorkeur zal schenken boven alle
anderen."
>Dat kan misschienjaren duren," meende
de moeder, »en die daarop wacht, is wel
zot. Neen, jongen, stel je dat gerust uit het
hoofd."
Maar Piet antwoordde niet meer op deze
laatste aanmerking.
Hij was van zijn stoel opgerezen, stapte
een poosje, langzaam en nadenkend, door
het kleine vertreken verliet toen de
woning, na afscheid van zijn moeder te
hebben genomen.
Daar buiten hadden zijn zusje en broertje
alle volken deelachtig te maken aan dat
geloof en het over te planten van geslacht
tot geslacht. Deze zending geldt voor de
Kerk nog altijd als de hoogste.
Neen, toen de H. Geest Zijn gaven over
de Apostelen had uitgestort, verdween
Hij niet voor immer uit de harten en het
bewustzijn der menschenreeds door
Christus' mond had Hij de belofte afge
legd, dat Hij met de Kerk zeu zijn tot het
einde der eeuwendoor alle eeuwen bleef
zijne inwerking merkbaar en ook nu nog
straalt Hij als een licht voor de strijdende
Kerk, Het is toch onder Zijne bezieling, dat
Deze het leeraarsambt uitoefent over de
wereld, leeringen verkondigt, dwalingen
veroordeelt en den rechterstoel inneemt van
den tijd.
Vooral in onze eeuw is deze inspiratie
der Kerk door den H. Geest zoo waarneem
baar geworden, alsof het de vurige tongen
waren boven de hoofden der Apostelen.
Pi us IX toch gaf meer dan eenig andere
Paus blijk, dat hij zendeling was van den
H. Geest zijn pontificaat was meer dan
eenig ander een apostolaat, en om de
kroon op het werk te zetten, was de
laatste groote daad van zijn leven de
dogma-verklaring der Pauselijke onfeil
baarheid, of der onmiddelijke en ontwijfel
bare inwerking van den H. Geest in het
leerambt en de uitspraken van het
Pausdom.
En onze roemrijk regeerende Paus
Leo XIII
Hij, het Lumen in coelo, het Licht aan
den HemelStraalt niet in al zijne
heerlijke encyclieken, in al zijn allocuties,
in al zijne verhevene daden den Geest Gods
door
Wie aan de inwerking van den H, Geest
gelooft, moet ook aan waarheid en onfeil
baarheid gelooven. Of is God iemand, die
liegen en bedriegen kan, vraagt het Bijbel
woord. Zeker, in iederen mensch werkt
de H. Geest door de genade maar dat is
hun dartel spel gestaakt. Zij waren nu in
den kleinen tuin bezig. Geertje snuffelde
langs de hooge rijzen, of zij ook erwten
zag, die reeds begonnen te verdrogen en
Kees, na de geit van gras te hebben
voorzien, verzamelde afgewaaide, onrijpe
appels en groentenbladeren voor het var
ken. dat achter een lage schutting luidkeels
knorde.
Weldra had Piet het ouderlijk erf ver
laten en bewoog zich in het vrije veld,
hetwelk nu een heerlijk schouwspel
opleverde.
De dalende herfstzon kleurde de toppen
der heuvelen en de hooge denneboomen
met vreemde, fantastische tinten. Een
helderwitte spits, die een oud-adellijke
begraafplaats bekroonde, blonk tusschen het
donkere naaldgroen. als eer, wegwyzer voor
den eenzamen wandelaar.
De lucht was zacht, als in den zomer,
en vervuld met heerlijke geuren van
heidekruid en dennen, van hooi en bloe
men. De vogels vlogen lustig door het
azuren gewelf, en nu en dan snelde een
haas over het pad en verdween in de
struiken en halmen.
Do weg kronkelde zich tusschen do
toch eene andere inwerking, dan waar Hij
door den mond van Christus' Stedehouder
op aarde de waarheid belijdt. De waarheid,
dat is niets anders dan de waarachtigheid
der goddelijke verordeningen de zuiverheid
der goddelijke leer kan onmogelijk ver
scheiden wezeneenheid is haar eerste
kenmerk. Daarom kiest de H. Geest een
hoofd, een instelling, als hoogste wachter
gesteld aan de bronnen der waarheid om
Zijn licht mede te deelen.
De geschiedenis der verschillende dwaal-
leeringen in den loop der eeuwen leert ons hoe
heilloos de dwaling is, als zou God de
waarheid onder de menigte te grabbel
gooien, als zou iedere mensch gerechtigd
zijn, zijn woord te verklaren, zijn eigen
opvatting te huldigen van wat hij al of niet
voor waar houdt.
Het verhaal van Babels torenbouw is de
geschiedenis dezer dwalingen, schaduwen
zijnde hebben zij het licht te sterker doen
uitkomen en haar bestaan, hoe kortstondig
ook, is slechts een bewijs te meer geweest
van de waarachtigheid der Katholieke Kerk.
Het ongeloot gelooft natuurlijk niet meer
aan een H. Geest, evenmin als aan Zijne
inwerkingmaar deze lieden kennen de
dingen des geestes niet, hunne oogen zijn
beneveld, hunne harten verhard en in de
duisternis dwalend, begrijpen zij het zonne
licht niet.
Maar ookzij brengen in hun leven en
in hunne leeringen de waarachtigheid der
Katholieke Kerk schitterend aan het licht.
Van dwaalleer hoe langer hoe meer tot
dwaasheid vervallen, zullen zij eenmaal aan
een punt komen, dat de rede hen in den
steek laat, dat alle zoo kunstig opgebouwde
stelsels in elkander vallen, en dat zij ver
twijfelend aan de waarheid van hun eigen
ik, tot die andere hoogere en eenige, heil
aanbrengende waarheid zullen terugkeeren,
die in de Katholieke Kerk belichaamd is.
onafzienbare vlakte in het heuvelachtige
bosch. Soms naderde een dikke stofwolk
uit de verte. Dat was een kudde schapen,
die onder het toezicht van een jongen
en een grooten hond huiswaarts keerde, of
wel, er verscheen een zoogenaamd Utrechtsch
wagentje, bespannen met een flink paard
van Geldersch ras, waarmee een landbouwer
of grondbezitter van een uitstapje naar een
der omliggende plaatsen terugkeerde.
Maar Piet lette niet op al die zaken
hij had geen oogen of geen ooren voor
het heerlijke tooneelhij genoot niet van
het schoone weder of de verkwikkende
temperatuur; zijn zon, zijn vreugde zijn
geluk was ergens anders dan hier
Weldra begonnen zich meer teekenen
van leven te vertoonen. Op de dennen
volgden bebouwde landen, waar alles
getuigde van vlijtige handen en rusteioozen
arbeidde weg was aan weerszijden
beplant met hooge eiken en kastanjes men
zag vriendelijke boerderijen, half verborgen
soms tusschen een krans van groen, en in
de verte ontwaarde men een menigte huizen,
boven welke een hooge toren verre uitstak
dat was de volkrijke hoofdplaats der heide.
(Wordt vervolgd)