Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Uezie ÜRgemeester van Schied am
24ste J aars:.
Zondag 15 December 1901.
So. 7177.
i
J^BSTE BLAD.
Tan den Onderprefect
RATIONALE MILITIE,
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
J^jjClEELE BERICHTEN.
kennisgeving.
bekendmaking.
feuilleton.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
?SIJS YA5 DIT BLAD:
'oor Scmeaam oer 3 m&anaec
■ranee per pos. aoor sense: Nederland
^iïonderiüke Nummers
- 0.05
HIJS DEK ADYKRTKNTIÉN:
Van 18 reeeis j f 0.60
Elke gewone rsgei meer -0.10
Voor hernaaióe piaatsmz worden biiiijke overeenkomsten
aaneseaan.
bre,18t ter üRcïEME1ESTER van Schiedam
toi v""ndure!,,Jaü den,. heer C" VAN DER VLIES'
1 e <1 a m, den 13den December 1901.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
>8<aat8 blad6 van 30 December 1887
t°n<1ersie no' ^5) betreffende onderstand
o?sle Wnrb'r8] aan mindere geëmploieerden,
üerk*aam kif1 en bedienden op daggeld
bt en 'onchtingen van 's rijks zee-
v 1''Ode in°P^ S "dks w®rkv««,tuigen, njet
ah 0/ de termen van art. 2 der wet
24 j "e termen van art. 2 der
U«|et Ulil 1854 staatsblad no. 92)
IQ f art< 6 van het Koninklijk besluit
üdetide kUa" 1888 (staatsblad no. 3)
oepahngen nopens de betaal»
(Naar het Fransch.)
Een
^ö6is biW'hte ti-'ding wach"e mijnheer de
ftitviucuff terugkomsteen stoutmoedige
'8 van kg den vor'g«n «acht in het
»'t oewaring plaats gehad.
onselnk bb6paald waar'" dacht hiJ.
2>ehi«? Uk koim noo't alleen."
In het ,Wat gebeurd was.
d#t -Harte"!88' uVan den atgo vaardigde van
ei*'stal Plaato ,adeen ^utale, belangrijke
la algem. gebad- De gendarmerie had
h°d|oopgerH?,8,JaCht 8eraaakt °P all«
t. ®steerd« °mtrek- Onverschillig
e»*8 teKen k Ied#reeni dien zij op den
r. kens uit W1™ 1 parket zou er wel
Den v! maken.
^rancelon "h bad de che^ der Politi®
heel wat te doen gehad met
baarstelling der bij eerstgenoemde wet
toegekende ondersteuningen
Maakt bekend, dat de attestatiën de vita
tot ontvangst van bedoelde ondersteuningen,
in het begin van ieder kwartaal, op de
werkdagen van des voormiddags 10 tot des
middags 12 uren, ter secretarie der gemeente
verkrijgbaar zullen zijn.
Schiedam, 14 December 1901.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Afsluiting van straten bij gelegenheid
van de wekelijksche markt.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
brengen ter openbare kennis dat op eiken
Maandag, ot wegens invallende feestdagen
Dinsdag, van des morgens acht tot des
namiddags drie ure, de volgende straten
vooi üet verkeer met voertuigen (hand
wagens uitgezonderd) zullen gesloten zijn
lo. De Lange Kerkstraat en
2o. De Uroote Markt.
en dat daaronder niet zijn begrepen voer
tuigen tot het aanbrengen voor vee etc,
naar het marktterrein welke echter onmid
dellijk na lossing het terrein moeten ver
laten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJTEMA.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
herinneren bij deze alle belanghebbenden
aan hunne verplichting tot het doen van
aangifte ter inschrijving voor de nationale
militie, in de maand Januari 1902.
De bepalingen der Miliewet 1901, die
betrekking hebben op de inschrijving en
weike wet, krachtens Koninklijk Besluit van
16 November 1901 Staatsblnd no. 222) den
lsten Januari 1902 in werking treedt,
luiden als volgt
een zeer koppigen landlooper, die hem aardig
toegetakeld had. Slechts na een verwoeden
strijd, van zeker tien minuten, was hij erin
geslaagd hem de handboeien om te doen
en hem naar de voorloopige gevangenis te
brengen, waar hij in een voorloopige cel
werd gesloten, omdat de overige hokken
door de algemeene jacht reeds gevuld
waren.
s Nachts had de arrestant zonder veel
moeite het half vergane slot van zijn cel
laten springen, was doorgeloopen tot achter
aan den gang, had zich door een dakvenster
op het dak welen te werken en had van
daar op straat weten te komen door zich
langs een ijzeren goot te laten afzakken.
De ontvluchting, op zichzelf weinig
beteekenend, had groote gevolgen. Zeer
dikwijls had het plaatselijk oppositieblad op
den vervallen staal van het arrestantenlokaal
gewezen, op de weinige zekerheid, die bet
aanbood om gevaarlijke individuen af te
zonderen, en ook had het den onderprefect
verweten, dat deze de noodige gelden niet
wilde aanvragen om het in goeden staat te
brengen. De zegevierende oppositie zou
zonder twijfel van deze gelegenheid gebruik
maken om tegen mijnheer De Sangis uit
te varen. Deze liet onmiddellijk M. Franceion
in zijn kabinet ontbieden en beval hem
zijn beide brigades uit te zenden om den
vluchteling op te zoeken. Zonder zich met
de andere loopende zaken bezig te houden,
moest hij hem, tot allen prijs vinden en
terugbrengen naar het cachot om zoodoende
een spoedig eind te maken aan de oude
wijvenpraat der tegenstanders.
Wees gerust," zeide mijnheer Franceion,
die ook nog persoonlijk met den landlooper
af te rekenen had, »voor vier-en-twintig
uren verloopen zijn, heb ik hem weer te
pakken."
Onmiddellijk werden aan alle brigades in
de omstreken berichten gezonden. Ver
volgens trok mijnheer Franceion aan het
hoofd van een klein detachement gendarmes
erop uit. Hij doorzocht, doorsnuffelde den
omtrek van B liet de bosschen omsin
gelen, de boerderijen doorzoeken, de meest
afgezonderde hutten niet buitengesloten,
ondervroeg een menigte lieden.Tevergeefs,
De ontsnapte bleef onvindbaar.
In zijn eerstvolgend Zondagsnummer gaf
het oppositieblad een woedend schimpschrift
tegen de ongevoeligheid van de administra
tieve macht en tegen de zorgeloosheid der
politiehet beschuldigde een heele reeks
ambtenaren van deze ontvluchting, vanaf
den gevangenbewaarder van het huis van
bewaring tot den onderprefect toe.
Woedend ontbood mijnheer De Sangis
opnieuw mijnheer Franceion in zijn bureau.
»Bepaald gek zijn jullie," zeide bij hem.
»Een vagebond ontsnapt uit zijn hok, men
bericht u onmiddellijk de vlucht en gij kunt
hem niet terugvinden. Dat is een aan
merkelijk gebrek aan bekwaamheid. Dezen
keer laat ik het nog met een berisping
affoopen, maar ik verzoek u in de toekomst
meer doorzicht te toonen en vooral meer
scherpzinnigheid. Ga nu maar heen."
Mijnheer Franceion verliet het bureau
met het benauwde gezicht van een man,
die van zijn overheid een gevoelig stantje
heeft gehad. Erg gelukkig arresteerde
men eenige dagen later te Lyon den dader
van den diefstal, bedreven bij den afge
vaardigde. De pubheke opini kwam weder
tot rust in de kleine stad en zoo zoet
jesaan vergat men de veelbesproken ont
vluchting.
(Siof volgt.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
4
l.w
D g h
i iat de penbar<1 kennis:
dl.den Ke'm.°?'0g vervuUing van een vacature
K<-'«en,feei't<:raa(1, onUtaau door ket vertrek uit
v "8 door i l r 1 u'el aatlne'ueo der benoe-
a ien in r,he" 1H' Houtman, ral gehouden
J- »an aea eadletr'et II, op Dinsdag 17 December
°Ter il. 0°rrniddag» acht tot dea namiddags vijf
At, ü.de Mndidaten J
it°st ph A godshalk W. VAN DEK
V' M- VAN ÜER SCHALK Jr. en
di M tot de J- Z0RTMÜLDER
t.C ,ol8eUa A??*m "8u'emaad wordt toegelaten, dan
k ""keu pn kl««sl.j.t bevoegd is tot de keuze mede
'crm-dl" Jlet bez^ Va" de bij art. 55 der
^steniailng. aart> he. attende eene oproeping voor
Va?" ^«art ^1"it*ezera die rijn kaart verloren, of wien
den b„?geZ,'UdeU' °P z'j,,e a"uvraag door ol
dat b'j vol,l„ j°mee,ter eeue kaart wordt uitgereikt,
a tot die ui? Tan ZÜ" identiteit doe blijken, en
art, i .,o k °ok het stembureau bevoegd is;
te? o'pzett i-ï1" .het welboek Tan stralrecht luidt:
ki.C ^"chien." lJ Zlcl1 voor eeD ""der uitgevende, aan
♦se'0» de,u„*®UellJk voorschritt uitgeschreven Tor-
fi l®" hoolr«,m 1 wo*^1 g«*traft met ge vangen i&straf
o®le een jaar en
c.etkpUat8en °°^ea be»tuurders van fabrieken of
Y nt' Verkriio-i ^ern.eente-*ccretarie, betaling van il/s
WÜ> Uren formuAlereu ter iu vulling van
<h i Keit>vmPer80neu> die öuder hen ar-
üetnenU 6 kuanen vinden, aan de stemming
S Q L
Art. 18.
Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duische Rijk of in het
Koninkrijk België verblijf houdt,
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, iu het
Dnitscbe Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats
heeft,
8o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk België woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den lsten Jannari van het jaar het 19de
levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der
bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woanplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezit
tingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in het hierboven onder a omschreven
geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat
geval of al is deze buiten 's lands gevestigd;
c. die door zijn vader, moeder ol' voogd verlaten is,
of die onderloos is of in wettelijken zin geen vader
of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een
voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande
achttien maanden m het Rijk verblijf gehouden heeft;
B de meerderjarige niet-Nederlander, diebinnen het
.Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf
gaande achnien maanden ia het Rijk of de koloniën
of bezittingen des Rijk in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder
jarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor
meerderjarig Wordt voor de toepassing van het be
paalde hiervoren onder B gehouden hij, die meerder
jarig is in den zin van voormelde wet.
Art. 14.
De inschrijving geschiedt;
lo. van hem bedoeld in art. 18, eerste zinsnede lo.
Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd aldaar woonplaata heeft, in
de gemeente der woonplaats van vader, moeder of
voogd
Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woon
plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt
Zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is, ouderloos is of iB wettelijken zin geen vader of
moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd
heeft, in de gemeente waar hij verblijf houdt
Zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de
gemeente Amsterdam
Zoo hij in het Koninkrijk België verblijf houdt, in
de gemeente Amsterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13 eerste zin»
snede 2o.
Zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft
binnen het Rijk, in de gemeente den woonplaats van
vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het
Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam;
is zij in het Koninkrijk België, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 3o.
Zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de
gemeente zijner woonplaats
Zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in
de gemeente Amsterdam -,
Zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk België,
in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zin
snede 4o., indien hij minderjatig is
Zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zin
snede van dat artikel onder Aa omschreven, in de
gemeente, waar zijn vader moeder of voogd woon
plaats heeft;
Zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder
Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd
woonplaats heeftis de woonplaats van dezen bniten
's lands, dan geschiedt de inschrijving in degemeenie
waar de minderjarige verblijf houdt
Zoo hij verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde
zinsnede onder Ar omschreven, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt
B. van hem, bedoeld iu art. 13, eerste zinsnede
4o„ indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De iu de vorige zinsnede als plaats van inschrij
ving aangewezen gemeente is die, waar het verbiijf of
de woonplaats gevestigd is of was op den lsten
Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin de in
te «chrijvaa persoon het 18de levensjaar volbracht,
tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Am
sterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens
verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk Betgië.
Art. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
behooren tot een staat, waar de Nederlanders niet aan
den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen ol waar
ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen verblijf te honden
of woonplaats te hebben, al heelt zijn vader, moeder,
voogd of curator woooplaaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschre
ven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en
Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de
inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen
den lsten en den Sisten Januari v. n het jaar, volgen
de op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht.
Bij ougesteldheid of pfwezigheid van hem, die zich
ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der
gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven,
rust de verplichting tot het doen der aangifte indien
het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder
of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder
curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting