Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
ïe:iien -
Oom Hans.
25ste Jaarz.
Donderdag 20 Maart 1902,
No. 7254.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
FBIiS YA5 DIT BLAD:
'oor Scsisasjü sar 3 maanden
•"ttmec sar dos» aoor srer.ee: Nederland
Aöonderiiike .Summers
0.05
PBI»S DIK ADYKKTKÏI15ÊB:
Van 16 ra£eis;I I I 0.60
Elke cewone regei meer-Q.IQ
Voor herhaalde plaatsing worden oiiiiike overeenkomsten
zangsgaan.
OVEBZICHT.
19 Maart 1902.
Oe oorlog in Zuid-Afrik».
V
a n het oorlogsterrein.
voo k ^6t Pu')"ek er langzamerhand op is
ramp van Tweebosch in
°'üci V°"eQ °n>vang te kennen, nu de vage
telegrammen reeds door eenvge
jj0 Vy un?sberichten werden bevestigd,
0{men °ok de oorlogscorrespondenten los
ga[) JUlster bunne beschrijvingen van den
Van zaken, welke beschrijvingen door
'ijk C.ensor natuurlijk zoo lang moge-
Red Z^n 0Pge"110U<i«n en on daar no?
,je Ucht besnoeid. Hieronder vindt men
Va ^nhiedenis door den correspondent
n den Londenschen Standard te Pretoria
Schreven.
J^lde correspondent zegt in een be-
fijving van Lord Methuen's nederlaag
tvar
en de Boeren
op
KM. afstands
®n, vormden zij een vuurlinie in open
'r en renden recht op de achterhoede
n> schreeuwende en hun geweer
diende, reeds door hun enkele vaart
het gewicht van hun aantal dreigende
r6 ^ngelschen schoon tegen den grond te
J on. Toen echter de Boeren op een
^°°to 12(10 M. afstands waren, openden
Kngeisciien het vuur met een reeks
Vo s, terwijl de veldstukken granaten
erpen. De Boeren antwoordden met een
ev'g vuur en reden intusschen door recht
P de achterhoede aan. Maar terwijl hun
h^Urn recht op de Engelschen aankwam,
°ë«o hun vleugels om de vleugels van de
'orhoede heen. De Boeren toonden den
y°°lslen moed en onverschrokkenheid.
e'®h hunner reden dwars door het scherm
6Pen, dat den marsch der colonne moest
aon. Lord Methuen zond een troep
r®d#n manschappen terug om de achter-
»oede te
steunen. Het vooruitdringen der
°®ren werd daardoor gestuit, maar slechts
tijdelijk. De Boeren gedroegen zich met
dapperheidhet zou benepen zijn die niet
te roemen. Weer kwamen zij aanzetten,
geen acht slaande op het hevige vuur, dat
op hun linies gericht werd.
Het voetvolk kreeg nu bevel de twee
kanonnen op den rechtervleugel te gaan
dekken. Het gedroeg zich met bewonde
renswaardige koelbloedigheid, maar de
bereden manschappen, die de achterhoede
vormden, verloren hun kalmte onder den
woedenden aandrang van de Boeren. Zelts
veteranen gingen onder den invloed van de
paniek er gewoon van door.
Methuen gaf iast, de troepen van het
convooi terug te trekken naar een kraal,
waar reeds een gedeelte van den tros
verzameld was, en droeg majoor Paris het
bevel bij de kraal op. Hij zelf reed terug
naar de kanonnen op den rechtervleugel,
de mannen met gebaar en stem aanmoe
digende. Dadelijk werd hij toen het mikpunt
van de Boerenscherpschutters, die hun vuur
op hem samentrokken. Zijn paard viel, op
drie plekken getroffen, dood onder hem
neer hij zelf kreeg een kogel door de dij.
Het was toen halftien. De Boeren, dank
zij hun groote meerderheid in aantal en
door De la Reij in eigen persoon aangevuurd,
hervatten den aanval, en omsingelden de
stelling meer en meer, Celliers bracht een
paar vijftienponders te voorschijn en begon
de kraal te beschieten. Toen was er slechts
een middel om verder verlies van levens te
beletten, en dat was de overgave.
Een brief, die iemand te Cnippenbam,
volgens de Wiltshire limes van Methuen
ontvangen heeft, werpt een bijzonder licht op
de ramp. Methuen klaagt daarin namelijk
dat hem alle bruikbare troepen ontnomen
zijn om elders dienst te doen.
Lord Kitchener seint uit Pretoria dd. 17
dezerDe colonnes melden, dat er (in de
vorige week) 18 Boeren gesneuveld en
gewond zijn en 248 zijn gevangen genomen
of zich hebben overgegeven. Verder zegt
Feuilleton.
(Naar het Duitsch.)
46)
- sPrak ze »ik zal niemand
aedeelen, wie ge zijt, vóór we elkander
^gtnaals gesproken hebben."
gelooft ge me dat
beloof het u."
lJ glimlachte: «het is zoet voor mij te
^ordt'" ^at EQ','n geke'm met u
^ïoeilijk is het gevoel te beschrijven,
enarmede Hilda dien avond tehuis kwam
ter \Weo ^a8en 'ater naar Hohenhausen
de U? ®erde. De majoor haalde ditmaal
Uit es n'®t, at. Annette zorgde immers
j0iateksnd voor zijn moeder en de getrouwe
ano deed zijn best om de dames de
ls zoo aangenaam te maken, alsof het
Wandelrit ware.
sta Hans wachtte de dames af aan het
Hon. Zijn geheele gelaat drukte vreugde
tevredenheid uit over de terugkomst
Kitchener, dat er in het W. van Transvaal
genoeg troepen zijn om den toestand meester
te zijn.
Een Reuter-depeche uit Pretoria meldt
nogBruce Hamilton ontdekte een Boeren-
lager in het Nyothi-dal, ten O. van Vrijheid.
Nadat hij de uitgangen versperd had, viel
hij aan en vermeesterde het lager. Vier
Boeren sneuvelden, zes werden gewond en
17 gevangen genomen, o.w. generaal Chery
Emmet, Botha's zwager.
Lord Kitchener heeft goed gevonden,
dat er van den 15n dezer tot den 15n
April elke week honderd stampers het werk
hervatten, aldus meldt een draadbericht
uit Johannesburg.
De Daily Mail verneemt uit Johannes
burg, d.d. 20 FebruariEen loyale boer,
onlangs in de Kaapkolonie door Fouché
gevangen genomen, vertelt, dat het com
mando ongeveer 150 man sterk en prachtig
bereden was. Bijna alle mannen hadden
een extra paard. Zij waren goed gekleed
en droegen gevulde bandelieren, sommigen
zelfs twee. De overige munitie werd op
paarden vervoerd.
In het Engelsche Lagerhuis.
Meer nog dan de gebeurtenissen op het
oorlogsterrein trekt de aandacht de reis
die de zeventigjarige lord Wolseley vroeger
opperbevelhebber van het Engelsche leger
naar Zuid-Afrika heeft ondernomen. Volgens
officieel voorgeven gaat Wolseley alleen
om gezondheidsredenen naar Afrika, maar
van andere zijde verzekerd wordt, gaat
hij echter in opdracht van koning en
regeering en zal het gezondheidsmotief in
een heel andere reden verkeeren, als
Wolseley in zijne vredeszending slagen
mocht.
Natuurlijk blijft eestbedoeld motief voor-
loopig gehandhaafd. Toen men dan ook
gisteren in het Lagerhuis de regeering
trachtte te polsen, zeide minister Brodrick,
dat Lord Wolseley alleen om persoonlijke
redenen naar Zuid-Afrika is gegaan, zonder
zijner huisgenooten. Hij zag er echter
eenigszins overspannen uit.
Hilda merkte dit dadelijk op. ondanks
haar eigen onrust. De tweestrijd in haar
binnenste pijnigde, het haar toevertrouwde
geheim, drukte haarMr. Dawsor s liefdes
verklaring maakte haar opgewonden, be
zorgdheid over oom Hans beangstigde haar.
»U ziet er vermoeid uit, oom Hans"
begon ze al dadelijk na de eerste begroetmg.
Ge hebt u overwerktGe drijft het waarlijk
te ver 1"
»Maar Hilda, waar denk je aan I Over
werkt 1 Ik ben op de jacht geweest
bijna eiken dag!"
Oom Hans had zit verpraat. Hilda's
oogen begonnen eensklaps onheilspellend te
schitteren.
«Zoo," riep ze, adat waren dus de
dringende, gewichtige bezigheden, waarom
ge ons in de stad alleen liet. Neen oom
Hans. dat had ik nooit kunnen denken.
Nu kan ik zien hoeveel belang ge er in
stelt om uw lieveling in haar vollen glans
te zien 1" vervolgde ze spottend, terwijl ze
de gaarne door hem gebruikte uitdrukking
bezigde.
I De majoor stond bedremmeld te kijken
over zijn domheid door veel verontschul
digingen en mooie praatjes trachtte hij het
vertoornde meisje tevreden te stellen. Dit
gelukte hem schijnbaarin werkelijkheid
echter steeg Hilda's opgewondenheid meer
en meer. De rust en landelijke stilte, die
op Hohenhausen heerschte, oefende intus
schen een weldadigen invloed op baar uit.
Ze werd zelfs stil en nadenkendnu was
zij het, die oom Hans uit den weg ging.
In de eerste dagen deed deze of hij zulks
niet bemerkte, schreef veel op zijn kamer
en ging op de jacht. Toen dit zoo ongeveer
een week geduurd had, verraste hij Hilda
op een harer eenzame wandelingen door het
park.
«Hildaatje" riep hij, «zullen wij tweeën
niet eens weer samen gaan wandelen,
zooals vroeger. Ik verbeeld me, dat ge
mij iets hebt toe te vertrouwen I"
Hilda schrikte. Bijna angstig zag ze tot
hem op. Met een blik vol oneindige
goedheid zagen zijn trouwe oogen in haar
ontsteld gezichtje en zacht legde hij haar
arm in den zijnen.
«Kom" sprak hij vriendelijk, vertel eens
op, heb je het aanzoek van Eugenius afge-
l slagen?"
eenige mededeeling aan of van het departe
ment van oorlog.
Op een andere vraag antwoordende, zeide
BrodrickOvereenkomstig het oorlogsge-
bruik bij beschaafde volkeren mag een
krijgsraad Boeren, die in een Engelsche
uniform gevangen genomen worden, tot den
kogel veroordeelen. Lord Kitchener heeft
in zekere gevallen die straf toegepast.
Dillon vroeg of Brodrick wist, dat de
geregelde troepen der Boeren khaki droegen,
lang voordat de Engelschen het hebben
aangetrokken.
Brodrick antwoordde, dat het de Boeren
niet in het minst vrijpleitte, als zij uniformen
droegen aan de Engelschen ontnomen,
met de onderscheidingsteekenen van het
Engelsche ieger.
De toestand van Cecil Rhodes.
De toestand van Cecil Rhodes houdt in
verband met den Zuid-Afrikaanschen oorlog
steeds de aandacht der geheele wereld
gespannen.
Een draadbericht uit Kaapstad meldde
eerst gisteren avondEr komt geen ver
andering in den toestand van Rhodes. De
Koningin heeft hem telegrafisch haar
deelneming betuigd en gezegd, dat zij God
bidt om zijn herstel. Lord Kitchener heeft
geseind, dat hij dagelijks bericht wenscht
te ontvangen.
Volgens een later telegram, gisteren
avond 11 uur uit Kaapstai verzonden, was
er een lichte verbetering in Rhodes' toestand
gekomen. Er waren telegrammen ontvangen
van den Kouing en lord Rosebery.
Uit het Engelsche Lagerhuis.
Na een tweedaagsch debat heeft heft
Lagerhuis gisteren de motie van sir H.
Campbell BannermaD betzeffende een
onderzoek naar de contracten van het
legerbestuur met 346 tegen 191 stemmen
verworpen.
Minister Balfour heeft in het Lagerhuis
Ze slaakte een zucht van verlichting.
«Ja, oom Hans. Het spijt me maar
ik kon uw wensch niet vervullen."
«Mjjn wensch?" herhaalde hij op een
toon, die zulk een ongehuichelde verwon
dering uitdrukte, dat Hilda erdoor getroffen
werd, doch ze was te weldenkend om
Schwartzenbergs woorden te herhalen ze
zei alleen«Nu, ik dacht oom Hans, dat
u gaarne zoudt gezien hebben, dat ik het
aanzoek van uw neef gunstig had opge
nomen, maar het ging met den man,
dien ik eenmaal huw moet ik beminnen.
Voor den luitenant koester ik echter zulk
een gevoel met."
«De arme jongen I" sprak de majoor
medelijdend, ofschoon hij er eer verheugd,
dan teleurgesteld uitzag. «Aanzoek doen
om uw hand, kon ik hem met beletten,
maar ik krijg een gevoel van verlichting,
nu ik hoor, dat hem dit niet gelukt is"
bekende hij oprecht«Eugemus is geen
kwade jongen, maar vreeseiijk lichtzinnig
en oppervlakkig."
(Wordt vervólgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
i-=
O
ei'eid
Toe