Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Oom Hans.
25ste Jaar*
Zaterdag 18 Januari 1902.
i\o. 7202
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
F BIJ 3 T AK DIT BLAD:
foor Schiedam per 3 maanden f 1.50
France per pos; aoor cer.ee; Nederland 2.—
Aizcnöeriiike Nummers 0.05
PBIJS DKR ADY KBTSNTIêN:
Van 16 rsgeis"i i I ,'0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor 'nerhaaiae plaatsing worden biiiiike overeenkomsten
aaneesaan.
JWlCIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet,
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
"sden aan de Directie der Stearine-Kaar-
"Bufabriek „Apollo" en hare rechtver
krijgenden vergunning verleend is tot
uitbreiding dier fabriek, staande aan de
y°orhavenkade no. 6. kadaster sectie L
ho. 1720.
Schiedam, 16 Januari 19G2.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJ TEM A.
Aan de Openbare School D te Schiedam
Vhoofd de neer A. W. VAANDRAGER)
^ordt gevraagd
een onderwijzer.
Jaarwedde 1550, bij bezit ot verkrijging
hoofdakte vermeerderd met 1100, voor
akte handteekenen f50.
Brie driejaarlijksche verhoogingen van
daarboven kan de jaarwedde ver-
°ogd worden met eene voor bezitters
er hoofdakte met vier driejaarlijksche
«rhoogingen van f50.
tegemoetkoming woninghuur f 75.
Stukken in te zenden aan den Burge
meester vóór 20 Januari e. k.
AXUE31EES OVEKZ1CUT.
17 Januari 1902.
opening van het Engelsch parlement.
plechtige opening van het Eagelsch
Parlement) onder de tegenwoordige omstan-
'gbeden met meer dan gewone belang"
'telling verbeid, heeft gisteren-middag
°kslag 2 ure plaats gehad.
Be belangstelling in deze parlements-
°Pening werd allereerst verhoogd door de
°mstandigheid, dat zij ditmaal door den
Feuilleton,
(Naar het Duitsch
8)
B«Ze was intusschen bovengekomen en
^i,gr°ette de gramstorige huisvrouw met
gezochte vriendelijkheid. »Goeden avond,
evrouw Lindner, het doet me genoegen
st We'varende te zien I Er. hoe voortreffelijk
at ,.u dat huisgewaad I Het getuigt van
n 'ijnen smaak!"
«en u ^et ra00'^ ^et 's toch erg
'oudig" sprak de vrouw gestieeld, terwijl
ar onvriendelijke gelaatstrekken merk-
prfBg ophelderden.
thidn maa'5t® Vdn deze ge'egendeid on-
c lelijk gebruik en verzekerde, dat het
Vq Uu® allerliefst was. Juist dat een-
kün- 8 maakt het fijn Ja u verstaat de
chi St Van Z'CP t0 kleeden. In één woord,
Vte?'le,'*a" hernam mevrouw Lindner,
govalli^ glimlachend, »dat heb ik geërfd
souverein-zelf geschiedde. Koningin Victoria
liet dit werk in de laatste tientallen jaren
aan hare ministers, daartoe gemachtigd,
over. Maar koning Edward kon niet nalaten,
althans voor de eerste maal, zelf het
Engelsche volk in den persoon zjjner vele
vertegenwoordigers toe te spreken. Daartoe
verlieten Koning en Koningin, in vol ornaat,
met kroon en mantel, gisteren middag haif
twee het Buckingham-paleis. Langs den weg
waren de troepen opgesteld.
De koninklijke stoet bestond uit 5 hof-
rijtuigen met 6 paarden bespannen en
daarachter de staatsiekoets voor den Koning
en de Koningin, door 8 roomkleurige
paaiden getrokken, met postillons en
pikeurs in prachtige kleedij. Het was 30
jaar geleden, dat deLondenaars dit schouw
spel gezien hadden. De prins en de prinses
van Wales reden in een afzonderlijken
stoet van York-House naar het parlement.
Voor ongeveer 480 leden van het
Lagerhuis was plaats gemaakt in het Hoo-
gerhuis, terwijl op de tribunes de echtge-
nooten der pairs van Engeland in rijke
toiletten waren gezeten.
De zaal van het Hoogerhuis bezet
door de leden van het Lagerhuis en
Hoogerhuis (de pairs in hun scharlaken
gewaden) met de tribunes vol dames in
prachtige comstuums bood werkelijk een
schitterenden aanblik. De prins en de prinses
vau Wales namen plaats bij den Troon.
Er waren ook andere vorstelijke personen
bij tegenwoordig. De Koning las de
Troonrede met duidelijk verstaanbare stem.
Toen de Koning en de Koningin later naar
het Buckingham-paleis terugkeerden, werden
zij warm toegejuicht.
In strijd met wat vroeger gebeurde,
was de Troonrede niet vooraf aan de
dagbladen medegedeild, zoodat geen enkel
dagblad eenige inlichting daaromtrent kon
meedeelen.
Wat de inhoud der Troonrede betreft,
voor zoover het telegrafisch uittreksel laat
van mijn mama. die had zuik een fijnen
smaak, ze was een geboren vrij vrouwe von
Gründner, zooals u bekend is. Maar ik
houd u op, mijn leer Giinther, u wenscht
zeker mijn man te spreken? Hoe jammer,
dat hij niet thuis is. Kan ik misschien f"
Erik kende zijn menschen door een paar
beleefdheden had hij zijn doel bereikt. Hij
baande zich gaarne den weg met zulke
gangbare munt. Als iets, dat van zelf
sprak, deed hij een schrede in de richting
van de woonkamer, terwijl hij sprak jHoe,
is mijnheer Lindner niet thuis, maar dan
komt hij toch zeker gauwHet is immers
al over achten. Misschien zal u me wel
willen toestaan een paar minuten om hem
te wachten, want ik heb hem een zeer
gewichtige mededeeling te doen.
»Och het zal hem erg spijten" stamelde
Kathinka, maar ging toch met zich zelve
te rade, of het niet verstandig zou zijn
haar man te roepen, daar ze de mededeeling
van Günther van zooveel gewicht was.
Mijnheer Günther was bovendien een
aangenaam jongmensch en men kon jegens
zulk een beleefd heer, toch niet onhoffelijk
zijn. Ze vervolgde dan ook, terwijl ze de
deur van het woonvertrek opende, »wil u
oordeelen, wettigt zij niet de ongewone
belangstelling waarmede zij werd tegemoet
gezien.
De Troonrede begint met een toespeling
op de reis van den prins en de prinses
van Wales. Ik ben, zegt de Koning, over
tuigd, dat het bezoek aan de verschillende
deelen van het rijk er toe bij heeft ge
dragen, de banden nauwer aan te halen.
Ik stel de wederkeerige gevoelens van aan
hankelijkheid op prijs, door welke de macht
van het rijk in stand wordt gehouden. Mijn
betrekkingen met andere mogendheden,
zijn vriendschappelijk. Ik betreur het, dat
de oorlog in Zuid-Afrika nog niet uit is,
ofschoon de loop der krijgsverrichtingen
gunstig voor onze wapens is geweest. De
uitgestrektheid van het ooriogsterrein is
veel beperkt. De nijverheid weer aan den
gang gebracht in mijn nieuwe koloniën.
Ondanks den vermoeienden aard van den
veldtocht, hebben mijne soldaten voortdurend
goeden wil getoond door de ontberingen te
verduren, die de guerilla medebrengt, en
ook menschelijkheid, dikwijls ten hun eigen
nadeele, wat de behandeling van den vijand
betreft, welke eigenschappen allen lof ver
dienen.
Ik hoop, vervolgt de Koning, dat de be
slissingen van de conferentie te Brussel
ten gevolge zullen hebben, dat een stelsel
wordt prijsgegegeven, dat de kolonies die
suiker voortbrengen en de fabrikanten in
het moederland een onbehoorlijken last te
dragen heeft gegeven. De Koning deelt de
sluiting mede var. een tractaat met de
Vereenigde Staten betreffende het kanaal
tusschen de twee oceanen met Brazilië
betreffende de grenzen tusschen Britsch-
Guyana en dat land. vit heb het groote
genoegen te kunnen zeggen, dat de koning
van Italië er in heeft toegestemd, scheids
rechter in deze zaak te zijn. De nieuwe
emir van Afghanistan heeft vriendschappe
lijke betrekkingen met Indië te onderhouden."
De rest van de Troonrede heeft enkel
niet binnengaan In het midden der Kamer
stond haar zuster. Het jonge meisje was
in 't oogvallend bieek. Haar groote, don
kere oogen zagen den binnentredende in
bijna angstige spanning aan. Het was aisof
ze iets vroegen. De jongeling scheen de
vraag te verstaan ot liever te raden. Toen
mevrouw Lindner het vertrek had verlaten
om te zier. of haar man thuisgekomen was,
nadat ze het meisje verzocht had Günther
een stoel te geven, trad deze op haar toe
en sprak op gedempten toon
»Dat hoopte ik juist, juffrouw Annetta,
u een oogenblik te spreken, terwijl uw
zwager zijn avondmaaltijd gebruiktik
weet, dat hij zich daarmee niet overhaast,
daarom volgde ik hem langzaam op de
hielen, zoodra ik hem de woonkamer
hoorde binnengaan." nMijnheer Günther,"
antwoordde het meisje treurig, waarom
zoekt ge Lindner weer op. Beloofdet ge
mij niet vast
»Geen geld meer van hem te leenen!"
vulde Günther aan. »Zeker, dat beloofde
ik u en ik houd woord. Ik leen van uw
zwager geen penning meer. Ik breng hem
het geleende terug. Fortuna heeft mij
toegelachen. U mede te deelen hoe ea
betrekking op binnenlandsche aangelegen
heden.
De passage in de Troonrede, die betrek
king heeft op de menschelijkheid van de
troepen, werd door luide toejuichingen van
het parlement onderbroken. Die onderbre
king van het voorlezen der Troonrede is
zonder voorbeeld.
Bij de beraadslaging over het adres van
antwoord op de Troonrede in het Hooger
huis zeide de minister-president tot Salis
bury in zijn antwoord aan Spencer die,
erkennende dat de onafhankelijkheid van
de Boeren buiten kwestie was, gesproken
had overdemogeiijkheid van een toekomstige
schikking in overeenstemming met de
algemeen ten aanzien van de Koloniën
gevolgde gebruiken dat het onmogelijk
was, deze aangelegenheid anders dan in
hypothetischen geest te behandelen. Hij
verwierp het denkbeeld dat het Engeland's
zaak was te zeggen, op welke voorwaarden
het zijn aanvaller zou vergeven, als de
laatste nog niet zoover was gekomen dat
hij om vergiftsnis vroeg. Wanneer de Boeren
om vrede vroegen, zou het al de tijd zijn
om te zeggen op welke voorwaarden de
vrede aan de Boeren zou voorgesteld
worden. Het stond aan den vijand, indien
deze den vrede wenschte, om dit aan de
Engelschen te komen vertellen. Vóór de
Boeren dit deden, deed men 't best met zoo
min mogelijk van de zaak te spreken.
Salisbury zeide verder nogAls wij
toelaten dat de oorlog eindigt op een wijze
die niet eervol is voor onze wapenen of
niet in overeenstemming met de gebrachte
offers, zal men in alle deelen van de
aarde er de uitwerking van zien. Wij
moeten ons herinneren, dat het gaat om
dingen, die zullen beslissen, of wij ai dan
niet overwinnaars zullen blijven in den
strijd of wij al of niet in de toekomst de
gevaren zullen moeten ondergaan, voortko
mende uit een mislukking van de taak die
wij ondernomen hebben.
waardoor, daarnaar heb ik den geheeien
avond reeds verlangd, maar ik durfde niet
komen vóór uw zwager thuis was gekomen,
daar ik u dan misschien niet had te zien
gekregen. Daarom heb ik dit oogenblik
afgswacht, want het was de wensch mijns
harten u te spreken."
Reeds bij de eerste woorden helderde
het gelaat van het meisje op en met
levendige deelneming luisterde ze naar
hetgeen Erik korten tijd te voren aan
mevrouw Rothenburg had medegedeeld.
Met haastige woorden vertelde hij alles,
ook dat hij binnen weinige dagen naar
Amerika zou vertrekken. Anneua's gelaat
kreeg een uitdrukking van droefheid. Als
een sluier zonken de lange donkere wimpers
over haar onschuldige, zielvolle oogen.
Door deze beweging trad de eigenaardige
schoonheid van het meisje in 't oog
vallend te voorschijn. Haar gansche verschij
ning was opvallend fijn en teer als van een
dame van hooge afkomst. Een weerschija
van stille zwaarmoedigheid sprak thans uit
al haar gelaatstrekken, terwijl ze zacht
uitriep Wil u in werkelijkheid het vader
land verlaten en zóó spoedig?"
Wordt vervolgd
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT