Dagblad voor Schiedam en Omstreken,
m
eerste blad.
Oom Hans.
25ste Jaar«:.
Zondag 19 Januari 1902.
No. 7203.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
Voor Z. II. den Paus.
Parijsche Kroniek.
Feuilleton.
ALÜEMEKA O veezicht.
PRIJS TiS DIT BLAD:
"'oor Schiedam per 3 maanden1.50
Jrancc per post door geheel Nerieriana - 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DBS ADTBRTKXTIêH:
Tan 1— 6 rsgeis:f o.fJO
Slke gewone regei meer-0.10
Voor hernaaide plaatsing worden biiiiike overeenkomsten
langegaan.
Vorig bedragf 127.
Van N.N.25.-
Totaal
f 152.—
Eenige dagen voordat de Kamers, na de
j^erst- en Nieuwjaarsvacantie, weder bijeen-
Wamen, heeft de man, die reeds bijna drie
Jaren de Fransche staatkunde leidt, de
"^'Ulster-president Waldeck Rousseau, ook
Ba®' het oog op de aanstaande verkiezing
®8oer nieuwe kamer in Mei, het nuttig
Beoordeeld zich te Saint Etienne tot het
'jwonen eener onthuldigmg te doen uit
nodigen, om daar, omringd van zijne meest
s°cialistiscbe en jacobijnsche mede-ministers
®n gunstelingen, een lange rede te houden,
waarin hij meer zijn eigen lot en die van
ZlJO ministerie verkondigde, dan dat by
*80 programma zijner verdere plannen gaf.
*Eene meerderheid met een waren politiek en
*geest bezield, zoo beweerde hij, heeft zich
*Bevormd. De systematische oppositie, met
J*8n geest van parti pris behebt, welke er
*uiet tegen opzag de ideëen vroeger door
*haar voorgestaan, toen zy zelfs aan het
bewind was, prijs te geren, stootte tegen
*deze regeering af. Vruchteloos vielen de
Zoogenaamde gematigde mannen de
Zogeering aan, omdat zij de orde gehand
haafd had of haar credieten weigerde,
*^elke zij zelf als noodig verklaard had.
*De republikeinen iieten zich door deze
Strategie niet vangen, zij wonnen aan
Autoriteit wat hunne tegenstanders, door
*hun verzaken van vroegere beginselen, aan
hertrouwen verloren."
Daarop volgde de lofrede over zyne
'h'bisterieele daden.
Naar het Duitsch
9)
»Ja, ik ga" antwoordde hij ernstig, «en
®8t g8, waarom?" Omdat ik u bemin,
^■"uette, en helaas nog met tot u spreken
,atli zooals ik gaarne zou doen. Maar één
mag en moet ik u zeggen. Ik ben
ornemens hier geen tijd meer nutteloos
'aten verloren gaan, maar zonder verwijl
*ar Amerika te vertrekken, om daar te
t»8iden. Vlijt en een vaste wil zullen mij
helpen om een passenden, werkkring
"inden en zoodoende mijn levensonderhoud
verdienen. Heb ik het eenmaal zoover
8®bracht, dat ik u uit uw tegenwoordigen
^estand verlossen kan, dan kom ik terug.
jj* ge op mij wachten
I«W uoeisje was diep getroffen. Onwil
keurig echter maakte haar kleine hand
a atwyzend gebaar en met sidderende
«Toen scheen het uur, nadat van de
«verdediging, voor het ten uitvoer brengen
«van daden geslagen, en deze taak was
«moeilijker. De regeering verdedigde in het
«parlement het programma van hervor-
«mingen, welke de werkzaamheden der
«Kamer moesten besluiten. De wet op de
«vereenigingen, die sedert 1878 het ont-
»werp van twintig verschillende wetsvoor-
«stellen was, zonder ooit openlijk besproken
«te zijn geworden, werd in Januari 1901
«in behandeling genomen en in Juni daarop
«van kracht verklaard. Zij zal, hetzij als
»econumische ontwikkeling, of wel als
»noodige zekerheid voor de burgerlijke
«samenleving, een besliste stap in die
«richting zijn. Niettegenstaande de voor-
«spelde agitatie door hen, welke er een
«wapen tegen de Republiek in dachten te
«vinden, werd zij in werking gesteld en zal
«in den geest waarin zij ontworpen is,
«zonder hartstocht noch zwakheid, worden
«uitgevoerd. Wy zijn niet van plan ons
«met uitvluchten of ijdele schijnvertooniDgen
«tevreden testellen.
«Het gevaar voor een eeredienst in een
«vrij land bestaat vooral daarin, dat zij
«door de strijdende congregatiën, wier
«bedoelingen meer staatkundig dan gods-
«dienstig zijn, met den strijd gemeleerd
«wordt, zoodat men eindigt die eeredienst
«nog slechts door haar te zien, die ze
«verdringen. De seculiere geestelijkheid is
«voldoende geoordeeld voor de praktijk
«van het Katholicisme. Met haar heelt de
«staat de waarborgen, welke een aan haar
«onderworpen herarchie en eene aangewezen
«nationaliteit verzekeren. De wet van Juli
«1901 is een zekerheid en geen bedreiging
«voor haar. Wat de geestelijke orden
«betreft, deze zullen door de wetgevende
«macht beoordeeld worden naar de diensten
«die zy aan het openbaar welzijn, aan de
«weldadigheid en mei het oog op de hulp
«en bijstand, onder welk vorm ook,
«kunnen bewijzenvoor de edelmoedige
stem smeekte ze «Mijuneer Gü itner, een
heer als gij, een kind van voorname ouders,
mag niet zóó tot een arm meisje spreken,
tot de dochter van een geruïneerd man,
die met handenarbeid haar brood moet
verdienen. Tusschen u en mij ligt een
geheele wereld I"
«Ja, een wereld van vooroordeelen".
antwoordde hij snel «maar ik ben vermetel
genoeg om die te overbruggen. Wij staan
beide tamelijk wel alleen op Gods aarde,
maar juist uw verlatenheid, die de oorzaak
is, dat ge voor u-zelve moet zorgen,
dierbaar meisje, maakt mijn wensch om
voor u te mogen zorgen nog vuriger.
Bovendien wees verzekerd, dat juist de
arbeid, waarmede deze kleine vlijtige
handen zich zoo plagen, u in mijne oogen
adelt. Vertrouw en geloot mij, Annette,
ik bemin u oprecht en waaracntig. Het is
geen vurige, voorbijgaaude hartstocht, die
my tot u doet spreken. Ik sprak tot u in
volle overtuiging, met het bewustzijn, hoe
veel dank ik u verschuldigd ben."
«Mij riep het meisje op Oen toon der
onschuld. «Waarmede heb ik dan uw
dankbaarheid verdiend
«Meent ge, dat ik vergeten ben, hoe
«roepingen welke er minder van droomen
de staten te regeeren dan de ellende te
leenigen, blijft de weg dus altijd open.
Verder besprak deze minister-dictator, op
zijn gewonen tragen toon, de verdere her
vormingen, welke evenzoo reeds lang be
sproken, doch waarvan nog enkelen op af
doening wachten, namelijk die der successie
rechten, der alcohol-fabricatie. welk product
het leven zelf der volkeren aantast en
eindelijk de pensioenwet voor de werklieden,
waarvan de gronden reeds gelegd zijn en
de oplossing dus minder onzeker is geworden.
Waldeck-Rousseau had bij deze gelegen
heid kunnen toonen tenminste een staats
man te zijn, met zich van die kleingeestige
hartstochten, welke hem van alle kanten
insluiten, los te maken. Hij had zich moeten
verheffen om iets anders dan een partij
manifest aan het land voordragen. Doch hy
heeft het niet gewild. Merkwaardig was
ook, dat deze behendige advokaat bij zijn
aanval op zijne gecoaliseerde tegen
standers vergat er aan te denken, dat
zijn meerderheid uit nog meer desparate
partijen dan de oppositie bestaatalleen
door zich te noemen verdedigers der Repu
bliek achten zij zich gerechtigd alles wat
eerbied verdient en heilig is aan te vallen,
alles wat deze diverse partijen beurtelings
komen eischen, zoodat, indien hierin bij de
aanstaande verkiezingen geen verandering
ten goede komt en daar ben ik verre
van gerust op deze revolutionaire re-
geeringsmeerderheid zal eindigen Frankrijk
tot een staat van minderen rang te doen
dalen en als het heidensche Rome in verval
en tot ondergang te brengen.
Bij de heropening der Kamer op Dinsdag
den 14n dezer bekleedde de heer Rauline
een geestige, beminnelijke grijsaard, van
ruim 80 jaren, als de oudste der aanwezigen
leden, den presidentszetel en hield, even
als een jaar geleden, de geheele kamer
gedurende eenige oogenblikken onder de
bekoorirjg zijner fijne, soms wat ironische
trouw gij verleden winter, tijdens mijn
ziekte ae goede mevrouw Rothenburg ter
zijde hebt gestaan in mijn verpleging en
denkt ge, dat mij uwe goede, trouwuartige
waarschuwing ontgaan is, om mij in
oogenbiikkeiijke verlegenheid liever open
hartig tot een goeden bloedverwant of
waren vriend te wenden, in plaats van uit
valsche schaamte en dwaze lichtzinnigheid
hulp te zoeken bij schacheraars, al droegen
ze dan ook den naam van Cnristen. Gaarne
gaf ik u mijn eerewoord om dat lichtzin
nige geld leenen te laten en ik zelf alleen
weet, wat ik aan uw goede vermaningen
te danken heb. Ik leerde mij zeiven over
winnen, mij voor mij-zelven schamen over
mijn onbezorgdheid, mijn gebrek aan
geestkracht, mijn tijdverspillen meer nog
ik leerde begrijpen, wat eervolle fatsoenlijke
arbeid is. Uw voorbeeld bracht mij tot die
wetenschap. Toen ik zag, hoe gij door
vlijt, moed en ernst uwe zelfstandigheid
trachttet te bewaren, werd mijn beter
»ik" wakker in mij, werd ik de man,
aangespoord door uw voorbeeld om mij
door niets te laten afschrikken, maar moedig
den strijd met het leven aan te gaan. Uw
raad opvolgende, wendde ik mij tot een
redevoering, waarin hij, conservateur, met
zooveei tact en gemoedelijkheid tot alge-
meene overeenstemming en samenwerking
voor het heil van Frankrijk wist aan te
sporen, dat allen naar hem luisterden en
hem toejuichten. Kenschetsend was echter
der mimsterieele meerderheid, toen de eer
biedwaardige redenaar na over Frankrijks
grootheid en roem in de toekomst ge
sproken te hebben, aldus met krachtigen
steun eindigde «Dit is de laatste hoop van
«mijn ouden dag. kIk bid God mij zoo lang
«het leven te schenken dat ik er de ge-
«heele verwezenlijking nog van zal mogen
«aanschouwen". Terwijl de geheele rechter
zijde dit gebed aan God, zoo zeldzaam in
deze omgeving, met daverend applaus be
groette, ontstond er als eene opschudding
van verbazing op de regeeringsbanken en
het gelaat van den minister -president, waarop
zich van tijd tot tijd een flauwe glimlach
vertoond had, trok eensklaps te zamen.
Wie dufde hier God te bidden en Zijn naam
te noemen?
Parijs 117 Januari 1902.
Fidelius.
18 Januari 1902.
De oorlog in Zuid-Afrika.
Van he t oo r 1 og s t e r r e i n.
Nu het Engelsch parlement geopend is,
beginnen de tijdingen van het oorlogster
rein blijkbaar teruggehouden, weer los te
komen. Het Parlement kon zich gisteren
onmiddeiijk na de heropening zijner zittin
gen vergasten aan het volgende telegram
Uit Mafeking
«De Boeren onder de cimraandanten
Kemp en Celhers (onderbevelhebbers van
De la Rey) hebben verleden week een
gecombineerde beweging gemaakt, waarbij
zij den spoorweg overtrokken in westelijk e
richting. Een afdeeling kwam te Wilow-
waar, oud vriend. Hilda zai u wel meer
van hem vertellen," Nauwelijks had Enk
deze laatste woorden gesproken ot mevrouw
Lindner trad het vertrek weder binnen.
Zij had tevergeefs getracht haar man te
bewegen om Günther te woorde te staan,
doch deze volhardde, terwijl hij op zijn
gemak zijn souper gebruikte, bij zijn
eenmaal genomen bevel n. 1. om te zeggen,
dat hij niet te spreken was de kale
mijnheer zou toch zeker weer geldgebrek
hebben.
Niet zonder zekere verlegenheid verscheen
Kathinka weder voor den bezoeker met de
boodschap, dat haar man wel thuisgekomen
was, maar zich niet wel gevoelde en daarom
tot zijn leedwezen mijnheer Günther niet te
woord kon staan.
«Wel, dat spijt me!" riep Günther,
oogenschijnlijk teleurgesteld. «Ik weet
wa&rlyk niet, of ik mijnheer Lmdner
morgen op zijn kantoor zal kunnen be
zoeken, door mijn vele bezigheden, want
ik ben voornemens de stad te verlaten en
zou mijnbeer Lindner gaarne vooraf het
geld, dat ik van hem geleend heb, terug
geven. Ik heb het bij mij gestoken."
Wordt vervolgd
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT